Akkerbouw
Phytophthora
Brakenen
kontigentering
Pachtverhogmg
Veehouderij
Grondgebruik
Tuinbouw
Mestproblematiek
Onderwijs
Benoemingen
Hoofdbestuur
Nieuwe regionale
konsulentschappen
De vice-voorzitter van de akkerbouw-
kommissie van de ZLM, de heer J.C.
Geluk, gaf een toelichting op de situ
atie in de akkerbouw. Met betrekking
tot de weersgesteldheid zei hij dat de
vele neerslag in de maand januari met
daardoor piasvorming op nogal wat
percelen, de struktuur niet in positie
ve zin zal beïnvloeden. Mogelijk dat
het weer in februari hier nog korrige-
rend optreedt, meestal is het zo dat
vorst vlak voor het zaaiseizoen het
best struktuurverbeterend werkt.
Over de marktsituatie zei de vice-
voorzitter dat deze voor bijna alle
produkten matige tot slecht is. De aard
appelprijzen zijn na nieuwjaar snel
bergafwaarts gegaan, speciaal omdat
de markt voor de grove sortering on
deruit is gegaan. De maat 35 - 50 zat
al geruime tijd op een voerprijs. De
eis voor bonken is door enkele bedrij
ven ook al bijgesteld; er mogen niet
meer dan 60 aardappelen in de 10 kg
zitten. Dat deze prijszetting nog wel
eens over dit seizoen heen kan reiken
is volgens Geluk niet ondenkbeeldig,
daar alles wat vrieshuis is, wordt vol
gereden met voorgebakken frites.
Ook de uien gaan mede door de zeer
slechte kwaliteit zo mogelijk nog ver
der onderuit. Op het ogenblik komen
er uien van een goede kwaliteit uit Po
len ons land binnen. Voorts komt ook
de tarwe er niet zonder prijsdaling af
omdat het Engelse pond afbrokkelde.
Het enige, zo konkludeerde Geluk,
dat qua prijszetting wel goed gaat zijn
enkele graszaadsoorten en de ruwvoe-
ders; het veldbeemd is al uitverkocht
en belooft dan ook voor de telers van
dat jaar, mits zij een redelijke kg-
opbrengst hadden, een goede ha-
opbrengst.
Met betrekking tot de bedrijfshygië-
ne stelde de heer Geluk vast dat er
momenteel al vele tonnen sorteer-
grond aanwezig zijn op de sorteerbe-
drijven en er wordt iedere dag nt>g
veel aangevoerd. "Veel grond wordt
dan ook van hot naar her versleept,
zelfs ruilverkavelingen maken veelvul
dig gebruik van deze grond. De kans
op insleep van bjjv. Rhizomanie is le
vensgroot aanwezig. Grondafvoer
naar het bedrijf van herkomst zou ze
ker een overweging waard zijn".
Phytophthora in volkstuinen bestrij
den via een verordening is volgens Ge
luk zeer waarschijnlijk niet haalbaar.
Maar wel kan een goede voorlichting
hier positief aan bijdragen, bijv. door
het gebruik van weinig phytophthora-
gevoelige rassen, en de mensen daar
bij aankoop op te wijzen. Ook een be
tere voorlichting in het gebruik van
gewasbeschermingsmiddelen voor de
ze volkstuinders zou niet verkeerd
zijn. Veel gebeurt daar erg ondeskun
dig, aldus de vice-voorzitter.
Van het EG-prijzenfront zei de heer
Geluk weinig nieuwe perspektieven te
kunnen melden. "Copa stelt volgens
de objektieve rekenmethode 4.7%
prijsverhoging voor, maar geeft daar
onmiddellijk wisseldgeld bij door te
stellen, dat over de overschotten of
moeilijke produkten te praten valt.
Dit weekend zijn er al, vooruitlopend
op het overleg, door minister Braks
en kommissaris Andriessen schoten
voor de boeg gegeven, zodat we ze
ker blij mogen zijn met de nullijn".
