Braks komt bij superheffing melk
alsnog enkele gevallen tegemoet
Opkoopregeling,
superheffing en fiskus
Landbouwbedrijfsleven wil eventueel
zelf mestheffing innen
Veehouderij en Hinderwet
De Beschikking Superheffing van
1984 is opnieuw op enkele punten ge
wijzigd (wij meldden u dit vorige
week reeds). Door deze wijzigingen
zal een zeer beperkt aantal bedrijven
alsnog voor een ekstra heffingsvrije
hoeveelheid melk in aanmerking
komen.
Investeringsverplichtingen
Met betrekking tot investeringsver
plichtingen (art. 11) omvat de Be
schikking aanvulling superheffing de
volgende verruiming.
Melkveehouders, die tot meer dan
60 standplaatsen hebben uitgebreid en
die tot nu toe niet voor een ekstra
hoeveelheid in aanmerking kwamen
alléén omdat de uitbreiding minder
dan ƒ100.000,heeft gekost, kunnen
alsnog in aanmerking komen voor
ekstra kwotum. Men moet dus verder
wel voldoen aan alle overige voor
waarden, zoals die in de oorspronke
lijke beschikking zijn aangegeven. De
toewijzing kan slechts gebaseerd zijn
op totaal zestig standplaatsen.
Voorbeeld: iemand heeft in 1982 in
vest eringsverplich tingen aangegaan
voor uitbreiding van vijftig naar ze
ventig standplaatsen, investeringsbe-
De opkoopregelingen
De aanschrijving geldt zowel voor de
eerste, tweede, derde en de aangepaste
opkoopregeling melk. Voor de eige
naar/gebruiker die gebruik maakt van
de opkoopregeling geldt dat de helft
van de bijdrage, dus 32,5 cent per hef-
fingvrije kilogram melk, kan worden
aangemerkt als een vergoeding voor
waardedaling van de onderliggende
landbouwgrond, ontstaan door een
externe oorzaak. Dit deel van de bij
drage valt onder de landbouwvrijstel-
ling mits uiteraard ook aan de overige
voorwaarden van de landbouw-
vrijstelling wordt voldaan. De ande
re helft van de bijdrage uit de
opkoopregeling die door de eige
naar/verbruiker verkregen wordt be
hoort tot de winst uit onderneming.
Bijzonder tarief
De Staatssekretaris geeft zijn goed
keuring, als de belastingplichtige dat
verzoekt, het bijzondere tarief (20-54
procent) toe te passen ten aanzien van
zowel de eigenaar/gebruiker als de
pachter-gebruiker over het belaste
deel van de opkoopbijdrage. Dit geldt
ook als geen sprake is van gehele of
gedeeltelijke staking van de onder
neming.
De belanghebbende moet dan wel af
stand hebben gedaan van zijn totale
heffingsvrije hoeveelheid en de bij
drage nagenoeg geheel als winst aan
één boekjaar hebben toegerekend.
Voor diegenen die een gedeelte van de
heffingsvrije hoeveelheid hebben af
gestaan geldt deze regeling dus niet.
Het bijzondere tarief mag ook wor
den toegepast op de gerealiseerde boe
kwinst als de gehele melkveestapel in
het kader van de opkoopregeling
wordt vervreemd.
Verkoop grond
De aanschrijving geeft ook regels
voor die situaties waarbij een eige
naar/melkveehouder grond, waarop
een heffingsvrije hoeveelheid rust,
verkoopt aan een derde. In de koop
som wordt geacht steeds een bedrag
te zijn begrepen dat de melkveehou-
6
drag f80.000,—. Er kan nu alsnog
een toewijzing plaatsvinden op basis
van tien standplaatsen.
Melkveehouders, die aan alle voor
waarden van art. 11 (investeringsver
plichtingen) voldoen kunnen voor een
andere referentiejaar in aanmerking
komen als zich in het jaar vooraf
gaande aan het jaar van de investe
ringsverplichting een kalamiteit in de
zin van artikel 12 heeft voorgedaan.
Bij de erkende veeziekten is een ver
klaring van de gezondheidsdienst
noodzakelijk. Voorwaarde is, dat de
produktie in dat jaar als gevolg van
een kalamiteit minder dan 90% be
droeg van die in één van de twee ja
ren vóór het jaar van de
investeringsverplichtingen. Het nieu
we referentiejaar wordt dan één van
die twee jaren.
Voorbeeld: In vesteringsverplichting
1982. Referentiejaar was 1981. In
1981 heeft zich een erkende kalami
teit voorgedaan waardoor de produk
tie tien of meer procent lager was dan
in 1980 of 1979.
