Heffing op granen
zonder vrijstelling
nieuws
uit
brussel
'Eén stem is voor de
landbouw van levensbelang'
Compromis in Landbouwraad
Monetair kompenserende
bedragen aangepast
Nachtwerk
Zuivel
Nieuwe voorzitter Landbouwschap Varekamp:
De Europese ministers van Landbouw zijn dinsdagavond laat in
Luxemburg dichter bij een compromis gekomen over de instelling
van een medeverantwoordelijkheidsheffing in de graansector. Deze
omstreden heffing was deze week een belangrijk struikelblok in de
onderhandelingen over de prijs- en bezuinigingsvoorstellen. Minister
van Landbouw, Braks, wilde door eerst dit struikelblok op te ruimen
de weg vrij maken voor de politieke besluitvorming over de prijs- en
bezuinigingsvoorstellen deze week.
Jan Luiten
Dinsdagavond laat leek deze taktiek
te slagen. De meeste ministers kon
den instemmen met een compromis
van minister Braks als voorzitter van
de Landbouwraad en Europees com
missaris Andriessen. Alleen de Brit
se minister Joplin aarzelde nog en
ook de Italiaanse minister Pandolfi
had nog enige bezwaren. Het nieuwe
compromis houdt in, dat er een me
deverantwoordelijkheidsheffing van
drie procent wordt geheven, zodra
graan in de handel wordt gebracht.
De heffing wordt afgedragen door
de handel, maar verhaald op de pro
ducenten. Zoals Andriessen al eer
der had voorgesteld, geldt de heffing
niet voor graan, dat op het eigen be
drijf wordt gebruikt. Maar in tegen
stelling tot zijn voorstel komt er
geen vrijstelling voor de eerste
25.000 kg graan. Dit levert de EG
450 miljoen gulden extra op. Dit
geld zal voornamelijk worden
besteed voor hulp aan kleine graan
producenten.
De Britse minister Joplin was echter
nog niet tevreden. Hij vond, dat nog
steeds te weinig graanproducenten
onder de heffing vallen. Hij is, zoals
bekend voor een verlaging van de
graanprijs.
Voor de meeste ministers was dit
compromis echter een voldoende ba
sis om verder te onderhandelen.
Voor Braks en Andriessen was dit
aanleiding om aan te kondigen
woensdagmiddag een algeheel com
promis over de prijs- en bezuini
gingsvoorstellen voor te leggen.
Braks kondigde aan dat hij hierover
in de nacht van woensdag op don
derdag wilde vergaderen, met het
doel tot politieke besluitvorming te
komen.
Of politieke overeenstemming deze
week mogelijk is, hangt voor een be
langrijk deel af van de houding van
de Westduitse minister Ignaz Kiech-
le. Hij geloofde in de nacht van dins
dag op woensdag niet, dat deze week
al de formele besluitvorming moge
lijk is. "Misschien is er voor het één
of andere punt een politieke meer
derheid", zo zei hij. Kiechle, die te
gen een verlaging van de graanprijs
gekant blijft, liet doorschemeren,
dat hij dit jaar geen veto zal uitspre
ken. "Men kan niet van het ene veto
in het andere stappen", zo verklaar
de hij.
Dit opent de mogelijkheid Kiechle in
een geïsoleerde positie te manoeu
vreren, waarna de Duitse minister in
de landbouwraad overstemd wordt.
Kiechle, die voor de Duitse boeren
sociale maatregelen wil afkondigen,
zag dit deze week echter nog niet ge
beuren.
Het nieuwe compromisvoorstel van
Braks en Andriessen volgde woens
dag op het compromisvoorstel, dat
minister Braks als voorzitter van de
ministerraad maandag op tafel had
gelegd. In dit voorstel werden de
prijsbevriezing en de andere bezuini
gingen in de graansector gehand
haafd. Ook de medeverantwoorde
lijkheidsheffing bleef in het pakket,
zij het dat de wijze van inning geheel
door de lidstaten zelf kon worden
bepaald. Kiechle wees dit compro
mis onmiddellijk af.
Voor de zuivelsector stelde Braks
een verlaging van de melkquota voor
met drie procent, uitgesmeerd over
drie jaar. Dit jaar zou elke lidstaat
de quota met een half procent moe
ten verlagen. Dit zou kunnen ge
schieden door een Europees opkoop
regeling van quota. Het voorzitters
compromis bevatte ook de al be
kende regionale verevening tussen
niet geheel benutte en overschreden
melkquota. De Europese Commissie
en ook enkele lidstaten tekenden be
zwaar aan tegen dit voorstel. De
Commissie vond, dat op deze ma
nier de vermindering van de melk
quota met drie procent veel te traag
zou geschieden.
