Rivro konstateert: "Kwaliteit gaat rassenkeuze bij wintertarwe bepalen" Hennep zaait tweedracht Het lijkt erop, dat met ingang van het oogstjaar 1986 bij de teelt van wintertarwe een fundamentele verandering op gang is gekomen in de rassenkeuze. Tot vorig jaar werden overwegend rassen geteeld, die geen bijzondere kwaliteiten bezaten voor de broodbereiding. Met de komst van enkele nieuwe rassen is daar duidelijk verandering in gekomen. Bovendien blijkt voor kwaliteitstarwe een hogere prijs betaald te kun nen worden. Arminda moest iets inleveren, maar bleef met bijna 60% van het areaal in 1986 nog veruit het belangrijkste ras. Van het ras Okapi liep het aandeel verder terug tot ruim 10%. De nieu we kwaliteitsrassen Granta en Obelisk namen gezamenlijk al 10 tot 15% voor hun rekening. Van de rassen Tombola, Sarno, Citadel, Granada, Marksman en Saiga werden dit jaar kleinere oppervlakten verbouwd. De met wintertarwe beteelde opper vlakte nam in 1986 in het zuidweste lijk kleigebied met iets meer dan 2000 ha af en bedroeg ruim 46.000 ha. Van inzaai tot oogst In de herfst van 1985 is rond half ok tober in korte tijd onder gunstige bodem- en weersomstandigheden heel veel wintertarwe gezaaid. Na een vrij goede opkomst vertraagde vorst in november de beginontwikkeling. Door het veel zachtere weer in decem ber groeide de jonge tarwe vlot, het geen zich ook in januari voortzette. De standdichtheid was goed en pias vorming kwam weinig voor. De vrij langdurige vorstperiode in fe bruari tot begin maart, zonder sneeuwval, was een goede test voor de kouderesistentie van de tarwerassen. De direkte schade door de vorst viel mee, maar door de trage en droge dooi met vaak vorst in de nacht, is er in tal van gevallen een aanzienlijke uitdunning van het plantenbestand opgetreden. In maart heeft de tarwe lang een brui ne kleur gehouden. Het herstel verliep traag; het gewas moest weer opnieuw beginnen. De trage ontwikkeling zet te in april door, zodat eind april een achterstand van twee a drie weken was ontstaan. In mei waren de omstandigheden gunstiger, waardoor de groeisnelheid toenam. Tot 10 juni bleven de temperaturen te laag en was het aan de vochtige kant. Daarna is het zomerse weer begon nen, whardoor de verdere groei en ontwikkeling versneld zijn verlopen. Gemiddeld is de wintertarwe 10 tot 14 dagen lager dan normaal in aar geko men. Gedurende het gehele groeisei zoen kwamen weinig ziekten in het gewas voor. De droogte in juli zorg de, in kombinatie met de hoge tem peratuur, voor een snelle verkleuring van de gewassen. Aanvankelijk heeft dit de afrijping versneld, maar daar na is door afkoeling de afrijping toch vrij langzaam verlopen. Rond 10 augustus kwam de oogst langzaam op gang, onder zeer gunsti ge weersomstandigheden. Na half augustus was de regen spelbreker, zo dat begin september nog een deel van de tarwe vast stond. Door veel wind is er in enkele rassen korreluitval van betekenis waargenomen. De korre lopbrengsten zijn - een beetje tegen de verwachting in - beslist meegevallen; opbrengsten tussen 8000 en 9000 kg per ha kwamen veel voor. De kwali teit is eveneens veel beter dan in 1985. Voor de kwaliteitsanalyse van de bak- tarwerassen bestond door de certifi- katenregeling een goede belangstelling. Uitkomsten proeven met wintertarwe- rassen in 1986 Op 4 plaatsen in het zuidwesten zijn dit jaar door het RIVRO de bestaan de en in onderzoek zijnde tarweras sen met elkaar vergeleken. Naast de bepaling van de korrelopbrengst zijn waarnemingen gedaan, waarbij o.a. gelet is op verschillen in strostevig heid, gevoeligheid voor ziekten, vroeg rijpheid, geschiktheid