"Aardappeltelers praten te veel over tonnen en te weinig over punten..." voorkom te lage bewaartemperaturen bij konsumptie-aardappelen! L. Grootjans, hoofd kwaliteitsdienst CMK: Rooibeschadiging Registratieapparaat Schik Een akkerbouwer praat met zijn kollega's te weinig over het aantal punten dat hij gekregen heeft bij de kwaliteitsbepaling en te veel over het aantal tonnen aardappe len dat per hektare is geoogst. Aardappeltelers informeren ook veel te weinig naar de uitslag van het monsteronderzoek bij de af nemer. Hun zorg houdt vaak op bij het rooien: rooien, transport en bewaring krijgen lang niet de aandacht die ze vereisen. Dit zijn enkele ervaringsfeiten bij de aardappelhandel en bij de aardap- pelverwerkende industrie. Handel en industrie leggen zich hierbij niet neer, zeker niet nu onze konkurrentiepositie steeds meer op de proef wordt gesteld. Zo dienen uitbetaling naar kwa liteit en kwaliteitsbevorderende akties de aardappeltelers meer kwaliteitsbewust te maken zodat een voor verwerking en kon- sumptie zo optimaal mogelijk produkt wordt verkregen. Bij aardappelhandel Meijer te Krui- ningen onderneemt men ook de nodige aktie. Uitbetaling naar kwaliteit is hier ingevoerd maar de kwaliteitsdienst gaat ook de boer op met adviezen en begelei ding bij een zwak punt nl. het bewaren van het produkt. Het hoofd van de kwaliteitsdienst bij Meijer, de heer L. Grootjans, licht ons het kwaliteitsbeleid van Meijer toe en vertelt dat alle aardappelmonsters die vertegen woordigers bij de boeren ophalen op het laboratorium beoordeeld worden op rooibeschadiging, on derwatergewicht, bakkwaliteit (indien voor de verwerking) en op andere tekortkomingen. Daarbij wordt met punten ge werkt. Hoe minder punten hoe beter. Grootjans: "Wat ons nu zo De meetresultaten komen op tafel. Uitvoerig wordt ingegaan op de techni sche aspekten van het bewaren van aardappelen. Er blijken wat menings verschillen over details maar in grote lijnen menen de heren Dieleman, Goeree en Grootjans (v.l.n.r.) de bewaartechniek goed onder de knie te hebben, Het temperatuurkastje is daarbij een nuttighulpmiddel. verbaasd is dat er maar erg weinig boeren zijn die naar de uitslag informeren. Dit betekent dat men niet kwaliteitsbewust is, althans onvoldoende. We kunnen dat niet begrijpen". Grootjans is ook niet te spreken over de sterke mate waarin rooi beschadiging voorkomt: "Laat de boeren het gewas toch eerder doodspuiten en vóór 10 oktober rooien. Later is je produkt onder invloed van het weer veel te kwetsbaar. In de fabriek blijkt duidelijk dat de eerder gerooide aardappelen het beste geschikt zijn voor bakken. Hoe kouder bij het rooien hoe meer beschadi gingen. Er wordt zelfs na een koude nacht al voor 9 uur ge rooid. Dat kan niet en is een zeer slechte zaak". Om de boeren die voor Meijer aardappelen bewaren meer kwa liteitsbewust te maken en om hen bij dat bewaren zoveel mogelijk te ondersteunen brengen de ver tegenwoordigers van Meijer hen tijdens de bewaarperiode regel matig een bezoek. Samen met Grootjans en de ver tegenwoordiger voor Zeeuws- Vlaanderen, de heer K. Goeree, bezochten wij onlangs één van hen, de heer M.J. Dieleman te Zaamslag. Onderweg naar deze akkerbouwer vertellen Grootjans en Goeree dat aardappelen be stemd voor de industrie zo gelijk matig mogelijk bewaard moeten worden op 6 7 graden C. De meeste boeren kontroleren de temperatuur niet vaak genoeg en bovendien meten ze bijna altijd midden in de hoop en dat is na tuurlijk onjuist en gevaarlijk. Vo rig jaar is dat weer gebleken: Langs de kanten is veel bevroren. Daarom is het noodzakelijk om meer voelers in te zetten en de temperatuur van de gehele voor raad zo konstant mogelijk te houden (die bijgaand artikel van het konsulentschap te Goes). De heer Goeree merkt in dit verband nog op dat het kwaliteitsbesef in fruitteelt en veehouderij beter is dan in de akkerbouw. De hoge eisen die aan de grond stof aardappel worden