Commissaris Andriessen betreurde
verder, dat in het compromis van
Braks besluitvorming over zijn voor
stellen voor de rundvleessector (een
premie voor slachtveehouders en
drastische beperking van de openba
re aankoop) werd uitgesteld tot eind
van dit jaar.
(Jan Luijten, Luxemburg)
"Het bestuurlijke werk is eigenlijk
altijd vanzelf op me af gekomen;
ik ben het nooit uit de weg ge
gaan". Dat zegt Marius J. Vare
kamp, die op 7 mei a.s. voorzitter
wordt van het Landbouwschap. In
het kader van de tweejaarlijkse
voorzitterswisseling neemt hij de
hamer dan over van drs. Joris
Schouten.
Varekamp, telg uit een oud
geslacht van boeren en tuinders en
mede-eigenaar van een rozenkwe
kerij in Naaldwijk, heeft met zijn
43 jaar al een indrukwekkende rij
van bestuurlijke funkties achter de
rug. Vanaf zijn 25ste was hij als
sekretaris en voorzitter aktief in
tuinbouwstudieklubs. Op zijn
29ste werd hij lid van Provinciale
Staten van Zuid-Holland voor de
VVD. In 1974 benoemde het
bestuur van de Bloemenveiling
Westland hem tot sekretaris-
penningmeester, een funktie die
hij in 1980 verwisselde voor die
van voorzitter. Tussen de bedrij
ven door was hij nog in de weer
in de Hollandsche Mij. voor
Landbouw, de Kamer van Koop
handel, het Produktschap voor
Siergewassen, de Vereniging van
Bloemenveilingen in Nederland en
in de tuinbouwadviesorganen van
het Landbouwschap.
Afhankelijk
Op het landelijk toneel is Marius
Varekamp een betrekkelijk nieuw
komer. Per 1 mei 1985 werd hij
benoemd tot voorzitter van het
Koninklijk Nederlands
Landbouw-Comité. In het verga
dercircuit leerde men hem snel
kennen als een doelgericht en ef
ficiënt werkende manager. Zijn
tuinbouwachtergrond belet hem
niet om nu, een jaar later, genu
anceerd en met veel kennis van za
ken te praten over wat er zowel
nationaal als internationaal in de
landbouw aan de hand is.
Het heeft hem een beetje verrast
dat de landbouw zich, anders dan
de tuinbouw, zo afhankelijk heeft
gemaakt van politieke beslissingen
in Brussel en Den Haag. Dat is
naar zijn mening enigszins ten
koste gegaan van de flexibiliteit
Vrijdag 25 april 1986
die nodig is om een onderneming,
ook een landbouwonderneming,
ekonomisch levensvatbaar te hou
den. Hij vindt dat er alles aan ge
daan moet worden om die
flexibiliteit weer terug te brengen,
maar geeft toe dat de steen der
wijzen wat dit betreft nog niet is
gevonden.
Problemen
De aantredende voorzitter van het
Landbouwschap verwacht dat hij
het in zijn nieuwe funktie niet ge
makkelijk zal krijgen. "Door de
veranderingen in de EG gaan we
juist nu een geweldig moeilijke pe
riode tegemoet. We zitten met
strukturele problemen waarvoor
je niet zo gemakkelijk een voor ie
dereen aanvaardbare oplossing
kunt vinden. Aan de andere kant
is het natuurlijk een uitdaging om
met steun van het bestuur aan die
oplossing toch een bijdrage te le
veren. Maar dat het niet eenvou
dig is, daarvan ben ik me goed
bewust".
Bij zijn benoeming tot voorzitter
van het KNLC zette Marius Vare
kamp bewust een punt achter zijn
lidmaatschap van Provinciale Sta
ten van Zuid-Holland. Hij acht
het principieel onjuist om het
voorzitterschap van het KNLC en
straks ook van het Landbouw
schap te kombineren met een po
litieke funktie. Daarnaast geeft hij
toe dat er na 15,5 jaar Statenlid
maatschap ook sprake was van
enig "gretigheidsverlies".
In de agrarische sektor lijken
spanningen en belangentegenstel
lingen de laatste tijd hand over
hand toe te nemen. Dat is ook de
aanstaande Landbouwschaps
voorzitter niet ontgaan. Toch
noemt hij het van levensbelang dat
de landbouw via het Landbouw
schap naar buiten toe met één
stem blijft spreken. "Als je niet op
basis van je gemeenschappelijk be
lang tot eenvormigheid van me
ningen en van besluiten kunt
komen dan gaat dat onherroepe
lijk tegen je werken. Een Land
bouwschap dat met verdeelde
adviezen komt zal op den duur
niet meer om die adviezen worden
gevraagd".
