Mestwetten knellend
voor melkveehouderij
Keuringen kalveren
Levendige handel bij Keuring
melkschapen ramlammeren
Voorzichtig met quota kopen
Hooi aan de waslijn
De toekomstige mestwetgeving (vanaf 1 januari 1987) en de superhef
fing hebben gemeen, dat het voor de melkveehouderij beide beper
kende maatregelen zijn. In tegenstelling tot de superheffing zal bij de
mestwetgeving veelal sprake zijn van een uitbreidingsverbod en in be
paalde gevallen een verplichting tot het afstoten van vee, wanneer de
bedrijfsoppervlakte wordt verkleind. De superheffing is geen verbod
op een uitbreiding van de melkproduktie. Wel wordt de extra melk
produktie beboet, tenzij een extra heffingvrije hoeveelheid melk wordt
verkregen. De superheffing heeft betrekking op melk en dus niet op
het aantal dieren. Men kan dus meer jongvee en mestvee gaan houden.
Op het eerste gezicht lijkt de mestwet
geving de ontwikkelingen in de melk
veehouderij - in tegenstelling tot de
intensieve veehouderij - niet te blok
keren. Immers, uitbreiding is wel toe
gestaan wanneer de mestproduktie
niet groter is of wordt dan gemiddeld
125 kg fosfaat per hektare. Dit komt
ongeveer overeen met 3,2 grootvee-
eenheid per hektare. Meer bedrijven
met melkvee dan men in eerste instan
tie verwacht zitten echter al boven de
ze norm.
Allereerst moet men rekening houden
met het ook mest producerende jong
vee. Uitgaande van gemiddeld 1/3
kalf en 1/3 jongvee (1-2 jaar) per
melkkoe ligt de norm van 125 kg fos
faat per ha in de buurt van 2,6 melk
koe (inkl. bijbehorend jongvee) per
ha. Bedrijven met een hogere veebe
zetting mogen dus niet meer uitbrei
den, tenzij voldoende grond wordt
verworven. Daarnaast moeten deze
bedrijven bij een inkrimping van de
oppervlakte het aantal dieren met 3,2
groot vee-eenheid per ha verminderen.
In de tweede plaats moet men reke
ning houden met de aanwezigheid van
andere diersoorten. Bedrijven met
melkvee en een neventak in de inten
sieve veehouderij zullen zeer snel ge-
konfronteerd worden met de norm
van 125 kg fosfaat per ha. Bijvoor
beeld een bedrijf met 30 melkkoeien,
10 stuks jongvee (1-2 jaar), 10 kalve
ren en een oppervlakte van 20 ha
komt al boven de norm van 125 kg
fosfaat per ha te zitten, wanneer op
het bedrijf meer dan 145 mestvarkens
aanwezig zijn. -
gelijk. De mate waarin is naast de be
zetting ook afhankelijk van het
verworven aantal hektares en de ge
middelde melkproduktie per koe.
In onderstaande tabel is door enkele
voorbeelden getracht aan te geven wat
de gevolgen van de mestwetgeving
zijn voor het verwerven van grond
met quotum. Bij de berekeningen is
uitgegaan van:
a. Een gemiddelde melkproduktie
per koe van 5400 kg per jaar.
b. Per melkkoe 1/3 stuks jongvee
(1-2 jaar) en 1/3 stuks jongvee (0-1
jaar).
c. Een melkkoe produceert jaarlijks
39 kg fosfaat, jongvee (1-2 jaar) 17
kg, jongvee (0-1 jaar) 8 kg en een
mestvarken 7,5 kg. De jaarlijkse fos-
faatproduktie van één melkkoe en bij
behorend jongvee is dus 47,3 kg.
Bedrijf
I
II
III
IV
1. Aantal melkkoeien
50
50
40
40
2. Aantal mestvarkens
0
0
100
200
3. Oppervlakte (ha)
15
20
20
20
4. Fosfaatproduktie per ha
158
118
132
170
5. Uitbreiding 1 ha, max. kg
melk per ha
0
29.434
0
0
6. Uitbreiding 10 ha, max. kg
melk per ha
8.648
15.778
12.629
4.073
Fosfaatnorm
Uit voorgaande blijkt dat ook de
melkveehouderij als gevolg van de
mestwetgeving beperkt zal worden. In
dit kader is het ook belangrijk te wij
zen op de relatie tussen superheffing
en mestwetgeving. De benutting van
verworven extra heffingvrije hoeveel
heden melk kan door de norm van
125 kg fosfaat per ha worden beperkt.
Door het verwerven van quotum (en
grond) kan de melkproduktie ver
hoogd worden zonder dat hierover su
perheffing is verschuldigd. Deze
hogere melkproduktie kan verwezen
lijkt worden door een vergroting van
het aantal koeien of door een verho
ging van de melkproduktie per koe.
