M.A.S. - Goes wil met doorstudeerrichting doorstroming naar de hogere agrarische scholen vergemakkelijken 25 jaar Individueel Lager Onderwijs Eerste komputerkursussen in Zeeland afgesloten rnfm Uit de Groene School. geklapt De Middelbare Agrarische School (M.A.S.) wil haar leerlingen oplei den voor het ondernemerschap in de landbouw en voor allerlei funkties, die direkt of indirekt met de land- en tuinbouw verband houden. Als zodanig geeft de school eindonderwijs. Toch komt het regelmatig voor dat leerlingen tijdens de schoolperiode te kennen geven alsnog verder te willen studeren aan een hogere beroepsschool, c.q. een hogere agrari sche school. Om deze leerlingen zo goed mogelijk voor te bereiden op een verdere studie, is aan onze school sinds enkele jaren een zoge naamde doorstudeerrichting verbonden. De leerlingen in de 3e klas kunnen dan kiezen voor een vakkenpakket met lessen wis- en schei kunde. De leerlingen van onze school, die deze doorstudeerrichting gevolgd hebben en met een gunstig advies van ons naar een H.A.S. zijn gegaan, hebben daar tot nu toe altijd goede resultaten geboekt. Hierbij dient men echter wel te bedenken, dat deze leerlingen de ''betere" leerlingen van onze school zijn. Met ingang van 1 augustus 1986 gaan we het vakken pakket van de doorstudeerrichting uitbreiden. Naast de gebruikelijke landbouwvakken, informatica en Nederlands zal dit pakket in de 3e klas omvatten; 4 uur wiskunde, 2 uur natuurkunde, 2 uur scheikunde en 2 uur Engels per week. Waarom deze uitbreiding? 1. Het ligt in het voornemen het zo genaamde voorbereidend jaar aan de hogere agrarische scholen (met name bestemd voor leerlingen af komstig van de middelbare agrari sche scholen) af te schaffen. In de toekomst zullen dus onze leerlingen, als ze de doorstudeerrichting gevolgd hebben, direkt in de le klas van de hogere agrarische scholen geplaatst worden. 2. Er is een toenemende onzeker heid in de landbouw waardoor meer leerlingen gaan twijfelen, of ze nog wel zelfstandig ondernemer kunnen worden. Het komt ook voor dat het ouderlijk bedrijf te klein is voor 2 volwaardige arbeidskrachten. Als vader dan nog betrekkelijk jong is, krijgt de zoon de gelegenheid een aantal jaren verder te studeren. Op deze manier kan de keuze over het wel of niet boer worden, worden uit gesteld. Men vergroot bovendien de kans op een redelijk betaalde funk- tie. 3. De regelmatig in de pers verschij nende artikelen over het grote aantal leerlingen, afkomstig van de H.A.V.O., dat mislukt in het le jaar van de hogere beroepsscholen. Om misverstanden te voorkomen: De kortste en meer geëigende voor opleiding voor de hogere agrarische scholen is en blijft een H.A.V.O.-di- ploma met als keuzevakken o.a. wis kunde, natuurkunde en scheikunde. Na 3 jaar H.A.V.O. kan men welis waar toegelaten worden tot de mid delbare agrarische school, maar deze duurt 3 jaar. Bij voortzetting van de studie op de H.A.V.O. kan reeds na 2 jaar een di ploma behaald worden, dat recht op toelating aan een h.a.s. geeft. Het zelfde geldt voor leerlingen met een M.A.V.O.-diploma. Wordt men toe gelaten tot de 4e klas van de H.A.V.O., dan kan men na 2 jaar een diploma behalen en verder gaan naar een hogere agrarische school. Ook een jaar "winst" in vergelijking tot de m.a.s. dus. Vakkenkeuze Onvoorstelbaar belangrijk is de vak kenkeuze. Denkt men ooit naar het landbouwonderwijs te gaan, kies dan altijd de vakken Nederlands, Engels, Wiskunde, Natuurkunde, Scheikun de en Biologie. Zonder wiskunde kan men niet naar een M.A.S.-3 jarige richting, of een hogere agrarische school. Ondanks alle voorlichting van de schooldecanen komt het vol gende geval regelmatig voor. Een leerling behaalt met goede cijfers het M.A.V.O.-diploma met o.a. wiskun de, maar zonder natuurkunde en/of scheikunde. Hij wordt toegelaten tot de 4e klas van de H.A.V.O. maar hij kan de vakken natuurkunde en/of scheikunde niet meer kiezen omdat hij dat ook niet op de M.A.V.O. heeft gedaan. Hij behaalt na 2 jaar zijn H.A.V.O.