Groter areaal konsumptie-aardappelen
Phoma-beleid in 1986 en daarna
Zaadfabrieken
Rassenkeuze bij middenvroege en middenlate tot late konsumptie-aardappelen 1986
Beschrijving van de rassen
M iddenvroeqe aardappelen
Middenlate aardappelen
Verwerkende industrie
-
7,
Rassenkeuze van belang bij bestrijding
Gevaarlijke ziekte
Phoma
Afnemers in het buitenland
Onze eigen telers
Konsulentschappen voor de Akker
en Tuinbouw in het Zuidwestelijk zee
kleigebied
Rijksinstituut voor Rassenonderzoek
van kuituurgewassen te Wageningen
Proefboerderijen "Rusthoeve" en
"Westmaas"
In 1985 nam het areaal konsumptie-aardappelen in het zuidwestelijk
zeekleigebied toe van 33.300 ha tot 36.200 ha. Van dit areaal is het
ras Bintje verreweg de belangrijkste met ca. 89%. Het jaar 1985 is
m.b.t. de aardappelteelt een vrij normaal jaar. Het poten vond plaats
van ca. half april tot half mei. Na een vlotte opkomst volgde er een
goede ontwikkeling, waarbij wel veel loofgroei optrad. Mede door de
relatief vochtige omstandigheden, was de knolzetting hoog. Het groot
ste probleem deed zich voor door de phytophthora-aantasting. Mede
door de goede maatregelen blijken achteraf de problemen bij de be
waring van de aardappelen mee te vallen. Het rooien vond onder vrij
gunstige omstandigheden plaats en had een vlot verloop. Het geheel
resulteerde in hoge kg-opbrengsten met een relatief fijne sortering.
De proeven in 1985
In 1985 is op 3 regionale proefboer
derijen in Nederland o.a. op proef-
boerderij "Westmaas" een rassen-
proef konsumptie-aardappelen uitge
voerd. Deze proeven zijn met een be
perkt aantal rassen uitgevoerd. Te
vens is aandacht besteed aan rassen
met een goede geschiktheid voor de
verwerkende industrie. De resultaten
van deze proeven staan in onderstaan
de tabel weergegeven.
In de beschrijving van de rassen zijn
nog enkele rassen opgenomen, die
niet in de proeven waren opgenomen,
maar die nog wel een relatief hoog
aandeel in het zuidwestelijk areaal
hebben.
Bintje wordt algemeen verbouwd en
is produktief. Is in binnen- en buiten
land gewild en voor bijna alle berei
dingswijzen geschikt. De knolvorm is
vrij goed, is vrij sterk gevoelig voor
doorwas en zeer sterk vatbaar voor
Phytophthora in loof en knol.
Eigenheimer is vooral op de Zuidhol
landse eilanden nog van betekenis.
Het ras heeft een goede tot zeer goe
de konsumptiekwaliteit. De opbrengst
is vrij goed tot goed, is echter sterk
gevoelig voor doorwas en heeft een
middelmatige sortering. Vrij sterk
vatbaar voor Phytophthora in het
loof en zeer sterk in de knol.
Resonant heeft een met Eigenheimer
overeenkomende konsumptiekwali
teit. De opbrengst is vrij goed met een
goede sortering. Is vrij sterk vatbaar
voor Phytophthora in loof en knol.
Irene is roodschillig en geeft een mid
delmatige opbrengst. De konsumptie
kwaliteit is goed. De sortering is aan
de grove kant. Is vrij weinig vatbaar
voor Phytophthora in loof en middel
matig vatbaar in de knol.
Rode Pipo is een roodschillig ras met
vrij goede tot goede konsumptiekwa
liteit. De opbrengst is zeer goed. Is
vrij sterk vatbaar voor Phytophtho
ra in het loof en middelmatig tot vrij
weinig in de knol. Is zeer weinig ge
voelig voor stootblauw, maar middel
matig gevoelig voor rooibeschadiging.
Bildtstar is roodschillig en heeft een
vrij goede tot goede konsumptiekwa
liteit. De opbrengst is vrij goed. Is
zeer weinig gevoelig voor stootblauw,
maar nogal gevoelig voor rooibescha
diging. Is zeer sterk vatbaar voor Phy
tophthora in loof en knol. Is resistent
tegen aardappelmoeheid biotype A.
Tabel 1 Opbrengsten van veldgewas In verhoudingsgetallen
1985 was voor de aardappelteelt (af
gezien van de prijs) een vrij normaal
jaar.