Geluk vertelde dat er binnen de ak-
kerbouwkommissie met betrekking
tot de suikerbieten wat verwarring
bestond over de extra heffing van
1.39%. Deze heffing gaat over het A
en B quotum en zal dan afhankelijk
van kg-opbrengsten en suikerpercen
tage ongeveer ƒ3,per ton bedragen
wat zal uitmonden tussen de 135 - 150
gulden per ha. Ook is er nogal wat
angst voor een uitbreiding van het bie
tenareaal. Dit blijkt tot nog toe erg
mee te vallen: nog niet precies 1% bij
70% van de vergelijkbare ingestuur
de zaadbestellingen. Bij navraag blijkt
weinig uitbreiding te zitten in bijv. het
oosten van Brabant. Waarschijnlijk
is dit het gevolg van de mest norme
ringen voor bouwland, die zijn im
mers nogal wat lager dan voor grad
en maisland.
Sprekend over de graanproblematiek
meldde de heer Geluk vervolgens dat
dè heer P. de Koeijer van het NAJK
te gast is geweest op de akkerbouw-
kommissievergadering. "Je kunt het
eens of oneens zijn met de aangedra
gen oplossingen van het NAJK, maar
een feit is dat zij er zeer konstruktief
over na hebben gedacht. Hij hield een
goed verhaal, klaar en duidelijk en
goed onderbouwd. Hoe we het ook
wenden of keren we zullen moeten
proberen het graanareaal terug te
dringen, om zo weer indien mogelijk,
op een zo kort mogelijke termijn te
rug te keren tot een marktevenwicht".
Geluk zette uiteen hoe we dit moeten
bereiken met de voor en tegens van
de verschillende maatregelen:
- restriktief prijsbeleid met medever
antwoordelijkheidsheffing. Nadeel:
leidt niet tot een vermindering van de
produktie. Zijns inziens werkt dit al
leen maar prijsverlagend.
- Kontingentering per ha.
Nadeel: werkt verstarrend en is duur
vanwege de moeilijke kontrole. Voor
deel: de boer weet waar hij aan toe
is en kan er zelf invloed op uit
oefenen.
- Eiwitrijke gewassen: goede moge
lijkheid voor een beperkt aantal ha's.
- Houtkuituur: voor Nederland on
geschikt. Een langdurige subsidietoe
zegging zal daar bij moeten komen.
- Beheersovereenkomsten: voor Ne
derland beperkt te gebruiken voor de
zeer marginale gronden.
- Braken: een reële mogelijkheid. Na
deel: kontrole duur en psychologisch
ligt het waarschijnlijk erg moeilijk.
Voordelen: produktie wordt terugge
drongen en de andere gewassen on
dervinden geen konkurrentie. Wel zal
braken gekoppeld moeten worden
aan de graanproduktie en het zal in
de vrucht wisseling mee moeten lopen.
Nevenvoordelen zijn dat aan de per
celen die gebraakt worden kuituur-
technische maatregelen kunnen wor
den verricht zoals: egalisatie, draina
ge, mestuitrijden, onkruidbestrijding
en het telen van groenbemestingsge-
wassen. Uiteraard hoort bij al deze
maatregelen de (politieke) wil om sa
men tot een oplossing te komen. De
heer Geluk konkluderend: "Ik zou
zeggen: braken en kontingenteren!"
Totaal oneens zei hij het tot slot van
zijn overzicht te zijn met staatssekre-
taris Ploeg wat betreft het voorstel tot
pachtverhoging: "Nooit mag een mo
tiverende reden zijn of er slechte of
goede landbouwjaren zijn voor een
pachtprijsverhoging of verlaging.
