De teelt van bloemkool past op het akkerbouwbedrijf Fiatagri trekkers met elektronisch geregelde heflnrichting korte wenken akkerbouw In onze visie zijn er op een aantal akkerbouwbedrijven goede mo gelijkheden voor de teelt van bloemkool. Er is nl. al vakman schap bij U aanwezig. Voorts be schikt de akkerbouwer over een flinke hoeveelheid land van vaak goede kwaliteit. Ook in de perio de tussen maart en november kan/zal er sprake zijn van een arbeidsoverschot aan manuren. Is dit zodanig groot en regelmatig verdeeld over deze periode, dan is bloemkool een gewas dat uw overweging verdient! Temeer daar de prijsvorming al jaren een stabiel beeld te zien geeft (mid- denprijs per seizoen rond 1,— per stuk). Saldoberekening Voor een saldoberekening is ook uitgegaan van een zomerteelt. Opbrengst 22.000 stuks 1,01 ƒ22.220- Toegerekende kosten: plantaankoop 28.000 stuks 0,06 1.680,- bemesting (N-P-K) 718,- ziekten- en onkruidbestrijding 560,- verzekering 20.000 a 0,6% 120- rente 1.000,— a 7,5% 75,- fust- en pallethuur 2750 colli a 0,20 690,- vrachtkosten 2750 stuks a 0,70 1.925,- veilingprovisie 4% 889,- totaal toegerekende kosten 6.657,- saldo per ha 15.563 - De aanvoer van bloemkool vindt plaats van juni tot en net november Besluit een ondernemer dit gewas te gaan telen, dan is een zekere specia lisatie noodzaak om, door in zoveel mogelijk weken aan te voeren, te kunnen profiteren van alle prijzen op de veiling! Zou U zo maar eens een "hoek" telen, dan is de toevallige prijsvorming op dat moment te on zeker als basis voor uw bedrijf. Di verse bedrijven namen bloemkool op in het bouwplan, en vaak met succes en naar tevredenheid. De aanvoer van bloemkool (exklu- sief de winterbloemkool, waarover we het elders op deze pagina heb ben) vindt plaats van juni t/m no vember. Buiten deze periode is er wat import van bloemkool en ook is er wat kasbloemkool op de markt. De teelt kent als probleem de moei lijk te plannen oogstperiode, die soms in lengte varieert van 2-4 we ken. De oogst legt een zeer groot be slag op arbeid; het is bovendien handwerk. We onderscheiden ruwweg drie teeltwijzen: een vroege, een zomer en een herfstteelt. De oogsttijden van deze drie teelten zijn resp. juni/juli, juli/augustus en september t/m no vember. Grond Bloemkool moet regelmatig en on gestoord kunnen groeien. Van alle koolsoorten stelt bloemkool schien wel de hoogste eisen aan de grond. Daarom zijn natte, koude en droogtegevoelige gronden niet ge schikt. Voor de vroege teelt is eeji lichte en vroege grondsoort het meest geschikt. De teelt van zomer- en herfstkool wordt op vrijwel alle grondsoorten aangetroffen. De voorkeur gaat echter uit naar vocht- houdende humeuze zavel- en lichte kleigronden, die kalkhoudend zijn. Op kalkarme gronden is de kans op knolvoet veel groter. Met uitzonde ring van de allervroegste teelt (pri meur) is het niet gewenst bloemkool te beschutten: een open ligging van het perceel is het best met het oog op de gezondheid van het gewas. Op slempgevoelige gronden zal men extra aandacht moeten schenken aan de grondbewerking (niet frezen). Waterhuishouding Bloemkool is een diepwortelend ge was: dat betékent dat de ontwate ringsdiepte zodanig moet zijn dat de wortels zich goed en tot op grote diepte moeten kunnen ontwikkelen. Een bloemkoolgewas vormt nl. in een vrij korte periode veel blad. Om de planten vlot te kunnen laten weg- groeien is beregenen na het planten meestal noodzakelijk. Ook tijdens de groei heeft bloemkool een grote vochtbehoefte; dit houdt in dat voor de teelt van bloemkool een regenin stallatie niet gemist kan worden. Deze installatie moet het liefst een fijne druppel hebben. Het water mag niet te zout zijn. Bemesting Via een grondmonster komt men achter de voedingstoestand van de grond. Dit vormt de basis voor een eventuele bemesting. De stikstofbe hoefte van bloemkool is vrij groot: Vrijdag 10 januari 4986 bijna 300 kg N per ha. Is de fosfaat toestand goed dan geeft men 100 kg P205 per ha. De kalibehoefte is groot en een basisgift zal vaak 200 a 300 kg K20 bedragen. Bloemkool is chloorgevoelig; het gebruik van ka- lizouten is daarom aan regels ge bonden! Verder is een aantal spore elementen essentieel voor een goed slagen van de teelt. Rassenkeuze De rassenkeuze is een belangrijke zaak. Elke teeltwijze kent zijn eigen rassen. Lang niet alle rassen voldoen op alle gronden. Belangrijk bij de rassenkeuze is de mate van zelfdek- baarheid, de bladhoeveelheid, de vroegheid, de