Ontwikkelingen II
zegge en schrijve
gqc;a> ot
zuidelijke landbouw maatschappij
Toekomstig EG-beleid in
diskussie op Algemene
Ledenvergadering ZLM
Wie zoet is...
Agrarische vrouwen
OtTD
VRIJDAG 29 NOVEMBER 1985
73e JAARGANG NO.3804
land- en
tuinbouwblad
De akkerbouwsektor wordt gekonfronteerd met veranderingen die voor de bedrijven van ingrijpende aard zijn. Zo
is er op het politieke vlak het EG-graanbeleid dat zijn invloed heeft op het bouwplan en de inkomsten van de boer.
Zijn invloed op die beleidsprocessen is uiterst gering maar op het eigen bedrijf spelen zaken waarbij de
akkerbouwer zelf aktie kan ondernemen zoals bij bedrijfshygiëne en kwaliteitsverbetering. Akkerbouwer H.J.
Dieleman te Zaamslag bewaart aardappelen en hij zet zich daar volledig voor in. Zo heeft hij elektronische
apparatuur in zijn bewaarplaats aangebracht die hem in staat stelt van minuut tot minuut het temperatuurverloop
in de gehele cel te volgen. Op de foto bekijkt Dieleman (r) samen met vertegenwoordigers van de eigenaar
aardappelhandel Meijer te Kruiningen het verloop van de temperatuur in de bewaarcel (zie ook pag. 9).
De Buitenland-specialist van het Landbouwschap de heer
C. Floris zal op de komende Algemene Ledenvergadering
van de Zuidelijke Landbouw Maatschappij vrijdag 6 de
cember a.s. in "De Schouwburg" te Middelburg spreken
over het toekomstig EG-beleid.
De heer Floris die tevens voorzitter is van de groep alge
mene expert van COPA bracht in die hoedanigheid on
langs nog een bezoek aan de Verenigde Staten. Hij was
hier deelgenoot aan het overleg tussen COPA en land-
bouwvertegenwoordigers van de Kamer van Koophan
del in de VS. Hij is uiteraard ook ten nauwste betrokken
bij het beleidsproces in Brussel. Van hem mogen de be
zoekers aan de Ledenvergadering daarom verwachten
dat hij een up-to-date beeld zal schetsen van de stand van
zaken en van daaruit een uiteenzetting zal geven over het
toekomstig beleid van "Brussel". Hij staat bekend als een
spreker die moeilijke zaken op een begrijpelijke en hu
moristische wijze over kan brengen. Aan de inleiding van
de heer Floris gaat traditiegetrouw de jaarrede van
ZLM-voorzitter de heer A.J.G. Doeleman vooral'.
Accountantsunie ZLM
In de ochtendvergadering zal de heer B. Veerbeek direk-
teur van de Accountantsunie ZLM een korte inleiding
houden over "De Accountantsunie ZLM zeventig jaar
jong". De heer Veerbeek gaat daarbij uiteraard in op de
automatisering en de bedrijfsbegeleiding, terreinen
waarop de Accountantsunie ZLM zeer aktief is. In de
foyer van de Schouwburg zullen de ZLM en haar dien
sten zich presenteren door middel van enige bemande
informatiestands.
Afgelopen week werd er in ons werkgebied tenminste
tweemaal opvallend goed nieuws gemaakt, te weten de
ondubbelzinnige wijze waarop de ruilverkaveling Yerseke
Moer werd aangenomen en de minstens zo duidelijke
uitspraak van de algemene ledenvergadering van het
waterschap Schouwen en Duiveland om de nodige in
vesteringen te doen ten behoeve van de zoetwatervoor
ziening. Beide besluiten zijn van uitermate groot belang
voor de toekomstige ontwikkeling van de betreffende
gebieden. Graag wil ik de belanghebbenden daarmee
geluk wensen en tegelijkertijd al diegenen die betrokken
zijn geweest bij de voorbereiding daarvan bedanken voor
de wijze waarop ze dat hebben gedaan. Ik ben er vast van
overtuigd dat deze besluiten de belanghebbenden - zeker
gezien de landbouwpolitieke ontwikkelingen op langere
termijn - gee. 'indeieren zullen leggen. In Zeeland is men
nu duidelijk be^.g - zoals eerder in Brabant - een sprong
voorwaarts te maken. Op ruilverkavelingsgebied is
Wolphaartsdijk in uitvoering, volgende maand wordt de
Hoog- en Nijslandpolder in Zeeuws-Vlaanderen ge
steund, Walcheren is in voorbereiding West Zeeuws-
Vlaanderen staat (gedeeltelijk) op de rol, Tholen en St.
