Is winterbloemkool mogelijk een teelt
voor de akkerbouwer? (aktie 1985/1986)
PAGV teelthandleidingen voor bloemkool
en zomergerst
In het voorlichtingsprogramma
1985/1986 van het Konsulent-
schap Barendrecht staat vermeld
dat er aandacht geschonken zal
worden aan een aantal volle-
grondsgroentegewassen, die mo
gelijk interessant zijn voor akker
bouwers.
De komende 3 maanden zullen
steeds 2 gewassen worden belicht.
Het gaat om de volgende gewas
sen: witlofwortel, witloftrek,
spruitkool, bloemkool, winter
bloemkool en prei. Uitgezonderd
bij bloemkool en winterbloem
kool ligt het zwaartepunt van de
oogst van deze teelten in de win
ter, met als begin de maand sep
tember en met als eind de maand
maart. Er wordt dus met name
ingespeeld op het meer of minder
grote arbeidsoverschot in die pe
riode. Dit tegen de achtergrond
dat de inkomensvorming op het
akkerbouwbedrijf een moeilijke
zaak is, en dat welkome alterna
tieven aangegrepen dienen te
worden ten einde het voortbe
staan van het bedrijf te verzeke
ren.
Anderzijds kan ook meespelen
dat een zoon of dochter op het
Ing. B. Buitelaar
bedrijf is komen/komt werken,
en dat daardoor intensiveren
moet teneinde het inkomen per
persoon op peil te houden.
Aangeraden wordt de diverse arti
kelen te bewaren. Mocht er op een
vergadering van de Vereniging
voor Bedrijfsvoorlichting middels
een praatmiddag nader op in wor
den gegaan, dan heeft U de nodige
achtergrondinformatie reeds in
uw bezit.
De bedrijfstakdeskundige volle-
grondsgroente,
B. Buitelaar
In de afgelopen jaren is er een groeiende belangstelling ontstaan voor
de teelt van winterbloemkool op het akkerbouwbedrijf. Deze teelt biedt
voor de akkerbouwer duidelijke perspektieven, omdat het mogelijk is in
2 jaar 3 gewassen op het zelfde perceel te telen. Enerzijds zijn er be
paalde risiko's aan dit gewas, zoals uitvriezen of vorstschade. Ander
zijds brengen de jaren zonder vorst strenger dan ca. -10 gr.C. leuk geld
op. Een aantal aspekten van de winterbloemkoolteelt zullen in dit
artikel beschreven worden.
Samenstelling van de grond
Winterbloemkool moet ongestoord
kunnen groeien. Een bodem, die
zwaar, koud of nat is, is ongeschikt
voor de winterbloemkoolteelt. Er
mogen geen storende lagen voorko
men en een goede ontwatering is een
vereiste. De geschiktheid van een
perceel voor de teelt van winter
bloemkool wordt vooral bepaald
door de kombinatie van de faktoren:
percentage afslibbaar, percentage
organische stof en percentage kool
zure kalk. Winterbloemkool is
dankbaar voor een diepe en grove
grondbewerking (20-30 cm diep-
ploegen en daarna bewerken met een
eg of kultivator).
Vruchtwisseling
Als geschikte voorvruchten kunnen
genoemd worden: 2e jaars plantuien,-
vroege aardappelen, erwten of tul
pen. Men dient er rekening mee te
houden dat deze gewassen ca. half
juli van het veld moeten zijn. Na-
vruchten kunnen zijn: knolselderij,
bonen of prei. Bij een jaarrondteelt
van kool is de kans op bietecysten-
aaltje groot. Dit bietecystenaaltje
breidt zich uit en vermeerdert zich
ook uit op spruitkool en bieten. Een
juiste vruchtwisseling is daarom
noodzakelijk.
De teelt
Voor de beginnende winterbloem-
koolteler is het aan te raden plant-
materiaal aan te kopen. De meer er
varen winterbloemkoolteler zal zijn
planten zelf opkweken. Bij opkweek
in de vollegrond wordt er tussen 20
en 25 juni gezaaid. In de eerste week
van augustus worden de planten (6 a
7weken oud) uitgeplant. De plant-
afstand is meestal 75 x 60 cm. Dit
komt neer op 22.000 planten per ha.
Op slempgevoelige gronden wordt er
op ruggen geplant en op de overige
gronden gebeurt dit vlakvelds.
