De maand maart op Zuid Westelijk Veebedrijf Welzijn dieren zoveel mogelijk internationaal verbeteren Rundveehouderij Jubilerend Sprenger Instituut werpt blik op de toekomst Rundveehouderij Varkenshouderij roostervloer. Een volledig rooster- vloerstal is wat goedkoper betreffen de de bouwkosten. Uit gegevens van het Varkensproefbedrijf te Sterksel blijkt dat een kleiner oppervlak per dier minder goede technische resulta ten geeft, terwijl de hygiëne in zo'n stal goed is. De stookkosten zijn in een volledig roostervloerstal hoger. Nemen we daarnaast het welzijn van het dier, dan gaat de voorkeur uit naar een halfroostervloerstai. Dan blijft nog de vraag over natuurlijk of mechanisch ventileren? De kosten voor elektriciteit bij mechanische ven tilatie zijn ongeveer ƒ7,per plaats, terwijl bij natuurlijke ventilatie de kosten nihil zijn. Toch is het beter voor het mechanisch systeem te kie zen. Zeker in de provincie Zeeland, waar sterke weerswisselingen optre den. Daarom vraagt natuurlijke ven tilatie meer aandacht voor het bijstellen van kleppen. Dan nog is er een grotere variatie in temperatuur- somstandigheden. De bouwkosten van een mest varkensstal zijn hoog. Het is dan ook van het grootste be lang een stal te bouwen waarin goe de technische resultaten te behalen zijn. Om samen met Uw voorlichter tot een goed plan te komen, is het noodzakelijk dat U de genoemde pun ten goed overwogen heeft, zodat U samen met de bedrijfsvoorlichter tot een verantwoorde keuze komt. Beperk stof in pluimveestallen Stof veroorzaakt in de pluimveehou derij nogal eens ongemak. Vooral als de hennen schrikken of als de oude hennen uit de kooien worden gehaald zweven grote hoeveelheden stof door de lucht. En juist op die momenten is de pluimveehouder ook in de stal. Stof is schadelijk voor zijn gezond heid. Het is dan ook goed aandacht aan dit probleem te besteden. Welke problemen kan stof ver oorzaken? Stof is uiterst fijn organisch materi aal, afkomstig van strooisel, opge droogde mest, voer, huidschilfers of veren. Dit fijne stof wordt ook ingea demd en komt tot in de verste uithoe ken van de longen. Bovendien zetten zich op de stofdeeltjes ziektekiemen (bakteriën, schimmels) vast. Dit kan een aantal problemen veroorzaken. Allereerst geeft stof ongemak, door dat ogen, neus en huid geïrriteerd ra ken. Stof kan allergische reakties veroorzaken. Tranende ogen, niezen en hoestbuien zijn het gevolg. Tenslotte kan stof verantwoordelijk zijn voor de overdracht van ademha- lingsinfekties van dier op dier én van dier op mens. Wat is er aan stof in de stal te doen? Er zijn twee mogelijkheden om stof problemen te voorkomen: zorgen dat er weinig stof wordt geproduceerd en voorkomen dat het geproduceerde stof in de lucht komt. Hoe kunnen we dit bereiken? Stof zal altijd in de stal voorkomen: er zijn dieren aanwezig en er wordt regelmatig voer aange voerd. De hoeveelheid stof kan ech ter beperkt worden door: 1Een eerste vereiste is een goede al gemene hygiëne. 2. Het beperken van de valhoogte van het voer kan veel stuiven voorko men. Ook het soort voer is van be lang. Meel brengt meer stof met zich mee dan geperst voer. Toch komt ook bij geperst voer nog meelstof vrij en dit wordt nog verergerd door gebruik van bijv. vijzels en voerkettingen. 3. Het regelmatig verwijderen van stof is noodzakelijk. Vegen is het ver plaatsen van stof. Voor het werkelijk verwijderen is het gebruik van een in dustriële stofzuiger aan te raden. De pluimveehouder kan zich daar naast ook beschermen tegen stof door het gebruik van een stofkapje, stof- masker of stofhelm. De eerste twee hebben het nadeel dat de lucht zelf door het filter gezogen moet worden. Bij de stofhelm wordt verse lucht kontinu aangevoerd. Dergelijke hulp middelen kunnen wel eens ongemak veroorzaken door transpiratie, maar helpen blijvende ongemakken te voorkomen. ing. A.J. Biemans, C.R.-Tilburg ing. G. Meeuwissen en ing. D. Pullen, C.V.P.