3 ZLO-ZAJK Projekt Trekkracht voor Kenya ontwikkelingssamenwerking zeeuwse landbouworganisaties ZLM CBTB NCB ZAJK REK 3205-02-635 RABOBANK GOES De drie Zeeuwse Landbouw Organisaties en het ZAJK ondersteunen zoals bekend sinds kort een ontwikkelingssamenwerkingsprojekt in Kenya. Het projekt vormt een kombinatie van fondswerving en infor matie en bewustwording. Het bijeengebrachte geld zal besteed worden om de ontwikkeling van de landbouw op basis van dierlijke trekkracht te stimuleren. In deze bijdrage vertelt Frans de Putter uit Axel iets over zijn ervaringen in Kenya. Frans werkte in 1983 een half jaar aan de ontwikkeling van een dier-getrokken vorenploegje (of aanaarder) om de introduktie van de ruggenteelt in semi-aride gebieden te stimuleren. In een volgende bijdrage zullen we de Kenyaanse landbouw in breder verband beschrijven. Wadzjier Jüul. K E >l(s| y;,A - 1 uj^^KAKAMEGA 0 0 S T SOMALIA ,-s -.Namoeki ~l J s. V Yk -- Spoorweg Provtnclegrent (tl Hooi OU ed <0 ProvinciehoolOtled Q...AmTOO or skc* rel p'öCgPrx* m£ vorftntreWU.tr Qo^oiarcler p»-4»%k Over Kenya Kenya is een land wat de meeste mensen bekend in de oren zal klin ken. Het land ligt onder de evenaar, aan de oostkust van Afrika. Het grenst in het Zuiden aan Tanzania, ten Westen aan Oeganda en in het Noorden aan Soedan, Somalië en Ethiopië. Ten opzichte van zijn om ringende landen is Kenya politiek vrij stabiel en ekonomisch het sterkst. Qua oppervlak is het iets groter dan Frankrijk en er wonen ruim 19 miljoen mensen, waaronder 15.000 blanken en ongeveer 100.000 Indiërs. Deze laatsten zijn in het eind van de vorige eeuw door de Engelsen vanuit India "geïmpor teerd" om een spoorlijn aan te leggen (nu nog steeds de enige bruikbare spoorlijn). De spoorlijn loopt vanaf de oostkust (Mombasa) door Kenya, naar het toen nog rijke en schitte rende Oeganda. Aan deze spoorlijn is Nairobi (de hoofdstad) ontstaan. De Indiërs bezitten zoals in vele Af rikaanse landen een groot deel van de kleine handel. Indiërs en blanken zijn naar mijn idee niet erg populair, vooral kollektief niet. In Kenya leven ongeveer 20 stammen met elk een eigen identiteit en evenzovele talen. Er zijn twee officiële landstalen nl. Swahili en Engels. Export Kenya exporteert naar mate van be langrijkheid respektievelijk: koffie, thee, sisal, mais en bloemen. Het importeert: voedsel, geld, know how. machines, auto's, kruisingsvee en zeer veel toeristen (Kenya is rijk aan natuur- en wildparken). Twee jaar geleden was volgens de officiële normen 50% van de kinderen onder voed; ontstaan door gebrek aan vi tamine BI, 2 en C, welke oogafwij kingen, beengebreken en longaan doeningen tot gevolg hebben. Enkele belangrijke problemen Een explosieve bevolkingsgroei en dit betekent een grotere behoefte aan grond (wonen en voedselproduktie) en hout. Beiden hebben ontbossing en daardoor erosie tot gevolg. Enorme werkeloosheid, er zijn wei nig arbeidsplaatsen in de industrie en dienstensektor. De produktie van een beperkt aantal goederen vindt meestal in licentie plaats. Het land heeft weinig natuurlijke grondstof fen. Eigen identiteit. De konfrontatie met een maatschappelijke stroomver snelling brengt o.a. een groot kontrast tussen rijk en arm met zich mee. Introduktie van ruggenteelt Kenya heeft goede landbouwgron den, maar ook gebieden waar akker- 12 bouw onmogelijk is. Door de toene mende bevolkingsdruk is de nood zaak steeds groter om marginale gronden en drogere gronden in pro duktie te nemen. Het projekt waarin ik gewerkt heb had ten doel om de landbouwtechniek voor semi-aride gebieden te