Takorganisatie Akkerbouw in
Noord-Brabant krijgt vorm
Tentoonstelling
Zeeuws kleilandschap
Landbouwschap tegen
informateur: Voorstellen
Oort nadelig voor boeren
en tuinders
Koöperatie en
kompetitie
Epipré - onderzoek
nr. 2
In de land- en tuinbouw in Neder
land zijn, naast de standsorgani
saties, vele vaktechnische
organisaties werkzaam. De vak
technische belangen van melkvee
houders, varkenshouders,
pluimveehouders, tuinders, fruit
telers enz. worden door deze or
ganisatie behartigd.
Hoe ligt de situatie nu bij de ak
kerbouwers? Vastgesteld moet
worden dat de akkerbouwers in
Noord-Brabant op velerlei manie
ren vaktechnisch georganiseerd
zijn. Zo houden zich Verenigingen
Voor Bedrijfsvoorlichting (VVB),
studieklubs, kringen en afdelingen
van standsorganisaties bezig met
vaktechnische aangelegenheden
betreffende de akkerbouw. Even
eens moet echter worden vast
gesteld dat een groot aantal
akkerbouwers, tot op heden, hier
bij nog op geen enkele wijze be
trokken is.
Waarom een
takorganisatie?
Het lijkt NCB, ZLM, CBTB en direk-
tie LAVO (met name het Konsulent-
schap voor de Akker- en Tuinbouw),
gezien de bovengenoemde verschei
denheid, dat een overzichtelijker
struktuur alleszins wenselijk is. Het
verdient immers veruit de voorkeur
om, wanneer het gaat over vaktech
nische zaken, zoveel mogelijk akker
bouwers te bereiken. Dit laatste gaat
meer en meer gelden voor bijvoor
beeld de landbouwvoorlichting. Ge
zien de bestaande
voorlichtingskapaciteit en de steeds
groeiende vraag naar voorlichting is
goede koördinatie hierin van groot
belang. Op deze wijze kunnen zoveel
mogelijk akkerbouwers van de voor
lichting profiteren. Daarnaast is een
gestruktureerde inbreng van het land
bouwbedrijfsleven ten behoeve van
het akkerbouwonderzoek zeer zeker
gewenst. Eveneens is van belang dat
zoveel mogelijk akkerbouwers kennis
kunnen nemen van de behaalde on-
Het dagelijks bestuur van het Land
bouwschap is maandagochtend ont
vangen door informateur drs. J. de
Koning. In het gesprek heeft het
Landbouwschap aangedrongen op ex
tra aandacht voor de land- en tuin
bouw in de komende kabinetsperiode.
Voorzitter Marius Varekamp betoog
de dat boeren en tuinders onder het
vorige kabinet niet of nauwelijks heb
ben meegeprofiteerd van de lastenver
lichting voor het bedrijfsleven. Het
verdwijnen van de negatieve WIR en
van de voorraad- en vermogensaftrek
betekenen voor de agrarische sektor
zelfs een lastenverzwaring.
Het Landbouwschap heeft bij de in
formateur kritische kanttekeningen
gezet bij de voorstellen van de kom
missie Oort over de vereenvoudiging
van de loon- en inkomstenbelasting.
Alleen al het schrappen van de zgn.
middelingsregeling gaat boeren en
tuinders zo'n ƒ100 miljoen kosten.
Ook ten aanzien van enkele andere
voorstellen lijkt de vereenvoudiging -
waar het Landbouwschap op zich ge
lukkig mee is - negatief uit te vallen
voor de zelfstandige ondernemers.
Het Landbouwschap heeft er bij drs.
