LANDBOUW-RAI
AKKERBOUW
Kritisch
Commercie
Belangstelling
Geen drempel
toen er werd overgeschakeld van paarden
op trekkers." Stienstra heeft meegedaan met
het Epipre-projekt. Mede daardoor is hij opti
mistisch over het viewdata-projekt.
„Teeltbegeleidingsprogramma's dwingen je
om als ondernemer kritisch te blijven. Ieder
gewenst moment kun je je eigen mening
toetsen. Je wordt van uur tot uur bij de tijd ge
houden dat is een groot voordeel." Belang
rijk in het projekt vindt Jan Stienstra ook dat
samen met andere collega's ervaring wordt
opgedaan en dat een beter inzicht wordt ver
kregen in de mogelijkheden en onmogelijk
heden van verschillende programma's.
,,Er blijven altijd zaken die je niet in een com
puter kunt stoppen en waarbij de ervaring
het kompas voor de ondernemer blijft." Op
het bedrijf bij Bant staan 14 hectare pootaard-
appelen, 14 hectare wintertarwe, 9 hectare
bieten en 5 hectare uien. Wat is het nut van
een teeltbegeleidingsprojekt bij dit bouw
plan?
Jan Stienstra: „Als ik als ondernemer een of
twee maal per jaar een betere beslissing
neem bij voorbeeld bij het toepassen van be
strijdingsmiddelen spaart mij dat geld uit.
Een dergelijk voordeel is gauw binnen, ook
bij een kleinere bedrijfsoppervlakte."
Het viewdata-projekt is een besloten projekt.
Dit betekent dat commerciële informatie bui
ten de deur moet blijven. In dit stadium be
grijpelijk aldus Jan Stienstra. Toch sluit hij
niet uit dat op langere termijn bij voorbeeld
bij een onkruidbestrijdingsprogramma er
commerciële informatie wordt gegeven. Te
denken valt aan een prijsoverzicht van een
aantal middelen die op basis van het viewda-
ta-programma worden geadviseerd. Of het er
van komt?
Stienstra: „Ik weet het niet, het hangt van
veel factoren af. Het lijkt mij niet onlogisch.
Een boerenbedrijf is een commerciële instel
ling en veel bedrijven en organisaties waar je
als boer mee in kontakt komt zijn ook com
mercieel."
Om mee te doen aan het viewdata-projekt
hebben de deelnemers in principe genoeg
aan een telefoon, een toetsenbord en een
beeldscherm, of een aangepast tv-toestel. De
aanschafkosten van de basisapparatuur lig
gen rond de dertienhonderd gulden. Van de
deelnemers wordt deze investering ge
vraagd zonder continuïteit van de informatie
verzorging na de proefperiode te garande
ren. Als tegemoetkoming in de kosten wordt
aan de deelnemers tijdens de proefperiode
niets in rekening gebracht voor het gebruik
van berekeningsprogramma's.
GerxitJ. Schroten
Naast de informatie-inhoud van het projekt is
ook de begeleiding bij het gebruik en de
voorlichting belangrijk in de projektopzet.
Voor een goede beoordelng van de proef is
het nodig dat er minimaal 100-150 deelne
mers zijn. De belangstelling van de akker
bouwers in het proefgebied is dus ruim vol
doende om het experiment uit te kunnen
voeren. Voor de dagelijkse gang van zaken is
een drietal personen in eerste instantie ver
antwoordelijk. Dat zijn de regionaal projekt-
leider namens de WBIJ, een aan te stellen
technische begeleider en een coördinator
van de SIVAK (Stichting Informatie Verzor
ging Akkerbouw) als algemeen projektlei-
der.
CLO magazine januari 1986
projekt om de akkerbouwer, op grond van
direkt verkrijgbare informatie, in staat te stel
len een zo goed mogelijke beslissing te ne
men tijdens de teelt van de gewassen. Borm
heeft een duidelijke mening over de funktie
van de adviesprogramma's zoals die op
vraagbaar zijn bij het viewdata-projekt. „Ze
zijn een ondersteuning in de kostenbewa
king. Bovendien wordt een zo positief moge
lijk effekt verkregen van een beslissing. Dit
alles neemt niet weg dat de boer de verant
woordelijke persoon is die uiteindelijk de
beslissing neemt."
Voor de voorlichting als organisatie betekent
een en ander volgens Borm dat op langere
termijn er meer tijd besteed kan worden aan
de verklaring van bedrijfsuitkomsten. Het
overbrengen van basisinformatie gaat sneller
via de centrale computer. Bovendien krijgen
alle deelnemers op hetzelfde moment de be
schikking over de informatie. Het experi
ment moet komende twee jaar duidelijk ma
ken waar voor de akkerbouwer de grootste
behoefte ligt bij informatievoorziening.
Het is de bedoeling dat als het projekt slaagt,
deze vorm van informatievoorziening voor de
akkerbouw landelijk gaat funktioneren.
Volgens Jan Stienstra, akkerbouwer bij Bant
uit de Noordoostpolder is in principe iedere
akkerbouwer geschikt om deel te nemen aan
het viewdata-projekt. Jan Stienstra: „Veel ver
der dan een zakrekenmachine ben ik nog
niet, een computer heb ik (nog) niet. Ervaring
met dergelijke apparatuur is niet nodig om
succesvol mee te kunnen doen aan het view
data-projekt.
Volgens Jan Stienstra, die zich heeft opgege
ven als deelnemer aan het projekt en ook in
de voorlichtings/begeleidingsgroep zit, is
het een kwestie van leren omgaan met de ap
paratuur. „In feite is er geen verschil of je
een nieuwe trekker aanschaft of meedraait in
dit projekt. Misschien zijn er mensen die het
totaal niet ligt, maar dat had je vroeger ook