verbeteren (semi-aride wil zeggen dat er gemiddeld net vol doende of net te weinig regen valt voor een goede oogst, 300 mm per regenseizoen). Het projekt wordt uitgevoerd in het gebied Machakos, ten oosten van Nairobi. Volgens onderzoekers van de FAO zou ruggenteelt een betere techniek vormen onder die omstandigheden. Samen met een student landbouw techniek uit Wageningen heb ik ge werkt aan de ontwikkeling en verbe tering van een aanaarder voor de teelt van mais en bonen in ruggen teelt. Het Machakos gebied kent twee re genseizoenen. Het lange en belangrijkste regensei zoen valt in de maanden maart, april en mei. De korte regentijd is in ok tober en november. Om de grond te kunnen ploegen moet het eerst gere gend hebben anders is die veel te nard. Als de regen begint en aan houdt kan er ook niet geploegd wor den. De grond is dan te nat en plakt enorm. Zowel droogte als te veel regen achter elkaar verkorten het groeisei zoen (normaal is dit maart-aug.- sept.) Ideaal zou zijn, dat er eerst wat regen valt, gevolgd door een korte droog-periode. Er kan dan geploegd en gezaaid worden. Het is begrijpe lijk dat hier "de tijd" een beperkende rol speelt. Er moet dus snel met vol doende kapaciteit gewerkt kunnen worden. (Dit is ook bij ons de zgn. voorjaarsproblematiek). De normale gang van zaken is dat er met het ploegen direkt wordt ge zaaid. Vrouwen lopen achter de "ploegen" en werpen zaad voor zaad met de hand in de voor. Zaaiafstand in de rij 20-25 cm. Rij afstand 30 cm. Teelttechnisch zijn hier verbete ringen aan te brengen. - Het zaad ligt vrij diep in de voor, wat bij slagregens tot opkomstpro blemen kan leiden. - Onkruidbestrijding moet met de hand (hak) gebeuren, (zeer arbeids intensief) bovendien zal het onkruid eerder opkomen dan de vrucht om dat deze dieper ligt. De konkurren- tiepositie van de vrucht t.o.v. het on kruid is hierdoor ongunstig. - Het land gelegen op hellingen wordt in geploegde toestand gemak kelijk aan erosie blootgesteld. De ruggenteelt De teelt van mais en bonen is volgens dit nieuwe systeem gebonden aan twee achtereenvolgende seizoenen. Indien mogelijk worden vóór de re genval of direkt na een eerste regen ruggen gemaakt. Een soort kleine aardappelrug met een breedte van 50 cm en een hoogte van ongeveer 30 cm, gevormd door een éénrijige aanaarder getrokken door één of twee ossen. Soms kunnen twee werkgangen nodig zijn om een rede lijke rug te vormen. Het zaad wordt met de hand in de top van de rug gedrukt (5-10 cm), afwisselend één rij met mais en een rij met bonen. Na opkomst kan met dezelfde aanaarder meerdere malen met één os aan geaard worden, (mechanische on kruidbestrijding: geeft arbeidsbe sparing). De konkurrentiepositie van het zaad t.o.v. het onkruid is nu gunstiger vanwege het hoogtever schil. Als de ruggen dwars op de hellingen aangelegd worden, beperkt dit in grote mate de erosie (vergelijk ter rasvorming). Bij slagregens zal de opkomst geen problemen geven i.v.m. het zaaien op de top van de rug, en het dichtslempen tussen de ruggen kan door opnieuw aanaarden opgeheven worden. Bij een tweede of derde maal aan aarden loopt een os makkelijker tus sen ruggen door, dan wanneer hij op vlak land tussen plantenrijtjes moet lopen (minder gewasbeschadiging. de os dient wel gemuilkorfd te wor den). Het tweede seizoen Na de oogst (met de hand) moeten de rijen opnieuw aangeaard worden. De zaai begint nu weer opnieuw, met dit verschil dat daar waar een rij mais heeft gestaan, nu bonen gezaaid moeten worden en andersom. De door de bonen in de grond gebrachte stikstof kan zo door de mais