De maand juli op het
Zuidwestelijk veebedrijf
Rundveehouderij
Graslandverbetering
Grond- en
gewasonderzoek
Teelt van stoppelgewassen
Schapenhouderij
Ontwatering grasland
Groei van de lammeren
Pluimveehouderij
Hoge temperaturen:
voorkom schade
Varkenshouderij
Schurft bij zeugen
Schurft bij mestvarkens
Maatregelen vooraf...
Als het warm weer is...
Op heel wat veebedrijven is onder
gunstige omstandigheden voor-
droogkuil gewonnen. De op
brengst viel hierbij wat tegen,
maar de verwachting is, dat de
kwaliteit goed zal zijn. Door het
gunstige weer van de laatste perio
de (regen en warmte) is het gras
bestand op veel percelen
aanmerkelijk verbeterd. Door een
doelmatig gebruik van het gras
land (juiste bemesting), tijdig en
goed beweiden en maaien) en een
goede verzorging is nog wel een en
ander te bereiken.
De vorst van de afgelopen winter
heeft heel wat schade toegebracht. Op
veel percelen is er Engels raaigras uit-
gevroren, waarvoor straatgras en on
kruid teruggekomen is. Wanneer valt
nu te overwegen om grasland op
nieuw in te zaaien. De meest geschikte
tijd om grasland te vernieuwen of
door te zaaien is van half juli tot eind
september. Bij extreme droogte heeft
het geen zin om in te zaaien, daar het
graszaad dan onvoldoende kiemt en
de kans van slagen gering is. Als het
grasland minder dan 50% goede gras
sen of meer dan 10% kweek bevat, is
het wenselijk om te vernieuwen. Als
er veel kweek voorkomt, dan is een
bespuiting gewenst. Een bespuiting
geeft het beste resultaat als na het af
weiden of maaien de kweek opnieuw
is uitgelopen en er veel groei inzit. Bij
een kweeklengte van 5 - 10 cm kan
gespoten worden met 20 kg Dalapon
per ha, of - bij een kweeklengte van
10 - 15 cm - met 4 liter glyfosaat
(Round-up) in 200 liter water per ha.
Na ca. 10 dagen kan de grond be
werkt worden. Dit zou kunnen ge
schieden met de overtop-frees of
frezen met daarna ploegen en vervol
gens direkt weer gras inzaaien. Als het
grasland alleen maar een holle stand
vertoont, dan kan men het grasland
doorzaaien. Hierbij vindt geen groen-
bewerking plaats. Bij het doorzaaien
van grasland is het een vereiste dat de
oude grasmat zo kort mogelijk is om
stroppen te voorkomen bij het zaai
en. Dit kan worden bevorderd door
vooraf kort te beweiden of te maai
en. Inzaai van grasland is duur. Doe
het dan ook alleen als het echt nood
zakelijk is. Een goed bezet gras
bestand moet meer dan 50% goede
grassen (o.a. Engels raaigras, timo-
thee, veldbeemd, ruwbeemd e.a.) be
vatten. De meeste goede graslanden
bevatten ruim 90% Engels raaigras
van het totale grasbestand. De laat
ste tijd gaat de voorkeur uit naar blij
vende graslandmengsels met in
hoofdzaak Engels raaigras (BG1,
BG2, BG3, BG4 - BG12). Let bij aan
koop van graslandmengsels op gras
soorten en eigenschappen. Er komen
grote verschillen voor in soorten, ty
pen en rassen en eigenschappen hier
van, zoals vroegheid van
doorschietenvoorjaarsontwikkeling
en resistentie tegen kroonroest. Daar
naast is wintervastheid en standvastig
heid voor het behouden van een
dichte zode (geeft minder onkruid)
met een goede opbrengst van grote
betekenis. Zaai alleen oranjeband-
mengsels met waardering I. Men is
dan verzekerd van goed zaaizaad, dat
vrij is van duist en kweek. Afhanke
lijk van mengsel, zaaibed en weers
omstandigheden kan met 25 a 35 kg
zaaizaad per ha volstaan worden. De
beste resultaten met inzaaien worden
bereikt met graszaadzaaimachine en
met de vlaszaaimachine. Na opkomst
van het nieuwe grasland dient men zo
nodig onkruid te bestrijden. Met een
goede verzorging wordt een optima
le groei van het gras bereikt.
Vrijdag 27 juni 1986
Voor een goed bemestingsbeleid is
grondonderzoek belangrijk. Men
krijgt hiermede een goed inzicht in
hetgeen de grond bevat. Als U een
grondmonster van het grasland laat
nemen, dan is ook een onderzoek op
magnesium en koper aan te bevelen.
