Automatisering geeft nieuwe mogelijkheden voor Bedrijfsekonomische Advisering Innovatie akkerbouw is een dwingende eis Toepassing informatica van levensbelang voor landbouw en landbouwkundig onderzoek Ir. H.E. C leve ring: Waarschuwing in rapport NRLO: Nieuw samenwerkingsprojekt In 1984 is daarom een nauw projekt automatisering bedrijfsekonomisch advies (BEA) gestart. Het is een veelomvattend samenwerkingspro jekt tussen de vier grotere proefsta tions in ons land met ondersteuning vanuit het Landbouw Ekonomisch Instituut en het Instituut voor Me chanisatie. Arbeid en Gebouwen. De belangrijkste doelstellingen van dit projekt zijn: - ontwikkelen van een systeem voor bedrijfsekonomische advisering t.b.v. de voorlichting voor alle takken van landbouw; dit betekent dat de niet-specifieke onderdelen voor alle takken gelijk moeten zijn. de voorlichters moeten zelf in staat zijn m.b.v. dit systeem bedrijfs ekonomische adviezen te verstrekr ken. - met dit systeem moeten ook een voudige bedrijfsbegrotingen kunnen worden opgesteld. bij de ontwikkeling van het sys teem moet ook rekening worden ge houden met toepassingsmogelijkhe den in onderzoek en onderwijs. Meer mogelijkheden Het uiteindelijke systeem biedt aan merkelijk meer mogelijkheden dan het huidige systeem. Deze extra mo gelijkheden zijn: 1. het opvragen van informatie De databank vormt als het ware het hart van het systeem, waarin alle in formatie die in_het systeem gebruikt I kan worden ligt opgeslagen. Zoals men tot nu toe gebruik maakt van het naslagwerk "Kwantitatieve Informatie", zo zal men straks m.b.v. de terminal gebruik kunnen maken van deze databank. 2. de uitvoering van saldoberekenin gen Een afzonderlijk onderdeel van het systeem is het uitvoeren van saldo berekeningen van gewassen/teelten. Het uitvoeren van saldoberekenin- gen gebeurt op basis van.de infor matie die is opgeslagen in de data bank. Uiteraard kan deze informatie door de gebruiker worden gewijzigd om een saldoberekening te verkrij gen die beter aansluit bij het bedrijf. 3. het opstellen van bedrijfsbegroting (met en zonder optimalisatie) 'i jjfr -Illêii!': V Tot dusver moest de bedrijfsvoor- lichter bij het opstellen van een be drijfsplanning met optimalisatie ge bruik maken van het PAGV. Een bedrijfsplanning zonder optimalisa tie moest hij zelf met de hand uitre kenen. In het nieuwe systeem kan in beide gevallen de voorlichter zelf de adviezen opstellen met behulp van de computer. Dit betekent wel, dat er strenge eisen worden gesteld aan de gebruikvriendelijkheid van het sys teem. 4. het doorrekenen van meerdere ja ren In sommige gevallen zijn de veran deringen die de boeren/telers over wegen dermate ingrijpend, dat voor het uitbrengen van een goed advies een begroting voor meerdere jaren opgesteld zou moeten worden, te beginnen bij de huidige bedrijfssi tuatie. Op deze wijze wordt als het ware de overgang van de oude situa tie naar de nieuwe in de begroting betrokken. de financiering Eigenlijk is het zo, dat een bedrijfs begroting zonder financieringsbe groting niet volledig is. Vandaar dat in dit projekt de financieringsbegro ting ruime aandacht krijgt. Met het nieuwe systeem kunnen dan de fi nanciële gevolgen van verschillende plannen snel worden doorgerekend, waarbij de voorlichter zelf de wijze van financiering kan aangeven. Ook wordt het mogelijk om een overzicht te verkrijgen van de te verwachten ontvangsten en uitgaven per maand. Het Regionale Konsulentschap voor de Akkerbouw in de IJsselmeerpol- ders en Noord-Holland is zeer nauw bij het samenwerkingsprojekt be trokken, omdat het in de bedoeling ligt om in het voorjaar van 1986 dit systeem daar te introduceren, ten einde de nodige ervaringen op te kunnen doen. Daarna zal het systeem - mede naar aanleiding van de opge dane ervaringen - verder worden ont wikkeld en geïntroduceerd in andere regio's en andere takken van de Land en Tuinbouw in Nederlandt. drs. B.J.M. Meijer, LEI drs. J. Kamminga, PAGV, Lelystad