INTERVIEW Aanschaf spuitmachine Bedrijf B Bietenoogst Poten en oogsten aardappelen Graanoogst 71 passing moeten zijn op onder meer het trans port, dat de bodem het meest doet verdich ten", is hun redenering. „Ten opzichte van de lading die vervoerd moet worden en de inhoud van de kipwagens, is het materiaal maar een fractie van de totale massa. Onder zoek zal moeten uitwijzen of we omwille van beperking van de verdichting van de onder grond nog wel verder kunnen gaan met het vergroten van de transporteenheden bij het vervoer van de geoogste produkten." Heestermans en Hoenderken vinden dat een eigen spuitmachine op bedrijf A snel verant woord is. Afhankelijk van de perceelsgrootte en de -vorm kan voor dit spuitintensief bouw plan het best gekozen worden voor een werkbreedte van 18-21 m. Het afstemmen van de werkbreedte op de andere machines (normalisatie) moet daarbij niet over het hoofd worden gezien. In dit geval voldoet een aanbouwspuitmachi- ne met 800-1.000 liter tankinhoud goed. Er zal in het groeiseizoen in de verschillende ge wassen op één dag meerdere bestrijdingen uitgevoerd moeten kunnen worden. Het draaidophoudersysteem is voor dit bedrijf in teressant waarmee op snelle wijze de juiste dop in gebruik kan worden gesteld, zonder dat er gesleuteld hoeft te worden. Dit sys teem is vrij duur 1.000,- extra ten opzich te van met hand verwisselen), maar het voor deel van tijdswinst weegt hier zwaarder. Op dit bedrijf wordt het bestaande bouwplan voortgezet. De vragen liggen vooral op het terrein van de oogstwerkzaamheden. Is het aantal hectares voldoende voor de aanschaf van bij voorbeeld een nieuwe maaidorser? Wat het machinepark betreft zijn de volgen de opmerkingen te maken. Drie trekkers zijn zeker niet nodig. Een trekker van 30 kW heeft onvoldoende trekkracht Er zou vol staan kunnen worden met de andere twee aanwezige tractoren. Een vier-tons kipper heeft weinig zin; daar zou een landbouwwa- gen wellicht beter de plaats voor in kunnen nemen. De bietenoogst wordt in de praktijk al veel met zesrijige rooimachines uitgevoerd. Op dit bedrijf is dit alleen interessant als met een aantal bietentelers (minstens zes a acht) het rooien door één en dezelfde rooimachine ge zamenlijk wordt uitgevoerd. Ligt die samen werking niet gemakkelijk dan kan het best de loonwerker ingeschakeld worden. In groepsverband kunnen de telers zorg dra gen voor het transport van de bieten. In de praktijk wordt deze manier van werken al met succes toegepast. Voor uitsluitend eigen gebruik is de vierriji- ge pootmachine te veel van het goede. In een samenwerkingsverband met de buur man is een capaciteit van een vierrijige poot- machine volgens Heestermans en Hoender ken aan te bevelen, gezien de hoge eisen die De teelt van voererwten is flink toegenomen; dit jaar wordt de oogst bemoeilijkt door aanhoudende regen aan de bewerkbaarheid van de grond wor den gesteld. Wanneer er goede afspraken worden ge maakt met de buren over de volgorde van oogsten van de op beide bedrijven geteelde consumptie-aardappelen, hoeft de combina tie niet losgelaten worden. In dit geval is de capaciteit van de tweerijige rooier toerei kend. Een nieuwe aardappelrooimachine, om de rooicapaciteit te kunnen vergroten, hoeft daarom vooralsnog niet op het lijstje van noodzakelijke investeringen geplaatst te worden. Aan een zelfrijdende rooier hoéft op dit be drijf zeker niet gedacht te worden. Op de eerste plaats is deze qua investering te duur en op de tweede plaats zijn de kipwagens hier niet op berekend. Deze is te duur gere kend naar de te oogsten oppervlakte. De 20 jaar oude maaidorser blijkt aan vervan ging toe te zijn. Qua tijd gerekend is het wer ken met een eigen maaidorser aantrekkelijk. Financieel levert het meestal niet zoveel op, zodat voorzichtigheid geboden is bij de aan koop van nieuwe maaidorser. Als men niet wenst te investeren in gebruikt materieel, kan men beter van de koop afzien en de graanoogst aan de loonwerker uitbe steden. Het maaidorsen is een bij veel akkerbouwers geliefd werk. Toch zou men de aanschaf van zo'n dure machine eens vooraf moeten door rekenen om na te kunnen gaan in hoeverre de investering is terug te verdienen. Leasen zou in dat geval wellicht als gedachte kunnen opkomen, maar dit is volgens de voorlichting geen alternatief. Op basis van bij de rijks landbouwvoorlichting bekende lease-con tracten zijn de rentelasten over de leasepe riode hoger dan bij een banklening. Heestermans en Hoenderken adviseren ten slotte, indien men voor een nieuwe investe ring staat, de mogelijkheden tot samenwer king met collega's en/of inschakeling van de loonwerker mee te nemen in een bedrijfs economische berekening. „De rentabiliteit van iedere investering in werktuigen en machines wordt in overwe gende mate bepaald door het totaal aantal hectares dat bewerkt of geoogst wordt. Kort gezegd, door het aantal hectares keer het aantal jaren dat het werktuig of de machine op het bedrijf dan wel in een samenwer kingsverband wordt gebruikt." „Belangrijk is ook dat bij iedere nieuwe in vestering bekeken wordt of het aansluit bij de aanwezige inventaris respectievelijk de investeringen die men voor de komende ja ren in gedachten heeft. Een meerjarig inves teringsplan is even belangrijk als het bouw plan." Johan Veldhuis CLO magazine januari 1986

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1986 | | pagina 105