Bemesting
Voor de winter wordt er gewoonlijk
geen stikstof gegeven. Een hoog
stikstofgehalte verhoogt nl. de vorst-
gevoeligheid. In februari wordt er
dan 750-1000 kg 26-14-0 per ha ge
strooid. Eventueel kan er een overbe
mesting in maart plaatsvinden. De
kali wordt ruim voor het planten ge-
2Vi 1 Butisan S/ha (op zavelgron
den tot 20% afslibbaar met tenminste
2% humus alsook op zandgronden
met 4 a 5% humus);
31 Butisan S/ha (op zwaardere en
humusrijkere gronden).
Gewasbescherming
Bij de teelt van winterbloemkool ko
men een aantal ziekten voor, die ook
in akkerbouwgewassen voorkomen
(slakken, emelten en luizen). De
bestrijding van deze ziekten wordt
als bekend beschouwd.
Een aantal specifieke koolziekten en
koolplagen zijn: knolvoet, rupsen en
de made van de koolvlieg. Deze
ziekten en plagen verdienen de no
dige aandacht.
Andere faktoren die opbrengstder
ving kunnen veroorzaken zijn:
wildschade;
wateroverlast;
vorstschade.
Oogst
Om verkleuring van de kool tijdens
het groeiseizoen tegen te gaan is het
noodzakelijk dat de- kolen afgedekt
worden. Hoe witter de kool bij afle
vering is, des te beter.
Het oogsten kan op verschillende
manieren plaatsvinden. De kool kan
op het land veilingklaar gemaakt
worden, maar dit kan ook in de
schuur gebeuren. Het veilingklaar
maken bestaat uit het inkorten van
het blad en het sorteren op grootte,
vastheid en kleur.
Arbeidsbehoefte
Er zijn 2 perioden aan te geven
waarin het gewas veel arbeid vraagt.
De teelt van winterbloemkool kan financieel zeer interessant zijn.
geven. De hoogte van de gift is ca.
400 kg kali 60 per ha.
Rassen
In verband met de noodzakelijke
spreiding in de oogst is het aan te
bevelen verscheidene selekties met
verschillen in vroegheid te kiezen.
Hierdoor kan de oogst over een pe
riode van 6-8 weken gespreid wor
den. In de navolgende tabel zijn de
selekties opgenomen, die goedge
keurd zijn en kunnen worden aan
bevolen.
Onkruidbestrijding
Op het plantenbed kan er direkt na
het zaaien gespoten worden met
50-70 gram propachloor/are. Op het
produktieveld kan er vanaf 1 week
na het uitplanten of na de laatste
keer aanaarden gespoten worden
met:
Dit zijn de plantperiode (eerste helft
van augustus ca., 20-25 mu/ha) en de
oogstperiode (april-mei: ca. 360
mu/ha). Gesteld kan worden dat 1
persoon zo'n 0,25-0,30 ha "aankan".
Staat de oogst voor de deur en is het
zacht weer op dat moment, dan zal er
sprake zijn van een piek in de ar
beidsbehoefte. Deze duurt veelal
maar één week.
Konklusie
Winterbloemkool is een teelt met
perspektieven voor een akkerbouwer
in de kustprovincies. Het is nl. mo
gelijk om in 2 jaar 3 gewassen te te
len. Een goede ontwikkeling van de
plant vóór de winter is van groot be
lang en wordt o.a. bepaald door de
zaai- en planttijd.
Opbrengstderving kan vooral wor
den veroorzaakt door wateroverlast,
vorstschade en wildschade. De ar-
beidspieken liggen in de planttijd
(1-10 augustus: 20-25 mu/ha) en de
oogsttijd (april-mei: 360 mu/ha).
Gesteld kan worden dat 1 persoon
zo'n 0,25-0,30 ha aankan. Ondanks
het risiko van uitvriezen blijft de
winterbloemkoolteelt over meerdere
jaren bezien een financieel aantrek
kelijke teelt.
Ing. P. Keyzer,
sektie vollegrondsgroenten
CAT Barendrecht
Overzicht raseigenschappen winterbloemkool.
De rassen zijn gerangschikt naar afnemende vroegheld.
