Pootaardappelen kunnen straks
bovengronds geplukt worden
Zeeuws-Vlaamse fruittelers vinden weinig
Hollands produkt op 3 Duitse
groothandelsmarkten
Nieuwe vermeerderingsmethode
Essen
Düsseldorf
Keulen
is minder duur dan weefselkweek I
en ten opzichte van de oude ver- j
meerderingstechniek door stek be
tekent ze een enorme vergroting
van de knolproduktie. Uit een een
voudige rekensom volgt dat met
deze nieuwe werkwijze in twee
jaar tijd ruim tienduizenden knol
len uit één plant te krijgen zijn.
Gezonde planten
Marinus is erg enthousiast over dit
resultaat. Het is een vrij eenvou
dige methode en iedere pootgoed-
teler kan hem toepassen. Snelle
vermeerdering is vooral van be
lang als er op grote schaal ziektes
opgetreden zijn en er weinig ge
zond uitgangsmateriaal voor de
pootaardappelteelt beschikbaar is.
Nederland heeft een goede naam
op het gebied van pootaardappe
len. Met een produktie van
700.000 ton pootaardappelen is
ons land de grootste producent ter
wereld; het exporteert ruim
500.000 ton per jaar, meer dan alle
overige exporteurs in de wereld bij
elkaar. De kwaliteit en de gezond
heid van het Nederlandse poot-
goed staan internationaal hoog
aangeschreven. Technieken om
snel en gezond te vermeerderen
zijn erg belangrijk om altijd aan
de vraag naar hoogwaardig mate
riaal te kunnen voldoen.
Zoals gezegd werd enkele jaren ge
leden al een techniek ontwikkeld
waarbij aardappelplanten ra
zendsnel in reageerbuizen ziekte-
i vrij vermenigvuldigd kunnen wor
den. Deze weefselkweekmethode
heeft opgang gemaakt en wordt
nu op grote schaal in een labora
torium voor de Nederlandse Alge
mene Keuringsdienst (NAK) uitge
voerd. Een nadeel van weefsel
kweek is echter dat het voor poot-
goedtelers een vrij kostbare ver-
menigvuldigingswijze is. Zij be
schikken niet over de mogelijkhe
den om weefselkweek uit te
voeren.
Voor nieuwe rassen is deze verme-
nigvuldigingswijze wel lonend: de
Pootaardappelen kunnen in de
toekomst bovengronds geplukt
worden. Deze geheel nieuwe werk
wijze werd ontwikkeld door de
Wageningse onderzoeker ing. J.
Marinus: hij is werkzaam bij het
Centrum voor Agrobiologisch
Onderzoek (CABO) van de Direk-
tie Landbouwkundig Onderzoek.
Zijn vinding kan grote gevolgen
hebben voor de produktie van ge
zonde pootaardappelen: van een
klein oppervlak kunnen straks vee!
meer knollen geoogst worden dan
lot nu toe.
Bovengrondse knollen
Het is een bekend verschijnsel dat
bovengrondse knollen voorkomen
bij aardappelplanten die aangetast
zijn door bepaalde bodemschim
mels. Het aantal knollen aan de
stengel kan groot zijn. Volgens
Marinus kunnen deze "boven
grondse aardappelen" goed als
pootmateriaal worden gebruikt.
Het was dus zinvol om uit te zoe
ken of bovengrondse knolvorming
te stimuleren is bij gezonde
planten.
"Het is vrij eenvoudig" zegt de
onderzoeker. Er wordt een sten-
gelstek met één hooggeplaatst blad
gesneden. Deze wordt na bewor-
telen in de grond geplant. De blad
oksel moet daarbij enkele centi
meters boven het grondoppervlak
zitten. De plant zal anders te mak
kelijk ondergrondse uitlopers vor
men waaraan alsnog knollen zou
den kunnen ontstaan. De stekken
worden vervolgens opgekweekt bij
minder dan twaalf uur licht, een
kunstmatige korte dag dus. Door
een andere inwendige groeistof-
huishuishouding blijven de plan
ten kort. Het transport van suikers
naar de ondergrondse delen (waar
normaal de suikers als zetmeel in
de aardappels worden opgeslagen)
is belemmerd omdat de plant geen
ondergrondse knollen kan vor
men. Als gevolg daarvan wordt de
plant gedwongen in de bladoksels
bovengrondse "aardappelen" te
vormen.
Marinus deed, evenals verschillen
de andere onderzoekers in de we
reld, aan het eind van de jaren -
'70 ook al onderzoek naar snelle
Het verschil tussen de plant én die
bij korte dag (links) en bij lange
dag (rechts) zijn behandeld,
is duidelijk te zien!
extra kosten wegen dan op tegen
het voordeel eerder op de markt
te komen. Voor oude rassen zoals
bijvoorbeeld Bintje of de Lekker-
lander, is weefselkweek vaak te
duur.
