nieuws uit brussel Biggenafzet, probleem voor kleine zeugenhouders Nieuwe berekening richtprijs biggen Drs. Schelhaas: "In 1990 evenwicht op Europese zuivelmarkt". korte wenken veehouderij (M. van Dijk, Luxemburg) Als hel aan minister Braks van Landbouw ligt dan gaat de Europese Gemeenschap het zuivelprobleem te lijf met een combinatie van drie maatregelen: lagere melkquota, la gere prijzen en een aangepast inter ventiesysteem. Voor die combinatie heeft de bewindsman een vurig plei dooi gehouden in de Europese Land bouwraad die maandag en dinsdag in Luxemburg werd gehouden. Besluiten zijn er in die bijeenkomst niet gevallen. Raadsvoorzitter Mi chael Jopling heeft daar een inventa risatie gemaakt van de diverse - nog al uiteenlopende - standpunten. Maandag hebben ook de ministers van Financiën over landbouw ge praat. Zij zijn bezorgd over de uit de handlopende Europese landbouw uitgaven en de weerslag daarvan op de EG begroting voor 1987. Voor de door Braks aangegeven oplossing voelen eigenlijk alleen maar de Britten en landbouwcom missaris Frans Andriessen. Andere ministers hebben allemaal hun eigen oplossing. Hoe de Raad dan ook tot zaken doen moet komen is nu nog een raadsel. Maar Jopling verzeker de de ministers: In november wordt het een harde Raad en daar moeten besluiten vallen. Ondanks dat de ministers een reeks van alternatieven hebben bepleit heeft Andriessen vastgehouden aan zijn voorstellen van begin septem ber. Dat is nodig, zo zei hij in de Raad, "want de situatie is drama tisch". Volgens de Europese Land bouwcommissaris gaat er nu elke maand 25.000 ton boter en 50.000 ton magere melkpoeder rechtstreeks de koel- en pakhuizen in. Een idee om"verder verkend" te worden vindt Jopling het voorstel van Andriessen om de interventie van magere melkpoeder in de win termaanden (van 30 september tot 1 april) volledig te stoppen. Braks staat daar niet afwijzend tegenover. Maar wel wil hij eerst een duidelijke uitspraak van de commissie over wat er dan met het melkpoeder moet ge beuren. Met andere woorden of An driessen bereid is mogelijkheden te scheppen om het poeder onmiddel lijk te ver voederen. Met de bevoegdheden die Andries sen vraagt om (als hij het nodig acht) de interventie van boter het gehele jaai en die van melkpoeder in de zo mer ook nog eens tijdelijk te kunnen opschorten, hebben vrijwel alle mi nisters het zeer moeilijk. Braks heeft "begrip" voor dat voorstel. Er moet wat aan de interventie worden ge daan, zo luidt zijn standpunt. Maar dat kan volgens hem niet zonder "flankerende" maatregelen zoals die welke de produktie verlagen. 's Maandags waren de ministers van Financiën met hun neus op de finan ciële feiten gedrukt. Zij hoorden dat de EG-landbouwuitgave in 1987 wei eens met zo'n 4,8 tot 7,2 miljard gul den de ramingen te boven kunnen gaan. Nigel Lawson, de Britse Raadsvoorzitter, waarschuwde te gen de dreiging dat toenemende landbouwkosten de totale financie ring van de EG in gevaar brengen. Vooral de (kleine) zeugenhouder dreigt slachtoffer te worden van het biggenov er schot. Als gevolg van het grote aanbod van biggen zijn de varkensmesters ten aanzien van prijs en de eisen die zij aan deze dieren kunnen stellen in een gunstige positie terechtgekomen. Hun eisen gaan in toenemende mate verder dan de gezondheid en erfelij ke aanleg. De koppelgrootte gaat steeds zwaarder wegen. Er zijn biggenhandelaren die stellen: 'Ik haal geen biggen meer op bij