Er komt in de praktijk meer koper
gebrek bij rundvee voor, dan men zou
vermoeden. Ga eens na in hoeverre
Uw bemesting overeenstemt met het
advies en toestand van de grond.
Grondonderzoek moét een kontrole
zijn op het gevoerde bemestingsbe
leid. Een doelmatige bemesting bevor
dert een goede groei van het gras en
een hoge opbrengst.
Voor een goed inzicht in de ruwvoer-
positie en krachtvoeraankoop is het
nodig om vanaf nu Uw kuilen te la
ten opmeten en onderzoeken. U hebt
de uitslag dan tijdig binnen om te
kunnen overzien of aankoop van ruw-
voer en soort krachtvoer dit najaar
nodig is.
De kosten van een monster voor
grond en gewas kunnen vlot worden
terug verdiend door een juist gebruik
van de cijfers van het onderzoek.
Gezien de tegenvallende opbrengst
van de eerste snede gras kan een
stoppel- of nagewas nog een welko
me aanvulling zijn voor de voederpo
sitie van Uw bedrijf. De eerste
gewassen van het bouwland worden
binnenkort weer geoogst. Als een
grasgroenbemesting is ingezaaid in
het voorjaar, kan er met 60-80 kg N
strooien per ha een opbrengst worden
verkregen van 2.500 - 3.500 kg droge
stof per ha. Het is gewenst om na het
oogsten van het hoofdgewas op de
grasgroenbemester zo snel mogelijk N
te strooien en de stoppel zo nodig kort
af te maaien om hiervan later bij in
kuilen van het gras niet te veel last te
ondervinden.
Op bouwland kan op het vroeg vrij
komende land een stoppelgewas wor
den ingezaaid. Afhankelijk van tijd,
grondsoort en omstandigheden zijn er
verschillende mogelijkheden.
het afvoeren van overtollig water.
Wilt U nadere informatie over drai
nage en onderhoud raadpleeg dan de
bedrijfsvoorlichter.
Bestrijding van huidparasieten
In de loop van deze maand zo'n week
of 3 a 4 na het scheren worden de
schapen weer gewassen. Dit wordt
vooral gedan om de schurftmijt en
schapeluisvlieg teek) te bestrijden.
Er zijn diverse methoden om schapen
te wassen, te weten:
- Besproeien of begieten. Dit kan ge
makkelijk bij kleinere koppels en het
resultaat hoeft niet slecht te zijn wan
neer de dieren maar dicht tegen elkaar
aanstaan en men de tijd neemt om het
wasmiddel goed in de vacht te laten
dringen.
- Onderdompelen. Deze methode
past men meestal bij grotere koppels
toe; het is de beste methode van was
sen. Onderdompelen kan op verschil
lende manieren gebeuren. Het meest
eenvoudige is gebruik te maken van
een bad met een zwemgoot, waar de
dieren door heen "zwemmen".
Meestal wordt een wasmiddel ge
bruikt met Lindaan als werkzame
stof. Lindaan is echter een moeilijk
afbreekbare stof en giltig. Daarom is
het beter om een produkt te gebrui
ken waarin geen Lindaan als werkza
me stof zit.
Belangrijker is het om je af te vragen
of je de schapen wel moet wassen.
Het kost veel arbeid en bovendien
heeft het niet altijd dat effekt dat be
oogd wordt, namelijk de bestrijding
van schurft en teken. Wat zijn de
eventuele alternatieven?
A. Ten aanzien van schurftmijten
Deze zijn aktief in de winter, dus na
het scheren zal er geen schurftmijt
aanwezig zijn op het lichaam van het
schaap. In het najaar (met de eerste
nachtvorsten) wordt de mijt pas
aktief.
Gewas
Zaaitijd
Zaaizaad
Droge stof
opbrengst
kg/ha
kg/ha
Alexandrijnse klaver
juli - 5 augustus
30
2.200
Voederwikker
juli - 10 augustus
100
2.500
Bladkool
juli - 10 augustus
10
3.000
Italiaans raaigras
juli - 15 augustus
35
2.500
Westerwolds raaigras
juli - 20 augustus
50
2.500
Stoppelknollen
juli - 20 augustus
1,5
4.500
Op de niet vlinderbloemigen wordt 80
- 100 kg N per ha gegeven. Grassen
kunnen in het najaar een goede sne
de geven voor stalvoedering of wor
den ingekuild. Klavers en wikken
worden ingekuild met een toevoeg
middel voor het beter welslagen van
de kuil.
