Dit voorjaar veel
grasland doorgezaaid
Luctor Banden Hulst in
nieuw, modern bedrijfspand
Hoog percentage
Goede (droge)
mest levert
toeslag op
Uien-export in laatste week april boven
de 10.000 ton
Mede als gevolg van de vorst in de afgelopen winterperiode, is er in
Nederland nogal wat schade aan het grasland ontstaan. Echter, niet
alleen de vorst kan als oorzaak van uitwintering worden aangewezen.
Ook percelen, waarop tijdens de winter mest is uitgereden en perce
len die de vorige herfst een hoge stikstofgift hebben gekregen, al of
niet in kombinatie met een korte stoppel, hebben te lijden gehad. Men
kan echter ook weer onderscheid maken tussen de veen- en kleiwei-
destreken en de hoge zandgronden. De klei- en veengronden vertoon
den duidelijk minder uitwinteringsverschijnselen dan de zandgronden
(2- en 3-jarige percelen), maar ze kwamen zeker voor.
In het kader van de discussies rond
de hoogte van de heffingen en
bodem-prijzen wordt thans het zoe
klicht nog eens gezet op de heffin
gen. Gevarieerde heffingen die no
dig zijn om een zo goed mogelijk
kostendekkend beleid te kunnen
voeren.
Plombe-heffing
De plombe-heffing is de heffing die
geldt voor alle gecertificeerde partij
en pootgoed van de klassen S t/m B.
De klasse C is dus hiervan vrij
gesteld. Dat is destijds gebeurd om
in het kader van de zgn. a.t.r.
aardappelteeltregeling verplicht
gebruik van de NAK-gecertificeerd
pootgoed, een goedkope gebruikers
klasse in te voeren. De plombe
heffing wordt verder ingedeeld in
twee groepen:
I 0,40 per 100 kg
Voor alle gecertificeerde partijen,
waarvan de onderste maat 45 mm of
hoger is (b.v. 45/50, 45/55, 50/60
enz), alsmede de sorteringen 35/60,
35/65, 35/70 enz.
II7 0,80 per 100 kg
Voor alle gecertificeerde partijen
pootgoed, waarvan de grootste maat
45 mm of kleiner is (b.v. 25/28,
28/35, 28/40 en 35/45), alsmede
ook voor partijen waarvan een ge
deelte kleiner en een gedeelte groter
is dan 45 mm tot een maximum van
55 mm (28/50, 28/55, 35/50 en
35/55).
Bij normale ha-heffingen, die vele
jaren hebben gegolden van 150,
per ha, is er bij gemiddelde op
brengsten ongeveer een evenwicht
tussen heffing per 100 kg en die per
ha.
Wanneer men duidelijk hoge op
brengsten per ha heeft, betaalt men
wat meer via de plombe-heffing en
wanneer men lagere opbrengsten per
ha heeft, betaald men wat meer per
oppervlakte.
We kunnen ook zeggen: wie meer
per ha Iaat certificeren draagt meer
bij aan de Stopa-fondsen dan wie
weinig of niets laten certificeren.
Dat gebeurt nog wel eens in jaren
dat de consumptie-prijzen hoog zijn
en de grove maten hun weg vinden in
de consumptie-sector. Het zal de
doordenker duidelijk zijn dat de
plombe-heffing van tevoren moet
worden vastgesteld en beleidsmatig
goed moet worden gewogen om o.a.
het "weglopen" te voorkomen.
Na deze misschien wat ingewikkelde
uiteenzetting een wat eenvoudiger
afronding.
Het gemiddelde van de heffingen
van 0,40 en 0,80 per 100 kg be
droeg gedurende een lange reeks van
jaren ongeveer 0,70 per 100 kg. De
totale jaarlijkse opbrengst ligt dan in
de buurt van 5 miljoen a ƒ6
miljoen.
De Areaal-heffing
Eigenlijk moet gesproken van hef
fingen, want er zijn 3 vormen van
areaal-heffingen, nl.
de basis-heffing, de heffing per ras,
de calamiteiten-heffing.
Gedurende een lange reeks van jaren
was de basisheffing 150,per ha
d.i. over het door de NAK goedge
keurde areaal, dus inclusief de na-
controle.
Nog eens duidelijk gezegd: men be
taalt geen areaal-heffing over de op
pervlakte die te velde wordt afge
keurd of over de oppervlakte die bij
de nacontrole wordt afgekeurd (incl.
phoma). En men betaalt ook geen
areaal-heffing over de klasse C, de
binnenlandse gebruiksklassen.
Voor de aanstaande oogst is de
basis-areaal-heffing opnieuw vast
gesteld op 150,per ha. Met dien
verstande dat deze heffing met
100,wordt verhoogd tot
250,per ha, wanneer na afwer
king van oogst 1985 onze gezamen
lijke fondsen negatief zouden eindi
gen. Degenen die met mij, of liever
gezegd met het Stopa-gebeuren heb
ben meegeleefd, weten dat wij ruim
schoots in het rood raken. En daar
mee kan worden vastgesteld dat de
basisheffing voor 1986 komt op
250,per ha.