Promesse is een ras voor verwerking
♦tot chips. Is een vrij laat ras met am
A- en BC resistentie. Geeft chips met
ras
Westmaas 1985
alle proeven
gem. totaal
totaal
klei 1985
klei t/m 1985
Middenvroeg
Bintje
114
116
106
Eigenheimer
108
108
98
Resonant
85
85
92
Middenlaat
Irene
87
90
85
Bildtstar
-
93
Verwerkende industrie
Promesse
114
118
101
Erntestolz
100
101
95
gem. 100 ton/ha
56,57
55,81
51,50
Tabel 2 Enkele raseigenschappen volgens de 61e Rassenlijst 1986*
ras
vroeg
rijp
heid
knol
vorm**
kook
type***
cons
waarde
Ned.
resistentie tegen
rooibe
schadiging
phytoph
thora in
de knol
schurft
doorwas
Bintje
65
LO
BC
85
3
5
5
8
Eigenheimer
7
O
CD
3
4
4
8
Resonant
7
RO
BC
8
5
4
8
7
Irene
5
R
CD
«5
65
6
8
8
Rode Pipo
6
O
BC
6
5
7
65
Bildtstar
6
R
B
3
6
8
55
Promesse
5.
R0
-
6
7
3
7
8
E-rntestolz
6
RO
BC
C
6
7
8
7
Een hoog cijfer duidt op een hoge, gunstige waardering.
Knolvorm: R rond, L lang, O ovaal.
Kooktype: B iets melig, vrij vast; C melig, tamelijk los;
D zeer melig en los.
een vrij goede tot goede kleur. Heeft
een hoog droge stof gehalte. De knol
len zijn rond-ovaal. Is weinig tot zeer
weinig vatbaar voor rooibeschadi
ging. De knolopbrengst is goed. Is
sterk vatbaar voor Phytophthora in
loof en vrij weinig in de knol. Is zeer
sterk vatbaar voor schurft.
Erntestolz is een middenvroeg ras met
een hoog droge stof gehalte. Geeft
chips met een goede kleur. De knol
len zijn rond-ovaal, middendiepogig
en lichtgeel-vlezig. De sortering is
soms wat fijn. De knolopbrengst is op
klei vrij goed en op zand middelma
tig tot vrij goed. Is sterk vatbaar voor
Phytophthora in loof en middelma
tig in de knol. Is vrij weinig vatbaar
voor schurft.
Meer informatie is te vinden in de 61e
Rassenlijst voor Landbouwgewassen
1986.
Binnenkort komt het Phomabeleid 1986 aan de orde binnen N.A.K.
en keuringsdiensten. Het lijkt erop dat er wel eens verschil van opvat
ting zou kunnen ontstaan tussen Noord en Zuid. Dat moet worden
vermeden.
Er moet getracht worden binnen de pootaardappelorganisaties tegen
stellingen te vermijden en een goed kompromis tot stand te brengen
en daarmee N.A.K. en keuringsdiensten te adviseren.
In ieder geval moeten we met elkaar
erkennen dat phoma een lastige
schimmelziekte is, die onze eksport le
lijk in de waagschaal kan brengen.
Maar ook moeten we erkennen dat
deze droogrotziekte ernstige proble
men kan veroorzaken bij onze eigen
nationale konsumptie-aardappelteelt.
Wij weten uit vele jaren ervaring dat
in onze konsumptiesektor meer pho
ma optreedt dan in onze pootgoed-
sektor. En dat is eigenlijk logisch.
Phoma foveata is een koude schim
mel en >vondparasiet, dat wil zeggen
dat, wanneer de temperatuur bij de
oogst beneden de 10 graden C ligt en
er invalspoorten (beschadigingen)
ontstaan, het verwoestende werk kan
beginnen. Die situatie kan aanwezig
zijn onder Nederlandse omstandighe
den bij de oogst van konsumptie-
aardappelen. Steeds later oogsten om
de opbrengst zo hoog mogelijk op te
voeren. En steeds later oogsten, be
tekent meer kans op lage temperatu
ren (eind september-begin oktober).
En als de phoma dan latent aanwe
zig is, kan men het bewaren tot het
volgende voorjaar wel op 'zijn buik'
schrijven.
Het bewaren van konsumptie-
aardappelen tot het voorjaar en zelfs
tot de volgende oogst is van levens
belang voor de Nederlandse, voor on
ze nationale positie in de marktvoor-
ziening.
Phoma foveata is een gevaarlijke
en lastig te bestrijden schimmel.
Een koude schimmel, een wond-
parasiet. Lichte besmettingen, uit
de latentie opgespoord zijn min
der gevaarlijk dan werd vermoed.
Meer dan lichte besmettingen blij
ven gevaarlijk voor de binnen
landse konsumptieteler en voor
onze pootgoedeksport. Bewerkin
gen tijdens rooien en inschuren,
maar vooral ook bij het sorteren,
blijven van levensbelang.
Kwaliteitsaardappelen ter beschikking
hebben uit de oude oogst in juni, juli
en augustus is de kracht van de Ne
derlandse konsumptie-
aardappelsektor. Daar zullen we het
in het algemeen van moeten hebben.
Het is dan ook terecht dat de neder-
landse konsumptieteler zich wat zor
gen maakt over de ontwikkelingen
van het nationale phomabeleid. En in
deze deel ik die zorg. We zullen onze
nationale pootgoedklanten buiten de
zorgen moeten brengen. 'De klanten
zijn koning', zullen we binnen aan
vaardbare proporties moeten
respekteren.