als dekvrucht en vorstgevoeligheid. De vier proef velden waren aangelegd op de volgen de bedrijven: teeltmethode 1) -Proefboerderij "Rusthoeve" I en II -Proefboerderij "Westmaas" I en II -Gebroeders Brooijmans, De Heen II -C.J. v.d. Spek, Bleiswijk II 1) teeltmethode: I stikstofgift volgens advies: geen ziektebestrijding II stikstofgift volgens advies: wel ziektebestrijding In tabel 1 zijn de korrelopbrengsten in verhoudingsgetallen van de vier proeven per teeltmethode afzonder lijk weergegeven. Daarnaast is in de voorlaatste kolom het gemiddelde van deze proeven over 1986 vermeld en in de laatste kolom de gemiddelde op brengst over 6 jaar. Korte beschrijving van de rassen Rassen geschikt voor de broodbe reiding Obelisk geeft een vrij goede brood kwaliteit en hèeft zeer goede op brengsten gegeven. Lijkt vrij goed tot goed wintervast. Het stro is midden- kort en vrij stevig tot stevig. Werd weinig door gele en bruine roest, vrij weinig door meeldauw en middelma tig door bladvlekkenziekte en afrij- pingsziekten aangetast. Rijpt vrij vroeg. Heeft een harde korrel en is vrij weinig gevoelig voor schot. Granta geeft een vrij goede brood kwaliteit en heeft goede opbrengsten gegeven. Is vrij goed wintervast. Het stro is middenkort en vrij stevig tot stevig. Wordt vrij weinig door gele roest en meeldauw, middelmatig door blad vlekkenziekte, vrij sterk tot sterk door •fusarium en andere afrijpingsziekten en sterk door bruine roest aangetast. Rijpt middenvroeg. Heeft een harde korrel en is middelmatig tot vrij wei nig gevoelig voor schot. Kraka geeft een vrij goede broodkwa liteit en een goede deegkwaliteit. Heeft goede opbrengsten gegeven. Lijkt vrij goed wintervast. Het stro is lang en middelmatig stevig. Werd weinig door meeldauw, afrijpings ziekten en bladvlekkenziekte en sterk tot zeer sterk door bruine roest aan getast. Rijpte vrij laat en is middel matig tot vrij weinig gevoelig voor schot. Pagode heeft een vrij goede brood kwaliteit en heeft zeer goede op brengsten gegeven. Lijkt vrij goed wintervast. Het stro is vrij kort en vrij stevig. Lijkt vatbaar voor gele roest. Werd vrij weinig door meeldauw en bruine roest en middelmatig door bladvlekkenziekte aangetast. Vrij sterk vatbaar voor fusarium in de aar. Rijpte vrij vroeg en is vrij weinig ge voelig voor schot. Is gevoelig voor sommige bodemherbiciden.* Overige rassen Arminda geeft vrij goede opbrengsten en is goed wintervast. Is weinig vat baar voor gele roest en vrij weinig voor bruine roest. Middelmatig vat baar voor meeldauw en afrijpings ziekten. Rijpt vrij vroeg tot vroeg. Door stevigheid en geringe bladrijk dom zeer geschikt als dekvrucht. Is gevoelig voor sommige bodemher biciden.* Okapi geeft goede opbrengsten en is goed wintervast. Is vrij sterk vatbaar .voor gele roest en meeldauw, nogal vatbaar voor bruine roest. Weinig vatbaar voor afrijpingsziekten. Is vrij sterk gevoelig voor schot. Rijpt vrij vroeg tot vroeg. Saiga geeft goede opbrengsten. Is vrij weinig vatbaar voor gele roest. Is mid delmatig tot vrij weinig vatbaar voor meeldauw, bruine roest en afrijpings ziekten. Is een vrij goede tot goede dekvrucht. Granada heeft goede opbrengsten ge geven. Is in het voorjaar vrij traag. Heeft middenkort en stevig stro. Werd vrij sterk door gele en weinig door bruine roest aangetast. Middel matig vatbaar voor meeldauw en af rijpingsziekten. Rijpt vroeg. Heeft een vrij goede schotresistentie. Is een goede dekvrucht. Citadel geeft goede opbrengsten en is goed wintervast. Vrij weinig vatbaar voor gele roest. Wordt middelmatig tot vrij weinig door meeldauw en nog al door afrijpingsziekten aangetast. Is sterk vatbaar voor bruine roest. Mid delmatig tot vrij weinig gevoelig voor schot. Is een vrij goede dekvrucht en is gevoelig voor sommige bodemher biciden.