De Jostabes: een nieuw
klein fruitgewas
De Jostabes is een kruising tussen
een zwarte bes en een kruisbes. Ze
is niet zomaar spontaan in het wild
ontstaan, maar het resultaat van
jarenlang moeizaam kruisings-
werk. Zo ontstond in 1959 de Jos
tabes met kenmerken van zowel
een zwarte- als een kruisbes, maar
het is noch het één, noch het ander:
het is een geheel nieuwe bes met
vele goede eigenschappen.
Sinds 1982 wordt de Jostabes op
het Proefstation voor de Fruitteelt
in Wilhelminadorp P. F. W.be
proefd. In dit artikel wordt inge
gaan op het ontstaan van de Jos
tabes, de eigenschappen van dit
nieuwe kleinfruitgewas, de eerste
proefresultaten op het P.F.W. en
de perspektieven voor de beroeps
tuinder en de amateur.
de materiaal verloren ten gevolge
van wintervorst. Daarom werden in
de jaren 1949 tot en met 1951 voor de
4e keer een aantal kruisingen ge
maakt. Bovendien startte men on
derzoek om de steriliteitsbarrière te
doorbreken. Hoewel dat niet een
voudig bleek, lukte het uiteindelijk
toch met een colchicine injektie van
de takken en de knoppen in enkele
gevallen, verdubbeling van het aan
tal chromosomen te krijgen. Daar
mee was de "muilezelsteriliteit" in
sommige planten opgeheven en
konden vruchten met zaden verkre
gen worden, waarmee het kruisings-
werk voortgezet kon worden. Zo
ontstond in 1959 uiteindelijk een
zgn. dubbele hybride die de naam
Josta kreeg. In feite is het een krui
sing tussen een kruisingsprodukt van
Ribes nigrum x Ribes divaricatum
(meeldauw resistent) met Ribes ni-
en behoeven niet zoals bij de zwarte
bes regelmatig vervangen te worden.
De Jostabes kan daardoor aan draad
geteeld worden, wat bij de zwarte bes
moeilijker gaat.
Wanneer aan hagen geteeld wordt
kan de plantafstand op de rij 1,00 m
1,25 m zijn. Er worden dan 3 takken
per plant aangebonden. Tussen de
rijen adviseren we een plantafstand
van minstens 2,00 m. Bij vrijgroeien-
de struiken moet een ruimere plant
afstand aanbevolen worden, b.v.
tenminste 2.50 m tussen de rijen en
1,50 m tussen de struiken op de rij.
De Jostabes kan ook goed op een
korte stam gekweekt worden. Alle
takken worden dan weggesnoeid op
één vertikaal groeiende scheut na,
die op 60 cm boven de grond wordt
ingesnoeid. Er ontwikkelt zich dan
een struik met een brede kroon
waarvan de takken minder snel op de
ten ze op het P.F.W. een gewicht van
ruim 2 gram per vrucht. Ter verge
lijking: het gewicht van een zwarte
bes bedraagt ongeveer 1 gram en van
een kruisbes 8 a 10 gram.
De vruchten missen de typische
zwartebessengeur; ze zijn reukloos,
evenals de bladeren en de takken. De
smaak van de vruchten is iets geheel
nieuws en is een kombinatie van die
van een zwarte bes en een kruisbes.
Daardoor wordt het sterke, typische
aroma van de zwarte bes, dat niet
door iedere konsument gewaardeerd
wordt, zachter en Fijner. Het vitami
ne C-gehalte van de Jostabes is hoog,
bijna even hoog als van een zwarte
bes.
Door deze vruchteigenschappen lijkt
de Jostabes vooral geschikt voor
verwerking tot jam, compote en sap.
Menigeen zal bij het maken van
zwarte-bessenjam een andere vrucht.
