Totale produktiewaarde licht terug Gemiddeld inkomen in akkerbouw fors achteruit! Amro: Automatisering melkveehouderij geleidelijk op gang, initiatieven in akkerbouw beperkt Door een gemiddelde daling van de opbrengstprijzen met twee tot drie procent en een stijging van de totale produktie met anderhalf procent zal de produktiewaarde van de agrarische sektor in 1985 licht dalen ten opzichte van het voorgaande jaar. Dat is voor het eerst in tien jaar. Voor het gemiddelde inkomen wordt een daling met rond vijf procent verwacht. Achter deze cijfers gaan belangrijke verschillen tussen de bedrijfstak ken schuil. Zo valt voor de akkerbouw een flinke daling van de inko mens te voorzien en voor de glastuinbouw een beperkte achteruitgang, terwijl voor de dierlijke produktierichtingen een verbetering van ren tabiliteit en inkomen wordt verwacht. Dat wordt meegedeeld door het Landbouw-Ekonomisch Instituut (LEI). Aan het eind van ieder kalenderjaar publiceert het LEI de verwachte uitkomsten in akkerbouw en veehouderij (over het boek jaar), in de tuinbouw (over het kalenderjaar) en voor de gehele agrari sche sektor (kalenderjaar). Een van de akkerbouwprodukten waarvan prijs (en kwaliteit) het van 't jaar lelijk hebben laten zitten; de uien Gemiddelde arbeidsopbrengst in gld. per ondernemer (pachtbasis) Akkerbouw Grotere bedrijven Kleinere bedrijven Noordelijk Centraal Zuidwest Veen Klei Veen- klei klei klei koloniën gebieden koloniën gebied gebied gebied 1980/81 21800 64500 63400 21100 19100 5200 1981/82 34200 73400 83700 43900 22800 18900 1982/83 64000 71400 59800 40700 16500 16300 1983/84 68300 173800 169000 27000 59900 -1700 1984/85 1) 40000 42000 44000 48000 10000 15000 1985/86 2) 3) 5000 5000 10000 42000 -10000 10000 Rundveehouderij Grotere bedrijven Kleinere bedrijven Nrd.klei Westelijk Weide- Gemengde Weide- Gemengde en veen- weide bedr bedrij bedrij- bedrij weide gebied zand ven ven ven gebied gebieden 1980/81 25000 17600 21400 4800 7700 1200 1981/82 43200 24900 41400 34100 15200 9900 1982/83 48200 32800 44900 37200 13400 5100 1983/84 34300 20600 37800 21600 5900 2200 1984/85 1) 36000 25000 30000 22000 5000 3500 1985/86 2) 42000 34000 42000 28000 10000 5000 1) Voorlopig. 2) Prognose. 3) Bij actuele opbrengstprijzen van vrije produkten. Uitgaande van genormali seerde opbrengstprijzen zou de arbeidsopbrengst bedragen: Noordelijk klei gebied f 42000,-, Centraal kleigebied f 70000,-, Zuidwestelijk kleigebied f 63000,-, Veenkoloniën f 42000,-, kleinere bedrijven kleigebieden f 12000,- en kleinere bedrijven Veenkoloniën f 10000,-. - Produktie iets vooruit, gemiddelde prijs wat lager De agrarische sektor als geheel pro duceerde het afgelopen jaar naar schatting ongeveer anderhalf pro cent meer dan in 1984. Dat kwam vooral door de tuinbouw, die circa 4% meer voortbracht terwijl in de akkerbouw en de dierlijke sektor de produktie over de gehele linie onge veer gelijk bleef. In de akkerbouw stonden in door snee lagere hektare-opbrengsten tegenover een iets groter areaal. In de dierlijke sektor was de produktie in het algemeen wat lager behalve in de pluimveemesterij en vooral de varkenshouderij. De laatste sektor bracht, ondanks de Interimwet die verdere uitbreiding moet beperken, het afgelopen jaar rond negen pro cent meer voort dan in 1984. De opbrengstprijzen daalden in 1985 naar schatting gemiddeld met twee tot drie procent. Vooral in de akker bouw kwamen de prijzen in doors nee flink lager uit. Voor tuinbouw- produkten bleven