Veehouder S. de Visser maakte vanuit ruilverkaveling nieuwe start in Flevopolder De rol van de Direktie Beheer Landbouwgronden bij sollicitatie naar een landbouwbedrijf in IJsseimeerpolders Met het doel, wat ervaringen met bedrijfsaanvaarding in een Fle vopolder vanuit een ruilverkave ling te kunnen weergeven, brach ten we een bezoek aan de familie S. de Visser aan de Slingerweg onder de gemeente Zeewolde in Zuidelijk Flevoland. We willen uitkomsten van een gesprek daarover weergeven middels vra gen en antwoorden. Wat was voor u de aanleiding tot sollicitatie?. Wij woonden voorheen op een vee houderijbedrijf tussen Nieuw- en St. Joosland en Vlissingen. Voor het ei land Walcheren is een ruilverkave ling in voorbereiding. Dit biedt een mogelijkheid van ondersteuning van een sollicitatie omdat er dan door beschikbaar komen van het bedrijf ruimte ontstaat voor aanbrengen van verbeteringen in een ruilverka veling. In 1983 hebben we toen inge schreven. Een belangrijke overwe ging tot inschrijving was meer bestaansmogelijkheden te bereiken voor onze beide zoons. Onze oudste zoon Gillis (toen 20 jaar) was er di- rekt voor en onze tweede zoon Ko (toen 15 jaar) zag ook muziek in een groter veebedrijf. Mijn vrouw Koos en ikzelf waren toen 50 jaar. Wij wa ren al eens eerder van bedrijf veran derd en hadden enkele keren belang rijke investeringen in ons bedrijf ge daan. Voor het belang van onze zoons wilden we nog wel eens veran deren. Wij wilden beiden ook nog wel graag een aantal jaren op een groter en gunstiger verkaveld bedrijf boeren. Hoe verliep de aanvang van de eksploitatie hier? Het gebruiksrecht in de vorm van erfpacht is aangevangen per 1 no vember 1984. Het werd ons toege staan, het 'oude' bedrijf nog gedu rende 1985 te eksploiteren. Voor een melkveehouderijbedrijf is dat ook als een noodzaak te beschouwen. Na het toekennen van het nieuwe be drijf moest er in de winter 1984/85 zeer veel geregeld worden. Van groot belang was de prijs, die B.B.L. voor de in te leveren grond en ge bouwen zou willen betalen omdat dit je mogelijkheden verder bepaalt. Voor het nieuwe bedrijf moesten veel afwegingen en keuzes worden gemaakt voor wat betreft de bedrijfs- opzet, de stalomvang, de soort van gebouwen, de inrichting van stal en van melkstal, drinkwatervoorzie ning, erfverharding, kavelwegver harding, kuilopslag en ook de woning. Het eerst dringende was verzorging van opslagmogelijkheid voor kuil- voer. Mede omdat zoon Gillis tot ju li 1985 de landbouwschool volgde is de opbrengst van het reeds bestaan de grasland door een loonwerker in gekuild. De bedrijfsgebouwen zijn met veel ekstra inspanning in oktober 1985 in voldoende mate klaar gekomen om het vee van het oude naar het nieuwe bedrijf over te brengen. Zelf hebben we toen nog een paar maanden in een karavan gewoond tot we in de cember de woning konden be trekken. Wilt u wat van uw bedrijf vertellen? Het bedrijf is ongeveer 47 ha groot en bestaat uit twee niet geheel rech thoekige doch goed eksploiteerbare kavels. De grondsoort bestaat uit een bouwvoor van zavel van 25 a 30% afslibbaar gelegen op een vrij dikke laag lichte klei. Inmiddels is de ervaring opgedaan dat de bouwvoor gemakkelijk zodanig verdicht kan worden, dat deze ondoorlatend wordt. Het (klei) profiel onder de bouwvoor is zeer goed doorlatend. Bij piasvorming wordt met door prikken van de bovenlaag een op merkelijk snelle afvloeiing van plas sen naar de ondergrond verkregen. De vorm is erfpacht. Dit betekent dat men volledig voor eigen rekening moet bouwen. Waar richt u uw bedrijfsopzet op? Wij hebben onze bedrijfsopzet ge richt op het houden van melkvee en op het weiden daarvan. Daartoe hebben wij negen vaste drinkplaat sen gemaakt. Daarheen wordt door leidingen drinkwater aangevoerd vanuit een bij de stal gemaakte bron (tot 105 m diep). Onze stalruimte hebben wij gericht op 150 melkkoei en met bijbehorend jongvee. Het verkregen kwotum van plm. 700.000 kg kunnen we wel bereiken met 110 melkkoeien. De omvang van 150 standplaatsen hebben we echter ge kozen vanuit de hoop, deze in de toekomst nog wel te kunnen gaan benutten. Welke keuze maakte u voor de ge bouwen? Vanuit de nieuwe startmogelijkhe den maakten wij o.a. de volgende keuzes: a. een grote mengmestkelder onder de gehele stal inklusief voergang en ligboxen. Deze biedt opslagruimte voor produktie van plm. zes maan den. De bodem van de kelder kon juist