be drijven met minder dan 50 zeugen. Biggen van dergelijke bedrijven zijn te moeilijk te plaatsen'. Gelukkig zijn dergelijke uitspraken nog geen regel. Immers: bijna alle handelaren en biggendiensten heb ben biggenleveranciers met minder dan 50 zeugen. Feit is wel, dat met name deze zeugenhouders het slacht offer dreigen te worden van het overschot in biggenproduktie. Door diverse omstandigheden is het aan bod van biggen te groot en dit zal in de toekomst nog erger worden. Wat zijn de gevolgen hiervan voor de 'kleinere' zeugenhouder, hoeveel en welke bedrijven kunnen in de knel komen en wat zijn de mogelijke oplossingen voor deze bedrijven? Naar aanleiding van deze vragen heeft het Konsulentschap voor Varkens- en Pluimveehouderij te Tilburg een notitie over deze proble matiek gemaakt. In de komende winter kan deze gebruikt worden voor diskussie met zeugenhouders en diverse organisaties. In een drie tal artikelen zullen we proberen een samenvatting van deze notitie te ge ven. Dit is het eerste artikel. De an dere volgen over enige weken. Wat zijn de problemen? De meeste bedrijven werken volgens het all-in - all-out systeem, waarbij het liefst de afdelingen worden be volkt met biggen van één fokker. Dit betekent dat de zeugenhouders dan 60 tot 100 biggen per keer moeten leveren. Zeugenhouders met minder dan 50 zeugen komen hier nooit aan toe. Daardoor zijn de biggen van deze bedrijven moeilijker af te zetten. Ge volg hiervan is dat zij nog verder met de prijs moeten zakken. En dit, ter wijl zij al 'zitten' met een verlaagde biggenprijs ten opzichte van de schema-/richtprijs. Bovendien mis sen zij ook al de koppelgrootte- toeslag. Bedragen van ƒ5,— tot ƒ10,— onder de handelsprijs of, biggen van 30 ki logram verkopen voor de prijs van biggen van 27 kg, komen soms voor. Aldus valt te begrijpen dat deze be drijven in een slechtere konkurren- tiepositie verkeren dan bedrijven met 100 a 200 zeugen. grootgebr. big/z./jr. 18.5 16,5 Aantal bedrijven Het blijkt dat meer dan de helft van de zeugenbedrijven (52%) minder dan 50 zeugen heeft. Per provincie zijn hierin procentueel grote ver schillen. In Noord-Brabant hebben 27% 1320) van alle zeugenbedrij ven minder dan 50 zeugen, terwijl in Zeeland .dit percentage 74 (207 be drijven) is. Een vrij groot aantal bedrijven werkt met een kleine zeugentak. Maar dit wil niet zeggen dat al deze bedrijven ook in moeilijkheden ko men met hun biggenafzet dan wel een te lage arbeidsinkomen behalen. Hiervoor moet de totale bedrijfssitu atie worden bekeken. Bedrijfssituatie Het blijkt dat veel van de bedrijven met minder dan 60 zeugen een neven-inkomstenbron hebben. Naar schatting zijn in Noord- Brabant een kleine 20% 300) van de bedrijven met minder dan 60 zeu gen voor een groot deel afhankelijk van de zeugenhouderij. In andere provincies kan de situatie afwijken van het Brabantse beeld. Van de groep zeugenhouders met 60-100 zeugen zal een groter percen tage volledig afhankelijk zijn van het inkomen uit de zeugenhouderij. Ook zij kunnen geen koppels biggen leveren waarmee een mester een hele "De Amerikaanse zuivelmarkt zal wellicht reeds in 1987 in evenwicht zijn; de Europese zuivelmarkt zou dit uiterlijk in 1990 moeten worden en met een goede aanpak kan dit ook stellig; de eerste voorwaarde daartoe is het op korte termijn af bouwen van de huidige boterberg", dat is de korte samenvatting van de openingstoespraak die de voorzitter van het