Heffingen Stopa naar 1.000 per ha Lagere opbrengsten per ha van bij'na alle akkerbouwgewassen Kalamiteitenheffing wordt superheffing Snijmaisras SONIA op Rassenlijst 1986 Afzetkansen voor gekweekte meerval onzeker Nieuwe Algemene Voorwaarden kontraktteelt konservenpeulvruchten van kracht Grotere mogelijkheden agrarisch bedrijfsleven in Tsjechoslowakije Het ziet er naar uit dat de heffingen ten behoeve van de Stopa voor oogst 1986 wel eens kunnen oplopen tot duizend gulden per ha, als men tenminste de garantie-regeling wil handhaven. Niet te voorziene, niet te keren invloeden binnen de pootaardappel- sektor zijn daar oorzaak van. Garantie-stelsel Al bijna 40 jaar kennen we in Ne derland een garantie prijzen systeem voor pootaardappelen. Een eenvou dig, zeer efficiënt werkend systeem waardoor teler en handelaar voor de ergste stroppen afgedekt worden. In de loop der jaren is de eksport sterk gestegen naar ongeveer 70% van de produktie; het aantal landen nogal toegenomen met name buiten de EEG. Ook is het aantal aardappelrassen sterk uitgebreid, vaak gericht op be paalde landen of groepen van lan den. Al met al zijn de risiko's toege nomen wat betreft ekonomische of politieke krisis, waardoor plotseling kopers in de markt kunnen uitvallen. Daarnaast zijn ook de produktiekos- ten voor de teler niet onaanzienlijk gestegen tot ruim boven de 10.000 per ha. Zonder garantie-stelsel zal in jaren met een groter aanbod dan er vraag is, èn de konsumptiemarkt in misère is zoals thans, de pootgoedprijzen onherroepelijk voor een aantal ras sen op het voeraardappelnivo terecht komen. Meerjarenplan Bij de Stopa spreken we al jaren over het zgn. "meerjarenplan", d.w.z. een heffingenbeleid dat gericht is op meerdere jaren. In "goede" jaren wat overhouden om in "minder goede" jaren wat ekstra uit de fondsen te kunnen putten. Na overschotjaren reguleerde de teelt zichzelf en kon altijd sprake zijn van een vrije teelt zonder marktor dening, zonder kwotering. En juist dat laatste moeten we ook zo houden. Daar telen waar dat het meest gun stig kan Met dit liberale beginsel hebben we het althans in de pootgoedsektor ja renlang goed gedaan. Er komen thans faktoren op ons af die een herbezinning in het beleid noodzakelijk maken; een herbezin ning of we wel door moeten gaan met een garantiesysteem en of het wel verantwoord is om het meerjaren plan zonder meer door te zetten. Andere faktoren In de eerste plaats is daar de druk op de marktordeningsprodukten melk granen en suiker. Bij melk moet men gewoonweg minder produceren, zodat veelal naar een alternatief gezocht moet worden. Daar waar de mogelijkhe den zijn wordt vaak een stukje land geploegd voor de verbouw van... (poot)aardappelen. Met de sterk verlaagde graanprijzen en de aangekondigde heffingen kijkt ook de graantelende boer uit naar alternatieven. En vooral in landen om ons heen grijpt men weer terug naar de aardappelen. Het is dan ook echt niet een Neder lands probleem, het zoeken naar aanvullingen, het zoeken naar alter natieven, maar een Europees, een EG-probleem. Maar wèl een Nederlands probleem is de konfrontatie met onze poot- en konsumptie-aardappelsektor. Onze sterk op eksport gericht aard- appelsektor ziet althans zo lijkt het, de moeilijkheden bij andere pro- dukten op zich afkomen. Binnen de pootgoedsektor zelf komt daarbij de situatie dat we waarschijnlijk te ma ken hebben met struktureel hogere opbrengsten voor een belangrijk en