Persoonlijke aspekten van
het ondernemerschap
Het
van
Op weg naar betere
brouwgerstkwaliteit
optreden en de bestrijding
de aardappelziekte
Bent u geslaagd als ondernemer?
Of een ondernemer in land- en
tuinbouw zich geslaagd voelt
hangt vooral af van wat hij met
zijn bedrijf wil bereiken. Als twee
ondernemers onder ongeveer de
zelfde omstandigheden een bedrijf
uitoefenen, dan zien we dat in de
loop van de tijd de bedrijfsvoering
gaat verschillen. De resultaten zul
len ook verschillend zijn. De één
zal zijn bedrijf meer aanpassen
aan ontwikkelingsmogelijkheden
dan de ander. Als het om kollega's
gaat, zeggen we: "De één boert
beter dan de ander". Hoe komt
het nu dat de ene ondernemer het
beter doet dan de ander?
Natuurlijk speelt vakkennis een gro
te rol. Vakkennis van de ondernemer,
verkregen door opleiding en door er
varing. Het verschil in scholing ver
klaart echter lang niet alle verschillen
in ondernemerschap en het verschil in
ervaring ook zeker niet. Het is geble
ken dat een persoonlijke eigenschap
zoals de wil hebben om te presteren,
iets te bereiken, erg belangrijk is. Men
kan een bedrijf, zoals dat op een ge
geven moment is en wordt uitgeoe
fend, als een gegeven beschouwen.
"Zo zit ons bedrijf nu eenmaal in el
kaar en daarmee moeten we het
doen". Of bijvoorbeeld: "De super
heffing is er nu eenmaal en we moe
ten er maar mee leren leven". De an
dere manier is dat men als onderne
mer blijft zoeken naar ontwikke
lingsmogelijkheden voor het bedrijf,
de idealen op mogelijkheden in de
De bestrijding van de aardappelziek
te vergt oplettendheid en kennis van
zaken. Voorkomen van de ziekte
dient het uitgangspunt te zijn. In het
voorjaar is het opruimen of vernieti
gen van aardappelopslag op afvalho
pen en stortplaatsen van groot belang.
Een enkele hieruit ontsnapte spore
kan de bron zijn van veel ellende aan
gezien deze in één week tijd voor
100.000 nakomelingen kan zorgen!
Periodieke voorbehoedende bespui
tingen vormen de basis van de ziek
tebestrijding in het gewas. Een groot
toekomst richt, deze toekomst opti
mistisch benadert. Er in gelooft dat
er ondanks alle beperkingen of pro
blemen, er toch voor de eigen situa
tie mogelijkheden zijn. Steeds bezig
zijn om deze mogelijkheden te zoe
ken. Dit betekent dat men "bij" wil
blijven. De scholing in de jonge jaren
is niet af, men wil voortdurend ge
schoold en bijgeschoold worden. Van
eigen ervaringen en van die van an
deren wil men bewust leren.
Andere eigenschappen die hierbij een
rol spelen, zijn:
r f*
aft»: JL
Jt! ««ra .j£)&.
Gericht zijn op anderen
Alleen naar de eigen situatie kijken
leidt niet tot het ontdekken van nieu
we mogelijkheden. Bij verder kijken
dan het eigen bedrijf, komen veel eer
aantal preventief werkende middelen,
waarvan maneb/tin kombinaties wel
de belangrijkste zijn, zijn hiervoor in
de handel. Deze middelen hebben een
sporedodende werking maar dringen
het aardappelblad niet binnen zodat
daarin aanwezige infekties niet wor
den gedood.
Aangeraden wordt de eerste bespui
ting uit te voeren op het moment dat
de planten elkaar in de rij raken of
eerder indien de ziekte reeds eerder in
de buurt is gesignaleerd. De radio of
regionale waarschuwingsdiensten ver
schaffen deze informatie. De tijds
duur tussen twee opeenvolgende
bespuitingen dient aangepast te wor
den aan a) de groeisnelheid van het
gewas, b) de heersende weersomstan
digheden en c) de hoeveelheid middel
die nog op het blad aanwezig is en
welke afhangt van de hoeveelheid
neerslag die na de laatste bespuiting
is gevallen. Rekening houden met de
weersomstandigheden kan enkele
bespuitingen uitsparen zonder dat het
risiko wordt vergroot. Uiteraard is het
van groot belang het gewas regelma
tig te inspekteren. Alleen dan kan de
ziekte zo optimaal mogelijk worden
bestreden.