Produktschap voor Zuivel, drs. H. Schelhaas, hield bij de open bare vergadering van het schap 15 oktober jl. De heer Schelhaas deed in zijn toespraak verslag van de vergadering van het Internationaal Zuivelcon- gres, afgelopen weken in Den Haag gehouden. Hij zei getroffen te zijn door enige zaken die aan de orde kwamen en die van groot positief be lang zullen kunnen zijn voor de Ne derlandse zuivel. Zo is in Amerika een ware calcimrage (Kolkrage) aan de gang, dit omdat is vastgesteld dat calcium voor de gezondheid van groot belang is. Schelhaas: "Deze calcium wordt daar veel gebruikt in tabletvorm maar veel beter is het dit element op te nemen via de zuivel- produkten. Wanneer het grote pu bliek hiervan kan worden overtuigd, dan zijn er op termijn nog goede af- zetperspektieven. Ook is, wat de af zet naar derde landen betreft, op wat langere termijn een voorzichtig opti misme gerechtvaardigd. Een belang rijke voorwaarde voor verbetering van de afzetperspektieven is wel dat de huidige zuiveloverschotten zo snel mogelijk weggewerkt worden". Op 22 oktober a.s. wordt een nieuwe berekeningsmethode voor de richt prijs van biggen van kracht. Dit heeft de afdeling Varkenshouderij van het Landbouwschap besloten in haar vergadering van 2 oktober jl. Jaarlijks vindt een aanpassing plaats op basis van wijzigingen in de kos tenontwikkeling en technische resul taten in de varkensfokkerij en - mesterij. Het uitgangspunt van de richtprijs formule is een evenwichtige verde ling van winst en verlies tussen fok ker (vermeerderaar) en mester, waarbij is verondersteld dat de beide partijen een prijs ontvangen, die ge lijk is aan de gemaakte kosten (in clusief arbeid) en daarna afhankelijk van de hoogte van de slachtvar- kensprijs de winst of het verlies de len. Met ingang van 22 oktober 1986 is de richtprijsformule van een big van 23 kg als volgt samengesteld: 46,42 x EAA-prijs 0,319A - 1.450B 0,131C - 9,97. De EAA-prijs - de gemiddelde EAA- weeknotering van de inkooporgani saties NCB, VAKO en HOVA. Voor belangstellenden is bij het Consulentschap i.a.d. voor Var kenshouderij, (01492-19026) of bij de afdeling Varkenshouderij van het Landbouwschap, (070-526666) een schriftelijke toelichting op de richt prijsformule 1986/1987 voor biggen verkrijgbaar. De richtprijs wordt wekelijks op woensdag vastgesteld en is telefo nisch opvraagbaar (038-213399). De richtprijs is opgesteld voor het deel van Nederland dat zich boven de grote rivieren bevindt. Voor het zuiden van ons land is door de des betreffende verenigingen van var kenshouders op basis van andere kostenstructuren eveneens een prij zenschema voor biggen opgesteld. afdeling kan bevolken. Deze groep zeugenhouders heeft daardoor mis schien wel meer problemen van de bedrijven met minder dan 60 zeugen. Bedrijfstypen Het is goed zich te realiseren dat niet elk 'klein zeugenbedrijf' gelijk is aan een ander. Maar allen hebben ze ge meen dat de koppelgrootte van de biggen kleiner is dan de mester wenst. Verschillen tussen bedrijven komen tot uiting in onderstaand schema: De meeste kleine zeugenbedrijven zitten tussen bedrijfstype A en B in. Naar schatting valt het grootste ge deelte onder B. Zeker is dat de mo gelijkheden voor de afzet van biggen het beste zijn voor bedrijven als type A. De koppelgrootte is niet direkt te verbeteren, maar de kwaliteit van de big kan wel aandacht worden besteed. Oplossingen Er zijn meerdere oplossingen denk baar voor