Heropening vergroot gebouw van Gezondheidsdienst voor Dieren te Boxtel Infocentrum Veehouderij Zuid-Nederland geopend 6223 Campina-leden betalen samen ca. 35 miljoen gulden superheffing Stormachtige ontwikkelingen Afscheid Melkunie vreest daling melkprijs Organisaties, voorlichting en onderwijs in Zuid-Nederland hebben gezamenlijk een Infocentrum gesticht: 'Infocentrum Veehouderij Zuid-Nederland! Van overheidswege wordt aangedrongen om tot een betere samenwerking te komen tussen Voorlichting en Onderwijs, dit Infocentrum als samenwerkingspiaats biedt hiertoe de mogelijkhe den. Als vestigingsplaats is de Praktijkschool Horst gekozen. Het in focentrum is woensdag 7 mei jl. officieel geopend. De direkteur Vee houderij en Zuivel van het Ministerie van Landbouw dr.ir. H.P.F. Curfs verrichtte de opening. Het doel van dit Info-centrum is de veehouders te helpen bij beslissingen als ondernemer, vooral bij de bouw en de inrichting van het bedrijf en bij het gebruik van zijn produktie- middelen. Voorlichting, onderwijs en bedrijfsleven in de gelegenheid te stellen via Infotheek, Bibliotheek, Diatheek en Mediatheek snel in het bezit te komen van informatie en van de didactische hulpmiddelen om dit door te geven aan de producent. - verder voor voorlichting, onder wijs en bedrijfsleven een gebouw, waarin zaken, apparatuur ter be schikking gesteld is, waar hulpmid delen ter ondersteuning van hun ak- tiviteiten doeltreffend gebruikt worden. Het infocentrum is gunstig gelegen op de terreinen van de Praktijk school Horst aan de Stationsstraat. Ter ondersteuning van de gezamen lijke aktiviteiten van de voorlichtin gen en het onderwijs, heeft men met behulp van en in samenwerking met de Standsorganisaties een apart In focentrum gebouwd, bestaande uit: - entree, gastenkamers; - vergader zaal, kantine; - infozaal, bijeen komsten; - tentoonstellingsruimte; - buitenterreinen. De diverse reeds aanwezige instruktiehallen worden voor dit doel aangepast. Nieuw te bouwen ruimten en ekspositie- terreinen worden gegroepeerd op het terrein achter het Infocentrum. Werkwijze De volgende groepen/personen kun nen gebruik gaan maken van het In focentrum: Grotere groepen (bussen ±40 a 50 personen); Kleinere groepen van 5 personen; Bezoek aan themadagen (als gevolg van voorlichtings- winterprogramma); Following-up van Onderwijs op voorlichtingspro gramma en voorlichtingsthema's en bijzondere onderwijs-aktiviteiten bv. projektonderwijs. Naast de ge bruikelijke agrarische groeperingen uit alle sektoren, zullen ook algeme ne ekskursies plaatsvinden. Tenslot te wordt gerekend op product- promotion door instellingen en fir ma's met name voor binnenlandse en buitenlandse afzet. Bovendien is het centrum mobiel, d.w.z. dat men eventueel scholen e.a. instanties kan bezoeken om de informatieover dracht daar te laten geschieden. In lichtingen zijn voorlopig te verkrij gen bij Praktijkschool Horst/Info centrum, Stationsstraat 104, 5963 AB Horst (administratie Dhr. H. Jansen, tel. 04709-3535). Tevens afscheid van de direkteur dr. D. Brus Op donderdag 15 mei 1986 heeft de gedeputeerde drs. J. de Geus het uitgebreide gebouw van de Gezondheidsdienst voor Dieren in Noord- Brabant te Boxtel officieel geopend. Hiermede zijn de laboratoria- en kantoorruimten van deze dienst met 775 m2 uitgebreid. Tevens is op deze dag door het bestuur, personeel en verdere genodigden afscheid genomen van dr. D.H.J. Brus, die na een werkzame periode van bij na 36 jaar, waarvan 27 jaar als direkteur bij deze dienst, zijn werk zaamheden door gebruikmaking van de vervroegde uittredingsregeling heeft beëindigd. De Gezondheidsdienst voor Dieren werd in september 1946 gesticht door de boerenstandsorganisaties en de zui- velorganisaties in Noord-Brabant. Op dat moment was 71% van de Bra bantse rundveebedrijven besmet met tuberkulose. De eerste taak van de Gezondheidsdienst was dan ook om deze gevreesde ziekte in georganiseerd verband aan te pakken, en in 1945 kon men vaststellen dat alle bedrijven in Brabant vrij waren van rundertu- berkulose. Steeds meer gezondheidsproblemen bij de dieren werden door de Gezond heidsdienst aangepakt; niet alleen bij het rundvee, maar ook bij andere diersoorten zoals varkens en pluim vee. De boeren hadden hoe langer hoe meer behoefte aan onderzoekmoge- lijkheden om na te gaan welke ziek teproblemen er op hun bedrijf een rol speelden. Om aan deze stormachtige behoefte aan onderzoek en bedrijfs- begeleiding te kunnen voldoen, werd in 1967, een