op zandondergrond rusten. Hierdoor kon de kelder tevens als fundering voor het gebouw dienen. b. een melkstal in de vorm van een draaimelkstal waarin 16 melkkoeien achter elkaar kunnen staan. Eén melker kan doorlopend met voorbe handeling en aanhangen van appara ten bezig zijn. Overigens is een twee de persoon doorgaans aanwezig om mee toezicht te houden. c. een hooi- en stro opbergingsmoge lijkheid alsmede werktuigenber ging onder eenzelfde dak met de vee houderij. De heer en mevrouw De Visser Hoe hebt u de opvang hier ervaren? Door de buren en met name door en kelen, die ook uit Walcheren afkom stig waren, zijn we met adviezen en allerlei vorm van hulpverlening uit stekend opgevangen. Verder ook zeer goed door bedrijfsvoorlichting en sociaal-ekonomische voorlichting en door de afdeling Zeewolde van de CBTB. Hoe verliep het klaar krijgen van de gebouwen? Vanwege de korte periode tot het volgende winterseizoen moesten een aantal beslissingen nogal geforceerd genomen worden. Het blijkt met name voor het melk veehouderijbedrijf met zijn vele on derdelen van gebouwen en inrichting in het algemeen moeilijk, deze op tijd opgeleverd te krijgen. Ondanks druk was dit in ons geval ook zo. Hoe verliep de aanpassing van het vee? Ook het vee krijgt met aanpassingen te maken. O.a. met ander minerale samenstelling van het op nieuwe gronden gegroeide ruwvoer en met gewenning aan andere stalomstan- digheden. Dit bracht ook bij ons in de eerste tijd nogal ekstra zorgen. Het gebruik van de draaimelkstal waren de melkkoeien echter reeds na enkele keren goed gewend. Hoe is de grasproduktie? Doordat het bedrijf in een eerder uitgifteplan voor veebedrijf was be trokken, was de gehele oppervlakte reeds in gras en reeds een paar jaar als zodanig gebruikt. Daarvan zijn helaas forse rijsporen aanwezig. Desondanks hebben we in 1985 een redelijke grasopbrengst kunnen in- In ons werkgebied zijn er verschillende streken waar een ruilverka veling in uitvoering is. Deze streken zijn geplaatst op het voorbe reidingsschema landinrichting. In al die gebieden is het noodzakelijk voor een goede rekonstruktie dat er een grondpot kan worden gevormd. We denken hierbij aan bedrijfsvergroting bij boerderijverplaat sing, aan grond die nodig is voor het landschapsplan, aan grond die nodig is voor een betere toedeling van de kavels e.d. Eén van de middelen om die grondpot tot stand te brengen is ver trek van het oude land naar het zogenaamde nieuwe land 'de Fle vopolder'. Dit kan voor sommigen in deze gebieden gerealiseerd worden door te solliciteren naar een bedrijf daar onder achterlating van het oude bedrijf ten behoeve van het beter kunnen uitvoeren van een ruilverkaveling. Nu de sollicitatieprocedure weer is geopend ten opzichte van de nieuwe polder hebben wij gemeend hieraan nog eens ekstra aan dacht te moeten besteden. Wellicht zijn er onder u die willen proberen daar een nieuwe toe komst op te bouwen met hun gezin. J. Markusse Het nieuwe bedrijf van de familie S. de Visser in de gemeente Zeewolde kuilen. Voor oogstjaar 1986 kregen we echter te kampen met een zeer sterke uitwintering van het gras en daardoor een zeer holle stand. Wilt u wat van de omvang van de in vesteringen zeggen? Je hebt te maken met eventuele uit breiding van veestapel en werktuigen inventaris doch vooral met die in woning en bedrijfsgebouwen. Daar naast ook voor erfverharding en ka velwegverharding en op een veebe drijf ook voor kuilopslagplaatsen. De investeringen liggen op alle be drijven hoog, mede door de relatief hoge bouwprijzen in dit nieuwe ge bied. De hoogte loopt echter nogal uiteen naar de eigen wensen. Het is zaak dat men voor de investeringen weloverwogen beslissingen neemt en daarvoor vroegtijdig goede plannen maakt. Hoe kijkt u nu terug op allerlei za ken van regeling en overgang? Op deze vraag komt als spontane reaktie van mevr. de Visser, dat alles met elkaar een aparte en zeer enerve rende ervaring heeft opgeleverd. Je bent eerst blij, mede versterkt door de gelukwensen van allerlei kanten. Dan komt de afweging van de keuze voor het aangeboden bedrijf in ver gelijking met het bestaande bedrijf. Dit kan dan echter pas goed als het bod van BBL voor de over te dragen eigendomsgrond en gebouwen be kend is. Voor de grond bleek dit de in het gebied gangbare waarde voor verpachte grond. Voor vermogenssi tuatie kan dat worden beoordeeld als het laten vallen van het