De boer, de koe en onze zuivelindustrie
Koeboek
Boerenland
Romantisering
EEG
Met liefde gemaakt
Een mooi boek
Zij maakten het Koeboek
De koe lijkt een alledaagse ver
schijning in het Nederlandse
weidelandschap. Misschien ligt
dat wel aan de aard van het beest.
Koeien zijn niet felgekleurd of
uitheems van vorm. Ze gedragen
zich niet uitzonderlijk. Ze ver
schijnen niet als duiven plotseling
op ons balkon. Ze bedelen niet
om aandacht en verlangen niet
uitgelaten te worden als onze
honden.
De koe is echter meer dan "ie
mand met twee oren en aan
weerskanten een horen" zoals de
Schoolmeester eens dichtte. De
koe is onze nationale melkgeef-
ster en de bron voor een moderne
industrie, die van Nederland het
eerste zuivelland ter wereld heeft
gemaakt. De gasbel van Slochte-
ren is spektakulairder, maar de
2,5 miljoen uiers van önze melk
koeien vormen een bijna even
grote en in tijd gezien, duurza
mer, bron van welvaart.
Over die koe en haar eigenaar, de
Nederlandse melkveehouder
gaat het boek DE BOER DE
KOE EN ONZE ZUIVE
LINDUSTRIE, geschreven door
landbouwjournalist Alfred van
Dijk. De auteur is medewerker
van de Stichting Public Relations
Land- en Tuinbouw en heeft in
die funktie al heel wat publikaties
op zijn naam staan, waarin de
burger meer inzicht wordt ver
schaft in leven en werk op het
land. Behalve dergelijke losse
publikaties, bestond er geen alle
somvattend werk over de Neder
landse melkveehouderij. Een ge
mis dat voor Het Nederlands
Zuivelbureau (de promotors in de
zuivelwereld) aanleiding was El
sevier warm te maken voor een
dergelijke uitgave. Daarbij stond
voorop dat in zo'n boek vooral
een beeld gegeven moest worden
van de moderne realiteit, in
plaats van een nostalgische te
rugblik op een geromantiseerd
verleden.
Dat de romantisering van het
landleven niet van deze tijd al
leen is, blijkt uit een citaat van
een achttiende euwse schrijver.
Hij vatte de zienswijze van ande
re schrijvers aldus samen: "In
stulpen! Hemel! Ja, daar is het
zalig! Op het land bij de geringe
huislieden, daar geniet men een
volmaakte gezondheid! Daar
smaakt de spijze ongelijk beter
dan die der stedelingen! Zoude
men daar, door afgunst, ontrouw,
hebzucht, of laster van anderen
gekweld worden? Neen zeker;
daar heerscht niets dan vrede,
welvaart, vergenoegen." Maar hij
weet wel beter.
"Uit hoofde van mijn omstan
digheden moet ik menigmaal met
vele landsluiden omgaan, en
meen nu en dan gelegenheid ge
had te hebben om op te merken,
dat het bij hen evenals bij ons in
de steden gesteld is. Zij zijn min
of meer, bestendiger of kortston-
diger gelukkig, naarmate hunne
omstandigheden hiertoe min of
meer medewerken, en hun hert
beter of slechter gesteld is."
Een visie die aan de hedendaagse
situatie ontsproten lijkt. Zij het
dat die situatie aanzienlijk ver
schilt van het landleven anno
1750. Van de beroepsbevolking
was in het midden van de vorige
eeuw nog 45 procent werkzaam in
de landbouw, thans nog geen zes
procent. Van meer recente datum
is de verstedelijking. In 1947
woonde nog 29 procent van de
bevolking in plattelandsgemeen
ten, nu nog geen 12 procent. In de
na-oorlogse periode is ook het
aantal melkveebedrijven sterk
gedaald: van ruim 200.000 tot
ruim 60.000. Allemaal faktoren
die er toe hebben bijgedragen dat
de burger nog meer vervreemd is
geraakt van de boer.
