Bij suikerbieten ruimere keuze uit rassen met een hoog suikergehalte lr. Johan Ebbens:'Oktrooirecht rem op beschik baarheid van genetische veredeld teeltmateriaal' t Vergaand Beschikbaarheid Toepassing Moest vorig jaar gesteld worden dat geen nieuwe suikerbietenrassen in de Rassenlijst waren opgenomen, voor dit jaar is dat wel anders. In de 61e Beschrijvende Rassenlijst voor Landbouwgewassen 1986 staan maar liefst vier nieuwe suikerbietenrassen vermeld. Daarnaast worden de rassen Bella en Bingo thans aanbevolen voor algemeen ge bruik (A-rassen). Daarentegen komen de rassen Arigomono, Prima- hill en Volo thans niet meer in het beschrijvende overzicht voor. Voor het gewas suikerbieten is een dergelijke grote verandering van het ras- sensortiment opmerkelijk. Drie van de nieuwe rassen, Accord, Ovatio en Matador, behoren tot de kategorie hoog winbaar suikergehalte. Het nieuwe ras Eva be hoort tot de groep met een vrij hoog winbaar-suikergehalte. In de katego rie middelmatig hoog winbaar suikergehalte komt nu alleen het ras Julia maar meer voor. Door deze ver anderingen is de eerst genoemde kate gorie wat het aantal rassen betreft nu de grootste. Deze wijzigingen van het rassensor- timent als zodanig kunnen voor de bietenteelt in Nederland als een gunstige ontwikkeling worden aange merkt. Wat is namelijk het geval. De rassen in deze kategorie kenmerken Overzicht van de raseigenschappen bij suikerbieten (gem. 1982 t/m 1985) zich door een relatief hoog suikerge halte en een dito winbaarheid, voor de kwaliteit van de biet twee sterke punten. Daarnaast realiseren deze ras sen zodanige wortelopbrengsten dat de suikeropbrengsten op een verge lijkbaar nivo liggen met dat van de rassen in de beide andere kategoriën. De gemiddeld hogere winbaarheid kan dan als een waardevol ekstra wor den beschouwd. De konsekwentie hiervan is dat het nu terwille van een hoge suikeropbrengst niet meer nodig is zich bij de rassenkeuze primair te laten leiden door de wortelopbrengst. Er zijn aanwijzingen dat dit door de praktijk ook reeds wordt onderkend. Ter illustratie van de geschetste ont- Hoge cijfers betekenen gunstige waardering van de betrokken eigen schap. Hoog winbaar suikergehalte A - Bella A Salohill N Accord N Ovatio N Matador Vrij hoog winbaar suikergehalte A Regina A Bingo A Monohil N Eva Middelmatig hoog winbaar suikergehalte B Julia 85 6S 75 7s 8 7 6* 85 7 55 8 7» 7* 7 7 6* 7 6S 7» 6S 7 6 7 7» 7* 65 8 6» 65 6» 6* 6 7 7* 6 6 6S 7 7» 7 7 7S 75 8 6* 65 85 7 8 Verhoudingsgetallen1) gem. 1982 t/m 1985 99 98 104 98 104 102 93 108 100 100 -c 0) O) <5 0) I I -Q Q. O 3 CO 10 11 12 De verhoudingsgetallen zijn gebaseerd op het gemiddelde van de A- en N-rassen uit de Rassen lijst 1985. 2) Zie ook de rasbeschrijving. Gedeelte van een I.R.S.-rassenproefveld wikkeling bij de moderne rassen het volgende. Bij de rassenproeven van het IRS is vorig jaar een tweetal ou de rassen ter vergelijking opgenomen. De beide rassen waren rond 1975 zeer populair, ras A door het suikergehalte en ras B vanwege de hoge wortelop brengst. Ten opzichte van het gemid delde 100) van alle nu in de be schrijvende Rassenlijst opgenomen rassen werden onderstaande resulta ten verkregen: Ras A Ras B Wortelopbrengst 87 97 Suikergehalte 101 96 Suikeropbrengst 88 93 98 102 101 102 100 97 103 100 103 100 99 103 102 105 102 97 103 101 104 100 97 103 103 105 100 102 99 100 99 101 102 98 101 99 100 99 100 99 99 99 104 99 100 99 1031) 102 98 99 97 100 ir. M.A. v.d. Beek De cijfers laten goed de verschillen zien tussen de twee oude rassen. TViaar ook dat ze het kwa suikeropbrengst duidelijk