Motiverende redenen zijn wel: eige-
naarslasten, rentestand en of er een
rendementsverbetering dient te ko
men. De 4.3% eigenaarslasten voor
los land betekent een verhoging van
ongeveer 1.5% van de pacht. Wan
neer je bij de verhoging van de voor
gestelde 15% nog eens de externe
toeslagen optelt kom je tot een ren
dementsverbetering van ruwweg
18%. Dit gaat mij veel te ver", aldus
de heer Geluk.
De voorzitter van de veehouderij kom
missie, de heer W. van Veldhuizen,
konstateerde laag blijvende prijzen in
de roodvleesmesterij. Veel vlees ver
dwijnt in de interventie en in de vries
huizen. Vandaar wordt in kwaliteit te
ruggelopen produkt met grote verlie
zen afgezet. Naar het zich Iaat aan
zien kan aan aanpassing van de inter
ventieregeling niet worden ontkomen.
Voorkomen zal moeten worden dat
maatregelen worden genomen die een
plotselinge en diepe prijsval veroor
zaken. Gegeven de lange mestperio-
de zal ook een geleidelijke aanpassing
van beleidsmaatregelen noodzakelijk
zijn. Bezien wordt in hoeverre de be
langenbehartiging van de rood
vleesmesterij binnen de Hoofdafde
ling Veehouderij van het Landbouw
schap meer gestalte kan krijgen. De
bijdrageregeling voor kleine melkvee
houders kent voorwaarden, die in be
paalde situaties tot onredelijke afwij
zingen leiden. Met name de referen
tie aan het jaar 1983 kan tot onbillijk
heden leiden. Bij voortzetting van de
regeling dient dit te worden vervan
gen. Door de Minister van Landbouw
is een zogenaamde Evaluatienota uit
gebracht over onder andere de vere
vening van het niet volgemaakte
melkquotum van onderschrijders in
het afgelopen melkprijsjaar. Met na
me de toewijzing van een deel van de
ruimte aan overschrijders heeft veel
kritiek gekregen. In de nota komt de
minister ook niet met een praktijkop
lossing. Toch is een aanpassing van
de maatregelen van de jaarlijkse over-
en onderschrijding gewenst. Elk
melkveehouderijbedrijf heeft met om
standigheden te maken die een afwij
king naar boven of beneden in de
hand werken. Ook de stijgende pro
duktie per koe speelt hier een rol. Het
bepleiten van bepaalde maatregelen
op dit punt is mede afhankelijk van
de duur van de handhaving van de su
perheffing. Voor de veehouder is het
van belang om hierover zo langzamer
hand duidelijkheid te verkrijgen.
De heer J. Nieuwenhuyse, voorzitter
van de kommissie grondgebruik gaf
een toelichting op een aantal stand
punten, die in een vergadering van de
kommissie Grondgebruik zijn ingeno
men. De kommissie is van oordeel,
dat de door de staatssekretaris voor
gestelde pachtprijsverhoging van ca.