Daar komt nog bij dat de zuivel
een gedaanteverandering heeft
ondergaan. Verliepen tot voor
kort de veranderingen nog gelei
delijk, de laatste 30 jaar kunnen
we beter spreken van een revolu
tie. De hierboven gesignaleerde
teruggang van het aantal bedrij
ven houdt verband met een pro
ces van mechanisering en schaal
vergroting. Machines vervingen
handkracht, het aantal koeien per
bedrijf en de melkproduktie per
koe schoten pijlsnel omhoog. Het
boerenbedrijf is een miljoenen
zaak geworden, de boer een mo
derne ondernemer. Een soortge
lijke ontwikkeling heeft plaatsge
vonden op de plaats waar de melk
verwerkt wordt tot konsumptie-
melk(produkten), kaas en boter.
Nieuwe produkten hebben een
hoge vlucht genomen: gekon-
denseerde melk, melkpoeder. In
een moderne zuivelfabriek speelt
de computer een voorname rol en
zijn enkele arbeidskrachten vol
doende om het produktieproces
te begeleiden.
De EEG is een belangrijk begrip
geworden in de hedendaagse
melkveehouderij. Naast het
weerbericht wordt het nieuws uit
Brussel gretig beluisterd. De
landbouw is een van de weinige
zaken waarover gemeenschappe
lijk door tien landen besluiten
worden genomen. Voor de bui
tenstaander komen die prijsbe-
sluiten nogal eens ondoorgron
delijk over. Voor de Nederlandse
zuivelexport is de EEG echter
van het grootste belang. Dank zij
het principe van de vrije markt
kan er een groot deel van onze
kaas en boter worden afgezet.
Zo is de situatie in het landleven
anno 1983. Alfred van Dijk
schrijft in DE BOER DE KOE
EN ONZE ZUIVELINDUS
TRIE: "de levenswijze van de
mensen op het boerenbedrijf ver
schilt niet meer zoveel als weleer
van die van de gemiddelde stede
lijke Nederlander... Men is trots
op de prestaties die worden gele
verd, trots op het bedrijf, trots ook
op wat men bijdraagt aan de Ne
derlandse ekonomie. En men wil
dat graag laten weten. Opdat niet
opnieuw een kloof onwetendheid
en geringschatting ontstaat tus
sen de land- en tuinbouw en de
grote meerderheid van het Neder
landse volk. De rode loper hoeft
niet uit als de boer eraan komt,
maar hij wil wel graag de waarde
ring hebben die hem toekomt."
Biologisch produktiemiddel of geliefd
landbouwhuisdier
In het moderne veehouderijbedrijf
krijgt technologie veel aandacht.
Terecht - de ekonomie vraagt om een
bedrijfsmatige aanpak, met gebruik
making van alle hulpmiddelen en
methoden. En dat lijkt nog interes
sant ook. Maar intussen dreigt de koe
steeds meer de rol te spelen van pro
duktiemiddel temidden van andere
produktiemiddelen: wat vraagt het,
wat geeft het en wat levert het op.
We leren en kennen de nuttige vuist
regels om haar produktie en kondi-
tie op peil te houden, welk voedsel
geschikt is. welk type stal praktisch
en ekonomisch is, wat we moeten
doen bij ziekte en gebrek.
Maar omtrent het levend organisme
"rund" en zijn plaats in het biolo
gisch systeem leren we eigenlijk
maar weinig.
Waar biologie in studieboeken aan
de orde kwam en nog komt. gebeurt
dat als een vak apart: los. als het
ware. van de dagelijkse, zichtbare
werkelijkheid op het veehouderijbe
drijf.
Toch is dit bedrijf, in diepste wezen,
het meest veelzijdig-biologische
bedrijf dat er bestaat. En veel daarin
draait om de koe: waarschijnlijk het
belangrijkste dier in uw omgeving
(zo met in de hele samenleving).
