Oogst van droge erwten
Bij vervanging import lijnzaadolie door
eigen produktie areaal van
20.000 a 35.000 ha vlas nodig!
Concept-nota Interim Commissie voor Vlas:
Oogsten
Zwadmaaien
Zwaddorsen
Maaidorsen
Goede voorbereiding is
belangrijk
Volgens cijfers van het Produktsch&p voor Margarine, Vetten en Oliën
wordt er in ons land de laatste jaren gemiddeld 20.000 ton lijnolie ver
bruikt. Deze lijnolie die zijn weg vindt naar de linoleum- en verfin
dustrie wordt geheel ingevoerd uit Argentinië en Noord-Amerika. In
ons land zijn geen lijnolieslagerijen meer in bedrijf. Deze bevinden
zich nog wel in Duitsland en Frankrijk. Wanneer met in ons land ge
teeld vlas de binnenlandse behoefte aan lijnolie zou kunnen worden
gedekt dan zou ofwel 20.000 ha olievlas moeten worden geteeld of
wel 35.000 ha vezelvlas. Bij het eerste wordt dan uitgegaan van ca.
2500 kg/ha lijnzaadopbrengst met 38 a 39winbare olie en bij het
tweede van 1400 kg/ha lijnzaadopbrengst. Dit meldt een concept-nota
van de in oprichting zijnde Interim commissie voor Vlas van het
Hoofdproduktschap voor Akkerbouwprodukten. In de concept-nota
worden knelpunten bij de produktie, verwerking en afzet van vlas aan
gegeven.
In de nota wordt gesteld dat voor een
rendabele industriële verwerking een
nader te bepalen aanbod van lijnzaad
nodig is, terwijl vooral voor een ge
regelde teelt de kontinuïteit gewaar
borgd dient te zijn. Produktiesteun op
grond van de E.G.-marktordening
lijkt onontbeerlijk. Afname door de
industrie is slechts te verwachten te
gen prijzen die konkurreren met de
wereldmarktprijs. Voorts is nader
overleg gewenst over de gewenste
marktstruktuur om vraag en aanbod
op elkaar af te stemmen, terwijl ook
onderzoek nodig is naar teeltmetho
den, gericht op oogstzekerheid en
zaadkwaliteit.
Nieuw perspektief biedt mogelijk de
ontwikkeling van nieuwe rassen. Naar
verluidt bevatten nieuwe rassen in
Nieuw-Zeeland een zodanig linoleen-
zuurgehalte dat lijnolie voor mense
lijke konsumptie kan worden
gewonnen. Onderzoek hiernaar is ge
wenst, aldus de nota waarin voorts
wordt vastgesteld dat de aantrekke
lijkheid van de teelt van (olie)vlas kan
worden vergroot, naarmate het bij-
produkt stro rendabeler kan worden
verwerkt. Het gaat hierbij voorname
lijk om de vezel, waarvan veel olie-
vlasrassen nog aanzienlijke
percentages (15 tot 20%) bevatten. Bij
een stro-opbrengst van 4 a 5.000
kg/ha, gaat het om 600 a 1.000 kg ve
zel per ha. Voltooiing van het
research-projekt bij het I.B.V.L., ge
richt op bovenbedoelde stro-
verwerking kan aanwijzingen geven
voor oogst- en verwerkingssystemen.
Konstante kwaliteit
Een aanbod van konstante kwaliteit
is bevorderlijk voor de afzet van vlas.
Om vlas in veel grotere hoeveelheden
dan thans in menggarens te doen ver
werken met kunstvezels, is de aanle
vering van konstante kwaliteit volgens
de nota een eerste vereiste. Het toe
passen van nieuwe technologieën in de
vezelbereiding zou hier een belangrij
ke rol kunnen spelen. Een verande
ring van de marktstruktuur lijkt hier
geboden.
Termijnmarkt
Een termijnmarkt voor vlasvezels op
basis van internationaal gecodificeer
de standaardkwaliteit, zou aan deze
problemen tegemoet kunnen komen.
Meer prijsstabiliteit, die hiervan het
gevolg zou zijn, zou bovendien de
teelt minder spekulatief maken en
daarmee voor de meeste boeren aan
trekkelijker. Teneinde de afzet in de
klassieke textielaanwending veilig te
stellen, is voortzetting van de (collec
tieve) promotie onmisbaar. Uitbrei
ding van afzetbevordering gericht op
de konsument, met name gericht op
bewustwording van kwaliteit, is tot nu
toe gestuit op budgettaire bezwaren
bij de (internationale) bedrijfsorgani
saties, aldus de nota.
Uitbreiding van de afzet van vlas in
deze sektor en in minder exklusieve
richtingen dan de haute-couture
vraagt produktvernieuwing, onder
zoek naar technieken en bewerkingen
10
om het onderhoud van linnen te ver
eenvoudigen en promotie.
De afzet van vlas in mengingen met
kunstvezels vereist nog veel research
en- produktontwikkeling.
Een tweede afzetrichting voor vlasve
zel is die in de non-wovens. In de eer
ste plaats is hierbij te denken aan
papier. In Frankrijk is een konstante
verwerking van enkele duizenden hek-
taren vlas (naast hennep) in de papier
industrie, met name sigarettenpapier.
