'Kaasdragen doorbreekt
de dagelijkse sleur'
Schaatsen
Promoten
Tradities
Museum
Foto's
Sportieve veehouder Dick Oud en zijn hobby
'Het ene moment ga je uitgebreid op
de foto met een of andere filmster en
nog geen uur later ben je weer ge
woon op het land drijfmest aan het
rijden. Weet je, dat kontrast, dat
vind ik het mooie van kaasdragen',
aldus de heer Oud, een 44-jarige vee
houder uit het Noordhollandse
plaatsje Urseir over een van zijn
grootste hobby's, het kaasdragen op
de wereldwijd bekende Alkmaarse
kaasmarkt. 'Eigenlijk zouden meer
boeren het moeten doen...'
De Maria-hoeve, de 125 jaar oude
boerderij van de heer Oud, ligt statig
aan de voet van een dijk even buiten
Ursem. Het landschap is polderach-
tig en hier en daar zijn groepjes men
sen op het land druk bezig met bol
len pellen. Ook de heer Oud heeft
vroeger in de bollen gezeten. Dat
was nog voordat hij zo'n 20 jaar ge
leden het 20 hektare grote bedrijf
van zijn vader overnam. Vanaf dat
moment liet hij de bollen voor wat
ze waren en ging hij zich op de vee
teelt toeleggen.
Achter het huis verrees al spoedig
een loopstal voor vijftig koeien. Van
de veelbesproken superheffing heeft
hij nauwelijks schade ondervonden.
'In die tijd had ik er namelijk net een
stal voor jong vee bij neergezet.
Daar heb ik geluk mee gehad'.
De gemiddelde melkproduktie per
koe per jaar bedraagt 6200 liter met
een vetgehalte van 4,35 procent en
een eiwitgehalte van 3,38 procent.
Jaarlijks koopt hij zo'n 120 ton mais
in als voer voor zijn in totaal 65
koeien. De rest van het benodigde
voer vult hij aan met gras van eigen
land. Van de 20 ha eigen grond, ver
huurt hij 3 ha als bollenland aan zijn
buren. Ter kompensatie krijgt hij
daarvoor even zoveel grasland terug.
'Dat doe ik al jaren zo en dat bevalt
uitstekend', aldus de heer Oud die er
verder ook nog een dertigtal schapen
bijhoudt.
Met uitzondering van zijn vrouw,
die het huishouden runt en een stagi
air van de MLS, heeft de veehouder
niemand die hem op het bedrijf
helpt.
Houdt hij dan nog wel voldoende
tijd over voor het kaasdragen? De
heer Oud: 'Kijk, je moet een regel
matig leven leiden. Dat wil zeggen,
op tijd naar bed en op tijd weer op.
Als. je dat doet dan sta je d'r versteld
van wat je allemaal kunt doen in het
leven'. Als tastbaar bewijs hiervan
hangt in de hal aan de muur een
enorme prijzenkast die uitpuilt van
de vele medailles en bekers. Prijzen
die hij in de loop der tijd als fanatiek
marathon schaatser heeft gewonnen.
Zelfs voor de Elfstedentocht draait
de sportieve veehouder zijn hand
niet om. Zo eindigde hij als wedstrij
drijder tijdens de laatste Elfsteden
tocht als 148e en kwam hij in '85 als
50e over de finish. Maar ook aan de
tocht in '63 deed hij mee. Bij deze
zwaarste tocht aller tijden gaf hij als
toerrijder bij Franeker de strijd op.
'Wat dat betreft is het kaasdragen
juist een goede training voor het ma
rathon schaatsen', meent Oud. En
wie ooit al eens de kaasdragers in
hun typische draf over de Alkmaarse
kaasmarkt zag 'galopperen', zal
daaraan geen moment twijfelen. Per
slot van rekening weegt een met ka
zen volgepakte berrie toch gauw
zo'n 240 pond!
Volgens kaasdrager Oud valt het we
kelijkse kaasdragen prima te kombi-
neren met het werken op zijn be
drijf. 'Het kost me per week niet
meer dan vier uur. Ik ga elke vrij
dagmorgen om half tien de deur uit
en ben 's middags om ongeveer half
één weer thuis.
Het werkt zelfs stimulerend. Als ik
namelijk een morgen heb gedragen
dan heb ik veel zin om weer aan het
werk te gaan. Het doorbreekt de da
gelijkse sleur', aldus de veehouder.
Van de dertig kaasdragers die het
kaasdragersgilde telt, is hij de enige
zelfstandige boer. Zijn kollega kaas
dragers hebben beroepen als schoen
maker, chauffeur of caféhouder.
Hij vindt het jammer dat er niet
meer boeren zoals hij kaasdrager
willen worden. Oud: Tedere boer
zou het eigenlijk moeten doen. Kaas
is hun produkt en wat is er nou
mooier dan je eigen produkt promo
ten bij de buitenlanders. Maar ik
weet wel hoe dat komt', vervolgt hij,
'ze menen allemaal dat ze geen tijd
hebben. Maar dat fabeltje moet de
wereld maar eens een keer uit. Je
moet gewoon je dag goed indelen',
meent Oud, die al zo'n zestien jaar
kaasdrager is.