groot nieuw gebouw ge opend aan de Molenwijkseweg te Boxtel. Het leek erop, dat men met dit ge bouw tot in lengte van jaren aan de opgelegde taak kon voldoen. De stor machtige ontwikkeling in de Brabant se veehouderij ging echter krachtig door. De rundveestapel verdubbelde zich ongeveer, terwijl de varkens- en pluimveestapel meer dan 5 x zo groot werd. Momenteel heeft Brabant bij na 20% van de rundveestapel, 25% van de pluimveestapel en 40% van de varkensstapel van heel Nederland. De laatste tijd vindt daarbij ook nog een uitbreiding plaats naar andere dier soorten, zoals de konijnen, de edel- pelsdieren, de geiten en de vissen. Door deze sterke uitbreiding in de veestapel kregen steeds meer ziekten de kans om de kop op te steken. Vrijdag 16 mei 1986 Naast bakteriën gingen daarbij meer en meer virussen een rol spelen. Het wordt daardoor steeds moeilijker om de ziekte-oorzaken op te sporen. Dit was de oorzaak, dat de Gezondheids dienst naar mogelijkheden tot het doen van laboratoriumonderzoek en praktijkonderzoek sterk moest uit breiden. Om dit te kunnen realiseren, werd recentelijk op de 3 laagbouw- vleugels van het gebouw, een etage opgebouwd. Hierdoor wordt het ge bouw met ruim 750 m2 uitgebreid. Te gelijkertijd met deze nieuwbouw, heeft er een ingrijpende verbouw van de laboratoria plaatsgevonden. Met name de afdelingen virologie, klini sche chemie en bakteriologie zijn sterk uitgebreid. Met deze uitbreiding en renovatie krijgt de Gezondheids dienst de mogelijkheid om op moder ne wijze invulling te geven aan de toekomstige ontwikkelingen in de ge organiseerde gezondheidszorg voor dieren. Op de dag van de heropening is af scheid genomen van de huidige direk teur van de Gezondheidsdienst, dr. D.H.J. Brus. De heer Brus trad op 1 september 1948 als een van de eerste medewerkers in dienst bij de Gezond heidsdienst. Bij zijn in diensttreding bestond het personeelsbestand van de dienst uit 4 personen. Met erg veel enthousiasme en kennis van zaken, heeft de heer Brus zich in gezet voor de verdere invulling en uit bouw van de taken van de Gezondheidsdienst. Hij wist daarbij door het onderhouden van optimale kontakten met het Brabantse be drijfsleven en de overheid steeds weer te zorgen voor een gezonde basis om de georganiseerde ziektebestrijding ri- goreus aan te pakken. Veel betekenis hechtte de heer Brus ook aan de uitvoering van praktijkon derzoek om daarmee nieuwe wegen aan te geven waarlangs dierziekten dr. D.H.J.Brus kunnen worden bestreden. Hijzelf voerde een onderzoek uit naar de oor zaken van steriliteit bij runderen, waarop hij in 1954 promoveerde tot doktor in de diergeneeskunde. De laatste jaren heeft dr. Brus zich sterk gemaakt voor een goede aanpak van de bestrijding van varkenspest, waarbij hij steeds aandacht heeft ge vraagd voor de specifieke situatie van Brabant. Het zal hem een doorn in het oog zijn dat bij zijn afscheid, bij de bestrijding van deze ziekte zijns in ziens nog steeds niet voor de goede aanpak is gekozen. Op 15 mei heeft dr. Brus zijn funktie als direkteur van de Gezondheids dienst neergelegd, door gebruik te maken van de regeling vervroegde uit treding. Ter gelegenheid van dit af scheid, zal er vanaf 13.45 uur in het gebouw van de Gezondheidsdienst een afscheidsbijeenkomst voor bestuur, personeel en genodigden plaatsvinden. Het nieuwe Infocentrum Veehouderij Zuid Nederland. Indien er dit jaar een verevening kan plaatsvinden tussen overschrij ders en onderschrijders zal dat betekenen dat minstens 6223 van de in totaal circa 8500 Campinaleden over het melkprijsjaar 1985/1986, dat per 5 april jl. is afgesloten, samen minimaal ruim 36 miljoen gul den aan superheffing moeten gaan betalen. Dit bedrag kan nog iets groter of kleiner worden, maar dat is afhankelijk van de situatie van 316 Campina-leden, die in het afgelopen melkprijsjaar wel melk heb ben geleverd, maar die nog steeds niet over een kontingent beschik ken. Pas zodra dat vaststaat kan vastgesteld worden in hoeverre zij eventueel ook nog superheffing zullen moeten betalen. Dit meldt Cam- pina Contact. In het tweede superheffingsjaar 1985/1986 is door de leden melkveehouders van de C.Z. Campi- na in totaal 5% minder melk aange leverd dan in het referentiejaar 1983. Het toegestane (landen)-kwotum was, zoals bekend '1983 minus 7,5%'. De individuele veehouder Voor de superheffing-afrekening is uiteraard van belang de situatie per individuele melkveehouder. Er zijn melkveehouders die ruim schoots binnen hun individuele kwo- tum zijn gebleven (de z.g. 