Produktie Biogas uit mestvergisting rendabel Superheffing ook na 1989 niet geheel uit te sluiten Minister Braks optimistisch over ontwikkelingsprogramma varkenssektor Kijk- en Praatbijeenkomsten bedrijfshygiëne r llBl - Gemengd kuilvoer uit gerst en bonen Volgens minister ir. G. Braks (landbouw en visserij) moet het niet ge heel uitgesloten worden geacht, dat de superheffing langer van kracht zal zijn dan de periode van vijf jaar waartoe in 1984 in EG-verband is besloten. De huidige ontwikkeling op de zuivelmarkt geeft hiertoe althans aanleiding. Hij zei dit op 15 januari j.l. tijdens een gezamenlijke bijeenkomst van de Christelijke Boeren- en Tuindersbond, de Katholieke Land- en Tuin- bouwbond en de Hollandsche Maatschappij voor Landbouw in Wad- dinxveen. Volgens de bewindsman levert de su perheffing in absolute termen resul taat op. De melkproduktie binnen de Europese Gemeenschap is inmiddels met 4 a 5 procent teruggelopen. Daar staat tegenover, dat de markt voor Europese zuivelprodukten - onder meer door een daling van het aantal afnemers - stagneert. De zuivelvoor- raden binnen de Gemeenschap zijn dan ook niet of nauwelijks geslonken. De superheffing echter, is bedoeld als instrument om het verstoorde even wicht tussen vraag en aanbod op de zuivelmarkt te herstellen. Minister Braks: "Wanneer ik de huidige ont wikkeling op de zuivelmarkt bekijk, dan heb ik op dit moment onvoldoen de reden om aan te nemen dat dat evenwicht in 1989 is hersteld. Is dat dan niet het geval, dan ligt een ver lenging van de afgesproken periode van vijf jaar in de rede. Veel zal ech ter ook afhangen van de evaluatie van het stelsel die in 1987 in Europees ver band zal plaatsvinden". De minister ging ook in op een mo gelijke beëindigingsregeling voor melkveehouders die de leeftijd van 65 jaar naderen en die geen bedrijfsop- volger hebben. Hoewel hij zei zeer te rughoudend te staan tegenover een VUT-regeling voor boeren in het al gemeen, onderzoekt hij op dit mo ment de mogelijkheden om een uit zondering te maken voor deze groep. Vervroegde uittreding zou dan, voor die groep, gekoppeld moeten worden aan de bestaande opkoopregeling voor melk. "Door deze regeling voor deze groep aantrekkelijker te maken, dat wil zeggen door een hoger bedrag dan 65 cent per kilo door de overheid opgekochte melk te betalen, komt er binnen het nationale quotum meer melk vrij om probleemgevallen en jonge boeren te kunnen helpen", al dus minister Braks. 'Om de konkurrentiekracht van de varkenssektor te handhaven en zo mogelijk te versterken, heb ik vorig jaar voor een periode van 3 jaar bijna 14 miljoen gulden beschikbaar gesteld voor de onderzoek en ont wikkeling in de sektor. Misschien is het nog te vroeg voor konklusies over de besteding van dat geld. De hoeveelheid aanvragen voor een bijdrage in een onderzoek- en ontwikkelingsprojekt en de kwaliteit en de richting van het daarin beschreven onderzoek stemmen mij ech ter optimistisch'. Dit onder meer zei minister ir. G. Braks op 18 janu ari jl. bij de.opening van de nieuwbouw van varkensslachterij Lunen burg BV in Oudewater. Beheersing van de slachtkosten blijft volgens de bewindsman van groot be lang als het gaat om het behoud en versterken van de konkurrentiekracht van de sektor. Minister Braks prees in dit verband de gemeenten, die door vrijwillige over dracht van hun keuringsdiensten de reorganisatie van de vleeskeuring in snel tempo deden verlopen. Een be langrijke kostenverlaging voor het be drijfsleven werd ook bereikt door het besluit om ook voor de veterinaire roodvleeskeuring een overheidsbij drage van 50 procent in de kosten als uitgangspunt te hanteren. Met ingang van 1 januari 1985 gingen als gevolg van dat besluit de vleeskeuringstarie ven in aanzienlijke mate omlaag. Hoewel op grond van algemene kostenstijgingen nu een kleine verho ging van de keuringstarieven logisch zou zijn, was de minister van mening, dat het voor de roodvleessektor mo gelijk moet zijn deze kostenstijging op te vangen door een nog wat verdere verbetering van doelmatigheid. 