Vice-voorzitter CBC W.C. v. Hoof
verbaasd over bestemming natuurgebied
voor agrarische kultuurlandschappen in
Streekplan Zeeland
Landbouw in Brabant op
breukvlak
Proeftuin Zeewolde geopend
Beheersplan
Mill krijgt waarschijnlijk Nationaal Fruitmuseum
In een lezing voor de Provinciale Commissie Beheer Landbouwgron
den in Zeeland heeft de vice-voorzitter van de Commissie Beheer
Landbouwgronden de heer W.C. van Hoof het opmerkelijk ge
noemd dat een groot aantal reeds konkreet begrensde relatienotage-
bieden op het voorontwerp streekplan van Zeeland worden aange
merkt als natuurgebied. Deze aanduiding voor waarevolle agrarische
cultuurlandschappen wekt bevreemding op. Het beleid in relatienota-
gebieden is immers gericht op de agrarische bedrijfsvoering die mede
is afgestemd op natuur en landschapsbehoud", aldus van Hoof die
de commissie namens de georganiseerde landbouw toesprak. De
PCBL kwam donderdag 1 juni bijeen in "Hostellerie" Schuddebeurs
om daar na het aanhoren van enige lezingen en een excursie naar enige
relatienotagebieden op Schouwen het concept ontwerpbeheersplan
"Inlagen en karrevelden op Schouwen en Tholen" te bespreken.
lang niet alle gevallen duidelijk. Ook
ontbreken beheersplannen als lei
draad voor het eindbeheer of zijn
deze plannen alleen intern bekend.
De openbaarheid bij de PCBL plan
nen ontbreekt vaak bij de eindbe-
heersplannen. Voorts is niet duide
lijk of te hoge beheerskosten of te
geringe subsidie een eindbeheer in de
weg staan. De statuskeuze (beheers
gebied of reservaatsgebied moet vol
gens van Hoof ook vanuit de ekono-
ming aan een gebied. "Uitgaande
van een verweving van de funktie
landbouw en natuur is zo'n over
gang in veel gevallen ongewenst".
De heer N. de Haan van de Neder
landse Vereniging tot Bescherming
van Vogels gaf aansluitend een boei
end betoog over de funktie van inla
gen en karrevelden voor talrijke
broed-, weide-kust en watervogels.
Deze gebieden zijn bovendien een
belangrijke en onmisbare rust- en
fourageergelegenheid voor overwin
terende en of doortrekkende stelt
lopers, eenden en ganzen. Deze
funkties vooral zijn aanleiding ge
weest om voor deze gebieden een be
heersplan op te stellen.
De heer van Hoof kwam op grond
van cijfers en nieuwe ontwikkelin
gen in de landbouw tot de konklusie
dat het relatienotabeleid zeker toe
komst heeft: 'Nu in een aantal sek
toren produktieverhoging ekono-
misch onvoldoende gehonoreerd
wordt en het milieu steeds zwaardere
eisen gaat stellen is de belangstelling
voor alternatieve inkomensver-
mingsmogelijkheden nogal gewij
zigd. Deze zakelijke benadering van
de goede ondernemer sluit aan bij de
maatschappelijke tendensen waar
van genoemd kunnen worden het
eerder aanvaarden van een beheerso
vereenkomst en het loyaler uitvoeren
van de voorschriften. Van Hoof:
Die economische invalshoek mag
dan voor de natuurbeschermers wat
koud aanoen,zij moeten zich evenal
de landbouwerss wel realiseren dat
een succesvolle verwevenheid van
natuur en landbouw gebaat is bij
een zo breed moglijk maatschappe
lijk draagvlak".
Onkruiden
De heer van Hoof stelde vast dat
Zeeland vrij snel na het verschijnen
van de relatienota haar acuut be
dreigde relatienotagebieden heeft
aangewezen. Alleen op Walcheren
moet nog een konkrete begrenzing
worden aangegeven. Daarbij wordt
tevens aangegeven of een dergelijk ge
bied een beheersgebied of een reser
vaat wordt. (Bij reservaat staat ver
werving door een natuurbescher
mingsinstantie voorop). De vice-
voorzitter van de CBL stelde dat het
kaartbeeld van Zeeland naast enkele
grote gebieden veel kleinere ver
spreid gelegen kreekrestanten, inla
gen of delen van karrevelden bevat.