Vlas in bankpapier...
In Noord-Amerika, met name in de
noordelijke staten, wordt vlas ver
werkt in bankpapier. In de zuidelij
ke staten, in het Verenigd Koninkrijk
en ook in Nederland ontleent het geld
zijn slijtvastheid aan de verwerking
van katoenvezel. Daar de samenstel
ling van papiergeld wettelijk is gere
geld, zou vervanging van het
percentage katoen door vlasvezel een
nieuw perspektief kunnen bieden.
Overleg met de betrokken industrie en
research en produktontwikkelingen
dienen te worden gestimuleerd om af
zetmogelijkheden in de papierfabrika-
ge nader in kaart te brengen. Dit staat
in de concept-nota "Knelpunten bij
de produktie, verwerking en afzet van
vlas", opgesteld door de Interim
Commissie voor Vlas.
Nadere research is tevens gewenst om
verwerking van vlas in mengvormen
met andere materialen te bestuderen.
Interessant in dit verband zijn aktivi-
teiten in Denemarken, waar wordt ge
werkt aan verwerking van vlas ter
vervanging van asbest in (dak)bedek-
kingsplaten. Ook in Duitsland richt
Voor een rendabele industriële verwerking is een bepaald aanbod van
lijnzaad nodig.
het onderzoek zich o.a. op aanwen
ding van vlas in dit soort richtingen,
terwijl in Nederland zelf ook bij be
paalde industrieën plannen worden
ontwikkeld voor gebruik van vlasve
zel als lagering van vliezen.
De huidige vlassektor in Nederland is,
zo konkluderen de samenstellers van
de concept-nota, mede gezien de in
vesteringsgeneigdheid en de afzet-
perspektieven voor (zaai)lijnzaad en
vlasvezel op de traditionele markt le
vensvatbaar, mits de investeringsfa
ciliteiten gelijk worden getrokken met
die in de konkurrerende landen zoals
België en Frankrijk. Voor de konti
nuïteit is voortzetting van de vlaspro
motie en teeltonderzoek
noodzakelijk.
Voor uitbreiding van de teelt is uit
breiding van de afzetmogelijkheden
nodig. Hiervoor nodig zijn:
- aanpassing van de marktstruktuur,
een termijnmarkt voor vlas en de han
tering van (internationale) codifice
ring van standaardkwaliteiten;
- research naar produktontwikkeling
en produktvernieuwing, waarbij dient
gedacht te worden aan verschillende
aanwendingen van de vlasvezel;
- aanpassing van de binnenlandse
markt voor lijnzaad;
- research naar kwaliteitsverbetering
van lijnzaad, niet alleen in technische
aanwendingsrichting, doch ook voor
konsumptiedoeleinden;
- research' naar toepasbaarheid van
nieuwe technologieën in verschillen
de fasen van de vlasverwerking, o.a.
gericht op betere beheersing van kwa
liteit.
Een goed gewas erwten heeft de eigenschap, na de peulzetting, (sterk)
te gaan legeren. Bij het oogsten zal er daarom kort gemaaid moeten
worden. Dit is alleen te verwezenlijken bij een goede vlakligging van
de grond. Een goede plantverdeling en een nauwere rijenafstand, klei
ner of gelijk aan 25 cm, geeft een wat steviger gewas. De planten hou
den elkaar wat beter overeind, waardoor het maaien enigszins wordt
vergemakkelijkt. De ontwikkeling van semi-bladloze erwten, zoals bij
voorbeeld het ras Solara, is ook gunstig voor de oogstbaarheid. Door
dat de vele ranken in elkaar grijpen zakt het gewas minder ineen.
De oogstmethode koncentreert zich
de laatste jaren hoofdzakelijk op
zwad-maaien zwaddorsen of maai-
dorsen. Van groot belang is dat het
gewas op stam voldoende is afgerijpt,
alvorens wordt overgegaan tot maai
en. Een onvoldoende afgerijpt gewas
dat wordt gemaaid moet lang in het
zwad liggen. Dit brengt teveel risiko's
met zich mee. Bij slechte weersom
standigheden zal een dergelijk zwad
al snel moeten worden gekeerd, het
geen extra verlies oplevert. Afhanke
lijk van de bestemming wordt soms
extra aandacht gevraagd voor behoud
van kleur en dorsbeschadiging. Erw
ten bestemd voor menselijke kon
sumptie worden soms extra betaald
als de kleur goed is en er geen dors
beschadiging voorkomt.
Hoewel deze afzet nu nog van gerin
ge betekenis is, wordt hiermee soms
toch nog rekening gehouden. Meestal
wordt dan in een wat vroeger stadium
gemaaid, waarna na 1 a 2 dagen
wordt geruiterd en na enkele weken
gedorst.
Het weerrisiko is dan zeer klein. Voor
de zaaizaadteelt is de kleur minder be
langrijk maar is dorsbeschadiging erg
nadelig. Bij de afzet in de vorm van
voererwten worden minder hoge eisen
gesteld aan de kwaliteit.