Als referentiejaar kan nu 1979 of 1980
gekozen worden.
Melkveehouders, die tussen 1 septem
ber 1979 en 1 september 1981 investe
der/koper betaalt aan de verkoper in
diens kwaliteit van gebruiker van de
grond voor de mogelijkheid om melk
te leveren zonder superheffing. Bij de
verkoper kan daarom een gedeelte
van de verkoopsom worden af
gesplitst dat betrekking heeft op de
gebruikersvergoeding van de heffings
vrije hoeveelheid.
Dit gedeelte kan worden gesteld op de
helft van de bijdrage die een melkvee
houder ontvangt die gebruik maakt
van de derde opkoopregeling dus 32,5
cent per kilogram van de heffingsvrije
hoeveelheid die op die grond rust
te. Dit gedeelte is in elk geval belast.
In dit geval kan ook het bijzonder ta
rief worden toegepast.
Voorbeeld: Een melkveehouder ver
koopt één hektare grond aan een der
de. Op de grond rust een heffingsvrije
hoeveelheid van 10.000 kg melk. Stel
dat op de grond in principe de land-
bouwvrijstelling mag worden toege
past. Verkoopprijs ƒ30.000,—. Aan
de melk wordt toegerekend ƒ3.250,—
(dit wordt belast) aan de grond
ƒ26.750,(dit is onbelast).
De koper geen WIR?
Van de koopsom die de melkveehou
der/koper voor de grond betaalt,
heeft volgens de Staatssekretaris een
deel betrekking op de mogelijkheid
zonder superheffing een hoeveelheid
melk te produceren. Dit gedeelte is
hetzelfde als bij de verkoper belast
wordt, dus 32,5 cent per kilogram. De
Staatssekretaris is van oordeel dat dit
deel van de koopsom als een afzon
derlijke aktiefpost op de balans kan
worden opgenomen. Volgens zijn
oordeel heeft deze post het karakter
van geaktiveerde onkosten. Deze on
kosten kunnen ten laste van de winst
worden gebracht in de jaren waarin
de superheffing van kracht is. Vol
gens het oordeel van de Staatssekre
taris is het gedeelte dat betaald wordt
voor de heffingsvrije hoeveelheid
geen bedrijfsmiddel, waarop afge
schreven kan worden en waarvoor in
vesteringsbijdragen (WIR) worden
verleend.
ringsverplichtingen zijn aangegaan als
bedoeld in art. 11, maar in 1983 als
gevolg van een erkende kalamiteit
(art. 12) minder dan 90 procent melk
hebben afgeleverd dan op grond van
art. 11 zou zijn berekend, kunnen
voor een ekstra hoeveelheid in aan
merking komen.
Voorbeeld: Investeringsverplichting 1
november 1979. Op basis referentie
jaar 1978 plus uitbreiding standplaat
sen kan met behulp van artikel 11 een
kwotum berekend worden van
300.000 kg.
In 1983 heeft zich echter een erkende
kalamiteit (art. 12) voorgedaan waar
door de produktie in dat jaar gedaald
is tot 250.000 kg. Dit is meer dan tien
procent. De kwotumtoewijzing kan in
dit geval worden herzien.
Kalamiteit
Melkveehouders, die hun veestapel in
1983 hebben uitgebreid ten opzichte
van 1981, maar wiens produktie in
1983 als gevolgt van een kalamiteit
toch is gedaald, kunnen voor een an
der referentiejaar (1981 of 1982) in
aanmerking komen. De som van de
uitbreiding van de melkveestapel en
de daling van de produktie moet ten
Het Landbouwschap heeft de Twee
de Kamer gevraagd om bij de behan
deling van de Meststoffenwet de
mogelijkheid open te laten om het
vaststellen, innen en differentiëren
van de overschotheffing aan het land
bouwbedrijfsleven zelf over te laten.
Van de in het Landbouwschap sa
menwerkende organisaties zijn de bei
de Voedingsbonden en de NCBTB
bereid deze verantwoordelijkheid on
der bepaalde voorwaarden al direkt
te aanvaarden. KNBTB en KNLC
vinden echter dat een dergelijke ver
gaande beslissing pas in een later sta
dium kan worden genomen, maar dat
de wet daarvoor wel ruimte moet
laten.
Vervoerverbod Afrikaanse
varkenspest enigszins
versoepeld
Staatssekretaris A. Ploeg heeft het
vervoerverbod voor vee, dat hij on
langs voor nagenoeg heel Zuid-
Holland en in een klein gedeelte van
Noord-Holland en Utrecht had in
gesteld, enigszins versoepeld.