Stoppelknollen worden op lichte
gronden geteeld. De oogst vraagt ech
ter meer arbeid dan de oogst van gras
sen. Onder natte omstandigheden kan
het zandgehalte in het geoogste pro
dukt hoog worden. Het gewas kan
een vrij hoge opbrengst geven (4.500
kg droge stof) met een goede voeder-
waarde.
Op natte grond is de draagkracht van
de grond minder. Bovendien is de
groei van het gras minder en het gras
bestand is opener door het verdwij
nen van goede grassen. Drainage in
grasland is geen overbodige luxe.
Mocht U er van overtuigd zijn dat Uw
grasland ook drainage nodig heeft,
doe dit dan in een droge periode.
Kontroleer in een regenrijke periode
of de drains nog voldoende water af
voeren. Het doorspuiten van de
drains eens in de 3 a 4 jaar bevordert
pen. Dit moet bij schapen worden in
gespoten op een onbewolde plek.
Ivermectine werkt tegen maagdarm
wormen, schurft en zuigende luizen.
Het is voor de bestrijding van schurft
noodzakelijk dat de behandeling na
10 dagen wordt herhaald. Ook dit
middel heeft als voordeel, dat dit
naast de bestrijding van maagdarm
wormen ten alle tijde gebruikt kan
worden en met name op het moment
dat het nodig is, namelijk wanneer er
een schurftaantasting is. Wanneer een
behandeling plaatsvindt moeten alle
dieren behandeld worden (ooien, lam
meren etc.).
Anders wordt de besmetting in stand
gehouden.
Voor een renderende schapenhoude
rij is het belangrijk om snelgroeien
de dieren te hebben. De lammeren
kunnen dan in een korte tijd een le
vend gewicht van 40 - 50 kg halen. De
groeisnelheid wordt bepaald door de
melkproduktie van de moeder en
door de erfelijke aanleg van het dier
zelf.
tweemaal, met een tussentijd van
6 dagen, te behandelen. Let wel op de
tijd tussen behandelen en afleveren,
hierover staat alles op de bijsluiter.
Het bestrijden van schurft is een weg
zonder eind. Toch is het van groot be
lang om de dieren regelmatig te be
handelen tegen parasieten. Ook al zijn
er geen duidelijke symptomen, toch
kunnen ze aanwezig zijn. De irritatie
die ze veroorzaken kost u indirekt veel
geld en daarom: wat uw oog niet ziet,
veroorzaakt bij het varken veel
verdriet.
Deze zomer heeft inmiddels al een
paar zeer warme dagen opgeleverd.
Deze kunnen problemen veroorza
ken, ook in uw stal. Bij hoge buiten
temperaturen zal de temperatuur in de
stal nog hoger zijn. Hoeveel de
binnen-temperatuur hoger is, hangt
met name af van de dakisolatie. In het
Veel veehouders hebben tijdens het mooie weer van de afgelopen tijd
kuilvoer ingehaald.
Ook de schapeluis (teek) is in de herfst
het meest aanwezig en met het sche
ren verdwijnen veel luizen. Dit bete
kent, dat bestrijding van
huidparasieten veel beter in de herfst
kan plaatsvinden. Bovendien zijn er
een aantal middelen op de markt, die
een goed bestrijdingseffekt hebben
zonder dat de dieren gewassen behoe
ven te worden. Men kan kiezen uit 2
mogelijkheden apart of een kombina-
tie daarvan.
a. Pour on methode
Bij de Pour on methode (of spot on
methode) worden enkele druppels van
het middel Sput-up op de rug ge
bracht. De wol wordt tijdens het
druppelen met de hand opzij gestre
ken. Het middel werkt tegen teek,
wolluis en vliegen, niet tegen schurft.
Een voordel is, dat er geen water of
andere hulpmiddelen nodig zijn, zo
dat dit middel eventueel ook in de
winter gebruikt kan worden. Als er
geen schurftbesmetting op het bedrijf
is, kan alleen met een pour on mid
del worden volstaan. Het is dan prak
tisch om deze behandeling vlak voor
de dekperiode te doen.
b. Injektie
Onder de merknaam Ivomec is nu
ook Ivermectine toegelaten voor scha
Schurft bij varkens is vaak vrij onop
vallend. Toch veroorzaakt het een
ernstige irritatie die ten alle tijde een
negatieve invloed heeft op de produk-
tie van het dier. Ook al zien we geen
uitwendige symptomen toch is de
kans op aanwezigheid van schurft vrij
groot.