ze ongeveer gelijk, terwijl in de gemiddelde prijs voor dierlijke produkten nauwelijks voor uitgang te bespeuren was. - Kosten stationair, inkomen iets te rug Terwijl de totale produktie dus een geringe stijging vertoonde, ging de hoeveelheid aangekochte goederen en diensten met vier procent om hoog. Vooral het veevoeder, dat goed is voor ruim de helft van die kosten, is hier debet aan: Daarvan werd vijf procent meer aangekocht, niet in de laatste plaats als gevolg van de uit breiding in de varkenshouderij. Door de strenge winter kwam het energieverbruik ook weer enkele procenten hoger uit. De prijs van energie bleef voor het eerst sinds lange tijd gelijk, terwijl die van het veevoer flink daalde. Omdat de overige produktiemiddelen maar weinig in prijs stegen, kwam de ge middelde prijs van de aangekochte goederen en diensten zo'n 4,5% lager uit. De betaalde kosten bleven daardoor in 1985 ongeveer op hetzelfde nivo als in 1984. Omdat de totale op brengsten tegelijkertijd licht terug liepen, wordt voor het kalenderjaar een gemiddelde teruggang van het inkomen van boeren en tuinders verwacht met meer dan vijf procent. - Akkerbouw: Inkomens op klei sterk, in Veenkoloniën minder achteruit De natte zomer bracht in 1985 voor een aantal akkerbouwprodukten tegenvallende kg-opbrengsten in vergelijking met het goede vooraf gaande jaar. Van granen werd circa 15% minder van het land gehaald, de oogst van erwten bleef 30% achter en die van suikerbieten 10%, waarbij het hogere suikergehalte weer veel goedmaakte. Konsumptie- en fabrieksaardappe len lieten daarentegen weer een iets hogere kg-opbrengst zien. De kon- sumptieaardappelteelt maakte zelfs, vooral als gevolg van de grotere be- teelde oppervlakte, in 1985 de groot ste oogst aller tijden mee. Intussen stonden de prijzen van de meeste akkerbouwprodukten onder druk. Vooral die van aardappelen en Vrijdag 17 januari 1986 uien daalden sterk. In vergelijking met de oogst van 1984 zullen de aardappels zo'n 20% en de uien rond 8% minder opbrengen, terwijl de graanprijzen 6 tot 7% lager uitko men. Gemiddeld moet in het oogstjaar 1985/86 gerekend worden met zeven tot acht procent lagere prijzen voor een met enkele procenten teruggelo pen oogst, zodat de geldopbrengsten meer dan tien procent achterblijven bij die van het voorafgaande jaar. De teruggang is vooral in het Centraal Kleigebied sterk. In het Noorden is ze wat minder en voor de veenkolo niën worden zelfs ongeveer gelijk blijvende geldopbrengsten verwacht. De kosten ondergingen een lichte stijging met één procent zodat, voor al in de kleigebieden, flink lagere bedrijfsuitkomsten worden voorzien. Het gemiddelde ondernemersinko men wordt op de grotere akker bouwbedrijven voor 1985/86 met 31 duizend gulden de helft lager ge raamd dan in het voorgaande jaar; dat op de kleinere bedrijven met achtduizend gulden zelfs twee derde lager. In de Veenkoloniën zal de da ling naar verwachting beperkt kun nen blijven tot een procent of vijf tien. - Melkveehouderij: Inkomens wat beter Als gevolg van de superheffing, die in het voorafgaande jaar was inge voerd, was de melkveestapel halver wege 1985 circa 7% kleiner dan een jaar eerder. De melkproduktie per koe ging echter tegelijkertijd om hoog - een stijging die zich naar alle waarschijnlijkheid nog zal voortzet ten in het komende voorjaar, zodat de melkproduktie in 1985/86 niet de daling met één procent zal laten zien die door de EG is voorgeschreven. Rekening houdend met de ontwik keling