Eerst rekenen, dan beslis INTERVIEW Bouwplan en machinepark 68 Bedrijf A Bietenrooier met trekkercoxnbinatie (ontbladermachine voorop, voorraadrooier achter) De akkerbouw was jarenlang gewend aan een min of meer vast bouwplan, waarin aardappelen, suikerbieten en granen de dienst uitmaakten. Door de toenemende pro blemen met onder meer de bodemgezond heid en het groeiende graanoverschot in de EG nemen veel bedrijven een nieuwe teelt in overweging. In samenhang hiermee dient ook de vraag beantwoord te worden wat wel en wat niet verantwoord is bij de aanschaf van nieuwe machines en werktuigen. Aan de hand van twee door ons opgestelde be drijfsmodellen die met medewerking van de rijkslandbouwvoorlichting in de IJssel- meerpolders tot stand zijn gekomen, is deze vraag voorgelegd aan het Consulentschap in Algemene Dienst voor de Bedrijfsuitrus- ting in de Akker- en Tuinbouw. Ir. J. M. Heestermans, de consulent van deze nog vrij nieuwe voorlichtingsdienst en zijn naaste medewerker voor de takken akker bouw en vollegrond ir. J. A. Hoenderken waren wel in voor een gesprek met ons, waarin zij hun nuchtere kijk op het mecha- nisatiegebeuren in de akkerbouw menig maal laten doorklinken. Zij stellen voorop dat machines vooral beoordeeld moeten worden op hun economisch rendement voor het akkerbouwbedrijf. Ervan uitgaande dat een akkerbouwbedrijf veelal een éénmansonderneming is, moet er zuinig worden omgesprongen met investe ringen in nieuwe machines en werktuigen. Door een samenwerkingsverband aan te gaan met bij voorbeeld de buurman kunnen de kosten voor mechanisatie verminderd worden. Ook de loonwerker kan wat dit be treft een grote bijdrage leveren. Wanneer men de mechanisatie zoveel moge lijk in eigen hand wil houden, wordt de uit gangssituatie anders. Toch zal ook hier een grens bereikt worden, waarbij het aantal hec tares dat bewerkt kan worden uiteindelijk de doorslaggevende factor zal zijn. Iedere ma chine moet zijn plaats in het machinepark op dit punt voldoende waar kunnen maken. Zodra de keuze van het bouwplan vaststaat, kan worden beoordeeld of het machinepark hiertoe voldoende is uitgerust. In de situaties van bedrijf A en B, zoals die zijn aangegeven in de tabel, zijn de volgende knelpunten ge signaleerd. Knelpunten bedrijf A: Bij pootaardappelen zeer hoge mechanisa- tiekosten per ha. Aardappelsorteermachine is verouderd. Intensieve bouwplan vormt aanslag op de grond. Spuitmachine is verouderd. Vraagpunten voor bedrijf B: Wanneer is aanschaf van rooicombinatie aan te raden? Buurman gaat over van poot- naar con sumptieaardappelteelt; combinatie met buur man loslaten? Maaidorser is af; wat te doen? Het bouwplan met 5/6 deel rooivruchten be tekent dat de grond het zwaar te verduren krijgt vooral in het oogstseizoen. Door het rooien wordt namelijk de grond gezeefd en intensief bereden, waardoor de structuur van de bovengrond snel achteruit kan gaan. Het zware transport dat hier nodig is voor de afvoer van de geoogste produkten, vergroot de kans op verdichting van de ondergrond. Bovendien zijn waspeen, zaaiuien en suiker bieten alle drie vrij late gewassen, wat tot ge volg heeft dat niet zelden onder minder gun stige weersomstandigheden het land inten sief bereden moet worden. Al met al een niet gemakkelijk bouwplan, dat veel aandacht opeist van de akkerbouwer voor het herstel van de bodemstructuur na de oogst van een gewas. Door middel van een goede bandenkeuze is de schade be perkt te houden. De druk op de bodem kan bij een lagere bandenspanning en de juiste bandafmeting aanzienlijk verminderd wor den. Om de mechanisatiekosten te drukken is het voor bedrijf A verstandig de oogst en het sor teren van de aardappelen in een samenwer kingsverband met collega's uit te voeren. De loonwerker kan eventueel de oogst voor zijn rekening nemen. Met betrekking tot de andere gewassen heeft inschakeling van de loonwerker bij de oogst zeker de voorkeur. Over het geheel gezien is eigen oogstapparatuur bij deze be drijfsomvang economisch niet aantrekkelijk. Er is te veel overcapaciteit, waardoor de me chanisatiekosten te hoog kunnen worden. In deze situatie verdient het derhalve aanbeve ling samenwerken met de buurman af te we gen tegen het gezamenlijk inschakelen van de loonwerker. In veel gevallen blijkt name lijk het inzetten van de loonwerker goedko per te zijn dan gezamenlijk gebruik van oogstmachines met de buurman. Het met el kaar bespreken van deze mogelijkheid kan interessant zijn voor beide bedrijven, omdat ze een sterk overeenkomend bedrijfstype hebben. Het sorteren is vanuit bedrijfshygiënisch oog punt dermate belangrijk dat vervanging van de verouderde sorteermachine door een eigen nieuw aan te schaffen machine hier op zijn plaats is. Als alternatief hiervoor kan dit werk uitbesteed worden aan centrale sor- teerbedrijven. Bij de aanschaf van een nieuwe sorteerma chine zijn vooral van belang: het schudsys teem, de wijze van vulling (afzakinrichting of CLO magazine januari 1986

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1986 | | pagina 102