Groel-
Lengte
Kwa
Zelf
Diepte
Vast
Bonkig-*
Ras Firma
dagen
oogst
liteit
blad
dekkend
kool
heid
held
Zeer vroeg
Armado Quick Royal Sluis
290
12
7.5
5
5
6,5
6
6.5
Vroeg
Walcheren
Winter
Marchpast Pannevls
292
14
7
6
6
6
6.5
6.5
Armado April Royal Sluis
292
13
8
6
6.5
7
6,5
6,5
MiddelvroegA ZGO
294
15
7
6
6
6
6
6.5
Mlddenvroeg
Walcheren
Winter
Armado Mei Royal Sluis
303
17
7
7
6.5
6.5
6,5
6,5
Middenvroeg
RZ Rijk Zwaan
303
16
6,5
7.5
6
6.5
6.5
6.5
Laai
Walcheren
Winter
Middelvroeg C ZGO
311
14
e.5
7
7.5
6.5
6
6
Arminda Royal Sluis
311
14
6.5
7
7
6.5
6
6.5
Zeer laat
Walcheren
Winter
Maya Bejo
316
11
6
7
6.5
6.5
6.5
6.5
Gmeidagen dagen tussen zaal en 50 oogst. Lengte oogst: aantal oogstdagen minus eerste en
laatste 5 oogst. Kwaliteit: l zeer laag. 9 zeer hoog. Blad: 1 zeer weinig, 9 zeer veel. Zeltdekkend: 1
niet. 9 geheel zelfdekkend. Diepte: 1 zeer plat. 9 zeer diep. Vastheid: 1 zeer los, 9 zeer vast Bonkigheid:
1 zeer fijn en glad, 9 zeer grove en bonkige kool.
Saldoberekening per ha
Plantverband 75 x 60 cm.
Aantal planten ca. 22.000/ha.
Oogstpercentage ca. 60%.
Opbrengsten (a) 1)
13.200 stuks a 1,28
16.896,00
Toegerekende kosten
Planten 2) 100 st) 220 a
ƒ5,00
1.100,00
Bemesting: N
300 kg
1,60/kg
480,00
50P2O5
80 kg
1,50/kg
120,00
K20
250 kg
1,40/kg
350,00
Onkruidbestrijding:
Butisan S
3 1
ƒ81,25
243,75
Gewasbescherming:
curater vloeibaar
2,8 lè
68,90
193,00
Nexagan 40%
1,51a
ƒ41,75
62,63
Mesurol korrels
5 kg a
18,90
94,50
Verzekering
20.000
0,60%
120,00
Rente
1.720
9,00%
155,00
Fust-pallethuur
1.700
0,27%
459,00
Vrachtkosten 3)
1.700
1.368100
Veilingkosten
16.896
4,25%
718,08
Totaal toegerekende kosten (b)
5.455,96
Saldo per ha bij eigen mechanisatie:
(a-b) 16.896,- - 5.455,96 ƒ11.440,04
Toelichting op de saldobegroting
1) Voor de opbrengsten in geld per stuk gaan we uit van de gemiddelde
geldopbrengst van de laatste 5 jaar.
2) Deze post vervalt bij eigen opkweek van plantmateriaal en wordt vervan
gen door de post "zaadkosten".
3) Vrachtkosten zijn afhankelijk van de afstand van de teler naar de veiling.
4) Is er sprake van uitvriezen, dan valt het tot op dat moment gemaakte
kostentotaal nog mee en is het land meteen na de winter weer beschikbaar.
In de reeks teelthandleidingen van
het PAGV is zojuist onder nr. 18 "de
teelt van bloemkool" verschenen. Dit
boekje van ongeveer 70 bladzijden
voorziet de bloemkoolteler van prak
tische en de meest recente informa
tie. De tekst is geïllustreerd met fo
to's uit de praktijk. De prijs is 10,-.
In de serie themaboekjes is nummer
5 "zomergerst" de nieuwste aan
winst. Het boekje bevat de resultaten
van onderzoek naar diverse aspekten
van de teelt van zomergerst, zoals
gewasontwikkeling, opbrengstvor
ming, stikstofbemesting, rassen,
kwaliteitseisen, prijsvorming, afzet
mogelijkheden. Het onderzoek is
uitgevoerd door NGC, SVP CABO
en PAGV. Het themaboekje kost
10,-.
De PAG V-uitgaven zijn te bestellen
door storting van het bedrag op gi
rorekening 2249700 t.n.v. het PAGV,
postbus 430, 8200 AK Lelystad, on
der vermelding van hetgeen wordt
verlangd.
Door het verschijnen van de uitgaven
bloemkool en zomergerst is het totaal
aantal PAGV-uitgaven in 1985 op 25
gekomen. Deze 25ste uitgave draagt
alsnog een feestelijke steen bij aan
het nieuwe PAGV-komplex. De ge
boden informatie zal zeker haar weg
vinden naar akkerbouwers, volle-
grondsgroentetelers, voorlichting en
onderwijs.
Vrijdag 6 december 1985
11