15% niet reëel is. Een pachtprijsver
hoging dient te worden gebaseerd op
kostenverhogingen, het rentepeil en
rendementsverbetering voor de ver
pachter. Het is onjuist om de pacht
prijs vast te stellen op basis van
gunstige bedrijfsresultaten die niet
struktureel zijn. In dat licht bezien is
een verhoging van de basispacht met
10% voldoende. De normen voor ex
terne produktie-omstandigheden voor
zeeklei dienen dan wel op het huidi
ge niveau te worden gehandhaafd met
de motivering dat de normen tussen
zeeklei en de overige kategorieën dich
ter bij elkaar moeten worden ge
bracht, omdat er in de praktijk geen
wezenlijk verschil is. Voor de vaststel
ling van de pacht voor bedrijfsgebou
wen dient het ekonomisch gebruik be
palend te zijn. Het hoofdbestuur kon
zich met de voorstellen van de kom
missie verenigen. Met betrekking tot
het voorbereidingsschema landinrich
ting Zeeland voor 1986 worden Bres-
kens - Zuidzande (2710 ha), Schoon-
dijke (2840 ha) en Sint Philipsland
(1900 ha) voorgedragen voor een ad
ministratieve verkaveling. Daarnaast
is de gewone ruilverkaveling Aarden
burg (6200 ha) aangevraagd. In
Noord-Brabant worden de ruilverka
velingen Empel en Ulvenhout voor
gesteld. De heer Nieuwenhuyse drong
er op aan, dat men zich in de desbe
treffende gebieden voorbereidt op
stappen, die een goed resultaat kun
nen bevorderen. Verplaatsingsmoge
lijkheden naar de Flevopolders vor
men een bijdrage. In dit licht bezien
kan ook een landbouwkundige inrich
ting van de droogvallende gronden in
Krammer-Volkerak een welkome bij
drage leveren. Uitbreiding van de mo
gelijkheden om via de gemeenten het
z.g. kamperen bij de boer te verrui
men tot 10 eenheden a 15 eenheden
wordt ondersteund. Planologisch
dient echter de agrarische bestemming
te worden gehandhaafd in verband
met mogelijke ongewenste nevenef-
fekten van niet-agrarische bestemmin
gen in het buitengebied. Overigens
moet er rekening mee worden gehou
den dat de Kampeerwet voor wat be
treft het kamperen bij de boer geheel
op de helling gaat. De Brabantse krin
gen zullen worden geattenteerd op de
wijziging van de streekplannen in de
provincie Noord-Brabant en op de
mogelijkheid om hiertegen bezwaren
in te dienen.
In zijn sektorverslag zei de voorzitter
van de tuinbouwkommissie de heer
M.J. Goud, te moeten konstateren
dat er onzekerheid en teleurstelling is
ontstaan rondom de uitvoering van
maatregelen inzake de Vorstschade-
regeling Fruitteelt. In de eerste plaats
treft dit de knelgevallen maar ook in
het algemeen komt het slecht over dat
deze zaak kennelijk strandt in regel
geving en bureaukratie. De praktijk
blijft zelf met de moeilijkheden zitten,
aldus de heer Goud die hoopte dat er
nu snel konkrete toezeggingen uit
Brussel komen. De situatie in de tuin-
bouwsektor analyserend, stélde hij
vast dat er zeker voor de meeste vol-
legrondsprodukten sprake is van een
zwakke prijsvorming; een totaal ver
schillend beeld ten opzichte van vo
rig jaar in dezelfde periode. De aan
gevoerde hoeveelheden zijn - behal
ve voor spruit kool en prei - niet in alle
gevallen spektakulair hoger. Toch
geeft het totale marktbeeld periodiek
evenwicht in vraag en aanbod te zien
en marktbederf is niet denkbeeldig.
De noodzakelijke uitbreiding van af
zetmogelijkheden moet volgens de
heer Goud dan vooral worden ge
zocht in verbreding van het markt
aandeel buiten de landsgrenzen.
Hierbij speelt het kwaliteitsaspekt een
rol van blijvende betekenis. Ook de
situatie op de fruitmarkt verloopt te
leurstellend: "Bij een EG-oogst die
13% kleiner uitvalt op 6,4 miljoen ton
(vorig seizoen 7,3 miljoen ton) zou
men niet verwachten dat de prijsvor
ming van het bewaarfruit nog onder
druk zou komen. Door een beperkt
aanbod en gerichte vraag doen de
nieuwe rassen het goed. Overigens ty
peert de Nederlandse situatie zich
vooral door aanbod van mindere
kwaliteiten. Tot eind december was
het aanbod van klasse I klein (27%),
het overige werd gekwalificeerd als II
en zelfs 1/3 van de aanvoer was in-
dustriefruit". De heer Goud vroeg
zich af wat het totaalbeeld zou zijn bij
een normale Europese oogst. Het is
waarschijnlijk, dat er dan sprake zou
zijn van strukturele overschotten.