De Koning voor gepleit om de effek-
ten van de vereenvoudigingsvoorstel-
len grondig te bestuderen en er tijdens
In "Zuivelnieuws" van 23 mei
snijdt H.D. Wesseling een onder
werp aan dat ruime aandacht ver
dient. Dit vooral na het
totstandkomen van het z.g. zuive-
lakkoord met de FNV. Wesseling
citeert een zinsnede uit een artikel
van koöperatieve zijde. In dit ci
taat wordt gesteld dat "prijsver
gelijking (tussen de fabrikanten)
een goed ding is, doch niet als
kompetitie, omdat de kansen, mo
gelijkheden zo u wilt, verschil
len". Wesseling komt dan tot de
konklusie dat wanneer de koöpe-
raties kompetitie niet meer in hun
vaandel hebben en er maar een
melkprijs is in Nederland, de zui-
velwereld arrogant slapend ten on
der gaat ten koste van de boer. Er
zijn in Europa genoeg andere pro
ducenten te vinden die wel wakker
blijven.
derzoeksresultaten en later gebruik
kunnen maken van de vertaling van
deze resultaten naar de praktijk.
Tenslotte is een goede struktuur
noodzakelijk om in de naaste toe
komst optimaal gebruik te kunnen
maken van de mogelijkheden die zich
aandienen via de SIVAK. Nieuwe
ontwikkelingen op het gebied van de
automatisering in de akkerbouw, wel
ke door de SIVAK worden begeleid,
kunnen via een dergelijke struktuur
hun weg vinden naar het individuele
akkerbouwbedrijf. Om aan bovenge
noemde zaken vorm en inhoud te ge
ven, is een gestruktureerd
overlegplatform noodzakelijk. Een
overlegplatform met als werkgebied
de provincie Noord-Brabant. Dit
overlegplatform heet de "Takorgani
satie Akkerbouw Noord-Brabant".
In Zeeland bestaat reeds een gelijk
soortige opzet.
Welke struktuur van de
takorganisatie staat ons voor
ogen?
Zoals reeds gesteld zal de takorgani
satie provinciaal gaan opereren. Om
recht te doen aan de verschillen tus
sen akkerbouw op kleigronden en ak
kerbouw op zandgronden zal in de
takorganisatie een tweetal afdelingen
werkzaam zijn, die ieder een grote
mate van zelfstandigheid hebben. An
ders gezegd, de takorganisatie fun
geert als koepelorganisatie met
daaronder een afdeling zandakker-
bouw en een afdeling kleiakkerbouw.
In overleg met ZLM en CBTB is af
gesproken dat de NCB het sekretari-
aat van de takorganisatie zal gaan
voeren. De besturen van de 2 reeds
eerdergenoemde afdelingen worden
gekozen vanuit de onderliggende vak
technische organisaties, dat wil zeg
gen de VVB's, studieklubs etc. De
geschetste struktuur maakt het vereist
dat de "basis", de individuele akker
bouwers, zich zoveel mogelijk zou
moeten organiseren in enig verband
(VVB, studieklub etc.). Immers op
deze wijze kunnen de vaktechnische
belangen vag zoveel mogelijk akker
bouwers worden behartigd.
Het zal duidelijk zijn: de struktuur
van de takorganisatie staat het sekre-
tariaat van de NCB, ZLM en CBTB
reeds helder voor ogen, echter ten
aanzien van de invulling zowel juri
disch als financieel zal nog een aan
tal hindernissen genomen moeten
worden. Dit laatste geldt evenzeer
voor het stimuleren van die akkerbou
wers die op dit moment nog nergens
bij zijn aangesloten. De standsorga
nisaties NCB, ZLM en CBTB willen
hier, samen met de landbouwvoor-
lichtingsdienst, aan trekken. Dit in het
belang van de akkerbouwers in
Noord-Brabant.
de formatieperiode nog geen vergaan
de beslissingen over te nemen. Dat
geldt ook voor gedachten die er leven
om in het kader van het decentralisa
tiebeleid de gemeentelijke onroerend
goedbelasting te verhogen. Het Land
bouwschap verzet zich hiertegen.
In de komende kabinetsperiode is
naar de mening van het Landbouw
schap extra geld en aandacht nodig
voor de verdere ontwikkeling van de
gemeenschappelijke Europese markt,
voor het beheer van het landschap en
voor verbetering van de infrastruk-
tuur, waaronder de aanleg van de
Markerwaard. Ook het beleid op het
gebied van onderzoek, onderwijs en
voorlichting in de landbouw moet
worden verbeterd. Een belangrijk
punt is verder de aanpak van de
mestoverschotten. Het Landbouw
schap heeft opnieuw gepleit voor een
sektorplan voor de veehouderij, waar
in het nieuwe kabinet enkele honder
den miljoenen guldens zou moeten
investeren.
