Kursus vergadertechniek en
kommunikatie van praktisch nut
voor ZLM-bestuurders
Aanvoer zoet water voor gebieden rond
Zoommeer financieel aantrekkelijk
Studie Werkgroep Landbouw Zoommeer:
Praktisch nut
Begrip
Fouten
Gewone taal
Kwaliteit
3 scenario's
Ontwikkelingen
Takorganisatie
"Zojuist beweerde u precies het
tegenovergestelde", reageert Tros
medewerker Sj. Dijkstra in een ra
dio interview met mevrouw
C.A.M. Klompe-Vermue uit Drei-
schor. Ze kijkt de ander kollega-
kursisten even vertwijfeld aan
maar herstelt zich snel. Dijkstra
blijft zijn vragen in een hoog tem
po afvuren. Tot de tijd om is en
de geinterviewde een zucht slaakt
van verlichting en vertwijfeling.
Maar Dijkstra stelt haar meteen
gerust. "Het ging al veel beter dan
de eerste keren. U blijft veel rusti
ger en goed bij het eigenlijke on
derwerp". Radioreporter Dijkstra
geeft in het kader van de ZLM-
trainingskursus Publiciteit en
Kommunikatie les in het omgaan
met de mikrofoon. Zijn inbreng is
een onderdeel van de kursus van
het Nederlands Christelijk Werk
geversverbond "Publiciteit en
Kommunikatie", die in opdracht
van de ZLM die op 7 en 8 januari
in het Landbouwhuis te Goes is
georganiseerd. Er hadden zich
voor deze kursus 20 oud-
kaderkursisten opgegeven. De
keuze was op dit onderwerp geval
len omdat de deelnemers aan de
kaderkursussen het gevoel hadden
op dit terrein nog te weinig erva
ring en inzicht te hebben. De kur
sus bestond uit vier onderdelen:
training in vergadertechniek, trai
ning radiointerview, training pers-
kontakt en gezamenlijke bespre
king van een aantal praktijkgeval
len met betrekking tot de public-
relations van land- en tuinbouw.
De kursisten waren verdeeld in 4
groepen van 5 personen. ZLM-
sekretaris R. Hoiting die belast
was met de organisatie, meent dat
vooral de kursus vergadertechniek
van direkt praktisch nut is voor de
deelnemers. Voor de training in
het omgaan met de schrijvende
pers en met de radio ligt dat voor
de meesten iets verder weg. "Maar
vooral is van belang dat men in al
le onderdelen van de kursus wordt
getraind in het goed en helder on
der woorden brengen van wat men
wil zeggen".
Gezien het feit dat deze kursus een
experiment was, meent Hoiting
dat ze zeker geslaagd is en dat ze
een goede bijdrage levert in de ka
dervorming die zo benadrukte hij,
van levensbelang is voor de land
bouworganisaties en zeker ook
voor de ZLM.
Radio journalist Sj. Dijkstra liet
zich bijzonder enthousiast uit over
de kursisten: "Ze hadden welis
waar mikrofoonvrees (die door de
kursus toch zeker naar zijn indruk
minder is geworden) maar ze zijn
zeer geïnteresseerd in het funkti-
oneren van de media. Dat heb ik
bij andere groepen niet zo sterk
meegemaakt. Ze zijn zich duide
lijk bewust van het grote belang
van PR en kommunikatie wanneer
ze voor de organisatie naar buiten
op moeten treden".
Het is Dijkstra opgevallen dat de
ze groep van een goed nivo was en
dat men duidelijk gewend is het
gezonde verstand te gebruiken.
Hij heeft gemerkt dat de deelne
mers zich na enige training in een
interview duidelijk veel beter
staande wisten te houden dan in
het begin. "Ze hebben, dacht ik,
ook leren inzien dat journalisten
gewone mensen zijn die hun werk
doen en dat wanneer ze in een in
Radiojournalist Sj. Dijkstra (r) intervieuwt mevrouw C. Klompe. De heer
v. Hoven wacht op zijn beurt.
terview onderuit gaan, ze dat vaak
aan zichzelf te wijten hebben". De
kursus heeft volgens Dijkstra ze
ker bijgedragen tot een beter we
derzijds begrip tussen de pers en
de bestuurders.
Eén van de deelnemers was J.P.
van Hoven uit Hank (N.Br.). Hij
vertelde zich eigenlijk impulsief te
hebben opgegeven: "Toen ik het
las dacht ik daar doe ik aan mee.