gesteld, vragen om een optimale bewa ring en om die te bereiken heeft het Kruiningse bedrijf onlangs bij zijn "kontraktbewaarders" een meetapparaat aan laten brengen dat verbonden is met de voelers in de voorraadschuur en dat dag en nacht precies registreert hoe het verloop van de temperatuur in de aardappelbewaarplaats is geweest. Ook bij de heer H.J. Dieleman is een dergelijk temperatuurkastje geplaatst. Zo bleek op een mor gen met wat nachtvorst de tem peratuur tot onder 4 graden C te zijn gezakt. Dieleman: "Dat is maar even geweest en in slechts een deel van de cel maar ik ben er wel van geschrokken en dat moet voorkomen worden". Dieleman heeft een bewaarplaats die intern kan ventileren. Als je zo'n cel niet hebt dan is goed bewaren volgens hem uiterst moeilijk. Hij is er achter gekomen dat het kastje een uitstekend hulpmiddel is waar mee de temperatuur erg goed op een konstant nivo kan worden gehouden. Zijn ervaring is dat iedere dag even kijken (op win tersport gaan is er niet bij) veel beter is dan één keer per week want dan ventileer je toch meer en dat is vaak niet nodig en soms ongewenst. Toen het kastje bij Dieleman werd gebracht was hij eerst wat terughoudend. "Ik dacht nu word ik op de vingers gekeken. Maar ik moet nu bekennen dat ik er en thousiast door geworden ben en er schik in heb gekregen om het produkt zo goed mogelijk te be waren". Ik heb er al veel van ge leerd. Zo is één van mijn indruk ken dat het in het algemeen het beste is om bij de bewaring de natuur zo veel mogelijk te volgen. De Zeeuws-Vlaamse aardappel teler verbaast zich er trouwens hogelijk over dat de bewaring bij de meeste akkerbouwers zo wei nig aandacht krijgt. Ook in aard- appelstudieklubs komt dit aspekt van de teelt niet of nauwelijks aan de orde. Volstrekt fout want deze laatste schakel is net zo belangrijk als de teelt zelf. De kwaliteit is nog nooit op het land kapot ge gaan maar wel in de cel", voegt hij er veelbetekenend aan toe. Hij meent dat de aardappeltelers er samen met de handel, de indus trie en de loonwerkers hard aan moeten trekken om de kwaliteit van ons produkt omhoog te krij gen, steeds net iets beter dan dat van onze buren. Wel merkt hij nog op dat wat het ventileren en de vocht afvoer (zo weinig mogelijk natuurlijk dat is kiloverlies) betreft er nog iets op de markt moet komen dat op de aardappelen kan worden gelegd en dat teveel aan vocht op kan nemen. Stro is toch niet ideaal, is zijn ervaring. J. Wierenga De afgelopen winter is in een aantal bewaarplaatsen vorstschade op getreden. Daarnaast is een belangrijk deel van de aardappelen langdu rig te koud bewaard. Deze problemen zijn grotendeels te voorkomen door meer isolatiemateriaal toe te passen en dit zorgvuldiger aan te brengen, door de temperatuur in de bewaarplaats op veel plaatsen te meten en door niet te ventileren met te koude buitenlucht. Het temperatuurkastje rechts registreert eksakt etmaal na etmaal het ver loop van de temperaturen in de bewaarplaats Let op de isolatie Voor de isolatie van wanden en dak wordt geadviseerd 12-15 cm polysty reen of 8-10 cm polyurethaan- schuim. Deze dikten zijn voor een volledig gevulde bewaarplaats vol doende, mits de isolatie maar zorg vuldig is aangebracht. Kwetsbare plaatsen in een bewaarplaats zijn echter d'e vele naden in de isolatie van wanden en dak, de aansluiting van de wandisolatie op de vloer, de aansluiting van de dakisolatie op de wandisolatie, de (stalen) spanten, de fundering, de deuren, de luiken en ook de centrale gang. Aan veel van deze onderdelen kan ook nu nog aandacht worden besteed. Opge merkt moet worden, dat tijdens een vorstperiode ook in een goed geïso leerde bewaarplaats de temperatuur van de aardappelen bij de buiten wanden te laag kan worden! Let op de temperatuur In de meeste bewaarplaatsen wordt de temperatuur van de aardappelen nog gemeten in het midden en bovenin de partij met een of twee steekthermometers. Dit is