Het Landbouwschap heeft bij de in
formateur aangedrongen op een meer
aktieve rol van de overheid bij het
scheppen van werkgelegenheid in de
agrarische sektor door middel van
kombinatiebanen en in de bedrijfsver-
zorging.
Vanaf zaterdag 31 mei is in de
kloostergangen van het Abdij-
komplex te Middelburg een ten
toonstelling over het
zeekleilandschap te bezichtigen.
De tentoonstelling is vervaardigd
in het kader van de jubileumakti-
viteiten van de stichting Het
Zeeuwse Landschap.
Het zeekleilandschap is ontstaan
onder invloed van de zee. Het om
vat het grootste deel van de pro
vincie; de rest wordt ingenomen
door het duinlandschap en het
dekzandlandschap langs de grens
met België in Zeeuwsch-
Vlaanderen.
Binnen het zeekleilandschap is nog
een aantal landschapsystemen te
onderscheiden: het oudland (met
onder andere de poelgronden en
de kreekruggen), het nieuwland
(waarbinnen nog een onderscheid
kan worden gemaakt tussen de
kleine en grote nieuwlandpolders),
kreken en welen en de inlagen.
Aan de hand van tekeningen
wordt duidelijk gemaakt hoe de
verschillende delen van het zeeklei
landschap zijn ontstaan en welke
veranderingen in de loop der tijd
hebben plaatsgevonden. Zij laten
de specifieke kenmerken van de
verschillende elementen zien.
De voorbereiding van de ten
toonstelling was in handen van het
bureau Natuur en Landschap en
de tekenkamer van de Provincia
le Planologische Dienst en het bu
reau Voorlichting van de
provincie.
Na de zomervakantie zal de ten
toonstelling op acht plaatsen in de
provincie worden opgesteld. Te
Middelburg is de tentoonstelling
In de Yerseke Moer is een profielopbouw met klei op veen. Door
de slechte afwatering en het winnen van zout vroeger is hier een
afwisselend landschap ontstaan.
tot en met 21 juni dagelijks, be
halve op zondag, geopend van 10
uur tot 17 uur.
Tentoonstelling
Landschapsarchitektuur
Ter gelegenheid van het 50-jarig
bestaan van de Stichting het
Zeeuwsch Landschap zal tevens
een tentoonstelling Landschapsar
chitektuur met veel Zeeuwse wer
ken gedurende drie weken (van 31
mei t/m 14 juni) te bezichtigen
zijn in de Kloostergang van het
Abdijkomplex te Middelburg.
Het Staatsbosbeheer heeft als
rijksdienst voor bos, natuur en
landschap een aanzienlijke bijdra
ge geleverd aan de inrichting en
vormgeving van het Nederlands
landschap. Met name na de 2e we
reldoorlog zijn veel plannen, wel
ke door landschapsarchitekten
van het Staatsbosbeheer zijn ont
worpen, gerealiseerd. Van deze
plannen is in 1985 in de vorm van
een tentoonstelling, door de afde
ling landschapsarchitektuur van
het Staatsbosbeheer, een selektie
gemaakt. De provincie Zeeland
heeft een relatief groot aandeel in
de tentoonstelling, e.e.a. komt
doordat het Zeeuwse landschap
als gevolg van de overstromingen
(Walcheren 1944; watersnood
1953) en de hierop volgende Del
tawerken en de diverse ruilverka
velingen op grote schaal is
veranderd en heringericht.
Een en ander wordt op de ten
toonstelling geïllustreerd aan de
hand van de ontwerpen voor o.a.
het Veerse Meer; het Veerse Bos;
het Poelbos bij Goes; de Smits-
schorre, een nieuw bos bij Axel en
de inrichtingsvoorstellen voor de
Philipsdam.