De tweede heffing over het areaal is
de heffing .per ras. Deze "nahef-
fing", die niet van tevoren kan wor
den vastgesteld, treedt in werking bij
een overschot aan het eind van het
seizoen van 1000 kg of meer per
goedgekeurde ha van het betreffen
de ras.
Deze heffing is bedoeld om rassen
die een extra aanslag op de fondsen
doen daar duidelijk mee te confron
teren. Met name de houders van
licentie-rassen (±18.000!) kunnen
dat toch enigszins beïnvloeden. Ik
zeg duidelijk enigszins.
De groei-omstandigheden zijn moei
lijk te regelen, evenmin als de luizen
situatie met zijn invloed op de lengte
van het groeiseizoen. Ook is vaak
niet te voorzien welke vraag er zal
zijn voor specifieke rassen naar spe
cifieke landen. Die vraag is vaak
grillig.
Het volgende staatje geeft aan hoe
deze heffing per ras eruitziet voor
oogst 1986, dus voor deze komende
oogst:
overschot per goedgekeurde ha van
het betreffende ras
0 - 1000 kg/ha 250,— per ha
1001 - 1500 kg/ha 300,— per ha
1501 - 2000 kg/ha 350,— per ha
meer dan 2000 kg/ha400,per ha
De derde heffing is de calamiteiten
heffing, die al jaren geleden is in
gesteld, een soort solidariteits-
heffing die geldt voor extreme om
standigheden. Extreme omstandig
heden kunnen zomaar ontstaan door
het wegvallen van een belangrijk
stuk export. Wij exporteren ±70%
van onze pootaardappelproduktie
naar ongeveer 70 landen over de ge
hele wereld verspreid.
Als voor de nu aanstaande oogst
besloten zou worden om de bodem
prijzen te handhaven en niet met
ƒ5,per 100 kg te verlagen, dan
moet men er rekening mee houden
dat deze derde heffing, deze calami
teiten heffing kan oplopen tot
1500,per ha. En deze heffing
zal dan inclusief zijn, d.w.z. inclu
sief de beide andere areaalheffingen.
Maar wel gelden voor elke ha goed
gekeurd pootgoed in de klassen S
t/m B. Als er calamiteiten ergens an
ders ontstaan, zoals met de radio-
aktiviteit, en er eerder tekorten dan
overschotten zouden ontstaan, be
hoeft uiteraard alleen maar de basis
heffing te worden geïnd.
A. Vermeer
Er kan nog onderscheid worden ge
maakt tussen uit vriezen en opvriezen.
Uitvriezen wordt veroorzaakt door
zeer lage temperaturen. Het opvrie
zen is het gevolg van grote tempera
tuurverschillen tussen dag en nacht en
komt voornamelijk voor bij nieuwe
ingezaaide percelen. De schrale vorst
(zonder sneeuw) is vooral debet aan
uitwinteringsverschijnselen
Naar schatting is dit voorjaar onge
veer 150.000 ha grasland doorgezaaid
in Nederland, hetgeen neerkomt op
10 a 12% van het totale graslandarea
al. Dit is een vrij hoog percentage,
omdat de veehouder normaal gespro
ken in het voorjaar een wat afwach
tende houding aanneemt, zeker
i i;'
naarmate het seizoen vordert. Hij ziet
de situatie dan even aan en wacht des
noods op een gunstige nazomer. Dit
voorjaar is echter gebleken dat men
hierop niet wilde wachten en daarom
de loonwerker opdracht gaf het veld
in te gaan met de doorzaaimachines.
Trouwens, dankzij de aktiviteiten van
de loonwerkers is er de laatste jaren
in Nederland veel gedaan aan de
graslandverbetering.
Werd voorheen veel gebruik gemaakt
van BG-mengsels voor het doorzaai
en, de laatste jaren - en zeker dit voor
jaar - is er een grote vraag naar
graslandmengsels die voor 100% uit
rassen van tetraploid Engels raaigras
bestaan. Vooral de vraag vanuit de
praktijk van het VDH REVITA
mengsel was overweldigend.
In de laatste week van april exporteerde Nederland weer meer dan
10.000 ton uien. Sinds november vorig jaar is dit seizoen niet meer
voorgekomen dat zo'n kwantum in één week geëxporteerd werd. Voor
al Frankrijk, West-Duitsland en Engeland zijn goede afnemers. Op
de Westduitse markt treffen we de volgende konkurrenten aan: aller
eerst Spanje, dat zowel uien van de nieuwe als van de oude oogst le
vert. Vervolgens Egypte, Chili, Canarische Eilanden en Zuid-Afrika
die alleen uien van de nieuwe oogst exporteren. Het blad "Fruchthan-
del" meldt dat de export van de Camarque uien uit Frankrijk op 20
mei a.s. van start zal gaan.