afleggen tegen de huidige rassen. Duidelijk is voorts ook dat bij de ver edeling van suikerbieten de laatste ja ren grote vorderingen zijn gemaakt. De wel gehoorde mening dat bij de nieuwe(re) suikerbietenrassen geen of weinig vooruitgang is geboekt omwil le van de, overigens erg belangrijke, eigenschappen monogermiteit, kiem- kracht en verzaaibaarheid zijn dan ook ongegrond. Door de veredelaars is bepaald meer gepresteerd en dat stemt hoopvol, ook voor de toekomst. Gerelateerd aan de oppervlakte is voor de Nederlandse bietenteelt de fca- tegorie vrij hoog winbaar- suikergehalte de laatste jaren verre weg de belangrijkste geweest. Onge twijfeld kan dit een belangrijke groep blijven. De mate van belangrijkheid lijkt sterk bepaald te gaan worden door de ontwikkeling van het suiker gehalte van deze kategorie in verge lijking met dat van de kategorie hoog winbaar-suikergehalte. Tot slot ook nu weer het 'aloude' maar nog immer aktuele advies: Pas rassenspreiding toe en stem de keuze zo goed mogelijk af op de ei gen omstandigheden. Instituut voor Rationele Suikerpro- duktie, ir. M.A. van der Beek Bron: 61e Beschrijvende Rassenlijst De invloed van genetische manipulatie op de plantenveredeling neemt snel toe. Deze betrekkelijk nieuwe vorm van veredeling, waarbij de eigenschappen van de nakomelingen langs ongeslachtelijke weg beïn vloed worden, biedt nieuwe mogelijkheden. In hoeverre de land- en tuinbouw hiervan profiteert is nog onduidelijk. Door een toenemen de verwevenheid tussen de industrie en de veredelingsbedrijven bij de ontwikkelingen rond de genetische manipulatie dreigt het gevaar dat de resultaten van deze techniek gemonopoliseerd worden. Een mono poliepositie die zijn oorzaak vindt in het octrooirecht dat mogelijk van toepassing is op materiaal dat tot stand is gekomen via genetische ma nipulatie. Volgens ir. Johan Ebbens van de hoofdafdeling Tuinbouw van het Landbouwschap loopt de land- en tuinbouw het risiko de vruchten van genetische manipulatie slechts tegen hoge kosten te kunnen plukken. Jo han Ebbens heeft de laatste tien jaar binnen het Landbouwschap de volle- grondstuinbouwsektoren fruitteelt bloembollenteelt, boomteelt en het landbouwkwahteitsbeleid op de voet gevolgd. Bij alle land- en tuinbouw- gewassen wordt het belang van gene tische manipulatie steeds groter. Pro bleem is dat een eventuele toepassing van oktrooirecht de beschikbaarheid van nieuw teeltmateriaal voor boeren en tuinders volledig kan blokkeren. In dat geval betekent genetische manipu latie zelfs een rem op het verede- lingsproces. Erfelijk materiaal waar oktrooirecht op van toepassing is, is alleen beschikbaar voor derden als de ze bereid zijn daar een veelal hoge fi nanciële vergoeding tegenover te stel len. De moeilijkheden worden nog vergroot omdat er nog geen duidelijk heid is of het oktrooirecht ook geldt voor één enkele eigenschap, die kunst matig is ingebracht in een bestaand plantenras en dus in alle nakomelin gen van het aldus verkregen ras. Bij voorbeeld een rode bloemkleur voor een van 'nature' geelkleurig bloeien de plant die voor de overige eigen schappen idenktiek is aan het oor spronkelijke ras. Geldt het oktrooirecht nu ook voor de ingebrachte eigenschap rode bloemkleur dan betekent dit, dat de ze plantenvariëteit is uitgesloten voor verder gebruik in de veredelingssek- tor. De oktrooihouder zal de eigen schap willen monopoliseren. Het is echter nog niet duidelijk hoever het oktrooirecht zich uitstrekt. De diskus- sie over deze zaak wordt momenteel gevoerd. Een rechterlijke uitspraak in de vorm van jurisprudentie ontbreekt. Het