-diploma en verzoekt om toelating tot een hogere agrarische school, maar wordt afgewezen, om dat hij geen natuur- en/of schei kunde in zijn keuzepakket heeft! (Een uitzondering vormt de richting agrarische bedrijfskunde aan de H.A.S. in Dordrecht, waar slechts wiskunde vereist is). Tot slot volgen hier de minimum toelatingseisen voor de M.A.S.-3- jarige richting: I. Het diploma van een lagere land bouw- of technische school met Ne derlands en wiskunde op C-niveau. Bovendien moet men examen op C- niveau hebben gedaan in natuur kunde óf biologie. 2. Het diploma M.A.V.O. met Ne derlands en wiskunde op C-niveau en biologie óf natuurkunde op D- niveau; 3. Bevorderd naar de 4e klas van een H.A.V.O. of Atheneum. De genoemde gegevens zijn de mini mum toelatingsvoorwaarden die het Rijk heeft gesteld. In praktijk zien we vaak dat b.v. leerlingen met een M.A.V.O.-diploma, zonder scheikun de en/of natuurkunde, de 3-jarige A- richting te zwaar vinden en in de 2- jarige B-richting terecht komen. Een andere keer willen we het over de hierboven genoemde B-richting heb- Ir. W.M. Markusse, direkteur R.M.A.S. Goes In de beginperiode was aan slechts een paar land- en tuinbouwscholen een I.L.O.-afdeling verbonden. Door de daar opgedane ervaring, zijn steeds meer scholen gaan inzien dat voor een aantal leerlingen een individuele vorm van onderwijs onmisbaar is. Op dit moment heeft bijna de helft van het aantal agrarische scholen een I.L.O.-afdeling. Het aantal leerlingen dat baat heeft bij deze vorm van onderwijs neemt nog steeds toe. We mogen blij zijn dat het Ministerie van Landbouw deze ontwikkeling stimuleert. Zoals bekend is ook de Groene School in Kapelle met de I.L.O. van start ge gaan. We zijn blij dat we die stap genomen hebben. Het I.L.O. heeft zich in de afgelopen 25 jaar ontwikkeld tot een niet weg te cijferen vorm van onderwijs binnen het agrarisch onderwijs. Het houdt rekening met de mogelijkheden van de leerling. Veel oud-I.L.O.-leerlingen hebben door en via het I.L.O. een plaats ge vonden in de maatschappij. Het I.L.O. heeft wel degelijk toe komst! Het zal nog heel veel jaren een plaats bieder, aan leerlingen met leer- en/of gedragsproblemen; leer lingen die vanwege hun beperkte begaafdheid, en of koncentratie- en aanpassingsproblemen binnen het onderwijs extra begeleiding nodig hebben. Hoe kunnen we deze leerlingen op school het beste opvangen? De praktijkvakken moeten de kern van de opleiding blijven. Voor veel leer lingen ligt daar hun belangstelling en bestemming. Voor het I.L.O. bete kent het, dat de vakvaardigheid toonaangevend is en dat de vakken nis daarbij een belangrijke rol speelt. Veel I-leerlingen hebben op de ba sisschool "deuken" opgelopen in vakken als taal en rekenen. Laten we voorkomen dat ze ook op het I.L.O. opnieuw overbelast worden. Voor die leerlingen, die van het I. komen en verder willen leren, zijn er de mogelijkheden van de assistenten opleidingen binnen het leerlingwe zen of misschien nog een paar jaar LAS er aan vastkoppelen. Erg be langrijk is dat de I.-leerling in het 4e jaar tijdens de oriëntering in het be drijfsleven goed z'n ogen open houdt en leert wennen aan de eisen die het bedrijf en de maatschappij stelt. Het zal hun motivatie verhogen, omdat ze alvast leren inspelen op hun toe komstige plaats in maatschappij en beroep. J.C. Kouwer Woensdag 11 december j.l. werden aan de M.A.S. te Goes de eerste 2 komputerkursussen, onder verantwoordelijkheid van het P.O.O.C., af gesloten. De laatste uren van deze 40-urige kursus, verdeeld over 13 weken, werden verzorgd door ir. M. de Boer van het Konsulentschap Akker- en Tuinbouw te Goes. In de uren daarvoor werden de kursisten o.I.v. dhr. van der Zwan vertrouwd gemaakt in het omgaan met de komputer. Zaken als: hoe werkt hij, wat kun je ermee en wat kun je er niet mee, hoe moet ik hem bedienen zijn uitvoerig aan