Streekplannen meer richten
op landinrichting
Het belang van de landinrichting voor
de vormgeving van de landelijke ge
bieden is groot. De agrarische ruilver
kaveling heeft zich ontwikkeld in de
richting van een neutraal en breed toe
pasbaar instrumentarium. Toch is tot
voor kort weinig aandacht geschon
ken aan het afstemmen van de landin
richting en de ruimtelijke ordening.
Met het inwerkingtreden van de nieu
we Landinrichtingswet is daarin ver
andering gekomen.
Tot nu toe zijn de meeste streekplan
nen nog te weinig toegespitst op de
landinrichting. Veel streekplannen be
vatten onvoldoende aangrijpingspun
ten voor de landinrichting doordat de
streekplanuitspraken te algemeen of
abstrakt zijn en soms zelfs onderling
strijdigheden vertonen.
Het streekplan zou duidelijker kaders
moeten opnemen, waarbij noch teveel
verantwoordelijkheden worden door
geschoven naar de landinrichting,
noch de speelruimte voor de landin
richting onnodig wordt belemmerd.
Dat staat in het door de Rijksplano
logische Dienst gepubliceerd rapport
"Het provinciaal ruimtelijk beleid
voor landinrichting". Auteurs zijn ir.
G.C. Naeff en ir. H.W. Kamphuis.
Bestemmen met beleid
Het onderzoeksprojekt Uniformering
en Standaardisering Bestem
mingsplannen (USB), dat een uitvloei
sel is van het aktieprogramma
Deregulering Ruimtelijke Ordening
en Milieuhygiëne (DROM), heeft ge
leid tot een voorlopig standpunt van
het ministerie van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieube
heer, getiteld "Bestemmen met
beleid".
In het DROM-aktieprogramma is
aangegeven, dat nadere uniformering
en standaardisering van bestemmin
gen en voorschriften voor het bestem
mingsplan noodzakelijk zijn. Het
projekt behelst een eerste exercitie met
de mogelijkheden van de gewijzigde
Wet od de Ruimtelijke Ordening en
het daarbij behorende Besluit op de
ruimtelijke ordening 1985.
"In dit tweede ziekteoverzicht van
Epipré zijn 534 waarnemingen ver
werkt tot en met 29 mei. Evenals in
het vorige overzicht vermeld werd is
de ziektedruk nog steeds uitzonderlijk
laag. Als het huidige, bestendige
weer, aanhoudt zal op een groot deel
van de percelen geen extra bladziek-
tebestrijding nodig zijn".
Oogvlekkenziekte
De aantasting van oogvlekkenziekte
is in de afgelopen twee weken niet uit
gebreid.
De tarwe is nu zover ontwikkeld dat
het uitvoeren van een voetziekte-
bestrijding niet zinvol meer is.
Meeldauw
Een lichte aantasting van meeldauw
op de onderste bladeren wordt in
Groningen, het Oldambt, de Zuid
westelijke zeeklei en Zuid-Limburg
waargenomen.
Roesten
Zowel gele als bruine roest worden op
dit moment nog niet aangetroffen.
Septoria
Bladaantasting door Septoria tritici,
de gewone bladvlekkenziekte, was de
laatste jaren, eind mei, regelmatig te
vinden op (dode) bladeren onderin het
gewas. Deze ziekte is tot nu toe afwe
zig. Indien de neerslag in de komen
de periode beperkt blijft zal de
gewone bladvlekkenziekte zich dit sei
zoen niet tot een epidemie uitbreiden
volgens het Epipré-team.
Gewasontwikkeling en derde
stikstofgift
De wintertarwe bevindt zich in Zuid-
Limburg en op de Zuidwestelijke zee
klei in gewasstadium 39 - 43. Op de
Centrale en Noordelijke Zeeklei is het
vlagblad juist zichtbaar of het bevindt
zich nog gedeeltelijk in de bladsche
de. Het juiste stadium voor de derde
stikstofgift is nu bereikt. Epipré-
deelnemers kunnen de halmtelling al
of niet gekombineerd met de tweede
ziektewaarneming vanaf nu telefo
nisch doorgeven.
Vrijdag 6 juni 1986