belangrijker wordend deel van ons rassenpakket door betere technische inzichten bij de NAK. Beleid 1986 Het jaar 1985 komen we waarschijn lijk bij de Stopa nog wel zonder kleerscheuren door, mede dankzij het opleggen van de volledige hef fingen en dankzij ons reserve-potje. Binnen de pootaardappelorganisa- ties is nog echt geen paniekstem ming, maar we zitten wel met z'n al len rechtop, toekomstgericht. Voor lopig lijkt men eensgezind om het garantiesysteem ook voor 1986 door te zetten. In het algemeen voelt men er ook voor om de garantieprijzen gelijk te laten aan 1985. Maar ook, om de basisheffingen van 150,-/ha en van 0,40 en 0,80 per 100 kg gecertificeerd pootgoed gelijk te houden. De veranderingen komen bij de ek stra heffing per ras en bij de kalami teitenheffïng. Er worden voorstellen uitgewerkt om de ekstra heffing per ras niet te laten ingaan bij 1500 kg per ha, maar bij 1000 kg per ha. Daarnaast worden er voorstellen uitgewerkt dat de kalamiteitenhef fïng niet in werking treedt bij een Stopa inname van 140.000 ton in to taal, maar reeds bij 80.000 ton inna me. En bovendien niet een limiet te leggen bij 500,per ha, maar deze vrij snel te laten uitkomen op 1000,per ha. Als men op de garantieprijs moet te len dan ontvangt men ongeveer 70% van de kostprijs. Tot nu toe fungeerde de kalamitei tenheffïng echt als kalamiteit (oor log, krisis, ekstreem hoge opbreng sten). Voor 1986 gaat, als de organi saties dat goedkeuren, de kalamitei- ten heffing werken als een superhef fing. Een superheffing die in ieder" geval kostendekkend is voor het ga rantiesysteem in enig jaar. A. Vermeer De Kommissie voor de Samenstelling van de Rassenlijst voor Landbouw gewassen heeft bekend gemaakt dat het nieuwe VANDERHAVE snij maisras SONIA op de Rassenlijst van 1986 zal worden geplaatst. De meest kenmerkende eigenschappen van SONIA zijn de vroegheid en de hoge opbrengst. Volgens de nieuwe inde ling in drie rijpheidsklassen, behoort SONIA tot de vroege groep. De vroegheid doet geen afbreuk aan de opbrengst, die als zeer goed wordt gekenschetst. SONIA geeft zelfs een hogere opbrengst dan vrijwel alle andere, later rijpende rassen. SONIA is het eerste resultaat van een nieuwe strategie in het VDH kweekpro- gramma, waarbij meer aandacht wordt besteed aan de ontwikkeling van eksklusieve snijmaishybriden. Daarbij wordt doelbewust gewerkt aan rassen die nog beter zijn aange past aan het Nederlandse klimaat en dat betekent met name een betere SONIA, een nieuw snijmaisras van Vanderhave, met hoge opbrengsten. voorjaarsontwikkeling en een vroege afrij ping. Van belang is ook dat de rassen vol doende stevig stevig zijn voor ons winderige klimaat. Op het veld neemt SONIA vanaf het begin al een voorsprong; de plantjes ontwikkelen zich fors en vormen een breed en»donkergroen blad. In de maanden juni en juli torent het ge was duidelijk boven de andere rassen uit. SONIA bloeit vroeg, zodat er ruim voldoende gelegenheid is voor een goede kolfontwikkeling. Het kolfgehalte van SONIA is hoog, de kolf is dik en goed gevuld. Gelet op de hoge opbrengst is SO NIA in elke situatie een aantrekke lijke keuze voor de maisteler. De pluspunten van het ras komen juist daar het duidelijkst naar voren waar de omstandigheden moeilijk zijn: - de goede voorjaarsontwikkeling en de vroege afrij ping garanderen ook in de noordelijke provincies een goed gewas - op percelen waar dikwijls pas half mei kan worden gezaaid biedt