koolkwaliteit en de lengte van de groei- en oogstperiode. Door verschillende rassen te probe ren zult u voor uw eigen bedrijf de geschikste rassen vinden. Ga vooral niet alleen af op wat een zaadleve rancier of plantenkweker u aanbiedt. Plantmateriaal Bloemkool is een gewas dat geplant wordt. Omdat de teelt voor een groot deel valt of staat met het gebruik van goed plantmateriaal is het niet on verstandig de eerste jaren gebruik te maken van gekocht plantmateriaal van een vertrouwd adres. In aan merking kómen perspotplanten of otplanten (vdor de vroegste teelt), losse planten (trapplanten) of kluit- planten. De kluitplant is de nieuwste ontwikkeling; het is een plant met ;,een klein kluitje grond, die evenals de losse plagt machinaal kan worden - geplant. Het voordeel Is dat de plant geen groeistagnatie kent t.g.v. het planten. Het verschijnsel hoorders kan o.a. veroorzaakt worden door een groeistagnatie of door het ge bruik van te oud plantmateriaal. Planten Bloemkool wordt op kleine bedrij ven nog met de hand geplant. Als er perspotten worden gebruikt is dit vaak de enige mogelij kheid. Losse planten zijn evenals de meeste ande re koolplanten ook goed machinaal te poten. Er wordt meestal gebruik gemaakt van de Accord of de Super Préfer plantmachines. De plantaf- stand is voor de vroege en zomerteelt 60 x 60 cm. Voor de herfstteelt gaan we naar 70 x 60 cm. Dit komt in het eerste geval neer op 27.800 planten per ha en im het tweede geval op 23.800 planten per ha. Ziekten en onkruidbestrijding ln bloemkool kunnen diverse ziekten en plagen voorkomen; bietencys- teaaltjes, kanker (zwartverkleuring van de kool), knolvoet (op gronden met een laag koolzure kalk gehalte), koolvlieg, koolgalmug, rupsen, val Iers (Phoma lingam), slakken. De meeste ziekten zijn chemisch te bes trijden. In een aantal andere gevallen is vruchtwisseling de enige remedie. Verder kunnen een aantal niet para sitaire ziekten optreden: hoorders, doorwas, hartloosheid en klemhart. Door de juiste kuituurmaatregelen te treffen zijn deze problemen te voor komen. Wat de onkruidbestrijding aangaat: na planten is het mogelijk een chemische bestrijding uit te voe ren. Soms zal gedurende de teelt een herhaling van de onkruidbestrijding, b.v. door te schoffelen noodzakelijk zijn. Oogst De oogst van bloemkool is handwerk en kost relatief veel arbeid. Voor men kan gaan oogsten, zal de kool eerst gedekt moeten worden: dat is het toedekken van het bloemkooltje d.m.v. bloemkoolblad teneinde de kool te beschermen tegen zonlicht. Hierdoor zou de kool geel verkleu ren. Afhankelijk van het groeisei zoen moet dit dekken 3 5 maal per week gebeuren. Bloemkool wordt altijd doorgeoogst. Het beste tijdstip van oogsten is 's morgens. Later op de dag worden kool en blad door verdamping vrij snel slap. Op koele, donkere dagen kan wat langer met de oogst worden doorgegaan op de dag. Het oogst- tijdstip luistert behoorlijk nauw, zo dat de teler er dient te zijn zodra de kool goed is! Arbeid De arbeidsbehoefte van bloemkool kan per ha sterk variëren. Dit komt o.a. door de manier van oogsten, slagingspercentage. Voor een zo merteelt ligt de arbeidsbehoefte on geveer als volgt: Aktiviteit manuur per ha ploegen 7 kunstmest strooien en plantklaar maken 10 planten met 4-rijige plantmachine 18 verzorging (ziekte- en onkruidbestrijding, beregening) 50 oogst (dekken, hakken, sorteren en inpakken) 300 totaal 385 Er is hierbij uitgegaan van gekochte planten van een plantenkweker. Bij kleinere oppervlakten en als met de hand wordt geplant kan de totale ar beidsbehoefte per ha 50 a 75 manuur per ha groter zijn. De post plantaankoop is te drukken door de planten zelf op te kweken. Aan zaadkosten moet dan op ca. 500,— per ha gerekend worden. De vrachtkosten zijn gebaseerd op ver voer per vrachtrijder; afstand tot de veiling ca. 30 km. Bij grotere afstan den kan dit oplopen tot meer dan een gulden per krat. Wanneer we het saldo en de ar beidsbehoefte met elkaar in verband brengen, dan zien we dat er een goe de arbeidsbeloning per manuur mo gelijk is. De prijsschommelingen die elke zomer optreden zijn vooral een gevolg van de sterke schommeling in aanvoer. Deze variaties zijn moeilijk te ondervangen. Regelmatig kleine oppervlakten uitplanten is daarvoor nog niet voldoende. De bloemkool teelt is niet één van de gemakkelijk ste; echter door ervaring en met een stuk vakmanschap kan deze teelt op het akkerbouwbedrijf in sommige gevallen een alternatief zijn. ing. DJ. van