-Tilburg 'Ik ben van mening dat welzijnsver- beterende maatregelen zoveel moge lijk in internationaal verband moeten worden getroffen. Zeker waar het om maatregelen gaat, die van invloed zijn op de kostprijs. Een eenzijdige nati onale aanpak zou in deze gevallen lei den tot verstoring van de konkurrentieverhoudingen en derhal ve tot verplaatsing van mogelijk wel zijnsproblemen tot buiten onze landsgrenzen'. Aldus staatssekretaris A. Ploeg tij dens de jaarvergadering van de kring Limburg van de Nederlandse Organi satie van Pluimveehouders (N.O.P.) op 19 februari j.l. in Baexem. Het Sprenger Instituut te Wagenin- gen, dat in 1936 werd opgericht jubi leert dit jaar. Om het 50-jarige jubileum op gepaste wijze te vieren zijn verschillende extra aktiviteiten in voorbereiding, waaronder een sympo sium met als thema "De afzet van tuinbouwprodukten in het jaar 2000". Het symposium wordt gehouden op dinsdag 10 en woensdag 11 juni a.s. in De Reehorst te Ede. Deskundige sprekers zullen hun visie geven op de te verwachten ontwikke lingen in de naaste toekomst. De eer ste dag zullen de ontwikkelingen met betrekking tot de produktie en kon- sumptie centraal staan, de tweede dag zal in het teken staan van de afzet van tuinbouwprodukten (handel en lo gistiek). Geïnteresseerden kunnen zich voor informatie wenden tot het Sprenger Instituut, postbus 17, 6700 AA Wageningen, tel.: 08370-19013. Volgens de bewindsman zal in de raad van E.G. ministers van landbouw zeer waarschijnlijk dit voorjaar, onder Ne derlands voorzitterschap, een richtlijn over de bescherming van legkippen in legbatterijen worden aangenomen. Dat zal voor de pluimveehouderij als konsekwentie hebben, dat vanaf 1 ja nuari 1988 in alle nieuw gebouwde kooien en alle kooien, die voor het eerst in gebruik worden genomen, per kip een minimum oppervlakte van 450 cm2 aanwezig dient te zijn. Va naf 1 januari 1995 zal deze norm gel den voor alle batterij kooien in de Gemeenschap. Daarnaast zal de Eu ropese Kommissie vóór 1 januari 1993 een verslag moeten indienen over de wetenschappelijke ontwikkelingen op het gebied van welzijn van kippen in verschillende huisvestingssystemen Deze EG-richtlijn is op een aantal punten een aanscherping van de Ne derlandse wetgeving in de Wet mini mumeisen legbatterijen, al komt zij er ook in hoge mate mee overeen. Nieuwe zuivelfilm Het Nederlands Zuivelburo heeft - met financiële steun van het Mi nisterie van Landbouw - een nieu we film laten maken. De film kreeg als titel 'Say Cheese' mee en is beschikbaar voor scholen, ver enigingen en andere groepen. In het buitenland zal de film on dersteunend kunnen werken bij aktiviteiten die het zuivelburo daar uitvoert. Een groot deel van de film is op genomen in Haastrecht. In een verhaal over de lotgevallen van een boerenfamilie, wordt informa tie verstrekt over de Nederlandse zuivel. De film duurt een half uur. Stierenkeuze "De stier is de halve veestapel". Dit gezegde geldt nog steeds. Want met de stier die nu wordt gebruikt, wordt al voor een groot deel de toekomst van de veestapel bepaald. Daarom is een goede stierenkeuze zo'n belangrij ke zaak. Waarop moeten we letten bij de keuze van een stier? Regelmatig geeft de K.I.-vereniging een overzicht uit van de stieren die beschikbaar zijn. Daar staan vele gegevens op vermeld, zowel over de produktie als de exte- rieurverzorging. Het Inet is nog steeds het belangrijkste getal ook nu met de superheffing. Ook andere cijfers, zoals betrouw baarheid, °7o onvolledige lijsten zijn belangrijke gegevens. Dit geldt ook voor de waardering van de onderde len voor de exterieurvererving. Op koeien, waarvan U toch geen kal veren aanhoudt, is het gebruik van vleesrassen, zoals Piemontese, een goede zaak. Probeer ook zoveel mogelijk de pin ken te insemineren met een goede K.I.