Als u dat aanspreekt, zult u aan An
no Fokkinga's Koeboek veel plezier
kunnen beleven. U zult de koe op
nieuw ontdekken als een fascinerend
dier... en spelenderwijs "bijleren"
over datgene wat u nodig acht of ge
woon wel eens weten wilt.
Het Koeboek is dus eigenlijk een
biologieboekmet het rund als "ro
de draad". Het zal ook op middel
bare landbouwscholen tesamen met
een werkboek gebruikt gaan worden,
en daar het vak biologie voor die
leerlingen waarschijnlijk heel wat
aantrekkelijker en aanschouwelijker
gaan maken.
Het Koeboek vertelt u veel wat u over
koeien nog niet wist. En wat u wel
wist ziet u nu in een ander, breder
verband.
U ontdekt welke voorouders onze
rood- of zwartbonte had en hoe die
er uitzagen. Welke verre nichten van
Maartje XIV er op de aardbol rond
lopen. in het wild of bij uw kollega's.
en welke eigenschappen zij hebben.
Maar ook: hoe de leefwereld van de
koe in elkaar steekt.
De planten (alles over gras bijvoor
beeld). de mededieren in het gras. in
de lucht, in het water: hoe past dit
alles biologisch in elkaar, hoe beïn
vloedt het elkaar? Stofwisseling, er
felijkheid. gedragsleer: via het Koe
boek verwerft u kennis op die terrei
nen.
Al die informatie komt tot u in alle
daagse. vaak speelse bewoordingen.
Het boek zit vol humor en onver
wachte wendingen.... maar is daarom
niet minder wetenschappelijk ve
rantwoord.
Hier zijn deskundigen aan het woord
- die het niet nodig vinden om
"moeilijke woorden" te gebruiken.
Hel is een boek. gemaakt door een
team van mensen die overduidelijk
plezier hebben in hun onderwérp....
en in het schrijven, tekenen en
vormgeven zelf. Ze houden van "het
rund", maar kennelijk ócSk van de
mensen die ermee omgaan.
Al is het Koeboek dan een studie
boek (zoals bijvoorbeeld ook blijkt
uit het naslagregister met maar liefst
1.500 trefwoorden!) - het is bij eerste
beschouwing vooral een heel' mooi
boek. Er staan niet minder dan 400
kleurenillustraties in die niet alleen
de tekst aanschouwelijk maken,
maar ook gewoon boeiend zijn om
naar te kijken.
Aan de lay-out is alle zorg besteed.
En 't is ook verrassend om in een
"studieboek" her en der spreuken,
gedichten, anecdotes en aktuele
kranteknipsels aan te treffen met "de
koe" als onderwerp.
En ondanks dit alles kost dit Koe
boek in .vierkleurendruk maar
ƒ42.50.
Het hoort op ieder veehouderijbe
drijf thuis - en 't is misschien wel een
heel goed cadeau-idee.
Drs. A. Fokkinga. de auteur is als
docent verbonden aan de Middelba
re Landbouwschool te Sneek.
Marleen Felius verzorgde alle run
derafbeeldingen.
Ad Cameron heeft de vogels, planten
en insekten getekend.
Bert Zeijlstra verzorgde de vormge
ving en heeft daarnaast alle overige
illustraties getekend, waaronder ook
enige cartoons.
Deze thema's vindt u verdeeld over
negen hoofdstukken:
1. Indeling, verspreiding en domes
ticatie: 2. Gedragsleer (ethologie): 3.
Voeding: 4. Voortplanting: 5. Erfe
lijkheidsleer (genetica): 6. Het rund
en zijn omgeving (ecologie): 7. Ske
let en spieren: 8. Parasieten en an
dere gasten: 9. Rund en samenle
ving.
A. Fokkinaa. Koeboek
ISBN 9011 005139'176 blz./vier-
kleurendruk/geïllustreerd 42.50.
vrijdag 22 november 1985
tasboek
Anno Fokkinga
Marleen Feöus