E.G.-vergelijkingsvelden ten dienste van teeltmateriaal binnen EG-landen m Oppervlakte zomertarwe in zuidwesten verdubbeld Voor welke gewassen Aanleg, uitvoering en beoordeling Gemeenschappelijke bezichtiging Bereikte resultaten Beschrijving van de rassen Konklusie Rassenkeuze zomertarwe 1986 Nieuw model werpschijf Lely éénschijfstrooiers In de EG-landcn bevinden zich verschillende zgn. vergelijkingsvelden. Jaarlijks worden hier door de keuringsdiensten monsters genomen en naar de NAK opgezonden. Het doel van de vergelijkingsvelden is in de richtlijnen granen als volgt omschreeven: Binnen de Gemeenschap worden communautaire vergelijkingsproe- ven gedaan met het oog op een nakontrole door middel van steek proefsgewijze genomen monsters van basiszaad en van gecertificeerd zaad van alle graansoorten. Bij de nakontrole kan eveneens worden onderzocht, of aan de voor het zaad gestelde eisen is voldaan. De or ganisatie van de proeven en de resultaten daarvan worden aan het Per manent Comité ter beoordeling voorgelegd. De gezamenlijke bezichtiging van een E.G.-vergelijkingsveld. In een eerste fase is het vergelijkend onderzoek bedoeld voor de harmoni- satie van de technische keuringsme thoden, ten einde gelijkwaardigheid van de resultaten te bereiken. Zodra dit doel is bereikt, wordt over het ver gelijkend onderzoek jaarlijks een ver slag opgemaakt, dat vertrouwelijk aan de Lid-Staten en aan de Commis sie wordt toegezonden. Voor de andere gewassen zoals de groenvoedergewassen en de oliehou dende planten en vezelgewassen is in de betreffende richtlijnen het doel op overeenkomstige wijze vastgelegd. Vanaf het inwerking treden van de E.G.-richtlijnen is het doel van de vergelijkingsvelden voor pootaardap- pelen anders geformuleerd. Hier is men direkt gestart met het ver binden van konsequenties aan de re sultaten. Indien de resultaten van een bepaal de lidstaat in drie opeenvolgende ja ren duidelijk niet aan de gestelde mi nimum voorwaarden voldoen, kun nen de andere lidstaten de invoer van pootgoed uit de betreffende lidstaat geheel of gedeeltelijk verbieden. Al vorens hiertoe kan worden overge gaan, moet volgens een bepaalde pro cedure hiervoor in de E.G. een besluit worden genomen. Nationaal kunnen de E.G.- vergelijkingsvelden het beste worden vergeleken met de kontrolevelden. Het aspekt van voorkontrole en ge lijktijdige kontrole ophet uit gangsmateriaal van de in keuring zijn de percelen ontbreekt hier.-Echter met de nakontrole als toets op de kwali teit van het in het verkeer gebrachte teeltmateriaal, wordi nationaal en in ternationaal hetzelfde doel beoogd. Waarbij het doel internationaal in verband met de harmonisatie tussen de lidstaten en het beoogde vrije ver keer tussen de lidstaten verder reikt. Vanaf 1966 zijn voor de volgende landbouwgewassen vergelijkingsvel den aangelegd: - aardappelen; - gras sen; - wintertarwe; - zomertarwe; - wintergerst; - zomergerst; - haver; - vezelvlas; - voederbieten en suikerbie ten; - maïs; - witte klaver; - winter rogge; - luzerne, winterkoolzaad, e.d. Voor witte klaver en winterrogge is in 1983 het laatste veld in Nederland be oordeeld, aangezien deze beide gewas sen in de E.G. van minder beteke nis zijn geworden. Beide zullen wor den vervangen door erwten en veld- bonen. Met de velden voor Luzerne, winterkoolzaad en enkele andere klei nere gewassen is reeds eerder gestopt. Ter oriëntering is in 1983 gestart met een vergelijkende proef voor Tritica- le in Nederland op het Proefbedrijf van de N.A.K. De velden rouleren over de verschil lende lidstaten en blijven in verband met de noodzakelijke kontinuïteit 3 a 5 jaren in hetzelfde land. Een voortrekkersrol hebben de aar dappelen vervuld. Reeds in 1954 zijn doior België, Frankrijk, Luxemburg en Nederland gezamenlijk kontrole velden in België aangelegd. De hier bij opgedane ervaring is voortgezet in het E.G.