Het bedrijf Luctor Banden b.v. in
Hulst heeft rond Pasen dit jaar een
fonkelnieuwe behuizing betrokken,
op het industrieterrein buiten de stad
(Afrikaweg 4).
Het oude pand aan de Tivoliweg was
niet alleen te klein geworden, maar
bovendien moeilijk toegankelijk voor
bijvoorbeeld zeer grote vrachtwagen-
kombinaties. Luctor levert banden in
alle soorten en maten, voor ieder
voertuig. In de loop der jaren is het
dienstenpakket aanmerkelijk ge
groeid: balanceren en uitlijnen,
schokdempers, accu's, uitlaten en ze
ker niet op de laatste plaats: trans
portbanden. Laatstgenoemde
aktiviteit vertoont een meer dan inte
ressante ontwikkeling, zelfs zodanig
dat de omzet hierin die van de ban-
denhandel overtreft. Ook de techniek
groeit mee. In het nieuwe be
drijfspand zullen machines worden
geplaatst voor het confectioneren van
transportbanden (stationaire persen).
Het werkterrein van Luctor Banden
omvat Zeeland, Noord-Brabant,
Zuid-Holland en België.
Boeren in Brabant, die een kwalita
tief betere mest aanbieden, krijgen
straks een extra toeslag van de mest
bank. Onder goede mest wordt vooral
verstaan mest met een hoog percen
tage droge stof. Daarvoor is namelijk
gemakkelijker een afzetgebied te vin
den en tegelijk wordt op de transport
kosten flink bespaard.
Dit is bekend gemaakt in een voórt-
gangsreportage van de Stuurgroep
Brabantse Mestproblematiek. Om de
droge stof te meten is een monster-
opname-apparatuur ontwikkeld. Dit
apparaat, dat vorig jaar augustus al
is uitgeprobeerd, werkt snel en een
voudig. De aanschaf ervan kost 55
duizend gulden, waarop weer de helft
subsidie kan worden verkregen.
Om te komen tot een regelmatiger
transport van de mest gedurende het
gehele jaar, zullen er opslagsilo's in
akkerbouwgebieden moeten worden
gebouwd. Zoals we al eerder schreven
komen er ook veehouders, die in de
bouw van opslagsilo's willen investe
ren. Ook mest-transportbedrijven be
ginnen zich aan te melden.
De Stuurgroep Brabantse Mestpro
blematiek voelt veel voor het opslaan
van drijfmest op de bedrijven zelf.
Dan heeft de akkerbouwer meer kon-
trole op de kwaliteit van de drijfmest;
hij kan bovendien zelf bepalen wan
neer hij de mest wil uitrijden en er
komt meer kontakt tussen leverancier
en afnemer van de mest. Ook het
transport kan volgens de stuurgroep
dan efficiënter worden.
Spanje: Minder uien
In Valencia, het belangrijkste Spaanse
teeltgebied van uien, is men in april
begonnen met de oogst en export van
het vroege ras Reina de Abril. De
Spanjaarden verwachten als gevolg
van een inkrimping van het areaal van
deze variëteit 25% minder te oogsten
dan vorig jaar. In de loop van mei be
gint men tevens met de oogst van de
Babosa's. Hiervan zijn nog geen of
ficiële produktiecijfers beschikbaar,
maar op grond van de slechte finan
ciële resultaten die het vorig seizoen
behaald zijn, verwachten de Span
jaarden per teeltgebied een areaalsin
krimping van 25 tot 60%. Vorig jaar
besloeg het areaal Babosa's ruim
6.000 ha. Momenteel exporteert
Spanje ook nog uien van de oude
oogst (Grano's).
Iets hogere prijzen voor uien
Nu het uienseizoen '85/'86 z'n einde
nadert trekken de prijzen met het op
de markt komen van de uien uit de
mechanische koeling enigszins aan.
Voor het eerst sinds maanden was de
middenprijs van uien hoger dan die
in '85. Gemiddeld bracht een kilo 8
ct op tegen 6 ct vorig jaar. In het zeer
goede seizoen '83/'84 werd overigens
in de aprilmaand maar liefst 90 ct/kg
betaald. De stijging van het prijsni
veau werd vooral veroorzaakt door
een grotere vraag vanuit het buiten
land. Vooral naar West-Duitsland en
Frankrijk kon in de 2e helft van de
maand meer geëxporteerd worden.
Rassenberichten
Door het PAGV te Lelystad is in sa
menwerking met het RIVRO een aan
tal rassenberichten voor
tuinbouwgewassen uitgebracht. Het
betreft de gewassen kropsla, augurk
en ijssla (nrs. 715, 719, 720).
Tevens zijn door het RIVRO voor
enige landbouwgewassen rassenbe
richten uitgebracht. Het betreft hier
voederbieten en natte korrelmais (nrs.
725, 727).
In deze brochures worden voor ieder
gewas, per ras proefresultaten weer
gegeven. Deze brochures kunnen bij
genoemde instanties besteld worden.
Vrijdag 16 mei 1986