Wanneer het aantal koeien wordt ver
groot dient men rekening te houden
met de mestwetgeving, omdat deze re
gels stelt ten aanzien van het aantal
te houden dieren. Afhankelijk van de
huidige veebezetting is dus wel of geen
uitbreiding van de melkproduktie mo-
De regels 5 en 6 van de tabel geven
aan hoeveel melk per hektare maxi
maal verworven kan worden, zonder
dat de norm van 125 kg fosfaat be
perkend gaat worden. Dit maximum
is uitgedrukt in een gemiddelde per ha
voor resp. een uitbreiding van 1 en
van 10 ha.
De tabel laat duidelijk zien dat naar
mate de veebezetting (en dus de fos-
faatproduktie per ha) hoger is er
minder mogelijkheden zijn de melk
produktie te verhogen door het ver
werven van grond met quotum. Zo
kan bijv. bedrijf III bij een uitbrei
ding van 10 ha slechts een extra quo
tum van in totaal 126.290 kg melk
(oftewel 12.269 kg per ha) benutten.
Als gevolg van de mestwetgeving wor
den de uitbreidingsmogelijkheden in
de melkveehouderij verder beperkt,
omdat naarmate de veebezetting per
ha hoger is relatief meer grond ver
worven moet worden bij het vergro
ten van de heffingvrije hoeveelheid.
Willem Koops
Als je op vakantie in een ver land
rond rijdt en om je heen kijkt, zijn
het soms maar kleine dingen die
een landschap een andere aanblik
geven. Zo tref je in het uitgestrekte
Lapland hoofdzakelijk wat weide
grond aan, waarvan het gras ge
droogd wordt als belangrijke
voedingsbron voor de schapen en
rendieren in de zeven donkere win
termaanden. De manier waarop
men het gras droogt is hier in ho
ge mate landschapsbepalend. Rui-
terstokken, de bekende driepoot,
zouden vanwege de glooiende bo
dem nogal problemen geven. Van
daar dat men draden spant, en het
gras hier als het ware overheen
vouwt. Zo spant men draad boven
draad, tot zo'n laag of tien, soms
wel honderd meter lang. De Lap
se boer op de foto denkt er het zij
ne van als een Nederlandse toerist
een foto wil maken van zoiets al
ledaags als zijn hooi...
Bredere opzet
Agrarische dag
te Sprang Capelle
Gunstige ontwikkeling van de
Nederlandse kaasuitvcer
In het eerste halfjaar werd uit Neder
land 183.405 ton kaas uitgevoerd, dat
een toename betekent van 797o ten op
zichte van vorig jaar toen in de eer
ste zes maanden 171.019 ton werd
uitgevoerd. Het aandeel kaas van Ne
derlandse oorsprong steeg van
168.390 ton tot 179. i04 ton.
Een daling van de uitvoer naar derde
landen van 30.157 ton tot 28.728 ton,
ging gepaard met een toename van de
afzet naar de EG landen van 140.861
ton tot 154.677 ton, zodat per saldo
de afzet naar de EG landen ongeveer
10% groter was dan vorig jaar.
Melkschapen houden niet zo van re
gen maar dat was zaterdag 30 augus
tus op de kaasboerderij van de fami
lie Kwekkeboom-Lampert te Mid
delburg geen enkel probleem. In een
mum van tijd werd van het mooie
weidje op het erf verhuisd naar de
schuur, alwaar een zeer geschikte
stalling en keuringsbaan werd inge
richt, zodat mensen en schapen weer
droog stonden.
In de aanwezige excursiezaal werd 's
middags door de voorzitter van de
vereniging "Het Zeeuwse Melk-
schaap" aan adviseur en erelid van
de vereniging, ing. J.H. Lantinga
een oorkonde uitgereikt behorende
bij het erelidmaatschap.
Sommige keuringen eindigen wel
eens in een anti-climax. Het omge
keerde was deze morgen het geval.
Wat zelden gebeurt: het publiek
mocht op het laatst meebeslissen, al
hoewel de jury, de heren ing. J.H.
Lantinga en ing. M. Westhuis er wel
gauw bij vertelden, dat ze zelf hun
keuze reeds gemaakt hadden:
De spanning bleef er zodoende wel
erg goed tot het laatste moment in,
vooral ook, omdat de jury een uit
voerige toelichting gaf op hun wijze
van jureren. Dit werd door het rui
me aantal aanwezigen zeer ge
waardeerd.
Een zestal fokkers bracht 15 jonge
rammen ter keuring welke allemaal
goed werden bevonden voor dek
king. De vereniging neemt uiteraard
geen dieren op in het stamboek van
niet-goedgekeurde dekrammen. Ze
ven rammen van 3 fokkers worden
in september, in verband met de
zwoegerziektebestrijding, thuis ge
keurd. Uitslagen: Kampioen ramlam
1986: no. F1454 van M. Verhage te
Meliskerke en res. kampioen F1005
van J. Breél te Gapinge. Beide wer-
De heer Lantinga is benoemd tot
erelid van de Vereniging "Het
Zeeuwse Melkschaap".
den met AB voor algemeen voorko
men gewaardeerd. Dan een prima
B groep van 4 rammen met goed
beenwerk. Het goede been werk viel
overigens bij bijna alle rammen op.
De fokkers van deze groep, n.l. J.
Breel, Kostense-Faas konden derhal
ve tevreden huiswaarts keren.
