Aanpassing beleid noodzakelijk om suksesvolle iepenziekte-kampagne te kontinueren Aankleding Walcherse wegen wordt verbeterd Iepeziekte kampagne 1986 Wegschap Walcheren presenteert landschapsbeleidsplan Grotere bijdrage partikulieren bij bestrijding iepeziekte Inkrimping van het door het Mini sterie van Landbouw en Visserij be schikbaar gestelde budget heeft er toe geleid dat er een grotere bijdrage van de partikulieren bij de bestrij ding van de ziekte zal worden ver langd. De meeste partikulieren zul len vanaf 1987 de opgelegde maatre gelen (opruiming van zieke iepen en veldiepebeplantingen die een bedrei ging vormen voor waardevolle ie pen) zelf moeten gaan regelen. Het is de bedoeling dat alleen voor eige naren van partikuliere siertuinen hulp van de overheid (PD) blijft bestaan. Dit betekent dat alle ande ren dus ook partikuliere organisaties en eigenaren en beheerders van agra rische en andere bedrijven zelf voor de opruiming zullen moeten gaan zorgen. Overheden zoals gemeentelijke-, provinciale- en Rijksinstellingen voerden de opruiming voor eigen re kening uit. Door de bestrijdingsaktie is de uitval door ziekte beperkt gebleven. Dit geldt vooral voor de landschappelijk waardevolle iepen, waar een daling in uitval waar te nemen is, maar niet voor de jonge veldiepebeplantingen, waarin voortdurend ziekte blijkt voor te komen. In de voorgaande jaren heeft een aantal gemeenten binnen de be bouwde kom daarom jonge veldie pebeplantingen geheel geruimd, het geen resulteerde in een daling van het uitvalpercentage in waardevolle beplantingen. In 1985 is daarom besloten ook bui ten de bebouwde kom een begin te maken met het verwijderen van vel diepen uit beplantingen. Dit is gebeurd op die plaatsen waar het effekt het grootst is: dichtbij waardevolle laanbeplantingen; op kosten van de overheid werden ca. 35.000 veldiepen preventief geruimd. Nieuwe ontwikkelingen vanaf 1986 In 1986 wordt de kampagne gekonti- nueerd in vrijwel hetzelfde gebied als in 1985 (zie kaartje). Het beleid, waar PD en SBB samen verantwoor delijk voor zijn, is er op gericht de landschappelijk waardevolle iepen zo goed mogelijk te beschermen. Hiertoe zullen de komende jaren, vanaf 1987, jonge veldiepbeplantin- gen die een voortdurende bron van infektie van de iepeziekte vormen en zodoende een bedreiging voor waar devolle beplantingen, door de PD worden aangewezen voor verplichte opruiming. In eerste instantie ko men beplantingen in aanmerking die in direkte omgeving staan van waar devolle beplantingen en waarin de ziekte al jaren wordt gekonstateerd. Eigenaren van iepen wordt nu reeds aangeraden te starten met het oprui men van bedreigde veldiepen. De bestrijding van iepeziekte zal de komende jaren gericht zijn op het opruimen van zieke iepen en het verwijderen van jonge veldiepen, die een bedreiging vormen voor waardevolle klonale iepen. In 1986 zal het opruimen van bedreigende veldiepen nog plaatsvinden op basis van vrijwilligheid. Met ingang van 1987 kan de opruiming van deze iepen worden voorgeschreven door de Plantenziektenkundige Dienst. Het is de bedoeling dat alle betrokkenen de opruiming van zieke ie pen en bedreigende jonge veldiepen zelf verzorgen. Een uitzondering zal worden gemaakt voor eigenaren van partikuliere siertuinen. Het verdient daarom aanbeveling reeds in 1986 te starten met het oprui men van jonge veldiepen. landse landschap en ook uit de ste den zou verdwijnen. De werkwijze was dat de Plantenziektenkundige Dienst (PD) buiten de bebouwde kom of de Gemeentelijke Plantsoe nendienst binnen de bebouwde kom zieke iepen opspoorde en het Staats bosbeheer (SBB) er voor zorgde dat zieke iepen van partikulieren zo snel mogelijk op kosten van de overheid (het Ministerie van Landbouw en Het is nog steeds dringend gewenst om de iepeziekte te blijven bestrij den in dat deel van het land waar de iep moeilijk door andere boomsoor ten vervangen