-fokstier. Daarmee bereikt U een snellere genetische vooruitgang van de veestapel. Er zijn thans ook voor pinken vol doende geschikte stieren. Rassenkeuze en bemesting snijmais Omdat er al jaren een grote opper vlakte snijmais wordt gezaaid, is het voor de kwekers ook aantrekkelijk om hard te werken aan nieuwe rassen. Dat heeft resultaat, want de laatste ja ren zijn er nogal wat nieuwe en bete re rassen bijgekomen. Het overzicht van de rassen met de cijfers van de opbrengsten, zowel in verse kg als kg drogestof en verschillende waarde ringscijfers kunt U vinden in de ras- senlijst. Ook in de verschillende vakbladen komen in het voorjaar ar tikelen over de rassenkeuze met uit gebreide gegevens van de rassen. Verzorging grasland Op een aantal graslandpercelen staat weer heel wat onkruid. Vooral in nieuw ingezaaid grasland kan veel muur voorkomen. Dit lijken nu nog kleine, ongevaarlijke plantjes, maar bij wat groeizaam weer zijn het zo grote pollen. Het gras kan er dan on der stikken. Voer daarom, indien no dig, op tijd een chemische bestrijding uit. Benut dan ook de geschikte da gen in maart. Het voordeel hiervan is dat het onkruid nog klein is en het gras nog niet in volle groei. Dan is ook de schade aan het gras door groeiremming minder. Nieuw inge zaaid gras moet voldoende ontwik keld zijn en minstens 5 cm lengte hebben, alvorens een bespuiting mag worden uitgevoerd. Als de tempera- tuursom van 200°C is bereikt, moet op het grasland de stikstof worden gestrooid. De grond mag natuurlijk niet te nat zijn. Als de eerste keer wordt beweid is er 60 - 80 kg N per ha nodig en bij maaien 100 - 120 kg N. Natuurlijk kan de stikstof die met organische mest is gegeven worden af getrokken. Op een aantal bedrijven wordt een graslandgebruikskalender bijgehouden. Dit is een handig hulp middel om het graslandgebruik per perceel te plannen en te registreren wat er is gebeurd. De bedrijfsvoor lichter kan U hierover meer informa tie geven. Delar Al enkele jaren wordt door een aan tal veehouders een deelboekhouding rundveehouderij bijgehouden. Hier bij worden door de deelnemers een aantal gegevens genoteerd. Dat wordt dan centraal uitgewerkt en hiervan komt een uitgebreid verslag. Er ko men gegevens uit over de melkpro- duktie, de hoeveelheid en het bedrag van het voer, de bemesting enz. Daar naast wordt dan de norm vermeldt, Bij huisvesting in een halfroostervloerstai zijn de stookkosten lager dan in een volledig roostervloerstal. wat wil zeggen: "zo had het moeten zijn'. U kunt dan Uw eigen uit komsten hiermee vergelijken. Binnen kort worden er een aantal regionale bijeenkomsten gehouden, waarop uit leg wordt gegeven over zo'n deelboek houding. Daar kunt U dan te horen krijgen, wat zoiets allemaal inhoudt, de mogelijkheden, de kosten enz. Zo'n deelboekhouding is een nuttige zaak want nog steeds geldt: "Wie schrijft, die blijft!" "Standaard"-mestvarkensstal Door de op stapel staande meststof fenwet zal er voor vele varkensbedrij ven geen mogelijkheid meer zijn om uit te breiden. De Interimwet biedt nog een kleine mogelijkheid voor be drijven met weinig grond in het exten sieve gebied. Door het grote biggenoverschot wil een aantal ver- meerderingsbedrijven een meststal bouwen. Door de toenemende kon- kurrentie is het van belang de produk- tiekosten zo laag mogelijk te houden. De huisvestingskosten spelen hierbij een belangrijke rol. De ontwikkeling van de huisvestingsvormen heeft ge leid tot stijging van zowel bouwkosten als kosten voor energie, zoals verwar ming en ventilatie. De vraag rijst dan welke stal zal ik bouwen? Dat het een stal moet worden met kleine afdelingen is algemeen bekend. Maar dan komt de keuze van welk voersysteem. a. Trogvoedering: Met een goede overzichtelijke kontrole op gezond heid en voeropname van de varkens. b. Droogvoerbak: Waarbij de var kens de gehele dag voer op kunnen nemen. Bij een goede gezond heidstoestand op het bedrijf en een goede kontrole is een hogere groei mogelijk. Bij het laatste systeem is het mogelijk de arbeid te verlichten, door een vij zelsysteem aan te leggen. Met dit systeem is het niet mogelijk, zoals di kwijls gesteld wordt, arbeid te bespa ren. Een goede verzorging bestaat grotendeels uit kontrole. De volgen de keuze is halfrooster- of volledig Drijfmest is waardevol voor de verbetering van de bodemvruchtbaarheid, mits het van goede kwaliteit is en juist aangewend wordt. Vrijdag 28 februari 1986 13

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1986 | | pagina 11