De kazen die vandaag de dag op de
Alkmaarse kaasmarkt worden ver
handeld, zijn overigens al jaren lang
niet meer afkomstig van kaasmaken-
de boeren. Het zijn nu enkele grote
kaasfabrieken die de Edammers en
Goudse kazen aanleveren. De heer
Oud vertelt dat zijn vader nog weet
dat boeren uit de omgeving van Alk
maar vroeger met paard en wagen
('brik') in alle vroegte hun kazen
naar de markt brachten. Maar dat is
niet het enige wat in de loop der tijd
veranderd is. Ook de hoeveelheden
verschillen nogal. Zo werd er in het
begin van deze eeuw aanzienlijk
meer kaas verhandeld dan tegen
woordig het geval is. Ter vergelij
king: momenteel wordt er rond de
30.000 kilo kaas verhandeld, terwijl
er op 2 november 1917 maar liefst
365.037 kilo kaas van eigenaar ver
anderde! Deze. laatstgenoemde
markt duurde tot één uur 's nachts.
Destijds verdienden de kaasdragers
dan ook heel wat meer dan hun hui
dige kollega's.
Oud daarover: 'Vroeger verdienden
de kaasdragers bijna een heel wee
kloon. Maar vergeet niet dat ze daar
hard voor moesten werken hoor. Te
genwoordig verdienen we per uur
net zoveel als een ambtenaar. We
zijn namelijk in dienst van de VVV'.
Nog even een duik in de rijke ge
schiedenis van de Alkmaarse
Jkaasmarkt. Het kaasdragersgilde zo
als we dat heden ten dage nog steeds
kennen, werd officieel opgericht in
het jaar 1622. Dat wil echter niet
zeggen dat er voor die tijd in Alk
maar geen kaas werd verhandeld. De
stad had namelijk al rond het jaar
1365 het zogenaamde 'weegrecht' en
dat er toen al kaas werd verhandeld
is niet onwaarschijnlijk. Het prach
tige waaggebouw kreeg haar huidige
uiterlijk in het jaar 1582. Voordien
was het een kerk, het Heilige
Geesthuis.
Slechts de hoge ramen verraden de
oorspronkelijke funktie van het ge
bouw. Zoals te verwachten is, kent
het kaasdragen vele oude gebruiken
en gewoontes. De meeste daarvan
staan vermeld in oude dokumenten.
Het oudste eksemplaar dateert uit
het jaar 1631 en is een soort regle
ment waaraan de kaasdragers zich
dienen te houden.
Zo wordt er bijvoorbeeld in vermeld
dat de 'kaes-dragers' tijdens de
markt geen 'pintjens' mogen nutti
gen. In 1773 werd het reglement her
zien en aangevuld met regels die nog
tot op de dag van vandaag worden
nageleefd. De kaasdragers mogen
niet vloeken, vechten of schelden en
's ochtends dient men om zeven uur
op het appel te verschijnen. Dit om
alvast een aantal voorbereidingen
voor de komende markt te treffen.
Is dat gebeurd dat mag men weer
huiswaarts keren om vervolgens om
half tien in het vereiste witte tenue
terug te kepen. Overtredingen wor
den met geldboetes bestraft.
De heer Oud daarover: 'Ik ga 's
morgens altijd pas om half tien naar
de markt, bij dat vroege appel ben ik
nooit aanwezig. Daar heb ik geen
tijd voor. Dat houdt echter wel in
dat ik elke keer weer twee gulden
boete moet betalen'. Het geld dat
deze boetes oplevert, wordt traditie
getrouw gebruikt om de zogenaam
de 'bieravonden' te bekostigen.
Kaasdrager Oud: 'Ik betaal door al
die boetes dan ook het meeste geld
aan die bieravonden. Als ik al dat
geld op wil maken, moet ik heel wat
drinken'. Overigens wordt de man
die deze boetes int, de 'beul'
genoemd.
Een kaasdrager die nog maar pas be
gonnen is, heet een noodhulp.
Wie nu van noodhulp op wil klim
men naar vast man, moet ook geld
betalen, vijftig gulden. En ook dat
geld wordt gebruikt voor de finan-
ciering van de bieravonden. Overi
gens wordt er jaarlijks meestal maar
één zo'n avond georganiseerd. 'Ik
weet niet waarom er niet meer wor
den gehouden. Vroeger was dat na
melijk wel het geval', vertelt kaas
drager Oud enigszins teleurgesteld.
Naast de bieravonden kennen de
kaasdragers ook de zogenaamde
'kruimelavonden'. Tijdens deze tra
ditionele avonden, die rond decem
ber worden gehouden, krijgt een
ieder een soort stokbrood uitgereikt
met daarop, hoe kan het anders, een
flinke plak kaas. En wanneer het in
Alkmaar kermis is, krijgen de kaas
dragers allemaal een bosje paling en
vijf gulden kermisgeld. De genoem
de feestavonden worden altijd ge
houden in het kaasdragerskamertje.