de biggenafzetproblema- tiek. De keuze, die de zeugenhouder maakt, zal afhangen van: - de huidige resultaten; - de huidige staat van de gebouwen; - de 'stress-bestendigheid' van de on dernemer; 'kan hij er tegen' dat zijn huisvesting gezondheid erfelijke aanleg grootgebr. big/z./jr. Bedrijf A 'goed' uniform 18,5 Bedrijf B 'verouderd' Het CELGETAL is een goede graadmeter voor de uiergezondheid en de kwaliteit van de melk. Hoe ho ger het celgetal, hoe slechter de kwa liteit. De manier van melken heeft grote invloed op het celgetal. Zorg voor een goed funktionerende melk machine. Regelmatig onderhoud en tijdige vervanging van onder andere tepelvoeringen is noodzakelijk. Ver der is een goede melktechniek van belang. Bij een goede voorbehande ling hoort ook kont role van de eerste stralen. De machine moet direkt na de voorbehandeling worden aan gesloten. Voorkom vakuiimschom- melingen en blindmelken. biggen niet steeds vooraan in de be langstelling staan? - al of niet aanwezig zijn van bedrijfs opvolging; - het aandeel van het inkomen dat uit de varkenshouderij moet komen. Voor ieder bedrijf zal afzonderlijk bekeken moeten worden wat de juiste beslissing voor de toekomst is. Als mogelijke oplossingen op be- drijfsnivo kan de kleine zeugenhou der denken aan: - 'Niets doen'. - Op het bedrijf een gesloten systeem gaan toepassen en de biggen zelf af- mesten. - Overschakelen van zeugen naar mestvarkens. - Voor zover de mestwetgeving dit toelaat, meer zeugen gaan houden. Als mogelijk oplossingen op organi satorisch nivo komen in aan merking: - 'Plan 2000' (daarover later meer). - Opfokbedrijven stichten. - Opfok koppelen aan mesterij. - Eksport van biggen. door Ing. A. Vernooy en ing. W. Thus, CVP Tilburg Als de SNIJMAIS GEOOST is, moet zo snel mogelijk een stoppelbe werking worden uitgevoerd. Klei grond wordt dan direkt op winter- voor geploegd; percelen op zand gronden blijven vaak zo liggen, ter wijl er soms onder ongunstige om standigheden mest overgereden wordt. Dit heeft echter een zeer na delige invloed op de ontwikkeling en opbrengst van het gewas in het vol gende jaar. Onderzoek toont duide lijk aan dat op percelen waar geknoeid is met de struktuur eerder droogte- schade optreedt en de opbrengst la ger is. Voor het behoud van een goe de struktuur is na de oogst een be werking met een stop pel ploeg of kultivator gewenst. Nieuw varkensvoederassortiment van UTD Om de varkensmesters in staat te stellen om nog beter te kunnen in spelen op het streven naar resultaat verbetering, heeft UTD met ingang van 20 oktober j.l. haar mestvarkens- assortiment opgesplitst in twee reeksen. de Delfi-reeks: voor het snelle resul taat en de Utovite-reeks: voor het veilige verloop. Ook de Utovite- reeks levert een zeer goede prestatie, als is die uiteraard iets lager dan de Delfi-reeks. Deze splitsing past ten volle in de Complete Aanpak, de marktbenadering van UTD in de varkenssector. In de nieuwe UTD- brochure: "Voer voor ondernemers"; het nieuwe assortiment voor mesters; die met het beleid varkens willen voeren, zet UTD het hoe en waarom van het nieuwe assortiment mestvar- kensvoeders uiteen en benadrukken zij het belang van een vlotte start van de mestperiode, o.a. door een goede biggenvoorziening. De brochu re "Voer voor Ondernemers" is op aanvraag gratis verkrijgbaar. Tel.: 04920-35860. Vrijdag 17 oktober 1986 11

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1986 | | pagina 11