'Het doet mij dan ook genoegen u te kun nen mededelen dat staatssekretaris Ploeg daarom voornemens is voorals nog de tarieven voor de roodvleeskeu ring niet te verhogen', aldus minister Braks. Kleinschalige mestvergisting kan voor ruim 3000 varkens- en runder- bedrijven rendabel zijn. Schaffen twee of drie van die bedrijven sa men een vergistingsinstallatie aan dan stijgt dat aantal naar 8000. De belangrijkste baten zullen voortkomen uit het produceren van bi ogas uit mest. Effecten op het gebied van milieu en grondstoffen ver beteren de rentabiliteit verder. Daarbij is vooral de vermindering van stank bij het uitrijden van de mest belangrijk. Tot deze en andere conclusies komt het Centrum voor Energie vraagstukken TNO in Apeldoorn dat in opdracht van het Projectbe- heerbureau Energieonderzoek (PEO) hiernaar een onderzoek heeft uit gevoerd. In de jaren zeventig werd in sommi ge kringen mestvergisting beschouwd als oplossing voor het probleem van de mestoverschotten. Later is deze op vatting succesvol bestreden - maar daarmee verdween tevens het thema mestvergisting naar de achtergrond. Wellicht ten onrechte, omdat aan ver gisten wel andere baten kunnen wor den toegekend. Gezamenlijk verbouwd, verkrijgt men met gerst en bonen een uit gebalanceerd voer voor het melk vee. Johan Meijer, voorlichter op het gebied van de plantenteelt te Beckum (O) benadrukt, dat gerst veel waardevol methionine bevat en bonen het in voer vaak ontbre kende lysine. Oogst men in juli, dan kunnen kuilvoeropbrengsten tot 12 ton per hektare worden ge oogst. Het zaaizaadmengsel van "18 kg gerst en 110 kg bonen heeft geen stikstof nodig en nauwelijks gewasbeschermende middelen. PEO heeft nu een onderzoek laten uitvoeren naar de betekenis van mest vergisting voor energie-, milieu- en grondstoffenbeheer vooral met het doel die andere baten zichtbaar te ma ken. Uit dat onderzoek blijkt dat kleinschalige vergisting rendabel kan zijn. Tevens is aangetoond dat ver gisten een rendabele eerste stap kan zijn in een grootschalig verwer kingsproces van mest tot een hygië nischer en beter hanteerbaar 'kunst- mestachtig' produkt. Volgens de on-, derzoekers heeft zo'n produkt geen nadelige gevolgen voor het milieu en zal het beter afzetbaar zijn dan onbe handelde mest. Toepassing van mestvergisting door 8000 kleine bedrijven vergt eên in vestering van 500 miljoen. De jaar lijkse biogasopbrengst is daarbij be rekend op 100 miljoen kubieke meter aeq. (aardgasequivalent). De baten worden geraamd op 12 miljoen per jaar. Als de investeringen per installatie met 30% zouden kunnen worden ver laagd, wordt deze technologie voor veel meer agrarische bedrijven interes sant. Naar verhouding komen dan meer runderbedrijven in aanmerking. In plaats van 4000 zouden dan zo'n 16000 runderbedrijven tot het ver gisten van mest kunnen overgaan. Tevens zijn de mogelijkheden voor grootschalige vergisting onderzocht. Indien door zo'n 75 verwerkingsfa brieken jaarlijks een mestoverschot van 20 miljoen ton moet worden ver gist, dan vraagt dat om een totale in vestering van 1,4 miljard. De geza menlijke baten daarvan worden per jaar geschat op 33 miljoen. In het rapport wordt verder de ver wachting uitgesproken dat in de na bije toekomst