Om ziektevrij pootgoed te krijgen
worden de oude rassen dan ook op
traditionele wijze via knollen ver
meerderd. Dat kan een langduri
ge geschiedenis zijn. Afhankelijk
van het ras duurt het drie tot zes
jaar voor er weer voldoende ge
zond materiaal beschikbaar is. Als
een ras ernstig is aangetast kan dit
een belemmering vormen voor de
levering van voldoende hoog ge
kwalificeerd pootgoed.
"De nieuwe techniek van boven
grondse knolvorming kan dan me
de uitkomst bieden", aldus Mari
nus. "In korte tijd kan er veel
nieuw gezond materiaal geprodu
ceerd .worden. Naast de weefsel
kweek biedt mijn methode moge
lijkheden tot de snelle produktie
van gezond hoogwaardig poot
goed". De eerste kontakten met
een vermeerderingsbedrijf zijn
reeds gelegd en de eerste reakties
waren positief. (Tekst: Florentine
Lammes).
re vermeerderingstechnieken van i
de aardappel, waarbij ook toen 1
gebruik werd gemaakt van stek
ken. Uit één plant zijn ongeveer
vijftig stekken te snijden, die kun
nen dus vijftig planten opleveren.
De resultaten vielen echter toen te
gen, er werden slechts één a twee
(ondergrondse) knollen per plant
gevormd. Deze methode werd op
verschillende plaatsen in de wereld
met succes toegepast, maar is nu
bijna overal vervangen door de
vermeerderingsmethode in kweek-
buizen, ook wel weefselkweekme
thode genoemd.
Met de nu door Marinus ontwik
kelde nieuwe techniek van boven
grondse knolvorming kunnen zo'n
tien tot vijftien knollen per stek
verkregen worden zonder gebruik
van reageerbuizen. Deze methode
Zo groeien bovengrondse aardappelen.
Er was erg vee! gelegd fruit op de markten te zien.
Er stonden enkele partijen fruit van
Hollandse herkomst van zeer slechte
kwaliteit. Totaal versleten Doyenné
en rode Goudreinetten.
Op deze vrij nieuwe markt kon men
wel veel Hollands fruit vinden van
goede kwaliteit, maar onverpakt. Di
verse partijen vanuit het Zeeuwse
stonden uitgestald. Ze zagen er goed
uit maar waren niet verpakt. Ook hier
is er veel vraag naar in lagen verpakt
fruit en naar grotere maten peren
(Conference) boven 65 mm en appels
boven 70 mm. Wat opviel was een
partij Doyenné van Hollandse bo
dem, die verpakt was in één-laag krat
ten, die bestemd waren voor aardbei
en. Verschillende partijen Conferen
ce en Elstar waren afkomstig van een
kerstveiling van 'begin december.
Opmerking van een der deelnemers:
'Het zou goed zijn als al onze fruit
telers es een bezoek brachten aan de
ze markten...'.
Vrijdag 24 januari 1986
De ekskursie die een dertigtal leden van de afdelingen Zeeuws-
V laanderen van de Nederlandse Fruittelers Organisatie 15 en 16 janu
ari j.l. hebben gebracht aan de groothandelsmarkten in Keulen, Düs
seldorf en Essen is op een teleurstelling voor de deelnemers uitgelo
pen. De hoeveelheid fruit van Nederlandse herkomst bleek er aanzien
lijk te liggen onder hetgeen men had verwacht terwijl de kwaliteit van
het produkt dat er wel lag, meest matig tot slecht was. Op de drie mark
ten maar vooral op de 'luxe' markten te Keulen en Düsseldorf bestaat
zo kreeg men te horen een grote vraag naar verpakt fruit en daaraan
wordt van Nederlandse zijde maar zeer beperkt voldaan. Wat kwali
teit en verpakking betreft, zo moesten de bezoekers konstateren, lig
gen de Belgen op de drie genoemde markten op ons voor.
Eerst bracht het gezelschap dat onder
leiding stond van de heer S.Th. van
Diepen van het Centraal Buro en van
de heer C. Geense van CVZ, een be
zoek aan de markt in Keulen.
Deze markt staat bekend als een kwa-
liteitsmarkt met veel verpakt fruit
(één-laag) van goede kwaliteit en gro
te maten. Ca. 60-70% van de omzet
wordt via de telefoon verkocht. Men
12
ziet er dan ook weinig handelaren/ko
pers rondlopen. Naast de groothan
delaren en straathandel wordt veel di-
rekt door grootwinkelbedrijven inge
kocht. Hier zeer weinig Nederlandse
produkten. Wel zag men goed en
mooi verpakt fruit van Belgische oor
sprong. Veel eksotisch fruit wordt er
op deze markt verhandeld, o.a. sinaas
appels, mandarijnen, avocado's, ki
wi's, mango's, etc.
Ook hier naast fruit van de gematig
de zone ook zeer veel eksotisch fruit,
met veel vraag naar één-laag kratten.
De exotische vrucht dringt steeds
door op de West-Europese markten.