Tegen het einde van de zeventi gerjaren is - na jarenlang onder zoek en ontwikkeling op het PAGV - een geautomatiseerd systeem voor bedrijfsekonomi sche advisering in de praktijk geïntroduceerd. Sinds 1981 werkt dit systeem en worden jaarlijks enige honderden plannen door gerekend. Dit systeem is vooral bedoeld voor die ondernemers die ingrijpende veranderingen in de bedrijfsvoering overwegen. b.v. aanmerkelijke bouwplanver anderingen, wijzigingen in de arbeidsbezetting, mechanisatie, gebouwen, etc. Met behulp van deze methode van bedrijfsadvi sering worden bouwplan, mecha nisatie, arbeidsbezetting en ver dere bedrijfsuitrusting zo goed mogelijk op elkaar afgestemd. Het systeem voldoet om meerde re redenen niet. Vandaar dat naar verbetering is gestreefd. Er worden veel bedrijfsbegrotingen opgesteld. Wijzigingen in het. bouwplan maken begeleiding nog meer noodzakelijk. Innovatie in de akkerbouw is een dwingende eis. Deze mening vertolkte ir. Harm Eiso Clevering, zelf akkerbouwer in Warffum, maar tevens voorzitter van het IMAG, Instituut voor Mechanisatie, Arbeid en Ge bouwen. Clevering hield een inleiding tijdens een perskonferentie ter gelegenheid van de Landbouw RAI 1986. Volgens hem is innovatie noodzakelijk vanwege technische knelpunten op de gemiddelde Ne derlandse boerderij en vanwege de Europese landbouwpolitiek. Voor de toekomstige positie van de landbouw en het landbouwkundig onderzoek is de informatica een van de belangrijkste bepalende fakto- ren. Hoewel op het gebied van de informatica reeds een aanzienlijke inspanning wordt geleverd, is een ekstra stimulans en toevoer van nieuwe deskundigheid noodzakelijk. Anders zal het onderzoekapparaat tekort gaan schieten in zijn taak de dynamische ontwikkelingen in de landbouw te ondersteunen, waardoor een ernstige kwalitatieve achter stand wordt opgelopen. Deze waarschuwing wordt gegeven in het "In formatica Stimuleringsplan Landbouwkundig Onderzoek" (INSP-LO) dat dezer dagen door de Nationale Raad voor Landbouwkundig On derzoek (NRLO) is uitgebracht. De ontwikkelingen, die momenteel gaande zijn behelzen o.m. een aanzet om nieuwe produkten tot ontwikke ling te brengen; terugkeer van oude gewassen; de teelttechnieken worden nog meer verbeterd; er komt ver nieuwing in het machinepark en er vinden vernieuwingen plaats bij ver werking en afzet. Nieuwe machines Een knelpunt op veel bedrijven is een iets te nauw bouwplan. "Dezelf de gewassen komen binnen enkele jaren te snel terug op dezelfde per celen. De kans op ziekten bij deze gewassen neemt daardoor toe. Dit geldt met name voor de meest voor komende grote gewassen, zoals gra nen, suikerbieten en aardappelen. Dit probleem kan aangepakt worden door oplossingen te vinden voor de biologische en technische knelpun ten. Ook een verruiming van het teeltplan kan voor verbetering zor gen", aldus Clevering. Hij wees er verder op, dat door het zeer inten sieve bodemgebruik in kombinatie met de zware belasting van de bo dem door de huidige mechanisatie er op veel plaatsen een zekere bodem verdichting is opgetreden. Het me- chanisatieonderzoek zoekt hiervoor oplossingen. "Tot nu toe is de oplos sing veelal gevonden in meer en grotere banden met een lagere luchtdruk. Deze oplossingen blijken onvoldoende te zijn. Er zullen nieu we machineontwerpen komen met een andere gewichtsverdeling. Ook het gebruik van nieuwe lichtere ma terialen zal hand over hand toene men. Ik verwacht dat nieuwe mate rialen die voor de vliegtuigindustrie in ontwikkeling zijn, ook voor de Ir. H.E. Clevering. landbouwtechniek hun toepassing zullen vinden", zei hij. Industriële afzet Er dient zich bij de verwerking van akkerbouwprodukten langzamer hand een aantal nieuwe ontwikke lingen aan. Ook vanuit de "niet-voe- dingsmiddelen"-kant komt er meer vraag volgens Clevering. Er is een geleidelijk groeiende, maar nog wel kleine, toelevering naar de chemi sche en biochemische industrie op gang. Het betreft suikers, zowel tra