-vergelijkingsveld voor aardappelen, dat vele jaren in Pete- gem werd aangelegd en thans enkele jaren in West-Duitsland ligt. Bij de aardappelen worden de monsters namens de kommissie door keuringsfunktionarissen van de ene lidstaat bij de andere lidstaat geno men. Bij de zaaizaden worden de monsters rechtstreeks door de lidsta ten zelf ingezonden. Af en toe wor den hierbij steekproefsgewijs door de kommissie monsters genomen. Bij de bemonstering wordt er vanuit gegaan, dat de lidstaten in verhouding van de gekeurde oppervlakten van de rassen en in de verhouding 1/3 basiszaad en 2/3 gecertificeerd zaad monsters in zenden. Voor pootaardappelen geldt dit op overeenkomstige wijze voor ba- sispootgoed en gecertificeerd poot goed in de klassen A en B. Na toewijzing is een lidstaat verant woordelijk voor de aanleg, verzor ging, beoordeling en verslaggeving van het vergel ij kingsveld voor een be paald gewas. Hiertoe wordt tussefl de uitvoerende dienst en de kommissie (E.G.) een kontrakt opgemaakt. De aanleg van het veld moet plaatsvinden volgens een van te voren door het Per manent Comité vastgesteld protokol. Dit geldt ook ten aanzien van de on derdelen en de kenmerken waarop het veld moet worden beoordeeld. Ook ten aanzien van het toetsen van de re sultaten aan de richtlijnen worden door de E.G. vastgestelde toleran ties toegepast. Zoals in de doelstelling reeds is verwoord, zijn de resultaten vertrouwelijk en bestemd voor de kommissie. De omvang van de velden is mede af hankelijk van de grootte van het ge was. Zo worden van de kleinere graangewassen als haver 100 monsters ingezonden en van de win tertarwe ±350. Beoordeling is wel in een protokol te omschrijven, doch het resultaat kan bij dezelfde omschrijving nogal ver schillen. Wat de één een rasafwijken- de plant noemt, kan door een ander een groeiafwijking of mutatie worden genoemd. Juist hier gaat de deskun digheid en het verschil van interpre tatie een rol spelen. Het waarnemen van de beoordeling van de verantwoordelijke lidstaat door de deskundigengroep van de E.G.-lidstaten tijdens de gemeen schappelijke bezichtiging is dan ook van veel belang. Vanaf de eerste aanleg van de E.G.- vergelijkingsvelden zijn deze elk jaar door de deskundigen uit de verschil lende lidstaten bezichtigd. Elke lidstaat is hierbij vertegenwoordigd door 1 a 2 keuringsdeskundigen en af hankelijk het gewas door een rassen- deskundige. De gemeenschappelijke bezichtiging vindt plaats op het tijdstip dat de meeste onderdelen zo goed mogelijk kunnen worden beoor deeld en een goede indruk van de voorlopige beoordeling van de voor het veld verantwoordelijke lidstaat kan worden verkregen. Het gezamenlijk beoordelen van de velden door deskundigen uit de ver schillende landen is een zeer goede methode om de beoordeling in die landen beter op elkaar af te stemmen. Als deelnemer aan deze gemeenschap pelijke bezichtigingen ervaart men dat het een doorlopend proces is. Ook na tionaal komen de technici van de keu ringsdiensten, die met de leiding van de keuring zijn belast, jaarlijks op het proefbedrijf van de N.A.K. om geza menlijk de kontrolevelden te bezich tigen. Internationaal ligt dit niet an ders en kan worden gesteld, dat ook na het bereiken van de harmonisatie deze gemeenschappelijke bezichtigin gen noodzakelijk blijven. Zoals reeds eerder is vermeld zijn de resultaten vertrouwelijk en bestemd De met zomertarwe be teelde opper vlakte is in 1985 in het zuidwestelijk kleigebied meer dan verdubbeld in vergelijking met 1984; ongeveer 2600 ha dit jaar tegen 1100 ha in 1984. Als verklaring voor deze uitbreiding zal de slechte herfst van 1984 de be langrijkste oorzaak zijn; er kon niet altijd wintertarwe worden gezaaid. De omstandigheden voor de inzaai van zomertarwe waren na de strenge vorst in januari - februari veel beter dan voor wintertarwe in november 1984. Eén groot deel van de zomer tarwe is eind maart gezaaid, de rest in april. Het gewas heeft zich op de meeste percelen vanaf het begin goed ontwikkeld en er traden weinig blad- ziekten op. De korrelopbrengst van zomertarwe bleef met 6700 kg per ha weinig achter bij 1984. Het verschil met win tertarwe was dit jaar veel geringer dan de meeste andere jaren; het bedroeg 600 kg per ha. Het meest geteelde ras in het Zuid westen was ook dit jaar nog Stratos, maar het ras Minaret is duidelijk toe genomen in oppervlakte. In 1985 heeft in het Zuidwesten geen rassenproef met zomertarwe gelegen. Daarom wordt volstaan