Als we spreken over eksport en kwa
liteit van Nederlandse pootaardappe-
len, dan mogen we in principe onze
afnemers niet teleurstellen. In het al
gemeen worden de pootaardappelen
onder Nederlandse omstandigheden
bij vrij hoge temperaturen geoogst.
Meestal tussen de 15 en 20 graden C.
En al zijn er dan beschadigingen tij
dens het rooien, dan krijgen de schim
mels geen kans vanwege gebrek aan
aktiviteit.
Men moet wel de vraag stellen, wat
het gevolg is van het laten uitgroeien
van bepaalde groepen. Het is bekend
dat de eindrooidata voor de klassen
A, B en C steeds later worden door
technische mogelijkheden ten aanzien
van virusinfekties. En latere rooida-
ta leiden tot lagere temperaturen tij
dens het rooien. Een zeker niet te ver
waarlozen ontwikkeling.
Vooral ook de lagere temperaturen
tijdens het sorteren kunnen tot onaan
gename verrassingen leiden. We heb
ben uit ervaring kunnen konstateren
dat we nogal eens teleurstellingen
moeten inkasseren. En als we nu één
ding moeten voorkomen, dan is het
dat er geen rot mag optreden bij on
ze klanten in binnen- en buitenland.
Een duidelijk afwegingspunt bij het
toekomstig beleid moet daar wel bij
worden betrokken. Gelukkig kunnen
we hier en daar wat bijstellen met een
t.b.z.-behandeling.
Regelmatig of eigenlijk onregelmatig
worden pootgoedtelers verrast met
een phoma-besmetting. Het gemid
delde percentage van besmette partij
en ligt zo ongeveer op 1 maar zeer
grillig voorkomend. Luisterend naar
de heer Turkensteen neemt het
besmettingspercentage tijdens de be
waring af. De kunst is nu om uit te
vinden, waar de veiligheidsgrens ligt
om aan de ene kant de Nederlandse
bodem te beschermen en aan de an
dere kant de buitenlandse afnemer
niet teleur te stellen. Een afkeuring zal
zoveel mogelijk vermeden moeten
worden.
Percelen, waar tot nu toe besmettin-
Immense gebouwen, torenhoge
schoningsmachines, volledig auto
matische vul- en verpakkingsmachi
nes, pillen bij miljoenen, ziehier het
beeld van de huidige zaadgiganten.
De zaadhuizen van vroeger, zijn de
zaadfabrieken van nu. In vergelij
king met vroeger zijn het er ook maar
enkele meer. De grote zijn zoveel
groter geworden, omdat zij de ande
ren, populair gezegd, hebben opge
geten. Schaalvergroting heet dat.
Een algemeen en op veler terrein
voorkomend verschijnsel in deze
maatschappij. Noodzakelijk om je
eigen voortbestaan te bestendigen.
Ze ziin ook groot in wat ze te bieden
hebben. Sla de prachtige in kleuren
uitgevoerde katalogi maar open.
Soorten en rassen aangepast aan de
wensen van hun klanten. Rassen ge
schikt voor de konservenfabrikan-
ten' voor de buitenlandse afnemers,
voor de tuinders, voor de volkstuin-
bezitters. Rassen voor de lange- en
gen zijn voorgekomen, zullen in zorg
vuldige beschouwing moeten worden
genomen.
Hoewel niet verwacht mag worden,
dat voor oogst 1986 al een onder
scheid (verantwoord) kan worden ge
maakt tussen vatbare en resistente
rassen, weten we uit ervaring dat er
wel degelijk grote verschillen zijn. Zo
kan in de 'vrije sfeer' worden gezegd
dat binnen het ras 'Bintje' min of
meer regelmatig phoma optreedt en
dat bij het ras 'Alpha' nog nooit pho
ma is gekonstateerd. Met deze aan
wijzing kunnen 'besmette bedrijven'
wel uit de voeten dacht ik. Een kon-
takt met uw handelshuis zou wel eens
van grote betekenis kunnen zijn bij
uw rassenkeuze.
A. Vermeer
voor de kortedagkultuur en ga zo
maar door.
Pillen voor de perspot, pillen voor de
zaaimachine, pillen voor speciale
teelten, pillen.... heeft u nog wensen?
Het onderzoek staat voor niets.
Ze zijn ook groot in het investeren.
Niet alleen in gebouwen en machi
nes, maar vooral ook in wetenschap,
onderzoek, plantenveredeling en se-
lektie. Het zijn deze kleur en smaak
makers, die door te verbeteren en te
vernieuwen, aan de wensen van deze
tijd proberen tegemoet te komen.
Ook weer noodzakelijk, teneinde de
konkurrentie ook vanuit het buiten
land, het hoofd te kunnen bieden.
Maar tevens, om de voorsprong die'
de Nederlandse zaadbedrijven op dit
gebied over de hele wereld hebben,
te behouden.
Een voorbeeld waar een klein land
groot in kan zijn.
D.L. Koppenhol
6
Vrijdag 24 januari 1986