Philipsland zijn aangevraagd evenals het gebied rond
Axel-Zaamslag. Dat is goed nieuws waaruit Boer en
Tuinder weer moed kunnen putten voor de toekomst. En
er is meer: op Tholen beraadt men zich momenteel ook
serieus over de verdere uitwerking van de zoetwater
voorziening en in Oost-Zuid-Beveland komt daarover de
discussie voorzichtig op gang. Is het toeval dat vrijwel
tegelijkertijd ook de vaktechnische organisaties samen
met de landbouworganisaties aan het bun
delen zijn in een Zeeuwse Takorganisatie akkerbouw, dat
de veehouderij daarin al is voorgegaan en dat voor de
tuinbouw vergelijkbare ontwikkelingen in discussie zijn?
Ik denk het niet. Ik denk dat de Zeeuwse Land- en Tuin
bouw in onderlinge samenhang positie aan het kiezen is
voor een nieuwe waarschijnlijk moeilijke- maar ook uit
dagende periode. Is dat eigenlijk niet het beste nieuws
sinds jaren?
Door het -in mijn ogen- historische besluit van de Alge
mene Vergadering van het Waterschap Schouwen- en
Duiveland is de zoetwatervoorziening voor dit gebied nog
niet verzekerd omdat de financiering van de pijpleiding,
die het zoete water naar het gebied moet brengen, nog
steeds niet rond is. Zoals bekend is door de land- en
tuinbouw steeds gesteld dat, gezien de voorgeschiede
nis, het rijk de pijp moet betalen. Dit standpunt is onder
andere ondersteund door de Raad voor de Waterstaat
terwijl ook de provincie Zeeland zich daar sterk voor heeft
gemaakt. In de wandelgangen is nu te horen dat de
minister van Verkeer en Waterstaat - mevr. NSmit-Kroes
- niet verder wil gaan dan 7,50 mil. gld. Omdat ook de
minister van Landbouw niet verder wil gaan dan 7,5
miljoen resteert er een gat van 5 miljoen gulden. Daar
voor zou de provincie Zeeland moeten opdraaien. Als
deze informatie juist is dan vind ik deze gang van zaken
zeer teleurstellend en zelfs op het onbehoorlijke af. Ik zie
het namelijk zo: Aan de bijdrage van landbouw is moeilijk
te tornen omdat dit ministerie ook reeds de helft van de
binnendijkse werken voor zijn rekening neemt. Van de
boeren kan onmogelijk nog meer gevergd worden dan de
last van 130,— per hectare die zij nu reeds via het
besluit van het Waterschap op zich hebben genomen.
Voor de provincie tenslotte is naar mijn mening een sub
stantiële bijdrage verantwoord gezien het belang bij een
gezonde en sterke land- en tuinbouw. Of dat voor de
provincie 5 miljoen gulden moet zijn is echter de vraag.
Als de provincie dit bedrag niet kan opbrengen zit die
zelfde provincie ogenschijnlijk wel met de bekende zwar
te Piet. Wie de voorgeschiedenis kent weet echter dat de
minister van Veerkeer- en Waterstaat zelf de Zwarte Piet
in handen heeft en van de vroegere meegaande Zeeuwse
opstelling misbruik wil maken. Wie zoet is krijgt dus
blijkbaar niet altijd lekkers!
Ik vind daarom dat we ons niet (opnieuw) in de luren
moeten laten leggen en ons op het standpunt moeten
stellen dat het uiteindelijke tekort door Verkeer- en Wa
terstaat moet worden bijgepast en niet door de Provincie
Zeeland. De minister van Verkeer- en Waterstaat is nog
niet van ons af.
Vorige week vrijdag brachten ruim honderd agrarische
vrouwen een bezoek aan alle diensten en instellingen van
de ZLM in Goes. Dit gebeurde in het kader van het project
dat de agrarische commissie van de Bond van Platte
landsvrouwen in Zeeland over de ZLM heeft georgani
seerd. De vrouwen hebben van dichtbij kunnen zien hoe
onze accountantsunie, onze verzekeringsmaatschappij en
onze ZLM in de praktijk funktioneren. Uit de reacties heb
ik begrepen dat het bezoek wederzijds zeer gewaardeerd
is. Uit de nabespreking kwam als belangrijk aandachts
punt naar voren dat de vrouwen zich er zorgen over ma
ken dat er maatschappelijk gezien een groot gat dreigt te
ontstaan tussen agrariërs en burgers. Dat komt omdat de
boeren en tuinders zich steeds rneer in moeten zetten
voor het bedrijf terwijl de burgers via arbeidstijdverkor
ting meer tijd ter beschikking krijgen met alle gevolgen
van dien.
Aan de ZLM wordt daarom gevraagd (nog) meer aan
dacht te besteden aan de positie van het agrarische ge-
zins bedrijf en in het verlengde daarvan aan de (fiscale)
beloning van de meewerkende vrouw. Ik denk dat de
agrarische vrouwen met deze opmerkingen de sociale
problematiek van het agrarische gezinsbedrijf raak heb
ben aangegeven. En ik ben het ermee eens! Hier ligt voor
ons een taak.
Oggel