Pelt, sektie vollegrondsgroenten CAT Barendrecht EEN BELANGRIJKE MAAT REGEL om de blauw gevoelig heid van aardappelen te vermin deren is het opwarmen vóór ze worden gesorteerd of geruimd. Voor matig blauw gevoelige par tijen is opwarmen tot 15 gr. C. wel voldoende, maar voor sterk blauwgevoelige aardappelen is op warmen tot 18 a 20 gr.C. aan te bevelen. BIJ HET OPWARMEN VAN AARDAPPELEN heeft het wei nig zin om een hogere luchttem peratuur te benutten dan de tem peratuur die U uiteindelijk wilt bereiken. Doet U dit wel, dan moet worden voorkomen dat de onderste laag warmer wordt dan gewenst. Hiervoor kunt U het beste de voe ler van de thermostaat achter of onder de ventilator in het luchtka- naal plaatsen en op de gewenste temperatuur instellen. HOE GROOT MOET DE KA- PACITEIT van Uw kachel zijn? Om 1 ton aardappelen 1 gr.C. op te warmen heeft U 1 kWh 860 kcal 3.600 kJ nodig. Om 100 ton aardappelen van 5 gr.C. naar 20 gr.C. te verwarmen is 100 x 15 x 860 kcal 1.290.000 kcal nodig. Wilt U in drie dagen op warmen (72 uur), dan moet de ka- chelkapaciteit: 1.290.000 72 18.000 kcal per uur zijn. WAAR MOET DE KACHEL STAAN bij het opwarmen van aardappelen? Het beste kunt U hem in de aardappelcel plaatsen, want zet U hem voor een luchtuit- laat-opening, dan kost het meer brandstof. Zorg er wel voor dat U een luik of deur openzet voor luchtverversing om kwade harten door zuurstofgebrek te voorko men. Per liter verstookte olie moet 15 m3 verse lucht worden toe gevoegd. IN DE WERKPLAATS worden in de winter veel uren doorge bracht. Een goede verlichting en verwarming zijn van groot belang. Een goede isolatie kan een werk plaats ook een beter werkklimaat geven. Zorg ook voor een goede TL-verlichting. Voor verwarming wordt veel gebruik gemaakt van kachels zonder afvoer van rook gas. Denk erom dat deze kachels net als U zuurstof gebruiken en dat de uitlaatgassen weieens giftig zijn. Fiatagri introduceert op de aan staande landbouw R.A.I. te Amster dam, de 180-90 DT met een elektro nisch gestuurde heflnrichting. Door het toenemend gebruik van in gewikkelde zware werktuigen, kan in bijzondere gevallen de voorkeur wor den gegeven aan een elektronische in plaats van het conventionele, mecha nische regelsysteem. De nieuwe heflnrichting is nog steeds hydraulisch, maar wordt elektronisch geregeld door middel van een bedie ningspaneel in de trekker. Het systeem is ontwikkeld door Fiat Trattori, in samenwerking met de natuurkundige fakulteit van de uni versiteit in Modena en Magneti Ma- relli, eveneens een onderdeel van het Fiat concern en specialist op het ge bied van elektra en elektronica. Het systeem is speciaal ontworpen voor toepassing op een landbouwtrekker, met het door Fiatagri gekozen sys teem is de heflnrichting gemakkelijk en snel te bedienen. Het zorgt voor een maximum aan efficiency, wat de prestatie verbeterd. De bediening van buitenaf vindt plaats door drukknoppen op ieder spatbord. VOORDELEN: A) De signalen komen elektrisch i.p.v. mechanisch tot stand. De betekent, geen slijtende delen, geen vertragingen door slijtage, enorme gevoeligheid en traploos regelbaar. B) Onmiddellijke reaktie: Tussen commando en daadwerkelijk hef fen of zakken absoluut geen tijd verlies. Grote afregelmogelijk- heid en alles te regelen via bedie ningspaneel. Uiteraard toetst het bedieningspaneel de ingekomen commando's aan het vooraf in gevoerde programma, dat een voudig instelbaar is. C) Met dit systeem worden de mo gelijkheden van deze heflnrich ting groter en de funkties nog meer verfijnd. Met name de traploze instel ling van de hefhoogte, op gewen ste nivo's, voorkomt schade aan aandrijfassen. Met deze heflnrichting kunt u met de meest uiteenlopende aan- bouwwerktuigen werken. Met het bedieningspaneel zijn de gewenste funkties nauwkeurig af te regelen, waardoor het com fort in de kabine toeneemt. Maximale bedrijfsveiligheid; Met deze nieuwe elektronische heflnrich ting worden menselijke fouten vrij wel uitgesloten. Voor gebruik moet de heflnrichting geaktiveerd worden, tevens moet u om de heflnrichting van buitenaf te kunnen bedienen, eerst de schakelaar op het bedie ningspaneel in de kabine omzetten. Het bedieningspaneel heeft verklik kerlampjes, die onmiddellijk aange ven waar een eventuele storing plaats vindt, waardoor eventuele reparaties gericht uitgevoerd kunnen worden. Het systeem controleert zichzelf op 6 wezenlijke funkties.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1986 | | pagina 7