"Niet in alle gevallen,merkte hij kri
tisch op, is even duidelijk of de soms
zeer kleine gebiedjes zullen kunnen
bijdragen tot een succesvolle toepas
sing van de relatienota. Deze buffer
zones zouden wél eens een onevenre
dig grote negatieve uitstraling kun
nen hebben naar de omliggende ak
kers waar het de verspreiding van
onkruiden (zoals distels) en de wild-
schade betreft.
Rol PCBL
Het is volgens van Hoof wenselijk
dat in het kader van de Wet Beheer
Landbouwgronden de wetgever ook
een rol aan de PCBL toebedeelt bij
de aanwijzing in de toekomst van re
latienotagebieden. "Deze commissie
kan dan haar praktische ervaring en
kennis wat betreft de mogelijkheden
voor toepassing van het relatienota
instrumentarium ten voordele laten
komen van met name provinciale
bestuurders. Het streven van de
PCBL Zeeland haar korte heldere
plannen met een zekere standaardi
sering van de beheersbepalinen-
noemde hij verheugend.
Toename
De sterke toename van de laatste ja
ren in de oppervlakte waarvoor een
beheersovereenkomst is afgesloten
heeft zich ook dit voorjaar doorge
zet. Dit is ook in Zeeland het geval:
van 85 naar 86 is er in deze provincie
Vrijdag 27 juni 1986
een groei van 35 naar 176 ha. De
sterke toename van overeenkomsten
voor drinkpoelen is opgevallen. In
Zeeland is voor 28% van de gebie
den waarvoor een beheersovereen
komst zou kunnen worden afgeslo
ten ook daadwerkelijk zo'n overeen
komst gesloten (voor ons land als ge
heel ligt dit percentage op ca. 25%).
Volgens van Hoof speelt hierbij
o.m. de stimulerende invloed van de
Stichting Landschapsverzorging
Zeeland een rol. Een kompliment
gaf de heer van Hoof aan de PCBL's
die met hun praktijkgerichte aanpak
de acceptatie door de boeren van de
beheersovereenkomsten hebben be
vorderd. "Gesteld kan worden dat
ondanks de zeer begrijpelijke aarze
ling het instrument beheersovereen
komst erkenning heeft gevonden in
de agrarische wereld waarbij zonder
De leden van de Provinciale Commissie Beheer Landbouwgronden
kunnen vanaf de dijk bij Zierikzee een blik werpen op de inlagen en
karrevelden te weten van de stad langs de Oosterschelde. Iets links van
het midden gedeputeerde drs. R. Barbé die voorzitter is van de ACBC.
meer het vrijwillig karakter kan wor
den aangewezen als de basis voor de
aanvaardbaarheid
Eindbeheer
Hij had kritiek op het terreinbeheer
van instanties die in het kader van
het relatienotagebied terreinen heb
ben verworven ten behoeve van de
natuurbescherming. "De wijze
waarop agrariërs worden ingescha
keld bij het zgn. eindbeheer is in
mische invalshoek worden worden
benaderd. Voorts is een goed eind
beheer gebaat bij een duidelijke rela
tie tussen gebruiker en eigenaar.
Verzekerde kontinuïteit voor zowel
boer als terreinbeherende instantie is
noodzakelijk. Een versoepeling van
het pachtreglement biedt hiervoor
wellicht een handvat suggererde van
Hoof. De vice-voorzitter van de
CBL stelde tenslotte dat men in de
toekomst terughoudend moet zijn
bij het geven van een natuurbestem-
Het afsluiten door de grondge
bruikers van een beheersovereen
komst in de relatienotagebieden
betekent dat men de agrarische
bedrijfsvoering mede richt op het
beheer van natuur en landschap.
Naarmate er sprake is van meer
of minder beperkingen bij het
agrarisch gebruik ligt ook de ver
goeding verschillend. Er zijn
daarvoor een aantal zgn. pakket
ten opgesteld. De maximale ver
goedingen kunnen per ha en per
pakket van 260,— tot 1250,—.
