VOO It lie
VltOIIW
De taboes rondom de geboorte
Judaspenning
Rondom het kraambed van toen
Kleur - geur - fleur
De mannen bij
de bevalling
We hebben als thema voor dit paas-
nummer: "nieuw leven". Als we aan
nieuw leven denken, komen we al
gauw met onze gedachten bij baby's
uit. Nieuw leven, een nieuw mens.
Vroeger bestonden er veel taboes, en
het taboe rondom de geboorte is wel
een van de oudste en hardnekkigste.
Iedereen weet wel dat er veel fabel
tjes bestaan, die aan de kinderen wer
den verteld over hun oorsprong.
De meest bekende fabel is natuurlijk
de ooievaar, die de baby's in een doek
gewikkeld, in zijn snavel bij de men
sen thuis brengt.
Vele kinderen hebben deze fabel een
tijd geloofd, en niet alleen in ons
land. Het verhaal over de ooievaar is
waarschijnlijk aan het eind van de 18e
eeuw uit Duitsland overgewaaid.
De ooievaar is trouwens nog niet ver
dwenen, als je een felicitatiekaart wilt
uitzoeken voor een geboorte, dan zie
je nog vaak de ooievaar op de felici
tatiekaart afgebeeld staan. Wat op
valt- is dat de mannelijke ooievaar
vaak in jacquet wordt afgebeeld en de
vrouwelijke ooievaar als een nette
dame.
Kraamverpleegsters spreken over
"hun ooievaartje halen", als ze be
doelen hun kraamaantekening halen.
Toen ik een keer-in een ziekenhuis de
kraamafdeling opliep, zag ik op de
klapdeuren een enorme ooievaar af
gebeeld, kortom de ooievaar is nog
steeds de bekendste kinderbrenger.
Wat ook de kinderen werd wijsge
maakt was dat moeder in bed lag om
dat de ooievaar haar met zijn snavel
gepikt had in buik of benen, en dat
verklaarde dan dat moeder een dag of
10 in bed lag. Tegenwoordig blijven
de kraamvrouwen zo kort mogelijk in
bed, maar vroeger bestond het niet
dat je eerder dan die 10 dagen
opstond,
Hieruit blijkt wel dat de medische we
tenschap niet stilstaat, en dat nu blijkt
dat het juist heel goed is om zo snel
mogelijk op te staan, zodat de kans
op bijvoorbeeld trombose zo klein
mogelijk is. Het verhaal over kinde
ren die in de kool gevonden werden
komt op de tweede plaats. Vroeger
werd ook wel verteld dat de kinderen
werden gevonden in het riet, in de
gracht of uit een put. Of ze werden
gebracht door een schip, door de dok
ter of door de baker.
Als u aan bloemen of planten denkt,
in verband met Pasen, zal meestal de
narcis wel als eerste in uw gedachten
komen. Toch is er ook een andere
plant die daarvoor in aanmerking
komt en wel de judaspenning.
Meestal bloeit die plant nog niet met
Pasen, zeker niet als het een vroege
pasen is.
Als u het bijbelse paasverhaal kent
zult u weten, dat één van de discipe
len van Jezus - Judas - hem verraad
de en daarvoor 30 zilveren penningen
als verradersloon ontving. Maar toen
hij op Goede Vrijdag de kruising zag
gebeuren, kreeg hij zo'n berouw van
zijn daad, dat hij de penningen niet
langer wilde houden en ze wegwierp
onder het kruis van Jezus. De legen
de die naast het bijbelverhaal ont
stond, vertelt dat de penningen daar
wortel schoten, groeiden, bloeiden en
aan het eind van de dag stond daar
de plant met de zilveren vruchtdoos
jes, die de vorm hadden van een pen
ning. En zo zouden de zilverkleurige
zaaddoosjes het symbool geworden
zijn - niet van het verraad - maar van
oprecht berouw.
Een verhaal zoals er zoveel zijn rond
planten die met Bijbelse vertellingen
in verband gebracht worden.
Zelfs de Flora zet als toevoeging bij
de beschrijving van de Judasboom:
"Volgens de overlevering zou Judas
zich van het leven hebben beroofd
door ophanging aan deze boom. De
ronde platte peulen zouden de mun
ten van zijn verradersloon voor
stellen.
In de bibliotheek zag ik onlangs het
boekje "Rond het kraambed van
toen" van Maria Lamoen. Hetgeen
hierin staat leek me toepasselijk voor
het paasnummer, dat als thema het
nieuwe leven heeft. Rond het nieuwe
leven kennen we ook vele gebruiken
en daarom wil ik u enkele passages uit
dit boek niet onthouden. Kraamge-
bruiken zijn zo oud als de mensheid.