Alle vee - behalve varkens - mag met
ingang van 14 april a.s. van buiten het
onlangs ingestelde kerngebied naar 6
slachthuizen in dit kerngebied ver
voerd worden. De staatssekretaris
heeft hieraan echter wel enige strikte
voorwaarden verbonden.
- Het vervoer mag alleen tussen 5.00
en 15.00 uur en alleen via 3 speciale
kontroleposten plaatsvinden, waar de
veewagens door de Rijksdienst voor
de Keuring van Vee en Vlees zullen
worden geadministreerd en verzegeld.
- Het vervoer mag alleen plaatsvinden
naar de 6 speciaal aangewezen slach
terijen, waar de Rijksdienst voor de
Keuring van Vee en Vlees de verzege
ling zal verbreken en de
waarschuwings- en begeleidende for
mulieren zal innemen.
- Na het lossen moeten de veewagens
op het slachthuis met een speciaal
middel, dat het virus van de Afri
kaanse varkenspest doodt, worden
ontsmet.
In verband met deze versoepeling zal
de Algemene Inspektiedienst van het
ministerie van landbouw en visserij de
kontrole op bewegingen van niet-
verzegelde veewagens intensiveren.
minste twintig procent zijn. Deze mo
gelijkheid bestond overigens al voor
een dergelijke situatie in 1983 ten op
zichte van 1982. De wijziging houdt
dus in dat 1981 is toegevoegd.
Voorbeeld: In 1983 heeft zich op het
bedrijf een erkende kalamiteit voor
gedaan waardoor de produktie t.o. v.
1981 met zes procent is gedaald, het
aantal stuks melkvee is t.o.v. 1981
echter uitgebreid met vijftien procent.
De som bedraagt één en twintig pro
cent. In plaats van 1983 kan 1981 als
referentiejaar worden gekozen.
Niet-groeiers
Sommige niet-groeiers kwamen tot nu
toe niet voor het verlaagde kor
tingspercentage van 5,65 procent in
aanmerking omdat zich op het bedrijf
in 1981 een kalamiteit in de zin van
art. 12 heeft voorgedaan. Deze bedrij
ven komen nu alsnog voor het ver
laagde kortingspercentage in
aanmerking als de produktie als ge
volg van de kalamiteit in 1981 met
meer dan tien procent ten opzichte
van 1980 is gedaald.
Tevens moet de melkafleveringen in
1983 met ten hoogste 3 procent zijn
gestegen en met ten hoogste tien pro
cent zijn gedaald ten opzichte van
1980.
Voorbeeld: Produktie 1980: 70.000
kg. In 1981 doet zich een kalamiteit
(art. 12) voor, produktie 60.000 kg.
Afleveringen 1983 tussen de 63.000 kg
Het vaststellen en innen van de over
schotheffing kan namens het land
bouwbedrijfsleven worden
gerealiseerd door het Landbouwschap
of door de door het Landbouwschap
opgerichte Landelijke Mestbank. De
Voedingsbonden en de NCBTB zijn
bereid deze stap te zetten zodra er re
sultaten beschikbaar zijn van de mest-
boekhoudingen die de
mestproducenten moeten gaan bij
houden. Tot dat tijdstip moet de
overheid financieel bijdragen aan de
aktiviteiten van de mestbank en aan
de opbouw van de benodigde in-
frastruktuur. De normering en fase^
ring van de mestwetgeving blijft een
taak van de overheid.
Nieuwe onderneming op
gebied mestopslag en
mestverwerkingssysteem
De grote ervaring op het gebied van
opslag-systemen, alsmede de voor de
deur staande mestwetten, heeft Pa-
ques te Balk doen besluiten, een
nieuw en gespecialiseerd bedrijf op te
richten op het gebied van mestopslag
en mestverwerkingssystemen; Paques
Agri Systems BV.
Naast een drietal stalen silo's, (ver
zinkt staal, gecoat staal en geëmail
leerd staal) levert PAS BV een Pre-fab
betonsilo, met de daarbij behorende
mengmestpompen, af- en aanvoer lei
dingen, afsluiters, silo-afdekkingen,
hulpstukken etc.
De drie type's stalen silo's kunnen
kompleet gemonteerd, en als zelf
bouwpakket geleverd worden.
De montage, welke in dit laatste ge-
en 72.100 kg. Het verlaagde kor
tingspercentage is alsnog van toe
passing.