Maar ik had er geen voorstelling
van". Hij is er achteraf erg blij om
meegedaan te hebben. "Het was
een zeer goede kursus met goede
docenten waar realiteitszin van
uitstraalde. Hij zegt van zowel de
kursus vergadertechniek als van de
training omgaan met de pers veel
geleerd te hebben. "Zeker in een
opzet als deze waarbij je niet al
leen met je eigen fouten maar ook
steeds met die van je kursusgeno-
ten wordt gekonfronteerd. We
merkten dat we veel dezelfde fou
ten maakten". Uit de kursus pers
kontakten zegt hij vooral te heb
ben opgestoken dat je je bewust
moet zijn dat je praat voor bui
tenstaanders en dat het daarom
van belang is zoveel mogelijk een
voudige bewoordingen te gebrui
ken en geen vaktaal of moeilijke
konstrukties. "Daar had ik eerlijk
gezegd vóór de kursus niet zo'n
erg in".
Mevrouw C. Klompe-Vermue van
Dreischor is ook erg enthousaist.
"Fantastisch, deze kursus. Ik kan
ze iedereen aanbevelen die wel
eens naar buiten moet treden. Van
de kursus perskontakt zegt ze ge
leerd te hebben dat je de journa
list positiever moet benaderen en
niet direkt aan een bedreiging
moet denken". Het meest nuttige
is, vindt ze, dat je er steeds weer
opgewezen wordt dat je duidelijk
moet formuleren, gewone taal ge
bruiken en dat je steeds weer bo
ven tafel moet houden wat je van
plan was te zeggen, niet meer en
niet minder.
Bij een eerste korte evaluatie aan
het eind van de tweedaagse kursus
lieten de deelnemers zich in het al
gemeen erg positief uit over de
kursus. De ZLM beraadt zich nog
over een vervolg.
J. Wierenga
Mr. J.L.A.M. Roozen (m in overhemd) traint de deelnemers in kon takt
met de pers.
"Voor een verdergaande landbouwkundige ontwikkeling voor gebie
den grenzend aan hel Zoommeer is, mede gezien de sombere vooruit
zichten voor de akkerbouwsektor, de afwezigheid van zoet water een
grote handicap. De aanvoer van zoet water schept daarom nieuwe mo
gelijkheden voor de noodzakelijke bedrijfsaanpassing". Dat was de
konklusie die in de vergadering van de Provinciale Raad voor de Be
drijfsontwikkeling 9 januari j.l. trok uit de twee inleidingen van de
heren J.W. Busser van de Landinrichtingsdienst en de heer R. Krijger
van de Direktie Landbouw en Voedselvoorzieningen over een studie
die verricht is naar de mogelijkheden om zoet water vanuit het Zoom
meer aan te wenden voor de landbouw. Een andere konklusie is dat
de aanvoerkosten van zoet water voor de niet aan het Zoommeer gren
zende gebieden (aanvoer met pijpleiding) waarschijnlijk zo hoog zul
len zijn, dat de baten niet tegen de kosten opwegen.
Daarom is ook een aparte batenbere
kening gemaakt voor een gebied waar
deze dure gebieden buiten beschou
wing zijn gelaten. De resultaten wor
den daardoor relatief nog gunstiger.
Naast een bedrijfsekonomisch effekt
is ook een nationaal-ekonomisch ef
fekt berekend. Daarom komt o.m.
naar voren, dat zoetwateraanvoer ook
een gunstige invloed heeft op de werk
gelegenheid. Mogelijk kunnen als ge
volg van de meerproduktie wel lande
lijk prijsdalingen optreden.
Als gevolg van compartimenterings-
werken ontstaat zoals békend in de
Zeeuwse delta het zgn. Zoommeer,
dat zoet water zal bevattten. De
Werkgroep Landbouw Zoommeer
(W.L.Z.) heeft een studie verricht
naar de mogelijkheid dit zoete water
in de landbouw t.b.v. beregening aan
te wenden in een aantal gebieden in
16
Zeeland, Noord-Brabant en Flakkee.
Vooruitlopend op de eindrapportage
van deze werkgroep gaven de heren
Busser en Krijger in de Raad een toe
lichting op de voorlopige resultaten
van deze studie.
Het doel van beregening is het vocht-
tekort dat in een droge periode tijdens
het groeiseizoen ontstaat op te heffen.