gangbare kwekersrecht wordt verleend voor een plantenras, bestaande uit een kombinatie van unieke eigenschappen. Het kwekers recht biedt geen bescherming aan de in het ras vastgelegde individuele ei genschappen. Het tot nu toe gehan teerde kwekersrecht richt zich dan ook voornamelijk op het vermeerde ren en verhandelen van het teeltma teriaal van het beschermde ras. Het geldt niet voor rassen bestemd voor konsumptie en verwerking. Het gebruik van een beschermd ras bij de veredeling van andere rassen is toegestaan. Dit is een principieel ver schil tussen het oktrooirecht en het kwekersrecht. Is een oktrooi van toe passing op een gen (drager van een er felijke eigenschap) dan mogen de kwekers hier niet vrij over beschik ken, terwijl de houder van het oktrooi op die eigenschap wel zonder enige verplichting rassen mag gebruiken waarop het kwekersrecht van kracht is. Volgens Ebbens moet voorkomen worden dat de land- en tuinbouw bij de ontwikkelingen rond de genetische manipulatie aan het kortste eind trekt. Boeren en tuinders hebben er alle be lang bij te kunnen beschikken over in principe alle voortgebrachte kuituur gewassen. 'Het staat buiten kijf dat kwekersarbeid moet worden beloond, maar of het oktrooirecht daarvoor het meest geschikte instrument is betwij fel ik sterk', aldus Johan Ebbens. Toch moet het niet uitgesloten wor den geacht dat de (bio)chemische in dustrie, in aanvulling op het assorti ment gewasbeschermingsmiddelen, oktrooirechten in handen probeert te krijgen. Achterliggende gedachte hierbij is dat er na verloop van tijd mogelijk resistentie optreed tegen een bepaald bestrijdingsmiddel. Heeft de producent op dat moment een ok- trooirecnt in handen van een biolo gisch resistent ras tegen de ziekte dan heeft hij hiermee een sterke positie ten opzichte van de marktontwikkelingen van een bepaald plantenras. Ebbens is van mening dat het krachtenveld waarin deze ontwikkelingen zich gaan afspelen, groot is. Het kommerciële aspekt in de veredelingssektor neemt sterk toe met deze nieuwe ontwikke ling. Voor de georganiseerde land bouw is het zeker van belang mede richting te geven aan genetische ma nipulatie en een optimale benutting van de biotechnologische uitkomsten te garanderen voor het landbouwbe drijfsleven. In het landbouwkundig onderzoek, waar boeren en tuinders aan meebetalen, zal hierop ook moe ten worden ingespeeld. Via genetische manipulatie zijn de laatste tijd spektakulaire vorderingen gemaakt. Zo is in Californië grote vooruitgang geboekt met het, via ge netische manipulatie, kweken van aardbeien die een grotere weerstand tegen vorst hebben. Een ander onder werp waar men zich mee bezighoudt is de ontwikkeling van graangewassen die in hun eigen stikstofbehoefte voorzien via luchtstikstofbinding. Veelal onttrekken deze zaken zich aan het gezichtsveld van de boer en tuin der. Op zich hoeft dat geen ramp te zijn. De konsekwenties zijn veel gro ter als materiaal in verbeterde vorm niet meer beschikbaar is voor het landbouwbedrijfsleven. Johan Eb bens verwacht dat de komende jaren naast resistentie tegen ziekten en pla gen de inwendige kwaliteitsfaktoren zoals smaak, houdbaarheid, voe dingswaarde (eiwit) van de land- en tuinbouwprodukten veel aandacht krijgen bij de nieuwe vormen van ver edeling. Het ontwikkelen van planten die hun voedingsstoffen steeds effi ciënter benutten en dus met minder meststoffen toekunnen staat eveneens in de belangstelling. Landbouwsdistp afdeling Pers en Voorlichting Gerrit J. Schroten Vrijdag 24 januari 1986 11

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1986 | | pagina 35