Ontstaansgeschiedenis
In de twintiger jaren was de Ameri
kaanse kruisbessenmeeldauw (Spae-
rotheca morsuvae) bij kruisbes een
groot probleem. Ook andere bes
soorten hadden te lijden van vooral
schimmelziekten, zoals de bladval-
ziekte (pseudopeziza ribes) bij de ro
de bes en zwarte- besseroest op de
bladeren (Cronartium ribicola) bij de
zwarte bes. Bestrijding van deze
ziekten was nagenoeg onmogelijk
omdat er in die tijd nauwelijks ge
wasbeschermingsmiddelen waren.
Daarom zocht men in Duitsland de
oplossing van deze problemen in de
resistentieveredeling.
In 1922 begon Professor Erwin Baur
in Berlijn met zijn baanbrekend werk
dat daarna door verschillende ande
re onderzoekers in Duitsland, o.a. dr.
R. Bauer (3), werd voortgezet, eerst
in Berlijn* daarna in Voldagsen bij
Hannover en tenslotte op het Max-
Planck Instituut bij Keulen.
Het doel van dit veredelingswerk was
in de eerste plaats het zoeken naar
ziekteresistente rassen en soorten.
Daarnaast werd gezocht naar een
verbetering van de produktie en de
vruchtgrootte, maar vooral ook naar
een regelmatiger produktie.
Moeizaam onderzoek
Het lukte niet om roestresistente
zwarte-bessenrassen te vinden; ook
de in het wild voortkomende soorten
bleken niet resistent. De kruisbes
echter was wel roestresistent en dus
probeerde men de zwarte bes met de
kruisbes te kruisen. Beide soorten
behoren tot het geslacht Ribes maar
verschillen plantkundig toch zoveel
dat spontane kruisingen tussen deze
soorten niet voorkomen.
In 1926 werden de eerste kruisingen
uitgevoerd en in latere jaren enige
keren herhaald, maar erg succesvol
was men niet. De nakomelingen
bloeiden rijk, maar er kwamen geen
vruchten aan de struiken. De bloe
men bleken steriel te zijn, de zgn.
"muilezelsteriliteit". Wel waren de
nakomelingen (zgn. Hybriden of
bastaarden) in sommige gevallen re
sistent tegen roest, meeldauw en
bladvalziekte. Van deze eigenschap
pen zou men later dankbaar gebruik
maken.
Het zat de onderzoekers ook verder
niet mee, want in de oorlogswinters
1939-'40 en 1941-'42 ging veel hybri
De Jostabes
grum x Ribes uva crispa, (zgn. Ribes
grossularia). De voorgestelde Latijn
se naam is Ribes nidigrolaria. (2).
De naam Josta is een samentrekking
van de Duitse namen (Schwarze)
Johannisbeere (zwarte bes) en Sta-
chelbeere (kruisbes). Josta, in het
Nederlands meestal de Jostabes ge
noemd, werd in 1978 geïntroduceerd
en is met kwekersrecht beschermd.
Vecmeerdering
De vermeerdering van de Jostabes
vindt plaats door stekken. Dat gaat
gemakkelijk, het slagingspercentage
is hoog. Goed ontwikkelde, éénjarige
takken worden in stukken geknipt
van 25 cm lang en voor tweederde in
de grond gestoken. Dat kan gebeu
ren vanaf het najaar tot in het voor
jaar.
Groei
De groei van de Jostabes is veel
krachtiger dan van de zwarte bes of
de kruisbes. Na het 2e groeijaar
kunnen de struiken al een hoogte
bereiken van zeker 1,50 m. De tak
ken zijn als bij de zwarte bes onge-
stekeld en ook de kleur van de takken
doet sterk aan zwarte bessen denken.
De scheuten zijn slap en zakken
makkelijk naar de grond. Om die re
den worden op het P.F.W. de strui
ken langs draden geleid. De gestel-
takken kunnen evenals bij de kruis-
i bes vele jaren worden aangehouden
grond komen te liggen. Het verdient
aanbeveling het stammetje te steu
nen met een korte paal.
De planten zijn minder gevoelig voor
wintervorst dan zwarte bessen. De
knoppen lopen in het voorjaar zeer
vroeg uit en ook de bloei is vroeg met
opvallende purperen kelkbladeren.