Daarvoor kan water worden aange
voerd vanuit het Zoommeer, waarbij
onderscheid moet worden gemaakt in
de gebieden die direkt aan het Zoom
meer grenzen en de gebieden die ver
der weg liggen, dus via een pijpleiding
van zoet water moeten worden voor
zien. De aanvoerkosten zijn in het
laatste geval uiteraard hoger. Het
Zoommeerwater is afkomstig uit de
Rijn en Maas. Rijkswaterstaat heeft
reeds garanties gegeven m.b.t. de
kwantiteit en de kwaliteit van dit wa
ter t.a.v. landbouwkundig gebruik.
Voor beregening zal het zeker wel ge
schikt zijn.
Voorts is een bedrijfsekonomische ba-
ten/kosten-berekening gemaakt, uit
gaande van 3 scenario's, nl. het hui
dige bouwplan beregenen, het aange
ven van de autonome ontwikkeling
(verdergaande bedrijfsvergroting en
intensivering) en een scenario, waar
bij is uitgegaan van 10% extra inten
sivering, welke mogelijk is gemaakt
door de aanwezigheid van zoet water
voor beregening. Uitgaande van het
huidige prijsniveau zijn voor het
laatstgenoemde, meest reële, scenario
de netto baten (exkl. water
schapslasten) berekend op ƒ61,7 min.
voor 8 kleigebieden in het Zoommeer-
gebied. Tevens is een berekening ge
maakt, waarbij ervan is uitgegaan,
dat de prijzen t.g.v. het grotere aan
bod een daling zullen ondergaan. De
zelfde baten kómen dan op ƒ43,3
min.
In de diskussie die volgde werd opge
merkt, dat Schouwen-Duiveland niet
in de Zoommeerstudie is betrokken,
omdat aan dit gebied reeds eerder een
studie is gewijd in het kader van de
Grevelingen zoet/zout-rapportage.
Benadrukt werd, dat men zich niet
moet blindstaren op alleen de kosten
die verbonden zijn aan de zoetwater
voorziening, maar dat men ook oog
moet hebben voor de baten en ont
wikkelingsmogelijkheden die daar te
genover staan. In sommige kringen
wordt beweerd dat wateraanvoer de
verspreiding van plante- en dierziek
ten in de hand werkt. Hierover werd
opgemerkt, dat de verspreiding van
dierziekten erg zal meevallen. T.a.v.
rhizomanie is de Raad van oordeel,
dat verspreiding van deze ziekte we
liswaar via beregening zou kunnen
plaatsvinden, maar dat daarnaast een
goede bedrijfshygiëne (b.v. het af-
spuiten van werktuigen) van veel gro
ter belang is in de bestrijding van rhi
zomanie. Dit kan daarom nooit als
argument worden aangegrepen om de
komst van zoet water tegen te hou
den. Afsluitend konkludeerde de
voorzitter, dat de Zoommeerstudie
het nut van zoetwateraanvoer vol
doende heeft aangetoond. "We staan
nu voor de keuze welke na een even
tuele afwijzing in de toekomst wel
licht niet meer gemaakt zal kunnen
worden".
In zijn openingswoord haalde de
voorzitter enkele gebeurtenissen en
ontwikkelingen aan, die zich in het af
Het trace van de
zoetwaterleiding vanaf Bath.
gelopen jaar binnen de landbouw
hebben voorgedaan. De vorst heeft in
het begin van het jaar veel schade
aangericht in de fruitteelt. De speci
aal hiervoor in het leven geroepen ren
tesubsidieregeling heeft geresulteerd
in een redelijk aantal aanvragen. Veel
aandacht is besteed aan de problema
tiek rond de Superheffing en de
mestoverschotten. Aanpassingen bin
nen het E.E.G.-landbouwbeleid zul
len ook voor de akkerbouwsektor
grote gevolgen hebben. Een goede
oplossing moet worden gezocht voor
de graanoverschotten. Naast kontin-
gentering en verhoging van de mede
verantwoordelijkheidsheffing moet
ook het tijdelijk uit produktie nemen
van grond als een serieuze oplos
singsmogelijkheid worden onder
zocht. Deze grond moet echter wel
voor de landbouw beschikbaar blij
ven. Landinrichtingsprojekten en in
poldering van de Markerwaard die
nen nog steeds een hoge prioriteit te
krijgen.
Vrijdag 24 januari 1986