SONIA nog prima mogelijkhe den - door de vroege afrijping is SO NIA zeer geschikt voor veehou ders die na de maisoogst nog gras willen inzaaien. Per 1 december 1985 zijn nieuwe Al gemene Voorwaarden voor de kon traktteelt van konservenpeulvruchten van kracht geworden. Met ingang van deze datum zijn de Algemene Model- voorwaarden voor de kontraktteelt van groen geoogste erwten voor de konservenindustrie vervallen evenals de Algemene Voorwaarden voor de kontraktteelt van machinaal te oog sten sperziebonen en de daarbij be horende arbitragereglementen. Nieuw in de Algemene Voorwaar den is het recht voor de teler om het kontrakt te ontbinden als er ander zaaizaad wordt geleverd dan over eengekomen. Voor de teelt zelf zijn de verplichtingen voor de teler nauwkeuriger vastgelegd. Er worden eisen gesteld aan het vruchtwisse- lingsplan. Op de gekontrakteerde oppervlakte mogen in de vijfjaar die voorafgaan aan het zaaijaar geen erwten of tuinbonen zijn geteeld. Ook voor het moment waarop geen bestrijdingsmiddelen meer mogen worden gebruikt in verband met het tijdstip van oogsten is een bepaling opgenomen. Het gewas hoeft niet meer franko afgeleverd te worden door de teler. De afnemer zorgt voor de oogst. Is met de oogst begonnen dan kan geen afkeuring van het ge was meer plaatsvinden. Het geoogste produkt is voor rekening van de af nemer vanaf het moment dat deze met de oogst is begonnen. De nieuwe Algemene Voorwaarden voor de kontraktteelt van konser venpeulvruchten zijn verkrijgbaar bij de hoofdafdeling Akkerbouw van het Landbouwschap tel. 070-465924. De gedachte aan viskwekerij als toe komstige aanvulling op de agrarische produktie leeft momenteel sterk, vooral bij Nederlandse landbouwbe drijven waar grenzen aan de groei merkbaar worden. De belangrijkste nieuwe ontwikkeling van de laatste jaren is dat enkele pioniers inmiddels marktwaardige bedrijfsmatig gek weekte Afrikaanse meerval kunnen Vrijdag 6 december 1985 afleveren. Of op grotere schaal een markt zal kunnen worden ontwikkeld voor dit nieuwe produkt is echter on zeker. Nog onduidelijk is nl. de mate waarin het produkt tegen eeo kos tendekkende prijs door de consument zal worden geaccepteerd. De huidige produktie is nog erg laag en nog niet alle denkbare marktinstrumenten zijn ingezet. De opbrengst per ha ligt voor de meeste akkerbouwgewassen in 1985 lager dan in het vorige jaar. De oogst van de granen, peulvruchten en han delsgewassen heeft door het slechte weer in augustus vertraging opgelo pen. Snijmaïs, aardappelen en sui kerbieten konden in de herfst vlot geoogst worden. Granen Voor tarwe, gerst en rogge zijn de opbrengsten per ha lager dan in het vorig jaar, behalve voor de haver waarvan de opbrengst per ha 8% ho ger is uitgevallen. Vooral de ha op brengst van wintertarwe (-16%) en wintergerst (-13%) valt tegen, terwijl ook op basis van het vijfjarig gemid delde de oogst van deze gewassen lager uitkomt. De grotere totaal op brengsten van zomertarwe en zo- mergerst worden geheel veroorzaakt door de uitbreiding van de geoogste oppervlakte van deze gewassen. Peulvruchten De groene erwten laten een veel kleinere opbrengst per ha zien zowel t.o.v. 1984 (-30%) als t.o.v. het vijfja rig gemiddelde,(-22%). Ondanks de ze tegenvallende opbrengst leidt de verdubbeling van de oppervlakte tot een totale opbrengst van +32% t.o.v. vorig jaar. De 16% hogere opbrengst per ha van bruine bonen is duidelijk hoger dan in het voorgaande