ditioneel gemaakt uit suikerbieten, als ook suikers van tarwe of aardap pelzetmeel. Eén van de toekomstige bestemmingen is daarbij kunststof, plastik-achtige produkten of hele specifieke bestemmingen. Bij de biochemische industrie betreft het vooral grondstof voor farmaceuti sche produkten, zoals bijvoorbeeld penicilline. "In de diskussie in EG-verband is ook steeds de produktie van alkohol uit agrarische grondstof aan de orde. Deze zal een deel van de EG-behoefte voor benzine kunnen vervangen, bij voorbeeld door bijmenging. Voorlo pig biedt deze richting geen perspek- tief, omdat de produktie van deze al kohol veel energie vraagt. Een derge lijke ontwikkeling zal alleen op gang komen als er een duidelijke politieke wil is. Er zijn dan namelijk flskale of andere maatregelen nodig om het produkt konkurrerend te maken"' al dus Clevering. Naast omvangrijke onderzoekpro gramma's voor de verwerking van de min of meer traditionele produkten, lopen er ook onderzoekingen naar de mogelijkheden van nieuwe gewas sen. Als het meest bekende voorbeeld noemde Clevering het onderzoek rond de aardpeer, een gewas met een dahlia-achtige knol. Bij fabrieksma tige verwerking komt fructose be schikbaar (voor zoetstof en indus triële verwerking) en insuline (voor medische toepassingen). Om de pro duktie van zo'n nieuwe gewas moge lijk te maken moet teeltonderzoek, rassenonderzoek en de ontwikkeling van de mechanisatie-methode plaatsvinden. Aan de andere kant moeten de in dustriële verwerkingsmethoden ont wikkeld worden. Terwijl ook de toe passingsmogelijkheden van de ver schillende eindprodukten aan de or de moeten komen. Gezamenlijke aktie "Het geheel moet samenhangend worden ontwikkeld. Er zal een vrij grote omvang van de teelt nodig zijn om de investeringen in een verwer kingsindustrie rendabel te maken. In de komende jaren zal beslist moeten worden of de stap tot industriële verwerking gedaan moet worden", zei Clevering en hij riep op tot een gezamenlijke aktie van georgani seerd landbouwbedrijfsleven en overheid. Het landbouwkundig onderzoek van de overheid zal zich meer op de in novatie möëten richten. Op Euro pees nivo zal land- en tuinbouw in het Eureka-projekt moeten worden opgenomen. Het INSP-LO. dat de vorm heeft van een konkreet aktieplan. is opgesteld in samenspel tussen verschillende direkties van het Ministerie van Landbouw en Visserij, de Land bouwhogeschool. de Fakulteit der Diergeneeskunde. TNO. het agra risch bedrijfsleven en het adviesburo James Martin Associates. In "het plan wordt een aantal pro- jektvoorstellen geformuleerd om de toepassing van de informatika in de landbouw te bevorderen. Tevens wordt een inventarisatie gegeven van knelpunten ten aanzien van de ver dere invoering en toepassing van in formatica in het landbouwkundig onderzoek en worden aanbevelingen gedaan hoe deze knelpunten kunnen worden opgelost. De akties die in het INSP-LO wor den genoemd, richten zich op drie aandachtsgebieden: Het stimuleren van de ontwikkeling van bedrijfsbegeleidings- en mana gement's) sternen ten behoeve van verschillende agrarische bedrijfstak ken. Daartoe zullen op korte termijn voor een tiental bedrijfstakken in sa menspel tussen onderzoek, voorlich ting en bedrijfsleven zogenaamde informatiemodellen worden opge steld. Voor de diverse sektoren van het landbouwkundig onderzoek en voor enkele meer algemene onderwerpen (biosensoren. agrologistiek. ekspert- systémen) zullen circa 15 strategische onderzoekprojecten worden opge steld. De informatisering van het land bouwkundig onderzoek zelf zal wor den bevorderd door akties op een vijftal terreinen: - technisch-wetenschappelijke on dersteuning: - dokumentaire en databank-voor1 zieningen: - telematica: - wiskundige ondersteuning: - opleidingen, zowel op technisch gebied als ook voor wat betreft het projektmanagement en de beleidsvorming en -uitvoering. Vrijdag 6 december 1985 7

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1985 | | pagina 7