Ze bezitten meestal een diepe achter
grond en betekenisvolle inhoud. Er
ligt vaak naast religieuze en heidense
motieven onbewust grote angst ach
ter deze gebruiken. Zo werd de a.s.
moeder precies vertelt welke voor
schriften zij in acht moest nemen om
een gezond kind te krijgen zoals:
- De a.s. moeder mocht geen kies la
ten trekken, anders bestond er kans
op een miskraam.
- Tijdens de zwangerschap mocht ze
geen melk drinken, want dan werd het
kind te zwaar.
- Zij mocht niet onder een draad
door-lopen. Het kind zou dan met de
navelstreng rond de hals geboren
worden.
- Stak de kraamvrouw haar handen
in koud water dan zou zij een verkil
ling krijgen en het kind zou haar leeg
drinken.
Verder was in blijde verwachting zijn
niet zonder gevaar voor moeder en
kind. Veel folkloristische eigenaardig
heden dienden als bezwering van
duistere machten. Daartoe werd o.a.:
- Het huis schoongeveegd, of een be
zem bij de deur of onder het kraam
bed gelegd.
- De deuren werden gegrendeld of
dichtgebonden met schortebanden en
de sleutelgaten werden dichtgestopt.
Uit de oud-Germaanse tijd is bekend,
dat de jonggeborene op vaders schild
werd gelegd. Er waren rituele wassin
gen door degene naar wie het kind
werd vernoemd. Deze gaf dan grote
geschenken aan het kind bijv. wa
pens, land of een op dezelfde dag ge
boren slaaf.
Wist u dat vanuit de Zaanstreek het
gebruik van beschuit met muisjes zijn
ingang deed in ons land. Grove muis
jes bij de geboorte van een knechtje
en gladde hij die van een meidje.
Allemaal kennen we de verhalen die
aan de kinderen werden verteld over
de ooievaar. Het volgende versje gaat
hierover.
"Ooievaartje, lepelaartje
ik ben niet tevreden
over 't visje dat je bracht
juist een week geleden.
Weet je dat dit heel niet praat
en niet eens kan lopen
dat het telkens huilen gaat
met haar mondje open?
Nee, ik wil dat visje niet
maar een ander kindje
weet je wel een broertje
net als Piet, mijn vrindje.
Veel van deze gebruiken rond de ge
boorte zijn door de jaren heen ver
dwenen of veranderd. Ze geven echter
een duidelijk beeld van de tijd waar
in ze zijn ontstaan. Wat er echter ook
zal mogen veranderen, het wonder
van de geboorte zal ons blijven ont
roeren.
Wilt u meer weten over gebruiken
rondom de kraamvrouw, geboorte en
zuigeling dan raad ik u aan dit boek
je eens te lezen.
J.M. Elema - Meinardi
Aan deze pagina's werkten mee: L.J. de Regt-van Maldegem
C.J. Overbeeke-Breure R. Mouthaan-Mantel
M.T. Vleugel-Mandemaker J.M. Elema-Meinardi
T. in 't Veld-Blonk P.J. de Rooy-Janse
Ik mag altijd met plezier dit soort ver
halen lezen, maar veel meer plezier
geeft me de plant zelf. In het vroege
voorjaar, door de mooi paarse bloe
men, die overal in de tuin bloeien en
in de late herfst en de winter door de
zilveren penningen, die zowel buiten
als binnen een leuk kleuraccent geven.
L.J. de Regt - van Maldegem
Het geel overheerst in mijn voor-
jaarstuin. Rond de paasdagen is het
de narcis die heel dominerend het
beeld bepaald. De bollen, eens in een
kleine hoeveelheid gekregen, hebben
door de jaren heen zich door de hele
tuin een plaats veroverd. Daar ben ik
zelf de hoofdschuldige van. Het is im
mers ieder jaar opnieuw hetzelfde
proces. In december begint het al, dan
piepen de groene punten uit de grond.
Ik spreek ze dan vermanend toe:
"Weten jullie wel dat de winter nog
moet beginnen, dat sneeuw en hagel
en vorst jullie straks zullen doen kleu
men?" Diezelfde vorst zorgt er dan
voor dat de groene punten niet ver
der boven de grond uit komen.