de orde geweest. Door de ruime medewerking van de agrarische scholen hebben we dit jaar goed op de behoefte kunnen in spelen. Op 5 plaatsen in Zeeland is een 13-tal komputerkursussen geor ganiseerd. Hiervoor hadden zich ruim 200 mensen aangemeld. Het P.O.O.C. zal ook het volgende seizoen weer komputerkursussen voor beginners organiseren. Evenals dit jaar hopen we weer op een ruime belangstelling zodat deze vorm van kursusonderwijs evenals b.v. de EVTO, kontinuïteit krijgt. Dit geeft voor het onderwijs de moge lijkheid om hier goed op te kunnen inspelen. Ervaringen Inmiddels hebben zoals gezegd de eerste 20 kursisten de kursus er op zitten. Ieder heeft zo zijn eigen erva ringen met de komputer kunnen op- Vrijdag 17 januari 1986 doen. In de kursus stond het werken met de komputer centraal. In het begin gaf dit menigeen wel wat moeite, maar naarmate de kursus vorderde leverde de bediening, het werken met kleine programma's, eenvoudig programmeren, steeds minder problemen op. Overige ervaringen en/of opmerkin gen waren o.a.: - ondanks de 13 avonden vonden velen de kursus nog erg kort, ook hier geldt het spreekwoord: oefe ning baart kunst. Sommigen ver bonden hieraan de noodzaak om ook thuis over apparatuur te kunnen beschikken om zodoende meer te kunnen oefenen. - een beetje type-vaardigheid vooraf kan je eigen leerproces ten goede komen. - de kursus was erg praktisch Op deze wijze is studeren een levendige bezigheid waaraan de leerlingen best plezier beleven. doordatje het geleerde direkt op de komputer kon uitproberen. - in evt. vervolgkursussen zoveel mogelijk werken met praktijk programma's. - 2 docenten voor meer individuele begeleiding zou vooral in het be gin van de kursus een goede zaak zijn. Naast de vele mogelijkheden die de komputer kan bieden zien velen hem toch vooral als een hulpmiddel bij de boekhouding en het bijhouden van bedrijfsgegevens. Toekomst Naast hetgeen men had geleerd bleef men toch ook met vragen zitten. Dit bleek ook vooral op de laatste avond. Vele vragen die aan dhr. De Boer werden gesteld gingen over zaken waar moeilijk pasklare antwoorden voor te geven waren. Deze vragen waren o.a.: - wat is'het rendement voor mijn bedrijf als ik een komputer aan schaf. - alsiknuwataanschafhoegrootis dan de kans dat het binnen het jaar geheel verouderd is. - wat zijn momenteel de mogelijk heden om koppelingen tot stand te brengen met accountantskan toren en banken. - wat is er binnen afzienbare tijd, naast bedrijfsregistratie, allemaal mogelijk met een komputer. Voor het overige komt, m.u.v. boek- houdprogramma's, de automatise ring in de akkerbouw nog maar net op gang. In b.v. de pluimvee-, rund- vee- en varkenshouderij is men hier mee al veel verder omdat men hier te maken heeft met betere beheersbare faktoren wat automatisering beter toepasbaar maakt. Agrarische vrouwen Voor de 13-kursussen hebben zich in totaal 10 agrarische vrouwen aangemeld. Volgens de eerste dames die de kursus hebben afgesloten zou het een goede zaak zijn als meerdere agrarische vrouwen de kursus zou den volgen, vooral zij die thuis de boekhouding doen. Men vindt het dan wel noodzakelijk dat er vervolg kursussen komen, waar men met ge richte programma's kan werken. Vervolgkursussen Het P.O.O.C. zal in samenwerking met onderwijs en voorlichting aan de vervolgkursussen gaan werken. Pro bleem hierbij is echter dat we in Zee land op dit moment nog niet over de juiste apparatuur kunnen beschikken om deze kursussen te geven. Mocht de apparatuur er komen dan zal dit toch betekenen dat, het eerste jaar (seizoen '86/'87) door het geringe aantal eenheden de kapaciteit gering zal zijn. Aan het slot van de avond, wat te vens het eind van de kursus bete kende, reikte dhr. Reinierse, toe zichthouder voor de inspekteur van het Landbouwonderwijs, de getuig schriften uit. J. Moggré (kursuskoördinator) 13

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1986 | | pagina 13