DMV Campina BV niet ontevreden over resultaat 1985 VANDERHAVE Kapelle boekt gunstig resultaat in 1985 Braks ziet toch perspektief voor pluimveehouderij Ekstra middelen dringend nodig voor afbouw voorraden Tweede Kamer akkoord met initiatiefvoorstel wijziging Interimwet Landbouwschap: Afschaffen milieutoeslag niet gerechtvaardigd Hoewel 1985 voor de Nederlandse zuivel in tal van opzichten een moeilijk jaar is geweest, is de koöperatieve zuivelvereniging DMV Campina bv niet ontevreden over het in dat jaar behaalde resultaat. Zoals bekend, vindt het konsern-resultaat zijn weerslag in de gereali seerde melkprijs voor de circa 8500 leden-veehouders van de Coöpe ratieve Zuivelvereniging Campina b.a. en deze 'prestatie-prijs' is ten opzichte van 1984 met 0,5% gestegen tot 77,57 per 100 kg melk, inkl. BTW. In deze prestatieprijs is de toevoeging van 6,9 miljoen gulden aan de algemene reserve begrepen. De totale omzet daalde met 2,5% tot 2.399 miljoen gulden. Dat is met name een gevolg van het feit dat er door de kontingente- ring van de melkaanvoer in de 14 produktiebedrijven minder melk kon worden verwerkt dan in het jaar daarvoor. In 1984 was dat 2336 miljoen kg, in 1985 nog 2291 miljoen kg. Aldus staat te lezen in het onlangs verschenen Jaarverslag 1985, waarin is opgenomen de jaarrekening die op 24 juni jl. ter goedkeu ring aan de Algemene Vergadering van de C.Z. Campina is voor gelegd. Het Koninklijk Kweekbedrijf en Zaadhandel D.J. Van der Have B.V. in Kapelle heeft in 1985 een winst van 21,8 miljoen gulden geboekt. De omzet van het bedrijf, inklusief dochter ondernemingen, bedroeg in 1985 250 miljoen gulden (in 1984 waren winst en omzet resp. 21,5 en 239 miljoen gulden). Zuiveleksport geremd In het jaarverslag wordt met name de aandacht gevestigd op de vele faktoren die de eksport in ongunsti ge zin hebben beïnvloed. Genoemd worden de schuldenkrisis en de te kortschietende koopkracht waarmee tal van landen in de Derde Wereld nog steeds worden gekonfronteerd. Daarnaast echter hebben ook de da lende koers van de dollar en de vermin derde inkomsten van de olieëkspor- terende landen een sterk remmende invloed uitgeoefend op de ontwikke ling van de zuiveleksport naar diverse traditionele afzetmarkten. In dat verband wordt er op gewezen dat de aanwezige grote voorraden boter en magere melkpoeder in de EEG, de beperkte financiële midde len van de EEG alsmede de onzeker heid met betrekking tot de afzetmo gelijkheden op de wereldmarkt de noodzaak van een nadere bezinning op de toekomstperspektieven voor het gemeenschappelijke landbouw- c.q. zuivelbeleid sterk benadrukken. Volgens de direktie van DMV Cam pina dienen er ekstra middelen be schikbaar te komen voor de afbouw van de genoemde voorraden en Toenemende afzetproblemen heb ben de opbrengstprijzen onder druk gezet, dat leidde tot matige bedrijfs resultaten. Dat niettemin veel bedrijven het hoofd boven water hebben kunnen houden is vooral toe te schrijven aan de struktuur van gezinsbedrijven met weinig of geen betaalde arbeids krachten. Wel ging dit gepaard met een forse uitholling van het eigen vermogen. Het is daarom nodig dat aanbod en vraag beter op elkaar worden afge stemd. Daartoe kan door verbete ring van de marktinformatie en ver betering van de betrouwbaarheid van produktieprognoses een bijdra ge leveren. De slechte situatie in de legsektor heeft elders in de Gemeenschap ge leid tot ingrijpen van overheidswege. Braks staat daar zeer terughoudend tegenover. Een verstoorde marktsituatie is voor de bewindsman geen reden om een bedrijfsbeëindigingsregeling te