veel te weinig en geeft onvoldoende inzicht in de temperatuur van de partij. Tij dens een vorstperiode kan de tem peratuur bovenin de partij wel 6 a 7 gr.C. bedragen, terwijl de tempera tuur onderin en vooral bij de buiten wanden tot zelfs onder het vriespunt is gedaald. Om problemen te voorkomen moet dit tijdig worden waargenomen en daarom moet de temperatuur in de partij op veel meer plaatsen worden gemeten. Steekthermometers zijn hiervoor niet geschikt. Wel geschikt is elektronische meetapparatuur. De laatste jaren zijn veel bewaar plaatsen met deze apparatuur uitge rust, maar in nog veel bewaarplaat sen ontbreekt deze betaalbare appa ratuur. Elektronische apparatuur bestaat uit een centraal opgesteld meetkastje waarop een groot aantal tempera- tuuropnemers (voelers) kunnen worden aangesloten. Er zijn ruimte voelers om de temperatuur van de lucht in een ruimte te meten en steekvoelers (speervoelers) om de temperatuur van het produkt op verschillende diepten in de partij te meten. Intern ventileren Wanneer tijdens een vorstperiode niet intern kan worden geventileerd, komen er beslist problemen. Door intern te ventileren kan nl. bij een te lage temperatuur van het produkt bij de buitenwanden de warmte uit het midden van de partij worden ge bruikt om de temperatuur bij de buitenwanden op een hoger peil te brengen. Tijdens een vorstperiode zullen bewaarplaatsen die onvol doende zijn geïsoleerd of maar ge deeltelijk zijn gevuld naast intern ventileren veelal ook moeten worden bijverwarmd. De luchtverhitter kan dan in de bewaarplaats worden op gesteld, waarbij om zuurstofgebrek te voorkomen enige luchtverversing noodzakelijk is. Ventileer niet met te koude buiten lucht Voor de produktie van frites en chips zijn aardappelen gewenst met een goede bakkwaliteit. De bakkwaliteit wordt o.a. bepaald door het gehalte aan reducerende suikers in de aard appel. Er zijn verschillende faktoren die het gehalte aan reducerende sui kers in een aardappel beïnvloeden, maar de belangrijkste is de bewaar- temperatuur. Wanneer aardappelen te koud wor den bewaard, zal door omzetting van zetmeel in suikers de bakkleur te donker worden en dit maakt aard appelen ongeschikt voor de produk tie van frites en chips. In een bewaarplaats mag een vorstt- hermostaat of beter gezegd mini mumthermostaat daarom nooit ont breken. Deze thermostaat moet op 4 gr.C. worden afgesteld, zodat de ventila toren tijdig worden uitgeschakeld. Hierdoor wordt voorkomen dat vooral de aardappelen onderin de partij te koud worden. Het is wel ge wenst, dat de luchtaanvoeropenin- gen ook tijdig worden gesloten. Om tijdens een langdurige periode met te lage temperaturen toch te kunnen ventileren, kan met menglucht wor den geventileerd. Dit systeem wordt vooral toegepast bij de bewaring van frites- en chip saardappelen. Gewenste bewaartemperaturen konsumptie-aardappelen 5-6 gr.C.; fritesaardappelen 6-8 gr.C. (afzet voor januari) fritesaardappelen 5-7 gr.C. (langdu rige bewaring); chipsaardappelen 7-9 gr.C. Aantal temperatuurvoelers Het aantal voelers per bewaarplaats is afhankelijk van de hoeveelheid aardappelen en het aantal cellen. Per 100 ton aardappelen moet regelma tig verdeeld tenminste één tempera- tuuropnemer worden geplaatst. Daarnaast zijn ruimtevoelers nodig voor het meten van de buitentempe ratuur - de temperatuur van de lucht boven de aardappelen in iedere cel - de temperatuur van de lucht onder of achter de ventilator(en) en de tem peratuur van de lucht bij de buiten wanden en bij de deur(en). Voor het waarnemen van de temperaturen in een bewaarplaats van b.v. 500 ton aardappelen met 5 speervoelers en 7 ruimtevoelers is elektronische appa ratuur vanaf ƒ3.500,— inkl. kabel en BTW in de handel verkrijgbaar. Namens de Zuidwestelijke Specialis ten voor Kwaliteit en Bewaring CAT-Goes J.H. van Nieuwenhuizen Vrijdag 29 november 1985 9

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1985 | | pagina 9