met het ge ven van de gemiddelde korrelop brengst van de zomertarwerassen op de zeekleigronden over de periode 1980 t/m 1985. Tabel 1 Korrelopbrengst zomertarwe rassen in verhoudingsgetallen ras zeekleigronden 1980 t/m 1985 Minaret 104 Stratos 103 Adonis 95 Gemiddelde: 100 kg/ha 6380 Een hoog cijfer duidt op een gunsti ge waardering Minaret heeft zeer goede opbrengsten gegeven. Heeft vrij kort en middelma tig tot vrij stevig stro. Wordt vrij wei voor de kommissie en de lidstaten. De definitieve rapporten moeten door het Permanent Comité worden goedge keurd. Direkt kan hier dan ook niet nader op worden ingegaan. Indirekt kan wel worden gekonkludeerd dat bij het funktioneren van de E.G.- nig door meeldauw, middelmatig door bruine roest en afrijpingsziekten aangetast. Wordt vrij sterk door gele roest aangetast. Rijpt vroeg. Is gevoe lig voor de bodemherbiciden metoxu- ron, chloortoluron en isoproturon. Stratos geeft goede tot zeer goede op brengsten. Heeft vrij lang en vrij ste vig tot stevig stro. Is in het voorjaar vrij traag. Wordt middelmatig door gele roest, nogal door meeldauw en middelmatig tot vrij weinig door af rijpingsziekten aangetast. Is vrij sterk vatbaar voor bruine roest. Rijpt mid- denlaat. Is gevoelig voor de bodem herbiciden metoxuron, chloortoluron en isoproturon. Adonis geeft vrij goede opbrengsten. De uitstoeling is matig. Heeft midden lang, middelmatig tot vrij stevig, veerkrachtig stro. Rijpt vrij vroeg tot vroeg. Is weinig vatbaar voor gele roest, vrij sterk vatbaar voor bruine roest, nogal voor afrijpingsziekten en richtlijnen de E.G.- vergelijkingsvelden een belangrijke rol hebben vervuld. Als bijvoorbeeld de resultaten van de granen in 1970 met die van in 1983 worden vergele ken is er een duidelijke vooruitgang geboekt in resultaten en harmonisatie. Naast de funktie van kontroleveld zullen de velden ook in de toekomst voor het opelkaar afstemmen van de keuringsmethoden van belang blijven. Zo is er bijvoorbeeld momenteel nog verschil in inzicht of bij de granen speltaren en baardaren als rasafwij- kende planten dan wel als mutanten moeten worden aangerekend. Deze en soortgelijke problemen komen op de E.G.-vergelijkingsvelden aan de or de, waar een aanzet kan worden ge geven voor een gemeenschappelijke werkwijze. Er kan worden gesteld dat de E.G.- vergelijkingsvelden aan het gestelde doel hebben beantwoord. Bij verschil lende gewassen is de harmonisatie nog niet beëindigd. Gelet op de verschil len in de omstandigheden en de orga nisatie in de lidstèten, is te verwach ten, dat er verschillen in methoden en werkwijzen zullen blijven. Voor het vrije verkeer is vooral bepa lend dat het goedgekeurde teeltmate riaal aan de in de E.G.-richtlijnen gestelde normen voldoet. Hiervoor zullen de E.G.-vergelijkingsvelden een belangrijke funktie blijven ver vullen. middelnïcTtig tot vrij weinig voor meeldauw. Advies Gelet op de korrelopbrengst komen in aanmerking de rassen Minaret en Stratos. Minaret heeft een gunstige waardering voor de broodbereiding. Verschillen in vatbaarheid voor ziek ten moeten mede in de keuze worden betrokken. Voor doorzaai - in wintertarwe - is het vroegrijpende ras Minaret het meest geschikt. Aanvullende informatie is te vinden in de 61e Beschrijvende Rassenlijst voor Landbouwgewassen 1986. - Konsulentschappen voor de Akker bouw en de Tuinbouw in het Zuid westelijk kleigebied - Rijksinstituut voor hét rassenonder- zoek van kuituurgewassen te Wage- ningen - Proefboerderijen 'Rusthoeve' en 'Westmaas' Lely Industries N.V. te Maasland heeft een essentieel onderdeel van de bekende Lely éénschijfstrooiers ver nieuwd: de werpschijf. De nieuwe werpschijf is nu een plaatstalen persing en is voorzien van 6 roestvrijstalen schoepen. Deze demontabele schoepen zijn ge makkelijk te vervangen. Tabel 2 Enkele raseigenschappen* van zomertarwe volgens de 618 Rassenlijst 1986 tijdstip zaaien resistentie tegen ras zeer vroeg laat gele roest bruine roest afrijpings ziekten Minaret 8 6 5 6 6 65 Stratos 7 6 6 5 Adonis 7 7 8 5 Een hoog cijfer duidt op een gunstige waardering 8 Vrijdag 24 januari 1986

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1986 | | pagina 32