De gevoeligheid voor nachtvorst is
gelijk aan die van zwarte bessen en
kruisbessen. De bladeren zijn glan
zend, donkergroen en maken een
gezonde indruk. Op het P.F.W. wer
den op de bladeren, het ene jaar
sterker dan het andere, tot 1 cm
rechte, bruine, verkurkte streepjes
aangetroffen. Deze streepjes die
dwars over de bladeren lopen, zijn
waarschijnlijk groeischeurtjes ge
weest. Ze komen in bepaalde ge
deelten van de scheuten voor, wat er
op wijst dat de omstandigheden in
sommige perioden kennelijk gunstig
zijn voor het ontstaan ervan.
Vruchten
De bessen hangen in trosjes van 2 a 4
vruchten bij elkaar. Ze groeien aan
steeltjes zoals kruisbessen doen. De
rijptijd'was op het P.F.W. gelijk of
iets vroeger dan die van de eerstrij-
pende zwarte bessen. Ook de kleur
van de vruchten komt het meest
overeen met de zwarte bes. De
vruchten zijn groter dan zwarte bes
sen maar lang niet zo groot als
kruisbessen. In 1984 en 1985 bereik
bijv. kruisbes, toevoegen om de ty
pische zwarte-bessensmaak wat af te
zwakken. Doordat de Jostabes twee
smaken in één verenigt, lijkt ze be
ter geschikt voor het maken van jam
dan de zwarte bes.
De Jostabes draagt zowel op het
éénjarige als het meerjarige hout. De
produktie was op het P.F.W. tot nu
toe niet bijzonder hoog: ongeveer 75
kg per are wat overeenkomt met een
gemiddelde produktie van zwarte
bessen. Volgens Duitse gegevens (3)
zou de produktie gemiddeld wel 125
kg per are kunnen bedragen, wat
hoger is dan bij zwarte bessen.
Ziekten en plagen
De Jostabes is ongevoelig voor
Amerikaanse kruisbessen meeldauw
en bladvalziekte. De struiken blijven
vrij van rondknopmijt en daarmee
ook van virussen die door de galmij-
ten worden overgebracht. Dat is
vooral voor partikulieren verheu
gend nieuws want in volkstuinen kan
rondknopmijt nog wel eens een pro
bleem zijn. En natuurlijk is het uit
oogpunt van kosten en milieuover
wegingen goed nieuws voor zowel de
volkstuinder, de beroepsteler, als ook
de konsument dat er een nieuw ge
was is dat resistent is tegen een aantal
ziekten, waardoor er minder gewas
beschermingsmiddelen nodig zijn.
De Jostabes is niet resistent tegen
bladluizen en de bessebladwesp. In
1985 werden op het P.F.W. planten,
waarvan blad vrijwel op de grond
lag, ook aangetast door zwarte bes-
senroest.
Verzorging
De snoei van de Jostabes bestaat uit
een lichte vervangsnoei van het
meerjarige hout en het uitdunnen
van het éénjarige hout. Ook laag-
groeiende takken die op de grond
zakken, worden weggesnoeid. Om
voldoende licht in de struiken te
krijgen en om de sterke groei wat te
beteugelen is zomersnoei aan te be
velen waarbij vooral de jonge scheu
ten binnen in de struik en de over
tollige grondscheuten worden weg
genomen.
Door de krachtige groei kan de be
mesting aan de matige kant blijven.
Als een winterbespuiting wordt uit
gevoerd tegen bladluizen en blad
rollers, kan de gewasbescherming
vanaf de bloei tot na de oogst
achterwege blijven. De vruchten zit
ten vast aan de struik en zijn volgens
Duits onderzoek in 1975 (3) moeilijk
mechanisch te oogsten. De bessen
rijpen onregelmatig, zodat de oogst
meerdere keren dient plaats te vin
den (doorplukken).
Perspektief
Voor de beroepsteler lijkt de Josta
bes minder aantrekkelijk te zijn om
op grote schaal geteeld te worden.