overwegen. Dat elders gepleit wordt voor een dreigt nog steeds het gevaar van een toenemend protectionisme, resp. van een verdergaande renationalisa tie die tot een verdere afbrokkeling van het gemeenschappelijke beleid kan leiden. Inkomens melkveehouderij Ook in het Verslag van het Bestuur wordt met nadruk op dit gevaar ge wezen en wordt o.a. gekonst^feerd dat de huidige kontingentering van de melkproduktie niet alleen een sterk struktuurbevriezend karakter heeft voor de melkveehouderij en de zuivelindustrie, maar tevens de heil loze renationalisatietendenzen ver sterkt. 'Daarom zal de kontingente- ringsmaatregel na 1989 moeten ver dwijnen'. Aldus het Bestuur, dat zich ernstige zorgen maakt over het feit dat er inmiddels op EEG-nivo is besloten tot een verdere reduktie van de melkproduktie met nog eens 3%. 'Dat betekent dat er opnieuw, zowel binnen de onderneming als op de boerderij, rekening moet worden ge houden met de noodzaak van verde re aanpassingen in de bedrijfsvoe ring en dat eksterne omstandigheden in toenemende mate hun invloed zul- zwaarder marktordening vond bij Braks nogal wat weerstand: 'Een van de goede uitgangspunten van de Nederlandse pluimveehouderij is dat onevenwichtigheden tussen vraag en aanbod steeds beter opgevangen zijn dan elders'. Kostprijs verlagen Braks pleitte alle mogelijkheden om voorlichting en onderzoek te benut ten om tot kostprijsverlaging te komen. Daarbij kan ook automatisering een rol spelen. In dat verband wees hij op het Management-informatiesysteem, dat de pluimveehouderij in staat stelt optimale beslissingen te nemen uit oogpunt van bedrijfsvoering. Daarin speelt de takorganisatie voor automatisering in de pluimveehou derij de SIPLU een belangrijke rol. De bewindsman zal de SIPLU finan cieel ondersteunen. Samenwerking Braks opperde de mogelijkheid om tot betere prijzen te komen door sa- len doen gelden. En hoewel de inko mensontwikkeling in de melkvee houderij in het afgelopen jaar door enkele 'meevallers' (minder hoge rente, lagere veevoederskosten, enz.) niet ongunstig kan worden genoemd blijft de toekomst zeer onzeker'. Zo konstateert het Bestuur. Onderbezetting In de onderneming heeft de afname van de hoeveelheid aangevoerde melk ook in 1985 weer tot onderbe zetting geleid in een aantal bedrij ven, waardoor de kosten per kg ver werkte melk opnieuw zijn gestegen. Overigens kon in de loop van 1985 met ondernemingsraad en werkne mersorganisaties overeenstemming worden bereikt over de sluiting van de boterfabriek in Venray en de boterproduktie-afdelingen in Berg- eijken Boekei. De nieuwe mengerij voor de divisie Kunstmelkvoeders in Veghel- Dorshout wordt in de loop van 1986 in gebruik genomen. Toekomstverwachting Voor het lopende jaar 1986 verwacht de konsern-direktie van DMV Cam pina dat er rekening moet worden gehouden met een verdere negatieve ontwikkeling voor de zuiveleksport- mogelijkheden. 'De geschetste ontwikkelingen zullen er toe leiden dat 1986 voor de zuivel- sektor en dus ook voor onze onder neming een moeilijk jaar zal worden. Het gaat daarbij om duidelijk struk- turele problemen, zodat we er reke ning mee dienen te houden, dat ons in de komende jaren nog tal van fun damentele veranderingen te wachten staan. De onzekerheid en de risiko's die deze ontwikkelingen met zich meebrengen, dwingen derhalve bin nen de onderneming tot een beleid dat gericht is op een strakke kosten beheersing en op de mogelijkheid om flexibel te kunnen inspelen op sterk wijzigende omstandigheden'. menwerking bij de afzet. In dat ver band zou gewerkt moeten worden aan de