Goed voeren met voermengwagen RUNDVEE Goed resultaat Kort materiaal gewenst Met een voermengwagen kan ruwvoer en krachtvoer worden gemengd tot een ho mogeen produkt. Het kan dan per produk- tiegroep voor het voerhek worden ge bracht. Krachtvoerdoseerapparatuur is niet nodig. Uit onderzoek op de Waiboer- hoeve is gebleken dat deze wijze van voe ren niet onder hoeft te doen voor een sys teem van krachtvoerdosering per koe. Wanneer naast voordroogkuil en kracht voer ook snijmaïs werd bijgemengd, was de ruwvoeropname zelfs hoger. Het men gen had een positief effect op het vetge halte van de melk. door ing. J. van Ceneijgen, PR-Lelystad Het onderzoek is gedurende vier stalperio- den uitgevoerd op een bedrijf met 180 koeien. De dieren waren verdeeld in twee groepen. De ene groep kreeg ruwvoer en krachtvoer gemengd met een voermengwa gen. De andere groep kreeg het krachtvoer toegediend per koe in geprogrammeerde voerboxen. Bij meerdere soorten ruwvoer kreeg deze groep de betreffende ruwvoer- soorten afzonderlijk gevoerd. De eerste twee jaar werd met twee produk- tiegroepen gewerkt. Er werd toen onbeperkt ruwvoer gevoerd dat op droge-stofbasis voor de helft uit gehakselde voordroogkuil en voor de helft uit snijmaïs bestond. De volgen de twee jaar werden bij de voermengwagen- groep drie produktiegroepen gevormd. Het ruwvoer bestond toen uit onbeperkt gehak selde voordroogkuil. In alle gevallen was er één vreetplaats per koe. Alleen het eerste jaar werd in de melkstal nog lokbrok gevoerd. Daarna werd in de melkstal helemaal geen krachtvoer meer ge geven. De koeien moesten daar wel even aan wennen, maar later waren ze zeer rustig tij dens het melken. De groep met gemengd De verschillende voersoorten moeten goed gemengd worden; daarbij is een voermengwagen. Een bobcat is niet noodzakelijk maar wel handig voer kreeg het laatste jaar het krachtvoer in de vorm van meel. De resultaten betreffende de voeropname en de melkproduktie zijn samengevat in de ta bel. In het rantsoen met snijmaïs werd door het mengen de totale ruwvoeropname met ruim één kg droge stof per koe per dag verhoogd. Bij het voeren van uitsluitend voordroogkuil als ruwvoer, had het mengen met krachtvoer geen invloed op de ruwvoeropname. Een zelfde resultaat werd verkregen bij enkele aanvullende opnameproeven. Daarbij bleek tevens, dat de verhoging van de ruwvoerop name in het rantsoen met snijmaïs uitsluitend het gevolg was van het mengen van de ruw- voersoorten. Het bijmengen van krachtvoer speelde daarbij geen rol. Het verschil in ruw voeropname was bij de laagproduktieve koeien groter dan bij de hoogproduktieve. De verhoging van de ruwvoeropname bij menging van de twee verschillende soorten ruwvoer is mogelijk een gevolg van de gerin gere keuzemogelijkheden door de koeien. Dat zou vooral ook van invloed kunnen zijn als een van de ruwvoersoorten van wat min dere kwaliteit is. Het mengen had geen effect op de gemid delde melkproduktie. In het rantsoen met snijmaïs had het mengen wel een positief ef fect op het vetgehalte. Mogelijk spelen daar bij de stabiele verhouding tussen ruwvoer en krachtvoer en als gevolg daarvan de struc- tuurwaarde van het rantsoen een rol. Er was een tendens tot een wat hogere melk produktie in het begin van de lactatie bij de koeien met gemengd voer. Dat effect werd later weer teniet gedaan doordat verande ring van produktiegroep in het algemeen ge paard ging met een lagere melkproduktie. Vooral bij overgang naar een rantsoen met een laag aandeel krachtvoer en minder goed ruwvoer was dat duidelijk. Een indeling in drie produktiegroepen lijkt gewenst, vooral bij minder goed ruwvoer en bij sterk uiteenlopende lactatiestadia. In de eerste twee jaar met twee produktiegroepen was de gewichtsvermindering na afkalven het grootst bij de groep met gemengd voer. Voorwaarde voor het verkrijgen van een goed resultaat van het verstrekken van ge mengd voer is dat de verschillende voersoor ten ook werkelijk worden gemengd. Om een goede menging te verkrijgen is een vrij dure voermengwagen nodig. Daarom is nagegaan in hoeverre de resultaten van de voermeng wagen benaderd kunnen worden met een voerdoseerwagen met krachtvoerbak. Hier mee worden ruwvoer en krachtvoer gelijktij dig maar niet of nauwelijks gemengd voor het voerhek gebracht. In het algemeen werd daarbij een lagere ruwvoeropname verkre gen dan bij het gemengd verstrekken. Als al leen voordroogkuil met krachtvoer werd ver strekt was het verschil groter dan wanneer ook snijmaïs werd gegeven. De melkproduk tie was eveneens lager bij gelijktijdig ver strekken. Als alleen voordroogkuil en krachtvoer wor den gemengd, is het voor een goede men ging absoluut noodzakelijk dat de voor droogkuil is gehakseld. Als echter veel snij maïs wordt bijgemengd, kan ook met kort ge sneden voordroogkuil een goed resultaat worden verkregen, zeker als krachtvoer wordt gebruikt in de vorm van meel. Opgemerkt moet worden dat een voermeng wagen bedoeld is om een goed gemengd produkt te leveren. Hij kan ook wel lang ma teriaal verwerken maar van goed mengen is dan geen sprake. Bij een goede menging van de verschillende voersoorten nemen de koeien bij elke hap alle voercomponenten in de aangebrachte verhouding op. Selectie op een van de voercomponenten is niet moge lijk en daarom zou zelfs met een beperkte vreetbreedte gewerkt kunnen worden. De verhouding tussen ruwvoer en krachtvoer in het rantsoen blijft constant. Koeien met een hoge melkproduktie en een hoge kracht- voerbehoefte lopen daardoor minder gevaar dat de ruwvoeropname als gevolg van ver dringing van ruwvoer door krachtvoer te laag wordt. Tabel. Voeropname en melkproduktie gemiddeld per koe bij wel en niet mengen van ruwvoer met krachtvoer Voordroogkuil snijmaïs Alleen voordroogkuil Gemengd met Niet ge- Gemengd met Niet krachtvoer mengd met krachtvoer gemengd per prod. individuele per prod, met individu- groep kr.voergift groep ele kr.voer- gift Ruwvoer (kg ds) 12,0 10,7 10,4 10,6 Krachtvoer (kg) 6,0 6,3 7,4 7,2 Melk (kg) 21,2 21,0 21,7 21,6 Vet 4,24 4,12 4,22 4,24 Eiwit 3,36 3,38 3,25 3,29 42 ChOmagazine januari 1986

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1986 | | pagina 72