Voor Schouwen-Duiveland om
vat het beheersplan in totaal
141,5 ha beheersgebied en 76,6
ha reservaatsgebied. Voor Tho
len gaat het om totaal 66,2 ha be
heersgebied. Tot de beheersge
bieden op Schouwen behoren: de
Westerschouwse Inlaag, Le
vensstrijd en inlaag Le
vensstrijd. Voor Tholen gaat het
om de karrevelden Scherpenisse,
Spuikom, Strijenham, Schaker-
loopolder en Razernij polder.
Voor al deze gebieden is één be
heersplan opgesteld.
Op 16 juni j.l. hebben, in het Provin
ciehuis te 's-Hertogenbosch, delega
ties van het college van Gedeputeerde
Staten van Noord-Brabant en de Ge
westelijke Raad van het Landbouw
schap in aanwezigheid van de
provinciale vertegenwoordigers van
het ministerie van Landbouw van ge
dachten gewisseld over de toekomsti
ge koers van de landbouw in de
provincie. De bijeenkomst werd ge
opend door de plv. Commissaris van
de Koningin, drs. J. van der Heijden.
Hij konstateerde met de voorzitter
van de Gewestelijke Raad, ir. A. La
tijnhouwers dat de landbouw in
Noord-Brabant op een breukvlak is
aangeland.
De problemen waar de landbouw in
Nederland zich voor gesteld ziet ver
talen zich in Brabant met name in
problemen op het gebied van de ruim
telijke ordening. De onderwerpen van
de diskussiedag lagen dan ook voor
al op dit gebied. De Gewestelijke
Raad noemde het behoud van de mo
gelijkheid om flexibel op nieuwe ont
wikkelingen in te spelen een
belangrijke voorwaarde voor de toe
komstige ontwikkeling van de land
bouw. De gedeputeerde voor o.m.
landbouw, drs. J. de Geus, begreep
de wens van de georganiseerde land
bouw om een meer uniforme benade
ring op het gebied van de ruimtelijke
ordening. "Maar we erkennen de
autonomie van gemeenten op het ge
bied van bestemmingsplannen", al
dus de heer De Geus. Hij wil daarom
blijven uitgaan van globale streek
plannen en niet de gemeenten in de
tail de voorwaarden op het gebied van
ruimtelijke ordening voorschrijven.
Minister Braks heeft 23 juni jl. de
nieuwe proeftuin Zeewolde ge
opend. Het praktijkgericht onder
zoek voor de fruitteelt in het noorde
lijk deel van ons land zal in het ver
volg zijn aangewezen op deze niet
proeftuin.
De proeftuin Zeewolde komt in de
plaats van de proeftuinen
Werkhoven-Kraggenburg en Oost
huizen. Met de oprichting van deze
proeftuin is een belangrijke fase in
de herstructurering van de proeftui
nen afgesloten. Herstructurering
was noodzakelijk, omdat eind 70-er
jaren de financiële lasten van de
proeftuinen te zwaar ging drukken
op het bedrijfsleven. Een door het
georganiseerde bedrijfsleven in
gestelde commissie kwam tot de con
clusie dat sanering van de proeftui
nen noodzakelijk was. Dit resulteer
de in het voorstel om drie proeftui
nen op te heffen en daarvoor in de
plaats één nieuwe op te richten.
Minister Braks ging o.m. in op de
vorstschade die veel fruittelers in de
winter van 1984-1985 heeft getrof
fen. Vanuit het bedrijfsleven bestaat
veel kritiek op deze regeling. De met
veel publiciteit aangekondigde
steunmaatregelen dreigen aan veel
zwaar getroffen bedrijven voorbij te
gaan.
De minister beantwoordde de kritiek
als volgt: "Tegelijkertijd ben ik mij
ervan bewust dat de toepassing van
de vorstschaderegeling in sommige
concrete gevallen wat teleurstellend
overkomt. Maar het is nu eenmaal
zo dat ook hier geldt dat sprake is
van een algemene regeling. Ik kan en
mag voor de ene teler of de ene regio
geen andere kriteria hanteren dan
voor de andere", aldus de Minister.