In dit vertrek in het waagebouw
stond vroeger een schitterend tinnen
servies dat door de kaasdragers werd
gebruikt. Dit ruim 350 jaar oude ser
vies staat momenteel achter glas in
het kaasmuseum.
De heer Oud: 'Ja, dat servies is erg
veel waard, vandaar dat ze het in het
museum hebben gezet. Anders was
het allang gejat. Dat kaasmuseum in
het waaggebouw is trouwens echt de
moeite waard en wie naar de
kaasmarkt komt moet daar beslist
gaan kijken. Voor maar één gulden
zie je daar de mooiste dingen'.
Zoals gezegd kent het kaasdragen
bijzonder veel tradities. Deze wor
den door het kaasdragersgilde zoveel
mogelijk in stand gehouden. Kaas
drager Oud daarover: 'Die tradities
zijn juist het mooie van het kaasdra
gen en daar moet je dan ook niet van
af gaan wijken.
Zo heeft men wel eens voorgesteld
om de markt niet om half tien maar
om half elf te laten beginnen. Maar
dat heeft het bestuur toen gewei
gerd, dat wilde daar niet aan'. Toch
is men er zich wel degelijk van be
wust dat de kaasmarkt voor een zeer
belangrijk deel een toeristische at-
traktie is. En dat men op de eerste
plaats aan deze toerist moet denken.
Vandaar ook dat men enkele jaren
terug is begonnen met het wegen van
toeristen op een eeuwenoude weeg
schaal.
Deze attraktie had echter wel tot ge
volg dat men moest breken met de
gewoonte dat de kazen met drie
weegschalen werden gewogen.
De kaasdragers zijn verdeeld in zo
genaamde 'vemen'. Elk veem
bestaat uit zes dragers en één tas
man. Deze laatste is de oudste van
het zevental en zijn taak bestaat uit
het wegen van de kazen. Elk veem
heeft een eigen kleur wat te zien is
aan de hoeden die ze dragen.
De heer Oud over zijn tenue: 'De
kleding die we dragen is door de ja
ren heen niet veranderd. De over
hemden die we dragen, worden spe
ciaal gemaakt, die kun je dan ook
nergens kopen'.
De Alkmaarse kaasmarkt trokt jaar
lijks vele honderdduizenden toe
schouwers die vanuit alle windrich
tingen op de attraktie afkomen. Wat
daarbij vrijwel nooit ontbreekt is
een fototoestel waarmee het
schouwspel op de gevoelige plaat
wordt vastgelegd. Het aantal keren
dat kaasdrager Oud inmiddels op de
foto staat laat zich moeilijk schat
ten. Maar zeker is wel dat hij in al
heel wat fotoalbums prijkt.
Enthousiast vertelt hij: 'Ik ben gek
van foto's, daar leef ik voor. Het
liefst ga ik met kleine kinderen of
met bejaarden op de foto. Het leuke
is ook dat je foto's krijgt vanuit de
hele wereld. Vooral uit Australië
krijgt ik veel foto's waar ik dan
opsta. Soms zitten daar zelfs hele
brieven bij. Prachtig vind ik dat'.
In principe kan iedereen kaasdrager
worden. Maar men moet niet al te
licht over het werk denken. Oud:
'Het gebeurt nog wel eens dat je
valt, hoewel het soms ook wel een
beetje show is hoor. Wat ook nog
wel eens gebeurt is, dat iemand zijn
enkel verstuikt. Dat komt vooral
door die afvoerputjes. In ieder geval
moet je geen rugpatiënt zijn. Soms
zie je kaasdragers de berries ver
keerd opbeuren.
Je moet namelijk eerst door je
knieën. Zo heb ik er al heel wat met
rugklachten weg zien gaan'.
Het moeilijke van het kaasdragen zit
hem volgens de heer Oud in de typi
sche draf. Hij vertelt dat het gewicht
van de volgepakte berrie je vanzelf
in deze draf 'duwt'.
Hoe lang hij het nog vol zal houden
weet hij niet. 'Er zijn dragers van 70
jaar, dus wat dat betreft'. Wat hij
wel weet is dat hij gaat beginnen met
het afbouwen van het marathon
schaatsen. De heer Oud: 'Het kost
enorm veel tijd wanneer je met de
top mee wilt blijven draaien. Maar
je moet wel oppassen dat het niet ten
koste van je bedrijf gaat. En ik heb
een prachtig bedrijf, echt waar. En
ik wil natuurlijk na m'n vijftigste
nog een gezonde body hebben.
Maar het kaasdragen, nee, dat geef
ik voorlopig nog niet op....'.
Marcel Gosselink
Kaasdrager Dick Oud in aktie op de kaasmarkt in Alkmaar. Wie ooit al eens de kaasdragers in hun typische
draf over de Alkmaarse kaasmarkt zag 'galopperen', zal begrijpen dat Oud dit als een goede training voor het
marathon schaatsen beschouwt
Vrijdag 12 september 1986
13