opge nomen worden (kunstmest is onbe taalbaar en vaak onverkrijgbaar). Na twee seizoenen kan er (indien aan wezig) mest tussen de rijen gebracht worden, om vervolgens de rijen te splijten met dezelfde aanaarder of eventueel het veld ploegen, waarna het teeltproces, opnieuw kan begin nen. Het ontwerpen en konstrueren van de aanaarder Ons werk, dat op te vatten is als een onderdeel van een groter trekdie- ren-projekt, omvatte de konstruktie van een aanaarder en uitproberen ervan op proefvelden. Na een eerste prototype werd een eerste serie van 4 stuks gemaakt. Vervolgens is deze versie vereenvoudigd waardoor een tweede en derde versie ontstonden. Van de verbeterde exemplaren wor den er nu een 50 stuks, verdeeld over Kenya, onder verschillende werk omstandigheden en onder begelei ding van Kenyanen uitgeprobeerd. De technische kant van een derge lijke onderneming vereist in een ontwikkelingsland als Kenya een geheel eigen aanpak. Uitgangspunt voor onze konstruktie was, dat deze zodanig moest zijn dat deze aanaar der vrij gemakkelijk in het land zelf vervaardigd kan worden. Plaatstaal en lasapparatuur zijn in de omgeving van steden, of daar waar de moderne sektor is doorgedrongen wel aanwe zig. Doch de wil bij lokale producenten om er iets goeds van te maken hangt sterk van de verdienste af. Ons doel was om de aanaarder zo goedkoop mogelijk te maken om de konkur- rentie met de normale ploeg aan te kunnen. Een apart probleem vormde hierbij de verwisselbare punt die de grond moet openbreken. Deze moet van goede kwaliteit zijn om de slijta ge te kunnen weerstaan. Een geharde kultivatorpunt (van b.v. John Deere) kostte geimporteerd al snel meer dan de gehele aanaarder zelf. We hebben toen gekozen voor de vervaardiging van ploegpunten uit bladverenstaal van oude auto's. Deze zijn niet duur. redelijk slijtvast en ook nog verder na te harden. De kosten van de gehele aanaarder plus standaardframe liggen tussen de 75,en 100,— afhankelijk van de hoeveelheid arbeidsloon en de winst voor de producent. Daarbij dient aangetekend dat er wel wat druk nodig is op de producenten om de prijs niet op te drijven. Het werken aan deze aanaarder voor de ruggenteelt is in 1983 gestart. Er is door verschillende (opeenvolgende) studenten uit Nederland en door an deren met veel intentie aan gewerkt en er is nog steeds voortgang. Een probleem is om met zulke kleine in novaties de nodige aandacht te krij gen van de plaatselijke overheden. Velen zien liever landrovers, trekkers en mensen met rapporten en geld, kleine stapjes vooruit lijken soms al gauw onbeduidend. Dit projekt heeft niet veel geld ge kost, het is opgestart en uitgevoerd door studenten die hiermee een stage hebben vervuld (meestal met eigen financieën). Op deze wijze kunnen twee doelen gediend zijn. Frans de Putter Het 3 ZLO-ZAJK projekt "Trek kracht voor Kenya" ondersteunt in itiatieven die vanuit het Trekdieren- projekt van de Universiteit van Nai robi gekoördineerd worden. U kunt dit projekt ondersteunen met een bijdrage op rek.nr. 3205-02.635 van de Rabobank te Goes, o.v.v. "Aktie Kenya" (gironummer van de bank is 64539, vermeldt dan t.g.v. rek. 3205-02-635 3 ZLO-ZAJK Aktie Kenya). U kunt ook een mini-zwart wit poster van driespanploegende paarden bestellen bij het ZAJK, K. Kerkstraat 10,4461 JE Goes. U moet dan tevens minimaal 10,— over maken op bovenstaande rekening. Voor meer informatie kunt u zich wenden tot Ad Phernambucq, tel. 01195-248 of bij het ZAJK, tel. 01100-11130. Vrijdag 13 december 1985

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1985 | | pagina 12