Wanneer de ziekte wordt waargeno
men in het perceel of wanneer door
omstandigheden niet tijdig kon wor
den gespoten en mogelijkerwijze in-
fektie is opgetreden bestaat de moge
lijkheid een bespuiting uit te voeren
met een zowel preventief als kuratief
genezend) werkend middel. Der
gelijke middelen zoals AACuram,
Curam en Ridomil Delta bevatten
naast een preventieve component een
systematische component welke het
blad binnendringt en aanwezige infek
ties remt. Cymoxanil, de systemische
component van AACuram en Curam
is in staat infekties van maximaal 48
uur oud te remmen. Metalaxyl, de
systemische component van Ridomil
Delta, remt ook oudere infekties en
verhindert de uitbreiding van de vlek
ken en de sporulering ervan. Een be
langrijk nadeel evenwel van het ge
bruik van Ridomil Delta en nieuw te
verwachten middelen zoals Ripost,
der en meermogelijkheden in beeld.
Dit kan door kijken en praten met
kollega's. Hoe denken zij nieuwe uit
dagingen of al lang aanwezige proble
men op te pakken? Deze uitwisseling
van ervaringen kan ook georganiseerd
worden in studieklubs, gespreksgroe
pen rond bedrijfsadministratie, stu
diegroepen voor een bepaalde teelt
enz. Daarnaast is er het overleggen
met voorlichters, accountants en ver
tegenwoordigers. De informatie van
de voorlichting via brochures en de
vakbladen in land- en tuinbouw.
Kritisch zijn ten opzichte van eigen
werk
Kritisch zijn op eigen handelen is be
paald niet voor iedereen vanzelfspre
kend en gemakkelijk. Om kritisch te
dr. ir. L.C. Davidse.
Sandofan Ultra en Patafol-Tin, wel
ke een aan metalaxyl systemische
component bevatten, is de snelle ont
wikkeling van resistente stammen van
de schimmel. Door resistente ontwik
keling verliezen deze middelen reeds
na enkele toepassingen hun kuratie-
ve werking en blijft slechts de werking
over van de in deze middelen aanwe
zige preventieve component. Toepas
sing van Ridomil Delta wekt ook re
sistentie op tegen Ripost, Sandofan
Ultra en Patafol-Tin en omgekeerd.
Om het gevaar van de resistentie
ontwikkeling te verkleinen zijn per
seizoen slechts twee toepassingen van
deze middelen toegestaan. Dus of 2x
Ridomil Delta of lx Ridomil Delta en
lx Sandofan Ultra, enz. Op pootgoed
is het gebruik van deze middelen niet
toegestaan om verspreiding van re
sistente stammen in het pootgoed te
gen te gaan. Op een gewas dat begint
af te rijpen laat de werking van de
systemische component van deze mid
delen eveneens te wensen over. Treedt
de ziekte onder dergelijke omstandig
heden op dan dient de uitbreiding er
van met maneb/tin combinaties te
worden voorkomen en dient tijdig
(d.w.z. als 20% van de planten een
ziek blaadje heeft) te worden dood
gespoten. Voorts kan tenslotte nog
worden opgemerkt dat aantasting tij
dens het rooien kan worden voorko
men door een snelle droging van de
knollen.
kunnen zijn zullen goede en minder
goede kanten van de bedrijfsvoering
zichtbaar moeten worden. Door de
resultaten in één of andere vorm van
boekhouding zichtbaar te maken, kan
men hierin inzicht krijgen. Hiervoor
zijn verschillende registratiesystemen
ontwikkeld. Vanaf de fiskale boek
houding die het minste inzicht geeft
via deelboekhouding, bedrijfsboek-
houding tot uitgebreide bedrijfsre-
gistratie met de meeste mogelijkheden
van inzicht. Door vergelijking met an
dere bedrijven of met normen komt
men er achter waar eigen sterke en
minder sterke kanten in de bedrijfs
voering zitten. Door bewust de eigen
bedrijfsvoering ter diskussie te stellen
bij kollega's, voorlichters, accoun
tants kan men ook veel leren over ei
gen handelen.
Een kritische kijk op het eigen bedrijf
en de eigen bedrijfsvoering is essen-
door ing. K. van Bon, CAD-AGY te
Lelystad
Onder de titel "Wintergerst:
brouwgerst?" hield ir. l.D.C.