herkenbaarheid van het pluimveeprodukt uit Nederland. In de scherpe konkurrentiestrijd die aan de gang is, is het van belang pro- dukten van onbesproken kwaliteit te leveren. Landbouwschap vraagt Lubbers om handelskonflikt met Amerikanen te voorkomen Het landbouwschap heeft bij premier Lubbers aangedrongen op intensive ring van het internationaal overleg om een regelrecht handelskonflikt tussen de EG en de Verenigde Staten te voor komen. De gespannen verhouding met Amerika is een belangrijk gespreksonderwerp geweest tijdens de bijeenkomst van Europese rege ringsleiders op 26 en 27 juni in Den Haag. Volgens het Landbouwschap kan het internationaal handelspolitieke kli- drs. R.F.M. Lubbers Tot het zeer goede resultaat over 1985 hebben naast D.J. Van der Have B.V. tevens de meerderheidsdeelnemingen met name Interstate Seed Company in Fargo, North Dakota (USA) en Mommersteeg International B.V. in Vlijmen, in belangrijke mate bijge dragen. Als incidentele bate werd een bedrag van 1,8 miljoen gulden ge boekt voor de verkoop van het min derheidsbelang in Pishrow Seed Company in Teheran (Iran). Koers verliezen en voorzieningen op waar de van groepsmaatschappijen noodzaakten tot het boeken van een waardevermindering van 2,2 miljoen gulden. De investeringen bedroegen 9,5 miljoen gulden in 1985 (in 1984 7,3 miljoen gulden). Het personeelsbestand groeide in 1985 tot 551 werknemers (in 1984 505). In 1986 wordt een toename van ruim 20 arbeidsplaatsen verwacht, als gevolg van eerder doorgevoerde arbeidstijd verkorting en uitbreiding van aktivi- teiten. In de researchsektor hebben onder zoek en ontwikkeling voor alle gewas- groepen - de voornaamste zijn zaden van grassen, suikerbieten, mais, gra nen en zonnebloemen - geleid tot op name van nieuwe rassen op de rassenlijsten van verschillende landen. In de loop van 1986 zal een biotech- Het Landbouwschap is tegen het af schaffen van de toeslag op milieu- verbeterende investeringen, de zoge naamde WIR-milieutoeslag. Vol gens het Landbouwschap is de mi lieutoeslag niet in strijd met het be ginsel van de Europese Kommissie dat de vervuiler betaalt. Ook is de harmonisatie van het milieubeleid op EG-nivo nog niet zover dat het afschaffen van de toeslag gerecht vaardigd is, aldus het Landbouw schap in een reaktie op het rapport 'Heroverweging WIR' aan minister Braks. Volgens het rapport zou de milieu toeslag in strijd zijn met het door de Europese Kommissie gehanteerde beginsel dat de vervuiler betaalt. Dit zou betekenen dat de toeslag onder een overgangsregeling valt die op 1 maat belangrijk worden verbeterd door spoedig besluiten te nemen over de aanpassing van het Europese land bouwbeleid. De - geleidelijke - af stemming van de Europese landbouwproduktie op de afzetmoge lijkheden moet gepaard gaan met wij zigingen in het landbouwbeleid van andere belangrijke deelnemers in de agrarische wereldhandel, zoals de Verenigde Staten van Amerika. Voor de EG moet het aanpassingspro ces neerkomen op het voeren van een voorzichtig garantieprijsbeleid in kombinatie met financiële medever antwoordelijkheid van de produ centen. Meststoffenwet houdt rekening met tijdelijke leegstand pluimvee "Het is niet de bedoeling bij de invul ling van de Meststoffenwet bedrijven te duperen, die om welke reden dan ook een deel van 1986 een tijdelijke leegstand hebben gehad. In die geval len zal uitgegaan mogen worden van de gebruikelijke bezetting met slacht- pluimvee en leghennen op een ander tijdstip". Deze toezegging deed minis ter ir. G. Braks, op de jaarvergade ring van de Nederlandse Organisatie van