verbeteringen aan de in stallaties kunnen leiden tot een verho- ging van de rentabiliteit. Dit laatste kan mogelijk ook worden bereikt door drijfmest te vergisten in combi natie met. andere organische af valstoffen. Op tal van plaatsen in Zeeland wor den deze winter Kijk- en Praatbijeen komsten gehouden. De onderwerpen die behandeld worden zijn: bedrijfs hygiëne en spuittechniek. Het onder werp bedrijfshygiëne wordt steeds be langrijker. Er wordt dan ook van di verse kanten aandacht aan gegeven. Op de Kijk- en Praatbijeenkomsten wordt vooral de nadruk gelegd op het voorkomen van ziekten en plagen en met name de verspreiding daarvan door middel van grond, machines, zaai- en pootgoed, e.d. Voor diverse verschijnselen geldt: je komt er vlugger aan dan er af. Het er vanaf komen kan soms veel geld en moeite kosten. Dus: wees op alles be dacht, ook op wat u nog niet hebt. Voorkomen is beter dan genezen. Bij de spuittechniek worden vele interes sante zaken behandeld. Op dat terrein zijn nogal wat ontwikkelingen aan de gang, met name ook als gevolg van recent onderzoek. Op de Kijk- en Praatbijeenkomsten wordt veel infor matie gegeven over: - doppenkeuze (werveldop - spleetdop) - hoogte van de spuitboom - spuitdruk en rijsnelheid - hoeveelheidsregeling - rijenbespuiting - onderbladbespuiting De Kijk- en Praatbijeenkomsten wor den nog gehouden in: Brouwershaven, dinsdag 28 januari 1986, in het "Tonnenmagazijn"; St. Maartensdijk, woensdag 29 janu ari 1986, in "de Haestinge"; 's Heerenhoek, donderdag 30 janua ri 1986, in de "Jeugdhoeve"; Kruiningen, vrijdag 31 januari 1986, in het "Dorpshuis"; Kortgene, dinsdag 4 februari 1986, in "de Pompweie". Op alle plaatsen: aanvang 13.30 uur. Wij wensen u een leerzame middag toe. Veehouderij De RASSENLIJST VOOR LA NDBOU WGE WA SSEN geeft ook op het gebied van grasland waardevolle informatie. Dat be treft niet alleen de diverse meng sels; de raseigenschappen van de grassoorten worden uitvoerig be schreven. Kies een mengsel met een hoog percentage Engels raai- gras. Let daarbij op de waarde ringscijfers van de rassen die er in voorkomen. Een goede MELKHYGIËNE be gint in de box of de stand waar de koe staat of ligt. Daarom is het nodig tweemaal daags langs de boxen te lopen en de aanwezige mest te verwijderen, en zonodig wat zaagsel bij te strooien. Denk ook aan voldoende ventilatie zo dat vochtige boxen kunnen op drogen. DRAINREEKSEN vragen een re gelmatig ONDERHOUD. Dit be tekent een jaarlijkse kont role en schoonmaak van de eindbuizen en een periodieke schoonmaak van de gehele reeks. Hoe vaak is af hankelijk van de omhulling en grondsoort. Op fijnzandige gron den zal dat vaker zijn dan op klei grond. Op gronden met ijzerrijk water zal dat elk jaar nodig zijn. Het is goed om na de aanleg de drainreeksen reeds het EERSTE JAAR DOOR TE SPUITEN. Eventuele fouten komen dan naar voren en kunnen worden hersteld. De eerste reiniging is tevens een kontrole op de aanleg. Wanneer voor de tweede keer doorgespoten moet worden is onder meer af hankelijk van de ervaring bij de eerste keer. Naarmate de drain schoner was kan langer gewacht worden. Bij het UITRIJDEN van MEST op grasland gedurende de WIN TER kan een groot gedeelte van de stikstof, kalium en natrium verloren gaan. Hoeveel is afhan kelijk van de grondsoort en hoe veelheid neerslag. Daarnaast kan de zode worden beschadigd door insporen en de grond onder de zode wordt ver dicht. Dit laatste belemmert de groei van het gras en verhoogt de kans op stikstof verliezen geduren de het gehete jaar. 14 Vrijdag 24 januari 1986

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1986 | | pagina 14