Goud: "Een oplossing voor de pro
blemen in de akkerbouwsektor heb
ben wij vanuit de tuinbouw niet te
bieden, er liggen wellicht slechts kan
sen voor de enkeling. Het is dan ook
te optimistisch om te stellen dat bij
wijziging of aanpassing van het ak-
kerbouwplan de perspektieven in de
fruitteelt zouden liggen. Ook gelet op
de enorme investeringen en vastleg
ging van vermogen voor een langere
periode, mag men zich eerst wel goed
realiseren waar men voor kiest". Vol
gens de voorzitter van de tuinbouw
kommissie is ook in andere sektoren
van de tuinbouw voor veel teelten het
punt van marktverzadiging in het
zicht. Gelet op de afzetkansen biedt
momenteel de bollenteelt nog de beste
vooruitzichten. Als teeltvoorwaarde
geldt, het kunnen beschikken over
zoetwater. De uitgangssituatie per be
drijf is echter meestal totaal verschil
lend, zodat een eenheidsrecept niet is
te geven: "de beslissing blijft aan de
individuele ondernemer", aldus de
heer Goud tot slot van zijn overzicht.
Het hoofdbestuur onderstreepte dat
in de fruitteelt geen ruime mogelijk
heden liggen voor nieuwkomers. Een
terughoudende opstelling is hier op
zijn plaats. Anderzijds kan inciden
tele vernieuwing van ondernemers in
de fruitteelt positief uitwerken. Ook
de nieuwbouw van de fruitveiling in
Kapelle kan niet los worden gezien
van toekomstige fruitteeltontwikke
lingen in Zeeland. De tuinbouwkom
missie wordt gevraagd zich hierover
te beraden.
Het hoofdbestuur wisselde uitgebreid
van gedachten over de voorstellen van
de overheid met betrekking tot de
mestproblematiek. Erkend wordt, dat
maatregelen nodig zijn om excessen
te bestrijden. De voorstellen gaan ech
ter verder, zijn praktisch niet haal
baar, vormen voor bepaalde bedrij
ven een niet te dragen financiële last
en zijn in onderdelen niet aanvaard
baar. Het hoofdbestuur neemt de vol
gende standpunten in:
- Het voorgestelde maximum in de
eerste fase (tot 1991) aan het gebruik
van dierlijke mest op grasland en snij-
mais is acceptabel. Voor bouwland
dient de norm te worden verhoogd tot
175 a 200 kg fosfaat per ha. Met be
trekking tot de vaststelling van de
maximale hoeveelheden voor latere
jaren dient men zich voorshands zeer
terughoudend op te stellen omdat op
dit moment allerminst duidelijk is
waar de oplossing van de problema
tiek ligt bij een verdere verkrapping
van de normen. Op dit punt is het on
derzoek tekort geschoten om tijdig op
de problematiek in te spelen en oplos
singen aan te dragen.
- Bedrijven die op basis van becijfe
ringen in een z.g. mestbalans een
mestoverschot hebben zouden een
z.g. overschot heffing moeten betalen.
Het hoofdbestuur is van oordeel dat
ondernemers die zelf een verantwoor
de afzetmogelijkheid voor het over
schot vinden, van het betalen van deze
heffing moeten worden vrijgesteld.
- Ook spreekt het hoofdbestuur zich
nadrukkelijk uit tegen de invoering
van een uitrijverbod binnen de nor
male bedrijfsvoering. Zowel een on
overzienbare problematiek bij de
opslag als de noodzakelijke aanwen
ding in bepaalde perioden maken een
dergelijk uitrijverbod onaanvaard
baar. Bovendien zal de ondernemer
door de maximaal aan te wenden hoe
veelheden kiezen voor een landbouw
kundig gunstig tijdstip dicht tegen het
groeiseizoen.
