"Ook zonder mestregel had ik opslagkapaciteit vergroot" Halbe Vollema in Peins over z'n mest lagune: Sociale rem Wat te gemakkelijk Voorzichtig in winter Overpompen "Al was er nooit over mestregels gesproken, dan nog zou ik de opslagkapaciteit hebben vergroot. Mijn weiland is in prima konditie en dat wil ik in de winter niet ver pesten met het uitrijden van de mest". Dat zegt Halbe Vollema in Peins, een dorpje op de klei niet ver van Franeker. Vorige zomer bouwde hij een betonnen mestput van duizend kubieke meter. Tegen de herfst werd die Leeg gereden en op dit moment is het zover dat de BSA mengmesttank opnieuw met het uitrijden kan beginnen. Vollema koos voor een betonnen put in de grond in plaats van een ronde silo geheel of gedeeltelijk boven de grond, omdat zijn bedrijf vlak buiten het dorp ligt en de bewoners van de nieuwbouw het zicht op z'n erf heb ben. "Ik vond het niet verstandig om het uitzicht met een silo te belemme ren. Niet dat we ooit klachten krijgen, ook niet als we mest uitrijden maar je mag daar wel rekening mee hou den". Toen bleek dat de prijs van de put niet veel verschilde met een bo vengrondse silo was de keuze snel ge maakt en "voor zover ik kan beoordelen is dat een goede keus ge weest", aldus Vollema. Vollema heeft een kleibedrijf van bij na 35 hektare kadastrale maat, waar van 18 hektare in eigendom en melkt ruim tachtig koeien. Hij begon als zelfstandig boer in 1959 door een maatschap met z'n oom aan te gaan die een bedrijf van 18 hektare had. Het was tot 1972 een gemengd be drijf. Toen in 1965 z'n oom ophield werd een montagestal voor 23 koei en gebouwd. "De vraag was toen even of er een gierkelder bij gebouwd moest worden of dat de gier nog in de sloot kon worden opgeslagen". Dat laatste was natuurlijk goedkoper en zo gebeurde het dat de afgedamde sloot in funktie bleef. In 1972 werd opnieuw uitgebreid en verscheen een ligboxenstal voor 70 dieren met een mestopslag voor 100 kubieke meter. De mest werd vanaf dat moment gescheiden bewaard. De bedrijfsoppervlakte was intussen al gegroeid naar 20 hektare en vrij snel daarna kwam er nog eens 5 hektare bijOok de verkaveling verbeterde en de huiskavel die steeds 10 hektare was, werd groter. In 1975 werd de stal nog eens uitgebreid naar 130 plaatsen voor melkkoeien en bijbehorend jongvee en de mestopslag naar 130 kubieke meter. Weer enige jaren la ter kwam een verdere verbetering van het weiland op gang en werd een be- tonrand van 500 meter aangelegd. Niet zo lang daarna ontstond het mo ment dat de expansieve boer z'n be drijf sociaal niet meer aanvaardbaar vond. "Ik vind het belangrijk om ook eens vrij en tijd te hebben en met va kantie te gaan", aldus Vollema die toen een vaste man in dienst nam. "De bedoeling was te groeien naar een veestapel die een melkproduktie van 600.000 liter zou halen. De super heffing gooide roet in het eten en kwam voordat we op dat peil zaten. Nu hebben we een quotum van 491.000 liter en daar moeten we het maar mee doen". tankwagen aangesloten. De buis ligt dan over de rand van de put. Bij het uitrijden wordt de mest vanaf de kant uit de put gezogen. Halverwege de lange zijde wordt met een Veenhuis stuwende mixer de mest gemengd, ter wijl tegelijkertijd de BSA wordt ge bruikt om de mest via een pvc-buis over de rand van de put rond te pompen. "Op die manier is de mest goed vloei baar te houden", aldus Vollema. Voor het overpompen van ruim 100 kuub mest heeft de BSA ongeveer een uur nodi|. Dat moet eens in de drie weken gebeuren. Het vloeibaar ma ken van de mes door middel van mixen en rondpompen kost ongeveer drie uur. Toen de lagune werd ge bouwd, werd ook de BSA-tank aan geschaft evenals de mixer. "Dat is ook de enige extra investering die ik heb moeten doen. Ook dat is een voordeel van de lagune boven een ronde silo. Er hoeven geen dure aan- en afvoerleidingen worden aan gelegd". Een ander voordeel van de put vindt Vollema de gemakkelijke vergroting van de opslagkapaciteit door op de rand nog een laag bouwblokken te metselen. Deze blokken hebben een hoogte van 23 cm en één laag vergroot de kapaciteit met 175 kuub. "Als straks blijkt dat de vijf maanden opslag voor mijn bedrijf niet voldoen de is, dan leg ik er gewoon een laag bij. De kosten daarvan zijn ongeveer 2500 gulden voor materiaal en werk". Op dit moment is de put open en vangt daardoor nogal wat regenwa ter. Volgens berekeningen zou dat on geveer 245 kuub zijn. Om de mogelijkheid van afdekken te hebben is in het midden van de put een be- tonrand gebouwd waarop een muurt je kan worden gemetseld waarop een dak zou kunnen rusten. "Voorlopig