jaar en eveneens t.o.v. het vijfjarig gemid delde 8%). Handelsgewassen Van de handelsgewassen heeft kar- wijzaad dit jaar weer de normale tot goede opbrengst per ha gegeven. Mede door de uitbreiding van de oppervlakte is de totale karwij-oogst gestegen met 124% t.o.v. 1984. Blauwmaanzaad heeft daarentegen een totaal opbrengst welke nog maar een kwart is van die van vorig jaar. Dit is voornamelijk het gevolg van de sterke inkrimping van de oppervlak te. Knol-, bol- en wortelgewassen De aardappeloogst van dit jaar is nou groter dan de oogst van 1984 7%). Voor een deel wordt dit veroorzaakt door de grotere oppervlakte aardap pelen. De opbrengst per ha kan goed genoemd worden nl. +2% t.o.v 1984 en 13% t.o.v. het vijfjarig gemid delde. De suikerbieten geven t.o.v. vorig jaar een 10% lagere ha-op- brengst; het suikergehalte ligt echter met 16% vrij hoog. Van de zaai-uien is de kg-opbrengst per ha vrij nor maal (-1% t.o.v. het vijfjarig gemid delde), de geoogste oppervlakte is nagenoeg gelijk aan die van 1984. Snijmaïs De opbrengst van snijmaïs is dit jaar voor het eerst in kg droge stof uitge drukt. De totale oppervlakte snijmaïs is dit jaar weer toegenomen. De op brengst droge stof per ha valt even wel nogal tegen. Stro De opbrengst per ha van graanstro was lager dan in 1984. Doordat er echter weinig stro op het land is achtergebleven is de totale op brengst, m.u.v. wintergerst en rogge, beduidend hoger. Evenmin bestaat er zekerheid over de concurrentie die van vergelijkbare buitenlandse vissoorten moet wor den verwacht. Dit blijkt uit een marktverkenning van het Land- bouw-Economisch Instituut (LEI) die dezer dagen wordt gepubliceerd. In principe kan Afrikaanse meerval worden gekweekt in elke ruimte op elke plaats. De aanwezigheid van afvalwarmte zoals in de intensieve veehouderij, in de glastuinbouw of bij energiebedrijven is echter een voordeel. De vis wordt gekweekt in bakken met verwarmd water, dat re gelmatig moet worden ververst. De sterke eigenschappen als consump- tievis zijn de smaak en de goede consistentie. Het is echter niet van zelfsprekend dat een omvangrijke markt kan worden ontwikkeld voor produkten van Afrikaanse meerval. De vis is onbekend en moet voorlo pig nog worden gerekend tot de duurdere vissoorten. Bovendien is de visconsument gehecht aan de hem bekende soorten, terwijl de vishandel niet is ingesteld op een snelle intro- duktie van nieuwe produkten. In verband met de goede produk- tieeigenschappen en de belangstel ling voor betere visprodukten in een aantal Europese landen zijn er wel licht exportmogelijkheden. Hiertoe zijn in het rapport gegevens opgeno men omtrent de visdistributie en -consumptie in enkele Europese lan den. Info: 070-614161. De mogelijkheden voor het Neder lands agrarisch bedrijfsleven in Tsjechoslowakije zullen in de nabije toekomst toenemen. De gunstiger harde-valuta positie van Tsjechoslo wakije en bepaalde wijzigingen in het Tsjechische landbouwbeleid, meer decentralisatie een meer marktgerichtheid, dragen hier in be langrijke mate toe bij. De beste mo gelijkheden voor het Nederlandse bedrijfsleven zullen op het terrein van uitgangsmateriaal en van de le vensmiddelenindustrie liggen, in dustrie liggen. Landbouwwerkgroep Nederland-Tsjechoslowakije, die van 19 tot en met 21 november j.l. in het kader van de Gemengde Com missie Nederland/CSSR is gebleken. 15

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1985 | | pagina 15