kan worden. In dit ge bied, dat globaal gelegen is ten wes ten van de lijn Bergen op Zoom - Groningen, komen naar schatting driekwart miljoen landschappelijk waardevolle klonale iepen voor die ten offer kunnen vallen aan de agressieve stam van de iepeziekte. In 1985 is een start gemaakt met het preventief weghalen van de zeer ziektegevoelige veldiepen, waardoor een daling wordt verwacht in het uit valpercentage van de waardevolle ie pen. Inkrimping van de beschikbare financiële middelen maakt het nood zakelijk het beleid aan te passen. Om de suksesvolle iepeziektekam- pagne te kunnen blijven voortzetten zal een grotere bijdrage van partiku liere bezitters van iepen vereist zijn. Aanpak ziektebestrijding tot en met 1985 In het begin van de jaren 70 ont Waardevolle laaniepen (Foto P.D.) stond er in ons land een nieuwe epi demie van de iepeziekte. Een inten sieve bestrijding was noodzakelijk om te voorkomen dat de iep als op gaande boom geheel uit het Neder Visserij) werden opgeruimd. Een aanvraag voor herplant ter vervan ging van opgeruimde iepen kon eveneens bij het Staatsbosbeheer worden ingediend. Onlangs heeft het Wegschap Walcheren het Landschapsbeleidsplan voor Walcheren gepresenteerd, dit nadat het bestuur van het schap zich in de openbare vergadering van 4 september jl. in grote lijnen achter het plan heeft opgesteld. Uitvoering van het plan dat in op dracht van het Wegschap is opgesteld door de Heidemij Beheersplan nen betekent een ingrijpende omvorming van de bestaande wegbe- planting op Walcheren. Wildgroei van met name de veldiep, het dure onderhoud van de boomsingels, de vervaging van de in het Herstel plan '45 beoogde specifieke beplantingssystemen en de verarming van de soortenrijkdom bij de struiken en bomen langs de Walcherse wegen, hebben tot het plan voor de omvorming geleid. Uit een bereke ning van Heidemij blijkt dat het onderhoud na omvorming ruim 50% goedkoper wordt dan bij voortzetting van de huidige situatie. Afhankelijk van het wel of niet verkrijgen van enige aangevraagde subsidies zal de hele operatie, zo verwacht het dagelijks bestuur, 10 jaar of iets langer duren. Het onderhoud kost nu jaarlijks ƒ740.000,Na het omvormen zul len de kosten van omvorming en on derhoud samen jaarlijks ongeveer gelijk zijn aan de huidige kosten van het onderhoud. In de daarop volgen de jaren 'verdient' het wegschap aan de gedane investeringen en bedraagt de jaarlijkse besparing op onder houd ca. ƒ400.000,De totale om- vormingskosten worden geraamd op ca. ƒ2,5 miljoen. In een toelichting bij de perspresen tatie van het landschapsbeleidsplan vertelde de voorzitter van het schap, burgemeester mr. B.J. v. Putten, dat de belangrijkste aanleiding tot het plan is geweest de uit de hand lopen de jaarlijkse onderhoudskosten van de wegenbeplanting op het voorma lig eiland. 'We proberen met dit plan tot een aanzienlijke kostenbeperking van het onderhoud te komen. Te vens menen we dat we een doelmati ge, aangepaste beplanting krijgen'. In grote lijnen wordt in het pas aan genomen plan aangesloten bij het zogenaamde 'Herstelplan '45' dat na de inundatie door de Snelkommissie Walcheren voor de wegenbeplanting Vrijdag 26 september 1986 is opgesteld met als uitgangspunt de situatie van voor de oorlog. In dit herstelplan zijn destijds de bredere doorgaande wegen voorzien van een laanbeplanting terwijl de smallere landbouwwegen een struikbeplan ting kregen. Intensiever onderhoud Door forse uitgroei van de beplan ting, sterfte van veldiep en meidoorn en door onderhoudsmaatregelen zijn de beoogde verschillen in beplan tingstypen nu nauwelijks nog her kenbaar. Verder is er bij de veldiep een zodanige wildgroei ontstaan dat het onderhoud steeds intensiever is geworden. Dit leidt tot steeds min der 'heggen scheren' en tot steeds meer - zij het nog pleksgewijs - kaalslag. Doordat de veldiep na kap pen boyendien veel hergroei laat zien, zijn