Als de vermeerderaar een gezonde big
wil afleveren, moet deze ook vrij zijn
van schurft. Omdat de biggen tijdens
het zogen snel besmet kunnen wor
den, is het noodzakelijk dat de zeu
gen vrij moeten zijn van schurftmijt.
De beren mogen we overigens niet
vergeten. Het is dan ook vrij alge
meen dat deze dieren worden behan
deld tegen schurft en andere
parasieten. Als standaardbehandeling
worden tegenwoordig de zeugen en
beren met een anti-schurftmiddel ge
wassen of ingespoten. Met een injek
tie ontschurften is vrij gemakkelijk.
Dit is een effektieve methode die wei
nig tijd vraagt maar wel duur is. Het
handmatig wassen met een anti-
schurftmiddel is een onaangenaam en
tijdrovend werk. Daarom wordt
meestal een hogedrukspuit met warm
water gebruikt, waarbij het effekt ze
ker zo goed is. Indien er veel schurft
mijten aanwezig zijn, is het
noodzakelijk de behandeling na 5 a
7 dagen te herhalen. Daar de meeste
zeugenhouders de zeugen toch wassen
alvorens ze in het kraamhok worden
geplaatst, is er bijna geen extra tijd
nodig om de dieren te ontschurften.
Het is dan wel noodzakelijk dat pas
na het wassen en spoelen, het ont-
schurftingsmiddel over de dieren
wordt uitgegoten en ze daarna met
een in het kraamhok worden ge
plaatst. Bij ernstige aandoeningen is
het goed de dieren extra te be
handelen.
Indien op het vermeerderingsbedrijf
goed wordt ontschurft, is schurft over
het algemeen op het mestbedrijf geen
probleem. Toch zal de mestvarkens-
houder kritisch moeten zijn op de
aanwezigheid van parasieten bij de
varkens. Vooral schuren en krabben
is een teken van irritatie bij de dieren
en maken een schurftbehandeling
noodzakelijk. Meestal gebeurt dit
door de dieren met een hogedrukspuit
hete- en vochtige stalklimaat zal de
kip veel moeite hebben om de warm
te, die ze produceert, kwijt te raken.
De warmte-afgifte vindt normaal
plaats via de kopversierselen (kam,
lellen). Bij warm weer zien we de kop
ook met de bek open staan waardoor
extra warmte wordt afgegeven. Bij
onvoldoende warmte-afgifte zal de
opname van het voer minder worden,
terwijl meer water gebruikt wordt. Er
worden minder eieren geproduceerd
en ook het eigewicht wordt lager. Ver
der wordt door de verhoogde water
opname de mest natter. In extreme
situaties vindt bovendien een ver
hoogde uitval plaats.
Het is belangrijk om al voor een hete
periode voorbereidingen te treffen.
Hierdoor kan snel op een dergelijke
situatie worden ingespeeld. We den
ken hierbij aan de volgende voor
zorgsmaatregelen: - het goed vrij laten
van de luchtinlaatopeningen, dus geen
struikgewas er tegenaan. Ook vogel
gaas moet stofvrij zijn; - het aanbren
gen van bevestigingspunten en
aansluitingen om eventueel extra ven
tilatoren aan te kunnen sluiten; - het
schoonhouden van ventilatoren en
kokers en het aanwezig zijn van vol
doende ventilatie-kapaciteit; - het
goed kunnen funktioneren van nok-
kleppen en zijkleppen.
Op dagen met erg hoge temperaturen
kunt u aan de volgende punten aan
dacht besteden: - laat de kippen bij
hoge temperaturen zoveel mogelijk
met rust; - reageer op tijd; - zorg voor
een maximale luchtinlaat en probeer
de lucht rechtstreeks bij de dieren te
krijgen; - geef voldoende fris drink
water, spoel zonodig tussentijds de
nippelleiding kort door; - breng even
tueel extra ventilatie-kapaciteit aan
waardoor extra luchtverplaatsing
plaatsvindt. Ook kan een hetelucht
kanon gebruikt worden (koude
stand); - houdt produktie en voerver-
bruik goed in de gaten en*geef zono
dig extra voer ('s nachts).
Op deze manier zullen de effekten van
hoge temperaturen zoveel mogelijk
beperkt worden en blijft grote, finan
ciële schade achterwege.
J. van Aerts en ing. M. Westhuis, CR
Tilburg
ing. G. Meeuwissen en ing. D. Pul
len, CVP Tilburg
13