* Donjon heeft goede opbrengsten ge geven. Heeft grof blad. Het stro is ge middeld van lengte, middelmatig stevig en middelmatig veerkrachtig. Is sterk vatbaar voor voetziekten. Werd middelmatig door meeldauw en vrij weinig door afrijpingsziekten aange tast. Rijpt vrij laat en is middelmatig gevoelig voor schot. Niet geschikt als dekvrucht. Donjon is niet geschikt voor de broodbereiding. Taurus heeft goede opbrengsten ge geven. Heeft middenkort en stevig stro. Werd middelmatig tot vrij wei nig door meeldauw, vrij sterk tot sterk door bruine roest en nogal door afrijpingsziekten aangetast. Rijpt middentijds en is vrij weinig tot wei nig gevoelig voor schot. Lijkt gevoe lig voor sommige bodemherbiciden.* Sarno geeft goede opbrengsten. Heeft vrij kort en vrij stevig tot stevig stro. Werd middelmatig door meeldauw en vrij sterk door afrijpingsziekten aan getast, vooral fusarium in de aar. Rijpt vroeg. Lijkt vrij goed wintervast en is weinig gevoelig voor schot. Is een vrij goede dekvrucht. Tombola heeft zeer goede op brengsten gegeven. Lijkt vrij goed wintervast. Het stro is vrij lang en middelmatig stevig. Werd middelma tig door meeldauw, gele roest en af rijpingsziekten en vrij sterk door bruine roest aangetast. Rijpt midden- vroeg. Heeft een zeer grote korrel en is middelmatig tot vrij weinig gevoe lig voor schot. Miller heeft goede opbrengsten gege ven. Lijkt vrij goed tot goed winter vast. Het stro is vrij kort en vrij stevig. Werd middelmatig door meel dauw en afrijpingsziekten en vrij sterk door bruine roest aangetast. Rijpte vrij vroeg en is vrij weinig tot weinig gevoelig voor schot. Lijkt een middelmatige geschiktheid voor de broodbereiding te hebben. Sommige bodemherbiciden: me- toxuron met als merk Dosanex en chloortoluron met als merken Bra bant chloortoluron, Dicuran, Dicuran 500 FW, Luxan chloortoluron 500 FC, Luxan chloortoluron spp en chloortoluron 50 Flow. De rassen Arminda en Citadel lijken ook gevoelig voor isoproturon. Advies Naast de rassen Obelisk en Granta, die geschikt zijn voor de broodberei ding, komen dit jaar Kraka en Pago de als nieuwe rassen ook in deze groep beschikbaar. Het verdient aanbeve ling voor een deel van de oppervlak te wintertarwe op uw bedrijf een keuze te maken uit deze rassen. Obelisk en Pagode scoren over meer dere jaren bekeken wat beter. Ook voor de kwaliteitsrassen geldt, dat de overige raseigenschappen ter dege van invloed kunnen zijn bij de keuze. Arminda en Okapi blijven betrouw bare rassen, waarbij de specifieke ge schiktheid van Arminda als dekvrucht voor bijvoorbeeld graszaad genoemd kan worden. Okapi is wat produk- tiever. Daarnaast kunnen de rassen Tombola en Miller een goede aanvulling zijn. Bij de keuze tussen de rassen is het goed, dat naast de korrelopbrengst gekeken wordt naar andere belangrij ke raseigenschappen. Het gaat daar bij vooral om verschillen in wintervastheid, de strostevigheid, de resistentie tegen ziekten en schot en de geschiktheid als dekvrucht. Mede om deze redenen verdient het aanbeveling om twee of meer rassen te verbouwen, zeker als het aandeel van de tarwe in het bouwplan van be tekenis is. Voor meer gegevens over de rassen wordt verwezen naar de 61ste be schrijvende Rassenlijst voor land bouwgewassen 1986. N.B. Nadere gegevens over een aan tal buitenlandse rassen, die dit jaar in Nederland zijn beproefd, worden bin nenkort gepubliceerd. Hennepteelt is zeker geen goed alternatief voor