van de melkprijs en met de te betalen superheffing en medever- antwoordelijksheidsheffing, wordt voor 1985/86 een kleine verhoging van het melkgeld per hektare voor zien. Omdat de slachtkoeien en nuchtere kalveren meer opbrengen wordt voor de totale geldopbreng sten een stijging van rond twee pro cent verwacht. De totale kosten per hektare zullen, bij een toegenomen krachtvoerver- bruik tegen lagere prijzen, ongeveer gelijk blijven zodat een verbetering van de bedrijfsresultaten valt te voorzien. Het gemiddelde ondernemersinko men op de grotere melkveebedrijven zal naar verwachting met rond een kwart stijgen tot circa 53 duizend gulden en op de kleinere bedrijven van 14 duizend naar 20 duizend gul den. - Intensieve veehouderij De totale produktie ging in de inten sieve veehouderij in 1985 met onge veer vijf procent omhoog: het resul taat van een eksplosieve uitbreiding in de varkenshouderij, een stijging in de pluimveehouderij en een terug gang in de legsektor en de kalver- mesterij. De prijzen voor kalfsvlees lagen wat hoger, die voor eieren duidelijk lager en de prijzen voor slachtpluimvee en varkens bleven ongeveer gelijk. Over de gehele linie betekende dit een iets lagere opbrengstprijs. De produktiewaarde van de inten sieve veehouderij nam door dit alles in 1985 met bijna 5% toe tot dichtbij de elf miljard gulden. Ook voor het boekjaar 1985/86 wordt een gemiddelde daling van de o.mbrengstprijzen met enkele pro centen voorzien. De daling van de krachtvoerprijzen wordt daartege nover geraamd op 7 tot 8%, terwijl de overige produktiemiddelen maar met een paar procent zullen stijgen. In de varkensmesterij wordt op grond hiervan bij een van 60 tot 70 Volgens het Amro onderzoek zal eind 1987 op 20% van de melkvee bedrijven sprake zijn van procesau tomatisering op basis van een geau tomatiseerd koeherkenningssysteem. Momenteel heeft 12% van de bij het onderzoek betrokken bedrijven een dergelijk systeem. Van de grotere bedrijven (met meer dan 250 SBE, ongeveer 70 koeien) zal eind 1987 zelfs 40% (momenteel 20%) één of meer vormen van procesautomatise ring toepassen. Deze systemen worden, voorzover aanwezig, voornamelijk gebruikt voor de geautomatiseerde dosering van krachtvoer (door 84% van de bezitters). Hoewel interesse voor bredere toepassing wel degelijk be staat, worden andere toepassingsmo gelijkheden nog veel minder benut. gulden per dier gestegen arbeidsop brengst een kostendekkende eks- ploitatie verwacht. Hetzelfde geldt voor de kuikenmesterij met een ver betering van 85 naar 150 gulden per 1000 kg afgeleverd gewicht. In de fokvarkenssektor wordt een gelijke arbeidsopbrengst verwacht in 1985/86 terwijl de legsektor met een flink betere arbeidsopbrengst van 1,80 per hen nog ver onder een kostendekkend peil zal blijven. In de resultaten van de kalvermesterij te kenen zich op dit moment voor 1985/86 nog geen grote veranderin gen af. - Tuinbouw De opgaande lijn die zich sinds 1982 in de bedrijfsresultaten van de glas tuinbouw aftekende, zal dit jaar door een beperkte daling worden onder broken. Het aandeel van de kosten' dat door opbrengsten wordt vergoed zal in 1985 naar schatting met twee procent teruglopen tot 94%, terwijl voor het ondernemersinkomen een daling met bijna vijfduizend gulden wordt voorzien tot bijna 48 duizend gulden per ondernemer. In de glasgroentesektor wordt de verwachte stijging met6 kl% van de opbrengst per vierkante meter over troffen door die van de kosten. Die zullen' vooral door de