Daarmee zijn echter veel bedrijven
met zeer grote schade nog niet ge
holpen.
Gerbrand v. 't Klooster
MILL - Het ziet ernaar uit dat Mill
nog dit jaar het Nationaal Fruit
museum krijgt. De Nederlandse
Stichting Fruitrassen heeft daartoe
vergevorderde plannen. Het mu
seum wordt op het landgoed De
Tongelaar gevestigd.
Sekretaris Theo van den Bosch
van de stichting heeft dat meege
deeld. Een deel van het startkapi
taal moet van de overheid komen.
Daarover wordt nog onderhan
deld. Van den Bosch is echter op
timistisch over de afloop.
Het plan om een Nationaal Fruit
museum op te zetten rijpte al ge
ruime tijd geleden bij Theo van
den Bosch, deze verzamelt en teelt
al vijftien jaar fruitrassen die niet
meer worden verbouwd.
Bij zijn speurtocht naar oude ras
sen doorkruist Van den Bosch Ne
derland en België. Her en der op
erven en in vroegere bongerds
vindt hij zijn bomen. De stekken
kweekt hij thuis in Laag Soeren op
tot nieuwe bomen.
Van den Bosch is naar zijn eigen
zeggen de laatste jaren uitgegroeid -
tot "nationale vraagbaak" op
fruitgebied. Hij houdt overal in
het land lezingen. Samen met en
kele medestanders richtte hij vo
rig jaar oktober de Nederlandse
Stichting Fruitrassen op met als
doel het bundelen van alle moge
lijke kennis over fruit en het uit
dragen van die kennis aan een zo
breed mogelijk publiek.
Voorlopig is de keus gevallen op
Mill, waar de stichting Het Bra
bants Landschap eigenaar is van
het landgoed De Tongelaar dat
een oppervlakte heeft van 240 hek-
tare. Voor de inrichting van het
museum is ongeveer 10 hektare
nodig. Van den Bosch verwacht
dat voor het museum twaalf- tot
twintigduizend fruitbomen en -
struiken aangeplant moeten wor
den. In principe staat het museum
open voor alle eetbare vruchten.
"Het museum moet onderhou
dend zijn voor mensen die zomaar
eens kennis willen maken met
fruit. Daarnaast moet het museum
mogelijkheden bieden voor scho
ling en bijscholing en voor voor
lichting op alle mogelijke niveaus.
Alles is mogelijk, zolang het maar
iets te maken heeft met fruit", al
dus sekretaris Theo van den
Bosch.
PHLO-kursus 'Grasveldkunde'
Onder grasvelden worden grasvege
taties verstaan die velerlei doelen
kunnen dienen, echter niet het pro
duceren van ruwvoer voor het vee,
zoals óp graslanden (weilanden,
hooilanden e.d.) het geval is. Ook in
andere opzichten wijken grasvelden
soms belangrijk af van graslanden.
Bij de aanleg wordt in sommige ge
vallen veel aandacht besteed aan het
bodemprofiel, en met name aan de
toplaag daarvan.
De kursus grasveldkunde is bedoeld
als brede introduktie tot het hele ter
rein van de grasveldkunde, inklusief
de nieuwe ontwikkelingen op dit ge
bied, waarbij het aksent zal liggen
op het grasveld in Nederland; in
voorkomende gevallen zal de situatie
in ons land vergeleken worden met
die in de omringende landen. Aan
dacht zal worden besteed aan sport
en speelvelden, gazons, wegbermen
en grasmatten van zee- en rivierdij
ken. Voorts wordt enige aandacht
geschonken aan de voor- en nadelen
van kunststofvelden (kunstgras).
De kursuskosten bedragen ƒ750,
per persoon, waarbij kosten van syl
labi, lunches, koffie/thee zijn inbe
grepen.
Nadere inlichtingen en een inteken
formulier zijn op verzoek verkrijg
baar bij het buro PHLO-
Wageningen (ing. F. Appel), tel.
08370 - 84094/84093/84092.