Pluimveehouders. nologisch laboratorium bij het centra le kweekbedrijf in Rilland worden gevestigd om daarmee het eigen on derzoek te intensiveren. De verkoop van grassen en groenvoe- dergewassen voldeed aan de verwach tingen, ondanks de veelvuldige regenval in 1985. Met het mengsel VDH REV IT A werd voor het eerst op grote schaal een 100% tetraploïd gras zaadmengsel op de markt gebracht. De VANDERHAVE maisrassen ver kregen in Nederland een aandeel van 38% in de 177.000 ha die werd geteeld. De uien veredeling lijkt voor de ko mende jaren goede resultaten af te werpen. In suikerbietenzaad werd vooral in Noord-Frankrijk een om zetstijging bereikt. Het voorjaar van 1985 was gunstig voor de omzet van de zaaigranen. Verwacht moet worden dat als gevolg van politieke maatregelen ter beper king van de graanproduktie binnen de EEG, het aandeel van granen in het bouwplan zal worden terugge drongen. Als gevolg van de intensivering van de research, de steeds toenemende kwa liteitseisen bij de zaadproduktie en het wegvallen van bijzondere baten, zal het hoge winstniveau van de voor gaande jaren in 1986 naar verwach ting niet worden bereikt. januari 1987 afloopt. De milieutoeslag heeft, ook volgens het rapport, grote betekenis voor millieuverbeterende investeringen in de agrarische sektor. Als voorbeeld noemt het Landbouwschao de ont wikkeling van substraatteelt in de glastuinbouw, de toekomstige Meststoffenwet waarbij een vergro ting van de mestopslagkapaciteit no dig is en de stimulans om geluidsar me trekkers aan te schaffen. De Tweede Kamer der Staten- Generaal heeft 18 juni jl. met algeme ne stemmen een initiatief voorstel tot wijziging van de Interimwet beper king varkens- en pluimveehouderijen aangenomen. De strekking van dit voorstel is het voorkomen van de han del in referentie-aantallen naar en bin nen het zogenaamde koncentratiegebied. Het voorstel bevat een overgangsre geling voor die gevallen, waarin ui terlijk op 18 juni 1986 onomkeerbare investeringsverplichtingen zijn aange gaan, die in rechtstreeks verband staan met de verplaatsing. Minister Braks heeft tijdens de behan deling van het voorstel aangekondigd een regeling te treffen, die de invoe ring van de wet kan vergemakkelij ken. De regeling leidt er toe dat met ingang van maandag 23 juni a.s. bij de distriktsbureauhouders formulie ren beschikbaar zijn. Met behulp van deze formulieren kan men de uiterlijk op 18 juni j.l. aangegane onomkeer bare investeringsverplichtingen re gistreren, die rechtstreeks verband houden met de verplaatsing van be drijven naar of binnen het zogenaam de koncentratiegebied. De formulieren dienen uiterlijk 4 juli a.s. bij de distriktsbureauhouders te wor den ingeleverd. In de openbare vergadering van de Nederlandse Organisatie van Pluimveehouders (N.O.P.) die 18 juni in Utrecht werd gehouden heeft de minister van Landbouw, ir. G.J.M. Braks, gezegd dat, hoe wel de afgelopen jaren de bedrijfsresultaten in de pluimveehouderij zijn tegengevallen, er op de lange termijn - goede vooruitzichten voor de sektor zijn, zij het onder bepaalde voorwaarden. Braks konstateerde een gunstige produktiestruktuur, waarbij techno logische vernieuwingen snel werden ingevoerd, de produktiekosten laag zijn gehouden en er goed werd ingespeeld op een groeiende af zetmarkt. Dat betekent een gezonde uitgangspositie, die het mogelijk heeft ge maakt dat de laatste tien jaar de produktie voortdurend gestegen is, dat gepaard ging met een proces van schaalvergroting. 4 Vrijdag 27 juni 1986

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1986 | | pagina 4