- Bij de agrarische ontwikkelingen,
die tot mestproblematiek hebben ge
leid, heeft ook de overheid een rol
gespeeld. Mede hierom en vanwege de
financiële gevolgen voor deze be
drijfstak dient de overheid aan de
oplossing van de problematiek
substantieel bij te dragen.
De medezeggenschapsraden van de
LHNO-scholen van de ZLM te Tho-
len en Zierikzee zijn akkoord met de
fusievoorstellen met resp. de LTS en
de MAVO te Tholen en de LTS te
Zierikzee. Het hoofdbestuur gaat de
finitief met de fusies akkoord. Ook
de overdracht van de HNO-school te
Axel met de daarbij overeengekomen
voorwaarden ten aanzien van de ad
ministratie worden in principe goed
gekeurd.
Door het hoofdbestuur worden de
volgende benoemingen gepasseerd:
- de heer W. van Veldhuizen te Aar-
Ie Rixtel wordt benoemd tot
bestuurslid van de Gezondheidsdienst
voor Dieren in Noord-Brabant.
- de heer P. Risseeuw te Cadzand
wordt bestuurslid van de Stichting Ex
ploitatie van de Proefboerderij
Rusthoeve.
A.J.G. Doeleman, voorzitter; A.H.
Munters, vice-voorzitter; Mr. J. Og-
gel, algemeen-sekretaris; R. Hoiting,
sekretaris; L.J. v. Gastel, kring
Schouwen-DuivelandM.C.J.
Kosten, kring Tholen-St.Philipsland;
W.L. Leendertse, plv., kring Noord-
Beveland; C. Hamelink, kring O.
Zuid-Beveland; J. Nieuwenhuyse,
kring W. Zuid-Beveland; C.J. Bie-
rens, kring Walcheren; P. Risseeuw,
kring W. Zeeuws-Vlaanderen; K.J.
Dieleman, plv., kring Axel; J.C. Ge
luk, kring West-Brabant; G.J. de Ja
ger, kring Altena Biesbosch; H. Juin,
kring Oost- en Midden Brabant; J.H.
Hartgers, kring Langstraat; M.J.
Goud, tuinbouw; G. Sterrenburg,
tuinbouw; W. van Veldhuizen, vee
houderij; D. Hannewijk, veehoude
rij; K. Timmers, P.J.Z.; Adviseren
de leden: ir. W.L.A.G. Tacken; ir.
W.Z. v.d. Meer; mw. C.M. Dees-
Fraanje; diensten/instellingen: mw. J.
Priem; B. Veerbeek; J. Wierenga.
Met ingang van 1 februari a.s. zal in
het noorden van ons land een aantal'
regionale konsulentschappen worden
opgeheven:
- het regionale konsulentschap voor
de Rundveehouderij en de Akker
bouw voor Noordwest-Friesland;
- drie regionale konsulentschappen
voor de Rundveehouderij, te weten
voor Zuidoost-Friesland, voor Gro
ningen en voor Drente;
- het regionale konsulentschap voor
de Tuinbouw voor Noord-Oost-
Nederland;
- drie regionale konsulentschappen
Akkerbouw, te weten voor de IJssel-
meerpolders en Noord-Holland, voor
Groningen en voor Drente en Over
ijssel.
Genoemde konsulentschappen zullen
worden vervangen door:
- twee regionale konsulentschappen
voor de Rundveehouderij met als
werkgebied:
Friesland gevestigd te Leeuwarden;
Groningen en Drente gevestigd te
Assen;
- drie regionale konsulentschappen
voor de Akker- en Tuinbouw met als
werkgebied:
Friesland en Groningen gevestigd te
Groningen;
Drente en Overijssel gevestigd te
Assen;
Flevoland en Noord-Holland ge
vestigd te Emmeloord/Lelystad (het
betreft met betrekking tot Noord-
Holland uitsluitend de akkerbouw-
voorlichting).
Vrijdag 7 februari 1986
9