Mest
Een van de belangrijke problemen
waarmee de landbouw in eigen
land op het ogenblik te maken
heeft is het mestvraagstuk. Dat de
mest gebombardeerd is tot een na
tionaal probleem heeft Varekamp
als bestuurder geaccepteerd. Per
soonlijk heeft hij er echter nogal
moeite mee. Hij vindt dat de
mestoverschotgebieden in Brabant
en Gelderland zich moeten reali
seren dat hun centrumfunktie zo
wel voor- als nadelen heeft; wat
hem betreft zouden ze best wat
meer hun eigen broek mogen op
houden. Hij maakt een vergelij
king met de drainwaterproblemen
en het tuinbouwafval in het West-
land: "Dat betalen de tuinders en
de veilingen daar voor het groot
ste deel zelf. Die vragen ook niet
aan hun kollega's in Emmen om
over de brug te komen". Het zit
hem vooral dwars dat mensen die
aan het ontstaan van het mestpro
bleem part noch deel hebben toch
met de gevolgen ervan te maken
krijgen. "Denk bijvoorbeeld aan
bedrijven op Texel of Terschel
ling, die qua uitbreidingsmogelijk
heden behoorlijk in de tang
worden genomen".
Varekamp acht het vanzelfspre
kend dat de overheid financieel
bijdraagt aan de oplossing van het
mestprobleem. Hij herinnert er
aan dat het ministerie van Land
bouw de ontwikkelingen in de
Het zogenaamde agri-monetair be-
heerskomité van de Europese Kom
missie heeft 8 april jl. besloten tot
aanpassing van enkele monetair kom-
penserende bedragen, die vanaf 9
april 1986 voor de belangrijkste land-
bouwprodukten zullen worden toe
gepast.
De aanpassing van deze mcb's is een
gevolg van de herschikking van de
koersen die een onderdeel vormen van
het Europees monetair systeem
(EMS).
Voor ons land, evenals voor de
Bondsrepubliek Duitsland, blijft de
situatie ongewijzigd; voor de overige
deelnemende landen komen er in de
meeste gevallen negatieve mcb's bij.
De nieuwe situatie is als volgt:
Nederland/BRD mcb-percentage
zuivelprodukten 2,9
granen (inkl. pluimvee en
varkensvlees) 2,4
overige 1,8
veehouderij jarenlang geïnitieerd
en gestimuleerd heeft en dat de sa
menleving als geheel van de agra
rische inspanningen behoorlijk
heeft geprofiteerd. "Nu er ook na
delige kanten naar voren komen
gaat het niet aan de rekening daar
voor alleen bij het bedrijfsleven te
leggen", zegt hij met nadruk.
De nieuwe Landbouwschapsvoor
zitter waagt zich niet aan een voor
spelling van het aantal boeren dat
Nederland in het jaar 2000 nog zal
tellen. Maar dat het er minder zijn
dan vandaag acht hij waarschijn
lijk. "Het hangt natuurlijk af van
de beleidsontwikkelingen en van
de filosofie in de komende tien tot
vijftien jaar. Eén van de vragen is
bijvoorbeeld hoeveel deeltijdboe-
ren we willen hebben. Als je vindt
dat landbouw een ekonomische
aktiviteit behoort te zijn - en dat
vind ik - dan kun je voor die deel-
tijdbedrijven een niet al te grote
plaats inruimen".
Marius Varekamp volgde een
opleiding MO-ekonomie. Uit
gaande van zijn loopbaanontwik
keling had hij achteraf die studie
ekonomie liever voortgezet. Be
halve naar de ekonomie gaat zijn
interesse ook uit naar de elektro
techniek. Radiozendamateurs in
Nederland en ver daarbuiten ken
nen hem al twintig jaar als PAO
MJV. Met spijt stelt hij vast dat
zijn werk hem nauwelijks nog tijd
laat zich in zijn radiokamer uit te
leven.
België/Luxemburg/Denemarken 0
Erankrijk
zuivelprodukten - 4,7
overige (inkl. v. vlees) - 6,3
Ierland - 1,5
Italië - 6,5
V.K. - 6,6
Griekenland - 40,5
Spanje/Portugal 0
Zoals bekend, is afgesproken, dat de
nieuwe negatieve mcb's niet eerder
dan na vaststelling van de nieuwe
landbouwprijzen, zullen worden af
gebroken.
Voor Ierland gaat de nieuwe situatie
op 14 april 1986 in.
De nieuw benoemde voorzitter van het Landbouwschap Marius J.
Varekamp houdt er al twintig jaar een niet alledaagse hobby op
na: als radiozendamateur onderhoudt hij kon takt met
zendliefhebbers over de hele aardbol, (foto Landbouwschap)