'Duijnhouwer onlangs een inlei
ding op de landelijke voorlich
tingsdag granen. De heer Duijn-
houwer is landbouwkundige bij de
Stichting Nederlands Instituut
voor brouwgerst, mout en bier
(NIBEM). Zijn inleiding vloeide in
feite voort uit de diskussie over het
gebruik van wintergerstrassen als
brouwgerst. Een diskussie die de
laatste jaren steeds meer gehoord
wordt in verband met de bedenke
lijke teruggang van de zomergerst-
produktie in Europa.
Van de inlandse oogst van zomergerst
wordt jaarlijks ongeveer 20-35% ge
bruikt voor brouwdoeleinden. De
brouwindustrie gebruikt tot op heden
nog niets van de Nederlandse winter
gerst. Wel maakt hij op bescheiden
schaal gebruik van Franse wintergerst
van het ras Plaisant. De eisen die de
mout- en brouwindustrie aan een par
tij gerst stelt, zijn tamelijk stringent.
Zolang er sprake is geweest van een
bewust zoeken naar gerstrassen, heeft
men een bepaald beeld voor ogen ge
had, dat men "ideaal" zou kunnen
noemen (zie tabel). Een aantal van de
in de tabel genoemde faktoren ligt bij
wintergerst ongunstiger dan bij de
meeste zomergerstrassen. Het blijkt
dat bij wintergerst de kiemvertraging
over het algemeen te langdurig is, dat
de kieming, vooral bij de zes-rijige
rassen, te onregelmatig is en dat het
eiwitgehalte, vooral bij de twee-rijige,
te hoog ligt. Wintergersten bezitten
bovendien een hoger kafgehalte dan
zomergerstrassen. Dit kaf heeft een
hoger anthocyanogeengehalte, wat
een extra behandeling bij de bereiding
van het bier vraagt. Daarnaast leiden
mouten uit wintergersten vrijwel al
tijd tot niet gewenste donkere
kleuren.
Verwachtingen
Ondanks minder goede eigenschap
pen richt men zich bij het zoeken naar
betere brouwgerstrassen de laatste 10
a 15 jaar meer en meer op wintergerst.
Uniforme partijen met buikige kor
rels geven een gelijkmatig kiemings-
beeld in de mouterij. Deze worden het
gemakkelijkst verkregen met twee-
rijige gerstrassen. Meerrijige rassen
hebben voor een groot deel onregel
matige korrels. Deze korrels zijn
meestal klein en zorgen daarom voor
een hoog doorvalpercentage. Dit
laatste komt ten nadele van de teler,
omdat de brouwgerst een zogenaamd
"marktbaar" deel kent. De opbrengst
van een perceel zal in haar totaliteit
veelal niet geschikt zijn voor de
brouwgerstmarkt. Voor brouwdoe
leinden worden de korrels beneden
2,2 mm dwarsdoorsnede uit een par
tij geschoond. Zodoende blijft een
partij met grove korrels over. Voor de
kleine korrels, doorval genoemd,
wordt een prijs bedongen die meestal
iets lager ligt dan de voergerstprijs.
tieel voor het verder kunnen ontwik
kelen van de ónderneming.
De tijd hebben voor het nemen van
een beslissing
Als vanuit een gevoel van paniek een
besluit genomen wordt, is de kans
groot dat dit geen goede beslissing is.
Als er geen beslissing wordt genomen
(dat een beslissing is dat er niets ver
andert) kan dit achter blijven beteke
nen. De tijd nemen om zoveel moge
lijk informatie te verzamelen. Uit de
ze informatie halen welke mogelijk
heden kansen bieden voor het eigen
bedrijf. De risiko's die aan deze mo
gelijkheden zitten proberen in kaart
te brengen en af te wegen. Om hier
na een besluit te nemen dit besluit uit
te voeren en daarna te kontroleren.
Als u hierover meer wilt weten kunt
u bij de sociaal-ekonomische voor
lichtingsdienst van uw organisatie
terecht.
Mede om deze redenen zijn alleen
twee-rijige wintergerstrassen mogelijk
interessant als brouwgerst. Het hui
dige assortiment van wintergerstras
sen in Nederland is kwalitatief nog
niet van dien aard, dat hierin duide
lijk brouwgerstrassen zitten. In het
buitenland, met name in Frankrijk,
Engeland en Duitsland, kent men aan
enkele wintergerstrassen al wel
brouwkwaliteit toe.
Teeltmaatregelen
Naast een gerichte rassenkeuze kan de
brouwgerstteler ook door teeltmaatre
gelen de brouwkwaliteit beïnvloeden.