In februari beginnen de dagen te len
gen, de zon komt hoger te staan en
nu komt er leven in de narcis. Er is
geen houden meer aan. Het groen
staat heel vrolijk in de verder nog dor
re tuin. Met welgevallen kijk ik hoe
deze vroege voorjaarsboden zich ont
wikkelen. Zodra er een knop ver
schijnt ben ik er bij om ze naar binnen
te halen. Binnen in de huiskamer, om
te genieten van een bloem die in één
dag tijd z'n bloemblaadjes open kan
vouwen. Ons in z'n hart laat kijken,
in al z'n schoonheid, het verlengt het
genieten van al dat geel. Ondanks dat
ik verschillende soorten narcissen heb
die na elkaar bloeien moeten ze soms
veel doorstaan. De gure voor-
jaarsstormen rukken dikwijls met veel
geweld aan bloemen en stelen. Ieder
jaar bewonder ik de veerkracht van
dit bolgewas.
Na het wel - het wee!
Als alles de grond uitbarst staan daar
bossen met groen. Groen waar de
zaaddozen van de narcissen uitgesne
den moeten worden. Dan is ook de
liefde voor de plant over. Gewapend
met een schop ga ik ze te lijf. Ik vind
het onbescheiden om zoveel plaats in
mijn tuin te willen hebben. Een ander
plantje moet ook een plaatsje kunnen
krijgen, dus gaan ze eruit en als de
bollen boven komen zie ik in gedach
ten die vrolijke narcissenkopjes in de
wind. Het blije dat mijn tuin ieder
voorjaar weer zo opfleurt en ik ruik
de bloem die narcis heet.
Ik kan het niet over mijn hart krij
gen ze weg te doen. Daar onder die
heesters is nog wel een plaatsje. Een
groep struiken die laat in z'n blad
komt, kunnen ook wel wat opkikkers
in het voorjaar gebruiken.
Nooit heb ik alle bollen te pakken, er
blijven van iedere pol wel een paar zit
ten. Veel geel, heel overtuigend, sa
men met de forsythia en de crocus de
grote kleurmakers in m'n voor-
jaarstuin.
S. Overbeeke - Breure
Wanneer gingen de mannen nu hel
pen met de bevallingen?
Het schijnt dat aan het eind van de
17e eeuw de vroedmeester zijn intre
de deed in de kraamkamer. Dat had
wel een oorzaak: Lodewijk de Veer
tiende had zijn hofarts laten helpen
bij de bevalling van zijn minnares.
Zodoende deed de dokter zijn intre
de in de wereld van bevallingen en
kraamverzorging.
Door de komst van die dokter werd
alles nog veel preutser dan dat het al
was. Heel bekend zijn de afbeeldin
gen en verhalen dat de kraamvrouwen
niet uitgekleed mochten zijn, en dat
de dokter alleen maar mocht helpen
door op de tast zijn werk te doen on
der de dekens. Dat werkte natuurlijk
wel erg lastig.
Er onstond een konkurrentiestrijd
tussen de vroedvrouwen en de dok
ters. Maar het zijn wel mannen ge
weest die de wetenschappelijke
verloskunde hebben opgezet. Nu ken
nen we zowel mannelijke als vrouwe
lijke gynaecologen. Niemand vindt
het meer vreemd om door een man
geholpen te worden bij een bevalling.
Ook de echtgenoot is weer terugge
keerd in de kraamkamer. Het wordt
nu vreemd gevonden als de echtge
noot niet aanwezig is bij de bevalling.
Gebruiken
Er is erg veel veranderd rondom het
bevallen in de loop der eeuwen. Toch
blijven sommige gebruiken ook in on
ze tijd wel bestaan. Een voorbeeld
daarvan is het eten van beschuit met
muisjes als de baby geboren is. Dat
wordt nog heel veel gedaan, maar
waar komt het vandaan? De voorlo
per van de beschuit met muisjes is een
gesuikerde boterham, ook wel "kin-
dermanstik" genoemd, die vroeger
werden uitgedeeld aan de buurtkinde
ren als er een baby geboren was. Voor
de volwassenen was er een traditionele
warme wijn, met kaneel en kruidna
gelen, "kandeel" geheten. Ook dronk
men na de geboorte wel jenever of
brandewijn met suiker. In Twente
geeft men de kraamvrouw vaak nog
een "krentenwigge", dat is een heel
groot krentenbrood. Zo heeft iedere
streek ook nog zijn eigen eetgewoon
ten rondom de geboorte van een kind.
In Zeeland gaf men de kraamvrouw
vaak eieren om aan te sterken.
Sommige gegevens heb ik gehaald uit
het leuke boek: "Volksgebruiken in
Nederland" door J.L. de Jager, uit
gegeven door "Het Spectrum bv". Ik
vond het erg leuk om eens wat dieper
in te gaan op onze tradities rondom
de geboorte, zowel vroeger als nu.
M.T. Vleugel-Mandemaker