Mechanische oogst lijkt moeilijk te
verwezenlijken, vooral omdat de
bessen zo vast aan de struiken zitten.
Daarnaast kunnen ook de onregel
matige rijping en het opkweken van
de struiken aan draad voor de nodige
problemen zorgen als er mechanisch
geoogst wordt. Als er met de hand
geoogst wordt lijkt de plukprestatie
laag te zijn. Weliswaar zijn de
vruchten groter dan van de zwarte
bes, maar daar staat tegenover dat de
trosjes kort zijn. Een plukprestatie
van 5 a 6 kg lijkt bij normale vrucht
dracht haalbaar. Nog geen inzicht is
er over de marktwaarde van de Jos
tabes. De konsument moet het pro-
dukt nog leren kennen, waarderen en
naar waarde schatten. De prijs zal
toch zeker zo hoog moeten zijn als
die van zwarte bessen wil het voor de
beroepsteler aantrekkelijk zijn om de
Jostabes te gaan telen. Voor de volks
tuinder ligt de zaak geheel anders.
Zwarte bessen kunnen in volkstui
nen zo sterk door rondknopmijt
aangetast worden dat totale on
vruchtbaarheid optreedt. De Josta
bes kent dat probleem niet en is ook
verder uit oogpunt van gewasbe
scherming aantrekkelijk. Voeg daar
bij de gemakkelijke verzorging van
de planten. De bijzondere smaak van
de vruchten en de mogelijkheden
voor verwerking tot jam en het zal
duidelijk zijn dat voor de amateur
tuinder de Jostabes aantrekkelijk is.
De nadelen voor de beroepsteler,
zoals onregelmatig rijpen van de
vruchten en moeilijk mechanisch te
oogsten gelden uiteraard niet voor de
volkstuinder.
Meer nieuwigheden
In 1922 maakte Professor Erwin
Bauer een kruising tussen de in het
wild voorkomende kruisbes Ribes
succirubrum en een gekultiveerde
kruisbes. Deze sterk groeiende krui
sing, met alle kenmerken van een
kruisbes, noemde hij Jochelbeere. In
1983 werden in de D.D.R. Jechelina
en Jochina geïntroduceerd. Deze
rassen worden daar beschouwd als
Jochelbeerrassen, hoewel als krui-
singsouders zwarte bes en kruisbes
worden opgegeven (1).
Verder is er nog de Worchesterbes
waarvan vroeger werd aangenomen
dat het ook een kruising was tussen
een zwarte bes en een kruisbes. Er
wordt nu aan getwijfeld of het wel
zo'n kruising is. De Worchesterbes
groeit sterk, is sterk gedoomd en
heeft kleine, op kruisbessen lijkende
vruchten. Er is ook nog een doornlo-
ze Worchesterbes in de handel, maar
die is onvruchtbaar.
Na de introduktie in 1977 van de
Jostabes zijn er nog ongeveer 70 hy
briden gewonnen die op de zelfde
wijze als de Jostabes zijn ontstaan.
Het voornaamste doel is nu het zoe
ken naar een hybride die geschikt is
voor mechanische oogst. Te ver
wachten is dat binnenkort een nieu
we hybride geïntroduceerd wordt.
De naam zal waarschijnlijk Jostaki
of Jogranda worden.
Literatuur:
1. Anonymus. Sortenliste 1985 für
LandwirtschaftlicheKulturpflanzen-
arten Gemüse, Arznei- und
Gewürzpflanzen, Obst 1985, 1. Au-
flage, 44 p.
2. Bauer, A. 1985. New results of
heeding Ribes Nidigrolaria, Fourth
international Rubus, and Ribes sym
posium, July 29 - August 3, 1985.
3. Bauer, R. 1978. Josta, eine neue
Beerenobstart, aus der Kreuzung
Schwarze Johannisbeere x Stachel-
beere. Erwerbsobstbau 20. Jahrgang
Heft 6, 116-119.
A.A. v. Oosten,
Proefstation voor de Fruitteelt
Wilhelminadorp
Vrijdag 17 januari 1986
17