Indien er tijdens de oogst veel onkruid
aanwezig is, kan men, door een
bespuiting met Reglone het onkruid
doodspuiten. Het onkruid verdort vrij
snel, doch de indroging van het zaad
verloopt niet sneller. Is het gewas nog
onrijp, dan krijgt men onvolgroeide
zaden met vaak verminderde kiem-
kracht. Dit is vooral van belang bij
de teelt van erwten voor zaaizaad.
Als de grond niet voldoende vlak ligt,
kan men beter kiezen voor zwadmaai-
en en daarna zwaddorsen dan recht
streeks van stam te dorsen. Zowel bij
zwaddorsen als bij maaidorsen zal het
produkt vrijwel altijd moeten worden
nagedroogd.
Zwadmaaien dient plaats te vinden bij
een goed afgerijpt gewas. Dit kan
overdag bij droog weer worden ge
daan. Het dorsen moet binnen één a
twee dagen kunnen plaatsvinden. Een
doodrijp gewas wordt bij voorkeur in
de morgen of avonduren gemaaid.
Veelal wordt gebruik gemaakt van de
dubbele messenbalk, voorzien van
arenheffers. Ook speciale erwten-
maaibalken met korte brede vingers
en uitgerust met arenheffers voldoen
goed. Er mag niet te diep worden ge
maaid, omdat dan teveel los gemaak
te grond in het zwad terecht komt.
Hierdoor kan tijdens het dorsen het
produkt sterk worden verontreinigd.
Op de dubbele messenbalk kan een
speciale set worden geleverd, die het
scheidingsijzer en het zwadbord
vervangt.
Deze speciale scheidingsschijf zorgt
voor de scheiding van het gewas en de
aflegstrippen zorgen voor het ver
smallen van het zwad (zie tekening 1
en 2).
Het voordeel van dit systeem is dat er
minder losse grond en kluitjes in het
zwad worden geschoven. Een nadeel
is het grote gewicht van de af
legstrippen.
Het zwaddorsen kan uitgevoerd wor
den met een maaidorser, een aange
paste erwtendopmachine (Mobil
Viner) of een bonendorser (Lilliston).
De machines dienen te zijn uitgerust
met een opraper. Op de maaidorser
kan een brede opraper worden ge
monteerd, die twee zwaden tegelijk
opneemt. Voor de erwtendopmachi
ne en de bonendorser zal men vooraf
enkele zwaden bijeen moeten harken
vanwege de tamelijk smalle oprapers.
Om verliezen te voorkomen zal men
dit bij voorkeur in de morgenuren
moeten uitvoeren.
Tekening 1:
Speciale scheidingsschijf en aflegstrippen
gemonteerd op een dubbele messenbalk.
De tanden van de opraper mogen niet
te diep worden afgesteld om het op
nemen van grond te voorkomen. Bo
vendien kunnen te diep afgestelde
tanden door de bodem worden tegen
gehouden en na het terugveren de
peulen openslaan.
Erwten, die uit het zwad worden ge
dorst hebben een sterk wisselend
vochtgehalte. Naast zeer droge, har
de zaden komen er vochtige, zachte
erwten voor. De erwtendopper en de
bonendorser kunnen zo'n produkt
zonder noemenswaardige beschadi
ging dorsen.
Met de maaidorser geeft dit duidelijk
meer problemen. Om beschadiging en
verlies te beperken, zal men de maai
dorser regelmatig moeten voeden. Het
toerental van de dorstrommel wordt
aanzienlijk lager afgesteld dan voor
granen. Verder is het vooral belang
rijk te letten op schudderverliezen.
Een regelmatige belasting van de
schudders is van groot belang.
Het maaidorsen van stam vraagt een
gewas dat doodrijp is. Een gelijkma
tige afrijping en weinig of geen on
kruid zijn daarom een vereiste. Het
dorsen kan beginnen als het vochtge
halte is gedaald tot ongeveer 20%.
Maaidorsen vereist een zeer vlakke
ligging van de grond. De maaibreed-
te zal in verband met het korte maai
en moeten worden beperkt tot
maximaal drie meter. Bij een nauwe
rijenafstand en veel arenheffers kan
het gewas dan meestal zonder grote
verliezen worden geoogst. Het ver
dient aanbeveling de maaibalk om de
twee vingers uit te rusten met een
arenheffer.
Het oogsten van droge erwten met
weinig arbeid is mogelijk. Extra aan
dacht bij de grondbewerking, het
zaaien en de verzorging van het gewas
is een goede basis voor een oogst met
weinig verliezen. Maai-apparaten met
veel arenheffers kunnen op vlak land
voldoende kort maaien.
Om de oogstperiode kort te houden
moet met het maaien worden gewacht
tot het gewas doodrijp is. De bestem
ming van het produkt en het al of niet
beschikbaar zijn van arbeid en specia
le oogstmachines bepalen mede wel
ke methode toepasbaar is.
ing. W.L. v.d. Ree
ing. A.P. Basting
Tekening 2:
De aflegstrippen zorgen voor het
versmallen van het zwad.
Vrijdag 18 juli 1986