strenge winter (maar dit jaar voor het eerst sinds lang niet door hogere energieprij zen), 7,5% hoger uitkomen dan vorig Met de investeringen in een geauto matiseerd koeherkenningssysteem wordt hoofdzakelijk een verhoging van de opbrengst per koe nage streefd. Meer dan de helft (57%) van de melkveehouders staat echter nog ge reserveerd tegenover procesautoma tisering. Met name agrariërs boven de 45 jaar, degenen met kleinere be drijven en degenen met een lagere opleiding zijn in deze groep verte genwoordigd. Volgens het Amro onderzoek komt het gebruik van een mikro- of ho- mekomputer voor de administratie van bedrijfsgegevens nog maar spo radisch voor onder melkveehouders. Akkerbouw De mogelijkheden voor procesauto matisering worden in de akkerbouw jaar, zodat een lichte achteruitgang van het ondernemersinkomen wordt verwacht tot ruim 45 duizend gulden. De snij bloementeelt kreeg, bij onge veer gelijke opbrengsten, met onge veer 3,5% hogere kosten per vier kante meter te maken. Voor het on dernemersinkomen wordt hier een teruggang van bijna 60 duizend gul den naar rond 44 duizend gulden verwacht. In de potplantenteelt week de kosten ontwikkeling niet veel af van die in de snijbloemensektor maar hier was sprake van een flinke stijging van de opbrengsten per vierkante meter: 8 k 9%. Voor het ondernemersinkomen wordt een vooruitgang van 53 dui zend tot ruim 77 duizend gulden ge raamd. In de champignonteelt moet reke ning gehouden worden met flink te ruglopende bedrijfsresultaten. De verhouding tussen kosten en op brengsten zal in 1985 met ongeveer twintig procent punten dalen en het gemiddelde oirdernemersinko- men met bijna driekwart tot 23 dui zend gulden. Voor de vollegronds- groenteteelt wordt in 1985 een ver dere achteruitgang van de bedrijfs resultaten verwacht ten opzichte van het matige jaar 1984. Hetzelfde geldt voor de fruitteelt waar de daling van de oogst, mede als gevolg van de matige kwaliteit, tot dusverre niet volledig wordt gekompenseerd door de hogere opbrengstprijzen. Landbouw-Ekonomisch Instituut beperkter ervaren. Het onderzoek heeft zich dan ook hoofdzakelijk ge richt op administratieve automatise ring via een mikrokomputer (PC). Slechts een klein deel (ca. 5%) van de akkerbouwbedrijven is momenteel uitgerust met een mikrokomputer voor zaken als boekhouding en re gistratie van produktieresultaten. De meest genoemde reden om niet in automatisering te investeren is "on voldoende toepassingen voor mijn bedrijf' (25%). 22% denkt dat op dit moment investeren in mikrokompu ter zijn geld niet opbrengt. Voor de komende 2 jaar heeft nog eens 5% van de akkerbouwers kon- krete plannen om (voor het eerst) in een mikrokomputer en bijbehorende programma's te investeren. Eind 1987 zal bij ongeveer 1 van de 10 akkerbouwbedrijven een mikro komputer gebruikt worden. Bovendien bestaan er onder ca. de helft van de huidige bezitters van een komputer plannen de komende twee jaar nieuwe toepassingsmogelijkhe den te gaan benutten en nieuwe programmatuur aan te schaffen. 9 De automatisering bij de begeleiding van het produktieproces begint in de melkveehouderij voet aan de grond te krijgen. Dit wijst een recent onderzoek uit dat de Amro Bank in samenwerking met het NIPO heeft verricht met betrekking tot de automatisering in de melkveehouderij en de akkerbouw. Het onderzoek werd verricht in het kader van de ko mende Landbouw RAI (20 t/m 25 januari).

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1986 | | pagina 9