begin ik daar nog niet aan. Ik denk dat de kosten van het uitrijden van water nogal wat lager zijn dan van een afdekking", aldus Vollema die de in druk heeft dat het deze winter wel wat is meegevallen met de hoeveelheid wa ter die in de put is terechtgekomen. Als Vollema nog eens terugblikt heeft hij enigszins het idee dat bij de stal- lenbouwerij, wel eens wat te gemak kelijk over de mest is gedacht. Zelf bouwde hij een stal met een vouw- schuif en een beperkte mestopslag. "Later kwamen de putten onder stal met de roostervloeren, maar ook dat is niet voldoende voor de meeste be drijven. Het kan niet anders of er moet in de winter worden uitgereden. En daar zet ik wat vraagtekens bij. Niet alleen dat het land wordt verre den, maar van de bemestingswaarde moet je ook niet teveel verwachten". Vollema kan zich het verzet tegen de mestregels wel voorstellen, zolang het gaat om de vast te stellen normen en de overschotheffing. Hij begrijpt ook dat hij met deze mestopslag makke lijk praten heeft, maar is wel van me ning dat er niet aan enige beperking is te ontkomen. Zolang echter een veehouder verantwoord met de mest omgaat, moet hij niet worden gehin derd door allerlei regels. "De boer heeft wat dat betreft een eigen verant woordelijkheid". W.D. Halbe Vollema, zijn dochter Anke en medewerker Pieter Rienstra halverwege de mestput, waar de trekker met mixer een verhard plaatsje heeft gekregen. De vaste man moest terug naar halve dagen vanwege z'n gezondheid. Zijn plaats wordt gedeeltelijk ingenomen door dochter Anke (22 jaar) die de middelbare landbouwschool heeft ge volgd en graag een kwart van haar tijd in het bedrijf steekt. Of ze ook de bedrijfsopvolger wordt, is nog niet duidelijk, omdat ze ook nog een jon gere broer heeft. "Wat de sociale kant betreft hebben we het nu ideaal", zegt Vollema, die zelf twee van de drie weekeinden vrij van melken heeft. "En je gaat rustig weg, omdat de be trokkenheid van ieder bij het bedrijf groot is". Met het uitrijden van mest in de win ter werd op het bedrijf van Vollema altijd al voorzichtig omgesprongen, vooral nadat het meeste land was geë galiseerd en gedraineerd. "Als de kolk van 130 kubieke meter vol was, ging de rest in een afgedamde sloot. Daar hebben we nooit moeilijkheden mee gehad, maar je weet dat dat niet altijd door kan gaan. De laatste ja ren is de kontrole daarop verscherpt, maar je moet ook zelf zo verstandig zijn om daarmee te stoppen. Het kan gewoon niet meer om zo met mest om te springen". Voldoende opslag in de winter geeft volgens Vollema het grote voordeel dat in het voorjaar alle land van de mest kan profiteren. "Als je ook in de winter uitrijdt, doe je dat het liefst niet al te ver weg en op de percelen waar dat het beste kan. Dat betekent dat je meestal niet een goede spreiding over het gehele bedrijf bereikt. Van hetgeen ik nu in opslag heb, rij ik straks tweederde uit. Dat is ongeveer 20 kuub per hektare. Als je dat in twee keer uitrijdt, kan daar geen en kele schade door ontstaan". Eenderde deel van de mest blijft zit ten tot de zomer. "Met het uitrijden in de zomer heb ik geen enkele moei te. Als je dat goed doet door goed te mixen en bij goed weer, heeft het gras daar geen last van". In het najaar wordt Vollema voorzichtiger met het uitrijden omdat hij z'n koeien lang buiten kan houden. "Dan heb ik liefst schoon land". In die periode ver koopt hij nogal eens wat mest aan ak kerbouwers "en ik hoop dat daar ondanks de mestregels de mogelijk heid voor blijft". Vollema liet de mestput of lagu nesleuf zoals deze ook wel wordt ge noemd, bouwen door het plaatselijk bouwbedrijf. De put heeft een lengte van 50 meter, een breedte van 14.60 meter bovenin en 9.50 meter onderin als gevolg van de schuine wanden. De diepte is 1.70 meter, waarvan 1.20 meter onder het maaiveld ligt. De put is voorzien van een deugdelijke af rastering met stroomdraden. Voor ongelukken is hij op deze wijze niet bang. "Loslopend vee blijft wel uit de buurt bovendien ligt de put op een plaats waar bijna niemand komt". De prijs van deze wijze van mestopslag is 42,50 gulden per kubie ke meter inklusief de afrastering en zonder grondwerk, waarvoor op on geveer 5 gulden moet worden ge rekend. Zodra de bestaande opslag van 130 kubieke meter vol is, wordt met be hulp van de BSA-tank de mest over gepompt naar de lagune. Daarvoor worden buizen op de pomp van de WÊÊm~'' Terwijl de mixer z'n werk doet wordt met de BSA tank de mest rondgepompt door middel van een op de rand liggende pvcbuis. Vrijdag 4 april 1986 11

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1986 | | pagina 11