de aardappel teelt in het Noorden. Dat zeggen voorzitter A. Maarsingh van de CBTB-Groningen en sekretaris ing. G.H.A. te Braake van de Provincia le Raad voor de Bedrijfsontwikke ling en de Landbouw. Daarmee wij zen ze de resultaten van een studie van de Landbouwuniversiteit in Wa- geningen van de hand. Minister Braks neemt de studie wel serieus en wil een onderzoek lateil instellen naar de haalbaarheid van hennep teelt voor het Noorden. Bestuurslid H. Hidding van de werkgroep Veen koloniën noemt de resultaten een 'flinke stap vooruit'. Volgens ir. J.D. van Zuilichem van de vakgroep proceskunde van de landbouwuniversiteit, een man die al vele jaren onderzoek doet naar de mogelijkheden van hennep, zijn er wel degelijk perspektieven voor de toekomst. Bij de universiteit is men erin geslaagd heel goede papiersoor ten van de henneppulp te maken. Zo goed zelf dat het voor de fabrikage van bankpapier dienst kan doen. Volgens hem moet dan in eerste in stantie niet worden gedacht aan het gebruik van henneppulp voor de kartonnage-industrie, maar aan de 'betere' papierindustrie. (Drentse en Asser Courant) Tabel 1 Korrelopbrengsten in verhoudingsgetallen 1) van 4 rassenproeven wintertarwe in het zuidwestelijk kleigebied over 1986 en het gemiddelde over de jaren 1981 t/m 1986. Ras proefveld en "Rusthoeve "Westmaas" De Heen Bleiswijk gemid Z.W. klei- teelt me deld gem. thode I 11 I II 11 II 1986 1981-1986 Obelisk 97 96 104 102 101 107 101 104 Granta 103 101 103 100 100 106 102 100 Kraka 103 105 102 97 96 107 102 100 Pagode 99 95 104 101 101 107 101 104 Arminda 97 98 93 92 100 92 95 97 Okapi 104 105 93 100 99 104 101 101 Saiga 95 97 97 96 98 Granada 98 97 95 98 96 96 97 98 Citadel 104 104 105 104 103 108 105 101 Donjon 101 104 99 98 95 102 100 100 Taurus 99 94 107 102 103 89 99 100 Sarno 100 105 99 105 103 111 104 101 Tombola 105 104 102 103 102 104 103 104 Miller 103 101 105 103 104 100 103 102 100 kg/ha 10.330 10.550 9.320 10.000 9.300 8.620 9.690 8.540 1) De verhoudingsgetallen van de teeltmethoden zijn wel vertikaal (binnen de kolom), maar niet horizontaal (tussen kolommen) vergelijkbaar, omdat ze berekend zijn uit het gemiddelde per teeltmethode. Dit laatste is onderaan in de kolommen vermeld. Tabel 2 Enkele raseigenschappen van wintertarwe volgens de Rassenlijst 1986 1) Bij de rassenkeuze zal vooral de kwaliteit een hoofdrol gaan spelen. Het blijkt dat voor kwaliteitstarwe een betere prijs betaald kan worden dan voor niet - bakwaardige tarwe. resistentie tegen Rassen winter stro stro- gele bruine meel afrij schot geschikt vast lengte stevig roest roest dauw pings heid als heid heid 2) ziekten dekvrucht Obelisk 7' 5' 7'8/7 8/7 8 6 6 7 6 Granta 7 5' 7 7/6 4 6' 4' 6' 7 Kraka 7 8 5' 8/7 3' 8 7' 6' Pagode 7 5 7 -/4 8 7 6 7 Arminda 8 5 8' 9/7 7 6 6 6' 9 Okapi 8 7' 6' 6/5 5' 5 7' 5 6 Saiga 6' 5 8 7/6 6' 6' 6' 6 T Granada 6' 5' 8 5/3 8 6' 6 6' 8 Citadel 7' 5' 7 7/7 4 6' 5' 6' 7 Donjon 7 6' 5 8/6 7 7 7 6 5 Taurus 6 5' 8 8/7 4' 6! 5' 7' 9 Sarno 7 5 T 9/8 7 6 5 8 7 Tombola 7 7 5' 6/5 5 6 6' 6' Miller T 5 7 8/7 5 6 6 7 Toelichting bij tabel 2 Een hoog cijfer voor een raseigenschap betekent: goede wintervastheid, lang stro, stevig stro, grote resistentie, weinig schotgevoelig en goede dekvrucht. 1) Voor de rassen Kraka, Pagode en Miller volgens voorlopige gegevens van het RIVRO. 2) Het eerste cijfer berust op veldwaarnemingen; het tweede cijfer geeft de kans op aantasting door gele roest aan bij eventuele uitbreiding van de fysio's waar het ras vatbaar voor is. 10 Vrijdag 26 september 1986

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1986 | | pagina 10