Legering moet bij de brouwgerstteelt
zonder meer voorkomen worden. Le
gering veroorzaakt namelijk naast op
brengstderving ook nog een slechte
vulling van de korrel. Dat zal leiden
tot een hoog percentage doorval en
dus tot een laag gehalte aan brouw
gerst. Een hoge N-gift zal de kans op
legering vergroten en een te hoog ei
witgehalte geven. Ook moet een bloei-
bemesting worden afgeraden, daar
het eiwitgehalte in de korrel dan de
maximum aanvaardbare hoeveelheid
kan overschrijden. Als het gewas aan
de zware kant is en neiging tot lege
ring vertoont, kan een halmverstevi-
ger worden aangewend. Een ander
aspekt in de brouwgerstteelt is de kol-
lekterende handel. Hoe de teler ook
zijn best doet om een goede brouw
gerst te krijgen, het is de handel die
deze gerst aan de industrie aanbiedt.
Handel en opslag
In de brouwgersthandel is het nood
zaak om de gerst raszuiver aan te bie
den. Dit houdt in dat de gerstrassen
gescheiden (separaat) worden op
geslagen. De mouterijen zullen geen
mengpartijen aankopen en zeer zeker
niet van wingergerst. De zogenaam
de certifikatenregeling voor brouw
gerst is in dit verband een goede ont
wikkeling. Een brouwgerstteelt staat
of valt bij de interesse van de handel
om de rassen gescheiden in te nemen
en op te slaan. Daarnaast moet de
silo-beheerder de technische kennis
hebben van de bewaarkondities voor
een optimale kiemkracht. Ook speelt
de kiemvertraging een belangrijke rol.
Deze is van de wintergerst één a twee
dagen langer dan die van de goede
brouwgerstrassen. Dit betekent onge
veer 20% rendementsverlies in de
mouterij.
Korreleigenschappen
- Kiemvertragingsperiode niet te lang
(vier weken).
- Een voldoende hoge en vooral re
gelmatige kiemsnelheid.
- Eiwitgehalte tussen 9% en 11,5%.
- Grove sortering; hoog duizendkor-
relgewicht, fraktie groter dan 2,5 mm
spleetzeef 90%, fraktie kleiner dan
2,2 mm (doorval) hoogstens 1%, bui
kige korrel voor een goede regelma
tige oplossing van het zetmeel-
lichaam.
- Laag kafgehalte; het kaf moet sterk
maar dun zijn.
Tevens is het van zeer groot belang
dat aangeboden partijen brouwgerst
raszuiver zijn en dat de omvang van
de partij voldoende groot is (250 ton).
Vrijdag 7 februari 1986
"De Phytophthora bestrijding
lijkt er de laatste jaren niet een
voudiger op te zijn geworden.
Evenals met vakmanschap en een
beetje geluk moet het mogelijk
zijn de schimmel de baas te blij
ven". Dit zei dr. ir. L.C. Davidse
van de Vakgroep Fytopathologie
van de Landbouw Hogeschool te
Wageningen. Hij ging in zijn in
leiding die hij woensdag 29 janu
ari hield bij gelegenheid van de
viering van het 50-jarig bestaan
van Crezée Gewasbescherming BV
te Werkendam uitvoering in op
ontstaan en bestrijding van de ge
vreesde aardappelziekte.
De schimmel phytophthora in-
festans is voor groei en overleving
aangewezen op levend aardappel
weefsel en overwintert in aange
taste knollen. Licht aangetaste
knollen die nog tot spruitvorming
in staat zijn zorgen ervoor dat de
ziekte jaarlijks weer de kop op
steekt. Afvalhopen vormen daar
om een bron van infektie aange
zien reeds vroeg in het voorjaar
zich hierop een weelderig gewas
kan ontwikkelen waarin optima
le omstandigheden heersen voor
groei en sporulering van de schim
mel. Aangetaste poters kunnen
ook als besmettingsbron dienen.
Aangenomen wordt dat opslag
een minder belangrijke infektie-
bron vormt aangezien aangetaste
knollen die op het land achterge
bleven zijn zeer snel wegrotten en
de winter niet overleven.
8
houden van de ontwikkelingen.
- gericht zijn op anderen;
- kritisch naar eigen handelen kunnen
kijken;
- de tijd kunnen nemen voor het ne
men van beslissingen.
Ondernemers kunnen zich o.a. door middel van bijeenkomsten op de hoogte
Kijken, luisteren, lezen naar wat er
zich afspeelt in eigen bedrijfstak en in
andere bedrijfstakken. Hierbij steeds
de vraag stellend: wat kan ik er in
mijn omstandigheden mee doen?