Grondaankoop
Melkveehouders, die kunnen aanto
nen dat zij tussen 1 januari 1983 en
1 maart 1984 verplichtingen tot grond
aankoop zijn aangegaan van meer
dan twee hektare en waarvan de akte
tussen 1 april 1984 en 1 april 1985 is
ingeschreven kunnen onder bepaalde
voorwaarden voor een ekstra kwotum
melk in aanmerking komen. De ver
plichting tot aankoop moet duidelijk
aangetoond worden. Een notarieel
verleden voorlopige koopovereen
komst is voldoende. Heeft men deze
niet dan zal gedegen bewijsmateriaal
moeten worden overlegd.
Aanvragen vóór 15 juni
Melkveehouders die voor de aange
paste regeling in aanmerking menen
te komen kunnen zich wenden tot de
distriktsburohouder. Aanvragen moe
ten vóór 15 juni a.s. daar via de daar
voor bestemde formulieren worden
ingediend. Ook degenen die in het
verleden afgewezen zijn of die nog een
procedure hebben lopen bij het Kol
lege van Beroep zullen, willen zij in
aanmerking komen voor deze aanvul
lende regeling, opnieuw een aanvraag
moeten indienen.
drs. A.A. Jaarsma
Voorlopig geen aftopping van
melkkwota bij grondoverdracht
Minister Braks van landbouw en vis
serij zal voorlopig geen uitwerking ge
ven aan zijn plan om bij
grondoverdrachten een deel van het
op de grond rustende melkkwotum af
te romen. Hij wil eerst laten onder
zoeken of het hele systeem rond de
overdracht van aan de grond gebon
den melkrechten niet wat eenvoudi
ger kan worden gemaakt. De
eventuele aftopping van het kwotum,
waarbij het Landbouwschap juridi
sche vraagtekens heeft gezet, zal bij
deze studie worden betrokken.
De bewindsman deelde dit woensdag
9 april mee in een ekstra overleg met
het dagelijks bestuur van het Land
bouwschap. Behalve de aftopping
kwam ook de uitwerking van de
Meststoffenwet aan de orde.
De bewindsman maakte duidelijk dat
de overheid niet van plan is voor de
oplossing van het mestprobleem
ekstra geld op tafel te leggen.
val door PAS BV begeleid wordt, is
relatief eenvoudig, maar biedt de ko
per een flinke besparing op de totale
bouwsom, zodat PAS BV met name
aan deze groep veel verwacht te
verkopen.
Een andere belangrijke groep waar
op PAS BV mikt, zijn de mestbanken
met hun centrale opslag-systemen.
Deze zullen hun opslag-kapaciteit de
komende jaren fors moeten uit
breiden.
De PAS BV mestsilo's hebben een
standaard inhoud van 100 t/m 6000
m3, grotere inhouden tot 15.000 m3
zijn mogelijk.
Ook op het gebied van mestinjektie
en mestscheiden zal PAS BV in de na
bije toekomst van zich laten horen.
Paques Agri Systems BV heeft zich
gevestigd in het Friese Balk, direkteur
van de onderneming is G.H.F. Pa
ques, tel. 05140-4111.
Vrijdag 18 april 1986
Staatssekretaris Koning van Financiën heeft aan de direkteurs derrijks
belastingen een aanschrijving gericht waarin hij regels aangeeft ten
aanzien van de te betalen belasting door diegenen die van de "opkoop
regelingen heffingvrije hoeveelheden melk" gebruik hebben gemaakt
of gaan maken. Ook geeft de staatssekretaris zijn oordeel over het
belasten van de verkoop van gronden waarop een heffingvrije hoe
veelheid rust en over de koopsom die de melkveehouder/koper be
taalt voor deze grond.
Onlangs is een nieuwe brochure over
de toepassing van de hinderwet op
veehouderijbedrijven verschenen. De
ze brochure is in feite een herziene uit
gave van de brochure die in 1976 is
verschenen; nu gebaseerd op de mi
nisteriële richtlijnen van 1984.
Het beleid betreffende de toepassing
van de Hinderwet op de veehouderij
bedrijven blijft in ontwikkeling. Hier
bij valt onder meer te denken aan de
problematiek van zure regen (uitworp
van ammoniak) en die van de mest.
Zodra er sprake is van nieuw beleid
zal dit in een nieuwe circulaire of bro
chure worden bekendgemaakt. De
brochure is verkrijgbaar bij het Mi
nisterie van Landbouw en Visserij
(070 - 793911). Het Ministerie van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Orde
ning en Milieubeheer (070 - 264201),
de direktie voor de Landbouw en
Voedselvoorziening (Zeeland 01100 -
37911), Brabant 013-678755), de afd.
Voorlichting van het Landbouwschap
(070 - 524411) en bij de Gewestelijke
Raden van het Landbouwschap (Zee
land 01100 - 12220, Brabant 013 -
426429).