Hierna kwam een goed van 6 stuks
met een B gewaardeerd, dus toch
ook nog wel een 7 waard. De fok
kers, P. Lampert, mevr. Luijk, J.
Breel en Kostense-Faas hadden ook
hiermee weer succes, evenals in
voorgaande jaren.
Tenslotte een kleine groep van 3, ge
waardeerd met een B- (6). Bij deze
rammen bleek vnl. de conditie het
zwakke punt.
Op 30 augustus werd in Sprang-
Capelle een Agrarische Dag gehou
den. Centraal in het programma
stond de kalveropfokwedstrijd van
de plaatselijke studieclub voor de
rundveehouderij. Uit een overleg
met de kring Langstraat van de
ZLM ontstond de gedachte om de
kalveropfokwedstrijd breder op te
zetten als variatie op de vorig jaar
gehouden en goed geslaagde open
dag. In overleg en in samenwerking
met de PJZ is o.m. duidelijk aan
dacht gevraagd voor een herleving
van een aktieve en agrarisch gerich
te plattelandsjongerenvereniging.
Verschillende standhouders uit het
agrarische bedrijfsleven omzoom
den de keuringsring. In enkele
stands presenteerden de Plattelands
vrouwen, de PJZ, de ZLM en de
tuinbouw in Sprang-Capelle hun ak-
tiviteiten. Daarnaast was er een
groot aantal oude trekkers, machi
nes en werktuigen te zien. Gekonsta-
teerd kan worden dat de dag
geslaagd is. Weliswaar viel er een bui
maar dat heeft de naar schatting 800
a 1000 bezoekers er niet van weer
houden een bezoek aan de ten
toonstelling te brengen. Ook de
doelstelling van de PJZ lijkt
geslaagd, nu ca. 20 jongeren blijk
hebben gegeven van hun belangstelling
voor deze organisatie Keuring
Kalveren.
Opmerkelijk bij de kalverkeuring
was dat alle 39 opgegeven kalveren
werkelijk op de eindkeuring versche
nen. Dank aan de deelnemers, want
dit komt zelden of nooit voor. De
aangevoerde kalveren waren alle
maal goed gevoerd en in zeer goede
konditie. Bij de exterieur keuring
kon worden vastgesteld dat er een
aantal zeer goede typische dieren
aanwezig was, terwijl er in,verschil-
lende rubrieken toch ook een duide
lijk onderscheid was, ondanks de
hoge produktievererving van de va
ders van deze dieren. Het toiletteren
is door sommige deelnemers wat
licht opgevat; doch er dient bewon
dering voor hen die er alle aandacht
aan besteed hadden en terecht kam
pioen en reservekampioen werden.
De keuring was in handen van dhr. Loo-
nen en dhr. Rombouts.
Paans; reserve kampioen Marijke
49, van W. Spierings (allen uit
Sprang-Capelle).
Uitslag groepskeuring: 1Corlena 5
Enamalla 42 van A. van Suylecom
uit Sprang-Capelle; 2. Janny 6 en
Rosa Erster van P. Rijken uit Kaats
heuvel. 3. Marijke 49 en Marie 48
van Wilma Spierings uit Sprang-
Capelle, 4. Duifje 91 en Margje 86
van G. Hartgers uit Doeveren. Uit
slag algemene kalveropfokwedstrijd
1986. 1. Marijke 49 en Marie 48 met
115 punten, van Wilma Spierings uit
Sprang-Capelle. 2. Janny 6 en Rosa
Erster met 112,5 punten; P. Rijken
uit Kaatsheuvel. 3 Clara 4 en Elsa 4
met 112,5 punten S. Spuybroek uit
Srpang-Capelle. 4. Marie 47 en
Mientje 8 met 110 punten van T.
Spierings uit Sprang-Capelle, 5.
Truus 16 en Truus 17 met 107 pun-
De dag was zeer geslaagd, ondanks dat er een bui viel.
Uitslagen:
Junioren exterieur: Kampioen,
Mientje 161 van M. van Poorte, re
serve kampioen Marie 48 van W.
Spierings. Junior toilet. Kampioen
Marie 48 van W. Spierings. Reserve
kampioen, Rosa Erster van P. Rij
ken (Kaatsheuvl). Senioren exte
rieur. Kampioen Corlena 5 van A. v.
Suylekom; reserve kampioen Clara
4, van S. Spuybroek. Senioren toi
let. Kampioen, Liesje 57, van W.
ten; van W. Dekkers uit Sprang-
Capelle; 6. Elsa 20 en Anita 14 met
107 punten van J. van Os uit Kaats
heuvel; 7 - Margje 86 en Duifje 91
met 106,5 punten van G. Hartgers
uit Doeveren; 8 Sjoerdje en Fransje
21 met 102 punten; van P. v.d. Kolk
uit Doeveren; 9 Liesje 57 en Anna
119 met 101 punten van W. Spaans
uit Sprang-Capelle; 10. Coba 2 en
Geertje 4 met 10 punten van K.v. Os uit
Kaatsheuvel.
Vrijdag 5 september 1986
15