'onderschrijders'), terwijl anderen - de z.g. overschrijders - hun kwotum aanzienlijk hebben overschreden. Voor wat betreft Campina beschikt men over de gegevens die betrekking hebben op het volledige melkprijsjaar 1985/1986, dat liep van 7 april 1985 tot en met 5 april 1986. Desalniette min is neit helemaal zeker of dit ook werkelijk de eindgegevens zullen zijn op basis waarvan straks de inning gaat plaatsvinden. Onder andere is er bijvoorbeeld onduidelijkheid over de eerdergenoemde 316 leden, die tot op dit moment nog helemaal niet over een kontingent beschikken. Boven- 'Hoewel de energiekosten door het dalen van de olieprijzen lager zullen worden, gaan andere kosten bij de Melkunie, waaronder loonkosten, zeker omhoog. Indien de situatie niet ten gunste keert, zal een daling van de melkprijs helaas niet of nau welijks te vermijden zijn. "Dit stel len bestuur en hoofddirektie van de Melkunie in het onlangs verschenen jarverslag over 1985. De resultaten van de onderneming leidden in 1985 tot een melkprijs die - bij gelijk vet en eiwit - nagenoeg ge lijk is aan die van 1984. Gegeven de moeilijke marktomstandigheden is dat een redelijk resultaat. Doordat de melkaanvoer terugliep, ontvingen de veehouders echter minder melk- goed. Het Bestuur acht het wenselijk verdere schaalvergroting na te stre ven. Behalve aan nationale samen werkingsvormen wordt ook aan ver dere internationale mogelijkheden gedacht. Handhaving van de huidige rentabiliteit ligt ten grondslag aan de wens tot schaalvergroting. In 1985 waren de omstan digheden op de zuivelmarkt moei lijk. Desondanks kon de onderne ming een melkprijs realiseren die kwam op ƒ77.95 per 100 kg. melk bij 4,15% vet en 3.38% eiwit. Dit betekende een stijging van 0.82. Rekening houdend met een stijging van het vet en eiwitgehalte is de melkprijs, als gemeld, op een fraktie na gelijk aan die van 1984. De ge middeld uitbetaalde voorschotprijs bedroeg 72.84. Daardoor resteert een saldo van 5.11. Het bestuur is van mening dat gezien de moeilijke omstandigheen op de zuivelmarkt het resultaat zeker niet ongunstig is te noemen. Er is in 1985 door de Melkunie een voordelig saldo be reikt van 67,5 miljoen. Daarvan werd 40,5 miljoen op de ledenreke ning gestort werd 9 miljoen op de vrije rekening bijgeschreven en werd 21,5 miljoen kontant uitgekeerd. dien is er, zoals bekend, misschien nog een - zij het waarschijnlijk klei ne - kans dat er alsnog verevend zal kunnen, waardoor de overschrijders een aantal kg zouden krijgen kwijt gescholden. De 6223 overschrijders hebben samen ruim 65,3 miljoen kg te veel geleverd. Bij 4555 van hen is sprake van een overschrijding van hun kontingent met tussen nul en vijf procent. Samen zitten zij ruim 28.7 miljoen kg te hoog. Bij 1124 leden-veehouders is er sprake van een overschrijding van tus sen de 5 en de 10 procent. Die 1124 leden hebben samen ruim 19,7 mil joen kg te veel geleverd. En tot slot hebben 544 leden-veehouders meer dan 10 procent boven hun kontingent aangeleverd. Deze 544 overschrijders hadden samen bijna 17 miljoen kg te veel geleverd. Ofwel per lid gemiddeld zo'n dikke 30.000 kg te veel! Onderschrijders Kijken we naar de 2238 onderschrij ders op 5 april jl. dan zien we dat er daarvan 1400 tussen de nul en vijf procent minder hebben geleverd dan hun kontingent. Samen zaten die 1467 ruim 5.8 miljoen kg te laag. Verder hebben er 268 onderschrijders tussen de vijf en tien procent minder gele verd dan hun kontingent. Samen za ten die 268 leden ruim 3,7 miljoen kg te laag. Tot slot hebben nog 503 leden-veehouders meer dan tien pro cent onder hun kontingent geleverd. Zij hebben tussen 7 april 1985 en 5 april 1986 samen ruim 30 miljoen kg te weinig 'gemolken', dat is gem. bij na 60.000 kg melk per lid te laag! Forse bedragen Indien er dus geen mogelijkheid tot verevening zou komen tussen onder en overschrijders betekent dit, dat minstens 6223 Campina-leden samen ruim 35 miljoen gulden superheffing moeten gaan betalen. Verreweg de meesten van hen zitten qua overschrij ding tussen de 0 en 5 procent en die 4555 leden zullen dan toch nog gemid deld zo'n ƒ3360 superheffing moeten betalen. In totaal 1124 leden zitten tussen de 5 en 10 procent te hoog en dat kost gemiddeld zelfs al ruim ƒ9500. Maar de genoemde 544 leden die meer dan 10% te hoog zitten zul len gemiddeld een rekening krijgen van bijna ƒ17.000, 17

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1986 | | pagina 17