in de loop van de tijd ande re boomsoorten verdrongen en is een verarming van het sortiment opge treden. Daar komt dan nog bij dat, behalve de veldiep, ook de meidoorn en de schietwilg ziektegevoelig zijn waardoor deze op aanzienlijke schaal dienen te worden gekapt. De Het plan wordt aan de pers gepresenteerd. Achter de tafel zit v.l.n.r. de heer Albers van de Heidemij, de heer Van Putten, voorzitter van het Wegschap en de heer Krul komende jaren wacht duizenden zie ke iepen op Walcheren dat lot. In dit verband zegt V. Putten het te betreu ren datr het rijk op 1 januari 1987 ophoudt met de bestrijding van de iepziekte voor haar rekening te ne men. 'De overheid heeft het planten van deze bomen uiteindelijk inder tijd gepropageerd en nu moeten wij voor de rooikosten van duizenden iepen opdraaien...' Nieuwe beplantingstypes Een ander knelpunt dat om een oplossing vraagt, is de verkeersonvei ligheid die door de dichte begroeiing langs de vaak smalle wegen is ont staan. Voor de landbouw is schot van de eerder genoemde bomen ook een vervelende zaak. In het gepre senteerde landschapsbeleidsplan is voor nieuwe beplantingstypes geko zen met een veel gevarieerder sorti ment en wel zodanig dat ziekte bestrijding veel minder noodzakelijk wordt en het onderhoud op een aan vaardbaar nivo komt te liggen. In het plan wordt, aansluitend bij het oude landschapsbeeld, weer gekozen voor herstel van het heggensysteem. Daarbij is het van essentieel belang dat de toekomstige heggen uit alleen struik vormige soorten bestaan. Waar daarvoor in het gebied aanlei ding toe bestaat zullen hoog opgaan de bomen worden geplant. (De be planting bestaat nu voor ca. 50% uit veldiepen en voor ca. 25% uit mei doorn). Van Putten: 'Hiermee ho pen we tevens enige knelpunten voor de landbouw zoals schot in de sloten en de snoeiproblemen aan de achter kant van heggen en bomen te hebben opgelost'. In het plan, dat in fases kan worden uitgevoerd waardoor kaalslag kan worden voorkomen, zit een zekere flexibiliteit zodat het 'on derweg' wanneer zich nieuwe inzich ten of mogelijkheden voordoen nog bijgesteld kan worden. Snelle afronding Het dagelijks bestuur van het Weg schap vraagt zich af of, gezien de aard van haar plan en de relatie met de in voorbereiding zijnde herinrich ting de Landinrichtingskommissie voor Walcheren niet een deel van de kosten voor haar rekening zou moe ten nemen. Gezien het feit dat het schap financieel afhankelijk is van de Walcherse gemeenten en het Wa terschap zou dit een welkome bijdra ge zijn bij de uitvoering. In het plan zijn al enige suggesties gedaan voor bermverbreding en wanneer deze in het kader van de landinrichting overgenomen worden, kunnen hier bredere singels met een ekologisch waardevoller natuurleven ontstaan. Het plan zou hierdoor in waarde toenemen, zo meent het dagelijks bestuur van het Wegschap. Het Wegschap heeft het pas gepre senteerde Landschapsbeleidsplan Walcheren in vrij korte tijd gestalte gegeven. Heidemij is er vorig jaar december mee begonnen, begeleid door een kommissie waarin namens de standsorganisaties ZLM en CBTB de heer I. Luteijn zitting had. Voorzitter Van Putten: 'Gezien de tegenstellingen die bij een dergelijk plan vaak aanwezig zijn tussen ener zijds natuur en milieu en anderzijds de landbouw, is het verheugend dat het plan in zo korte tijd afgerond kon worden'. Nog enige weken kan detailkritiek op het plan worden uitgeoefend, daarna zal het worden vastgesteld en zal het Wegschap,geadviseerd door Staatsbosbeheer, beginnen met de omvorming van de beplanting langs de ca. 300 kilometer weg op Walche ren. Het Landschapsbeleidsplan waarin op overzichtelijke kaarten wordt aangegeven hoe de beplanting er in de toekomst langs deze wegen uit zal komen te zien, is verkrijgbaar bij het Wegschap, Goese Koren markt 34 in Middelburg. J.W. 15

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1986 | | pagina 15