verschil tussen deze verpachte waarde en die bij vrije verkoop. Terwijl er geen aanwijzingen zijn om tot vrije ver koop over te gaan. Tegenover deze invloed op vermogen staat dan het verkrijgen van gebruiksrecht in de vorm van pacht of in ons geval van erfpacht. En dit niet alleen voor een zelfde oppervlakte doch in de meeste gevallen voor een niet onaanzienlijk grotere oppervlakte. Met daardoor ook gunstiger inkomenskansen. In ons geval leverden we 27 ha in eigen dom in en verkregen daartegenover plm. 47 ha erfpachtsrecht. Naast deze vergelijking komt dan nog de beeldvorming van de voor het nieuwe bedrijf noodzakelijke in vesteringen. In ons geval kwam dit wat minder abrupt omdat we ons door middel van bedrijfsplannen en begrotingen van investeringen reeds behoorlijk hadden georiënteerd. Dit was ons mede mogelijk geworden door van de bedrijfsvoorlichting uit de Flevopolder ontvangen voor beelden. Hebt u nog wat te zeggen aan hen die in aanmerking zouden kunnen komen om vanuit een ruilverkave ling naar een bedrijf in Zuidelijk Flevoland te dingen? De heer de Visser: als men geïnteres seerd is om in deze polder nog eens voor zichzelf opnieuw te beginnen dan wel om betere mogelijkheden voor een opvolger te schepen dan moet men zich niet te vlug laten af schrikken door de gestelde eisen en de te volgen procedures. Rol Buro Beheer Landbouwgronden In agrarische gebieden, met name in Landinrichtingsprojekten treedt het Buro Beheer Landbouwgronden, vertegenwoordigd door medewer kers van de Direktie Beheer Land bouwgronden op om voor de over heid gronden aan te kopen. Het Buro koopt gronden aan die voor de realisering van een landin- richtingsprojekt nodig zijn. Daar naast koopt het Buro gronden aan gelegen in zogenaamde reservaatsge- bieden die volgens de Relatienota zijn aangewezen. Rol bij sollicitatieprocedure Van sollicitanten met een bedrijf, of een deel van een bedrijf, gelegen in een landinrichtingsgebied en/of in een reservaatsgebied wordt door de Direktie Beheer Landbouwgronden, namens het Buro, nagegaan in hoe verre verplaatsing van een sollicitant gewenst is uitgaande van de aan- kooptaak van het Buro. Indien verplaatsing gewenst is wordt dit aan de Rijksdienst IJsselmeer Polders doorgegeven. Nadat de Rijksdienst de 'doorgege ven' sollicitanten heeft beoordeeld op geschiktheid, bekwaamheid en fi nanciële mogelijkheden wordt in overleg met de Direktie Beheer Landbouwgronden een voorstel voor de toewijzing van bedrijven op gesteld. Indien de Minister van Financiën dit voorstel goedkeurt, ontvangen de sollicitanten die een bedrijf hebben toegewezen gekregen hiervan bericht waarin ook staat vermeld dat het huidige bedrijf vóór een bepaalde datum aan de overheid moet worden overgedragen. Rol na toewijzing Als een gegadigde een toegewezen bedrijf in principe aksepteert kan gestart worden met de aankoop door het Buro van het huidige bedrijf.i Waardebepaling huidige bedrijf Twee aankopers van het Buro taxe ren de waarde van het bedrijf. De grond wordt gewaardeerd tegen op de verkeerswaarde van agrarisch verpacht land, men krijgt immers het vervangend gebruiksrecht in pacht of erfpacht terug. De gebouwen worden gewaardeerd op de agrarische waarde. Indien een gegadigde dat wenst, kan hij ook (uiteraard op eigen kosten) zelf een taxateur vragen om, los van de B.B.L.-taxatie, de waarde van zijn bedrijf volgens de hierboven ge noemde uitgangspunten te laten bepalen. Deze taxatie moet voorafgaand aan het bod van het Buro worden over legd aan D.B.L. Vragen over de uitgangspunten van het bedrijf kunnen worden gesteld aan de terzake deskundigen van de D.B.L. De verplichting tot overdracht in eigendom geldt ook voor het onroe rend goed dat eigendom is van naaste familieleden (ook tegen de verkeerswaarde van verpachte grond). Onder naaste familieleden worden verstaan: ouders, grootou ders, schoonouders en broers en zusters. Pachtrechten van anderen dan naaste familieleden dienen in pacht aan het Buro te worden overge dragen. Indien overeenstemming is bereikt tussen het Buro en de gegadigde over de waarde van het huidig bedrijf kan de erfpacht of pachtovereenkomst voor het nieuwe bedrijf ter onderte kening opgemaakt worden. Nadere informatie kan verkregen worden bij Direktie Beheer Land bouwgronden te Goes, tel. 01100 - 37354/37235. Vrijdag 17 oktober 1986 13

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1986 | | pagina 13