LANDBOUW-RAI AKKERBOUW Koudebruggen Welke materialen? 2. Plaats van dampremmende laag bij dampstroom van binnen naar buiten. Uitvoering bepaalt kwaliteit Afb. 3. Plaats van dampremmende laag bij dampstroom van buiten naar binnen. Afb. 4. Dakisolatie over de gordingen met mogelijkheid van vochtafvoer 73 structies moet dan ook altijd worden gere kend op het optreden van condens; bij voor beeld tegen de abc-golfplaten op het dak. Dit vocht drupt meestal op de isolatieplaten met dampremmende laag. Dit vocht moet naar buiten afgevoerd kunnen worden. Er mogen van boven naar beneden dan ook geen ob stakels in de vorm van dwarslatten op de iso latie voorkomen. Het maakt daarbij niet uit of de isolatie over of onder de gordingen is aan gebracht. In afbeelding 4 is de situatie getekend bij iso latie over de gordingen (nieuwbouw). Er moet op gelet worden, dat de dakisolatie moet doorlopen tot voorbij de wandisolatie i.v.m. de vochtafvoer. Bij het isoleren in het algemeen geldt, dat koudebruggen moeten worden voorkomen. Dit zijn plaatsen of plekken waar warmte door middel van geleiding wordt overge bracht. Wordt bij voorbeeld de isolatie tus sen de spanten aangebracht, waarbij de bo venzijde van het spant in de koude zone zit en de onderzijde in de warme zone, dan is het spant in deze situatie een warmtelek (koudebrug). Er zijn ook isolatiesystemen, waarbij men gebruik maakt van aluminium- profielen (H-profielen). Deze vormen even eens koudebruggen. Er zijn in de handel diverse soorten en kwali teiten isolatiemateriaal verkrijgbaar. Welk materiaal gekozen moet worden, hangt o.a. af van de eisen waaraan het te gebruiken isola tiemateriaal moet voldoen. Eisen, die bij de keuze een rol kunnen spelen, zijn: isolatiewaarde; prijs van het materiaal; het al of niet optreden van krimp; stevigheid en drukvastheid; brandbaarheid; bevestigingsmogelijkheden; mate waarin het materiaal kan verouderen; aantrekkelijkheid voor ongedierte (o.a. muizen); weerstand tegen schimmels; mate waarin het materiaal vocht opneemt; mate waarin het materiaal waterdamp- doorlatend is. De meest gebruikte isolatiematerialen zijn polystyreenschuimplaten (geëxpandeerd of geëxtrudeerd), poly-urethaanschuimplaten, glaswol (rollen of platen) en steenwol (rollen of platen). Vooral polystyreen- en poly-urethaanschuim platen zijn onder verschillende merknamen verkrijgbaar met één- of tweezijdige cache- ringen en met vaste of losse veer- en groef- randverbindingen. Een ander materiaal dat soms gebruikt wordt, is Fenolschuim met als belangrijkste eigenschap dat het praktisch waterdampstroom buiten wand waterdampstroom niet brandgevoelig is. Deze eigenschap wordt ook toegedicht aan het materiaal PIR- schuim (Poly-isocyanuraalschuim), dat zo hier en daar wordt toegepast in zogenaamde sandwichpanelen. Met de keuze van het beste isolatiemateriaal is men er niet. De toepassing en verwerking van het materiaal op de bouwplaats zal bepa len of het materiaal op de juiste wijze kan functioneren. Een goed isolatiemateriaal op een onjuiste manier aangebracht zal slecht isoleren. Hieronder volgt een aantal aan dachtspunten van belang voor het goed func tioneren van de isolatie. Het isolatiemateriaal moet goed en stevig bevestigd worden. Dit geldt vooral voor ruimten, waar onder- en overdrukken plotse ling kunnen optreden, bij voorbeeld door het openen van een deur. Het aantal naden en kieren moet in ver band met mogelijk damptransport zoveel mo gelijk worden beperkt. Ruimten tussen wand/dak en isolatie goed ventileren. Eventueel optredend condensvocht moet altijd kunnen worden afgevoerd. De toegankelijkheid voor knaagdieren moet zoveel mogelijk worden beperkt. Het isolatiemateriaal moet voorzien zijn van dampremmende voorzieningen aan mini maal één zijde en bij voorkeur aan twee zij den. dakbedekking tengel isolatie regel 50 x 70 CLO magazine januari 1986

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1986 | | pagina 107