Voorliefde voor traditioneel gewas
LANDBOUW-RAI
AKKERBOUW
Aardappelen
Toch doorgaan
„Je kunt rustig zeggen dat ik geen voortrek
ker ben en ook geen experimenteerder. Pas
als na jaren gebleken is dat een nieuw ge
was als een volwaardig akkerbouwgewas
kan worden aangemerkt dat bovendien een
aantal jaren achtereen financieel voldoende
aantrekkelijk is geweest, pas dan neem ik
het op in het bouwplan."
Rinus Breure (33 jaar), Noordbevelandse
akkerbouwer uit het dorp Kats, wil wel be
kennen dat zijn voorliefde voor de traditio
nele akkerbouwgewassen niet alleen berust
op zakelijke argumenten. „Nieuwe teelten
en andere bedrijfstakken trekken me ook
gevoelsmatig totaal niet aan. Dat is mis
schien wel verkeerd maar zo voel ik dat. Als
ik het niet ken en niet weet dan wil ik het
ook niet..."
Zijn voorkeur voor de vertrouwde akker
bouwgewassen als aardappel, uien, vlas, tar
we, bieten, erwten en graszaad wil Breure
ook graag met enige zakelijke argumenten
verklaren. Zo is, vindt hij, voor bij voorbeeld
de bloemzaadteelt, de bloembollenteelt, wit
lof en vollegrondsgroenten een specifieke
vakkennis vereist en die heeft hij niet, althans
in onvoldoende mate.
Daar komt nog bij dat het hier gaat om een
kleinschalig gebeuren met veel handwerk,
en dat past niet op ons bedrijf. Trouwens je
krijgt van erwten en vlas toch ongeveer het
zelfde saldo dus waarom dan bij voorbeeld
bloemzaad of teunisbloemen geteeld? Ove
rigens is de grond hier voor de teelt van wit
lof ongeschikt, zo merkt hij nog op.
Vollegrondsgroenten als spruiten en bloem
kool zijn echt wel eens aardig moet hij toege
ven, maar nadeel daarbij is volgens hem dat
de markt zo enorm gevoelig is voor een klei
ne overproduktie. ,,Het ene jaar is het goed
en het volgende moet je al je bloemkool zelf
opeten."
Nog een ander zwaarwegend element voor
zijn traditioneel bouwplan is volgens de
Noordbevelander de huidige sterke gericht
heid van zijn bedrijf op de teelt van aardap
pelen en uien. Zowel de machines als de ge
bouwen zijn daar geheel op afgestemd.
„Wij zijn in de eerste plaats een aardap-
pelbedrijf; is de aardappelprijs goed dan
hebben wij ook een goed jaar, is ie slecht
dan hebben wij ook een slecht jaar. We telen
op ca. 20 van het areaal (ca. 15 ha) elk jaar
zo'n 700 ton aardappelen en daarnaast nog
ca. 200 ton uien. Realiseert u zich wel dat één
cent meer in de markt voor ons een verschil
maakt van ca. 9.000,- in de portemonnee. Zo
beschouwd zijn andere teelten als granen,
bieten, vlas en dergelijke in feite voor ons
wat marginaal. Wat overigens bepaald niet
betekent, zo voegt hij er haastig aan toe, dat
Rinus Breure: „Als ik het niet ken..."
we ook uit deze gewassen niet het optimale
zouden halen.
Het akkerbouwbedrijf van de heer M. J.
Breure is 70 ha groot en ligt in de polder
aan de Oostzeedijk langs de Oosterschel-
de. De gebouwen van dit in 1636 gestichte
bedrijf zijn deels oud en ondoelmatig. Op
het royale erf staan ook moderne loodsen
voor de opslag en bewaring van produk-
ten als aardappelen en uien. Het oude
woonhuis heeft een aantal jaren geleden
plaats moeten maken voor een ruime mo
derne bungalow. De grond die voor een
groot deel eigendom is, is van goede kwa
liteit en voldoende vochthoudend waar
door ook in droge zomers zeer goede op
brengsten behaald worden. De afslibbaar-
heid varieert van 25 tot 50 Breure is eni
ge jaren geleden met twee kollega's een
samenwerkingsverband aangegaan waar
het de inzet van arbeid en machines be
treft. In de praktijk wordt de totale opper
vlakte van de drie bedrijven die ca. 200 ha
bedraagt, als één bedrijf gerund. Maar
voor het overige zijn de drie bedrijven
zelfstandig. De samenwerking verloopt
naar wens.
Granen (lees wintertarwe) mogen dan in de
direkte inkomstensfeer van sekundair belang
zijn, in het bouwplan zijn ze natuurlijk onmis
baar, zo benadrukt de jonge akkerbouwer.
Steeds maar rooivruchten achter elkaar telen
zou veel te veel van de grond vergen. Tarwe
geeft de bouwvoor de noodzakelijke rust en
houdt haar gezond. Wel heeft wintertarwe in
het bouwplan van Breure de laatste jaren een
veer gelaten ten gunste van vlas en erwten
en is haar aandeel teruggelopen van 40 naar
30 De prijsdaling is hier zeker debet aan.
„Tot voor enige jaren gaf de tarweteelt een
erg goed positief saldo maar nu is echt de
room van de melk. Maar er is gelukkig nog
melk." Wordt ook die niet bedreigd door
Brusselse maatregelen?
De heer Breure trekt wat met zijn schouders.
„Natuurlijk weet ik wat Andriessen met zijn
Graanmemorandum heeft aangekondigd
maar ze praten al jaren over een prijsverla
ging en met uitzondering van dit jaar is dat
gelukkig nog steeds weer meegevallen. Ook
nu weten we toch weer niet waar we aan toe
zijn?" Wel gelooft hij dat het nu ernst is en dat
er in de prijssfeer echt wat gaat gebeuren.
Waar ligt overigens bij wintertarwe wat het
saldo betreft zijn kritische grens? Volgens
Breure is dat moeilijk aan te geven en ver
schilt dit van bedrijf tot bedrijf, afhankelijk
van faktoren als: zit je op een eigen bedrijf of
een pachtbedrijf, voor welke rentelasten zit
je, hoe groot is het bedrijf, enz. enz. Per
soonlijk, zegt hij, wordt bij ons de tarweteelt
de komende jaren op ongeveer hetzelfde
areaal voortgezet ook wanneer de aangekon
digde prijsverlaging geëffektueerd wordt.
Daarbij komt dat de prijsverlaging door de
ondernemer zelf iets „verzacht" kan worden
aan de opbrengstenkant (betere teelttech
niek en betere bakwaardige) rassen terwijl
ook aan de lastenkant nog enige ruimte zit.
Zo kan er volgens hem bespaard worden op
bestrijdingsmiddelen door gerichter te spui
ten, en het strooien van kunstmest en zaai
zaad zou ook best nog eens kritisch bekeken
kunnen worden.
Als er dan toch naar alternatieven gezocht
moet worden dan staan bij Breure boven aan
de lijst de graszaadteelt (financieel aantrek
kelijk en in de vruchtwisseling een goede
vervanger voor tarwe), erwten en de teelt van
zaaizaad voor wintertarwe.
Brouwgerst is het niet; de prijs blijft onder de
maat. Als ze daarvoor een goede prijs boden
was dat ook een reëel alternatief. En teunis
bloemen?
„Als de teunisbloem zijn oogstzekerheid
heeft bewezen en ook voldoende financieel
betrouwbaar is dan zal ik hem opnemen in
het bouwplan. Ten slotte is dat ook met
zaaiuien zo gegaan." J. Wierenga
CLO magazine januari 1986
59