Hoe de Gesinks uit de Achterhoek
in Groningen voortploegen
In het Noord-Groninger dorp
Mensingeweer boeren Henk en
Dineke Gesink op een gemengd
bedrijf van in totaal bijna 100 ha.
Veertien oogsten heeft dit oor
spronkelijk uit de Gelderse
Achterhoek afkomstige echtpaar
er nu op de Groninger klei opzit
ten. Ze wortelen er goed, alhoewel
de drie laatste groeiseizoenen -
achtereenvolgens een laat voor
jaar, een natte herfst en een natte
zomer - wel de nodige beproevin
gen met zich mee brachten.
Het bedrijf van de fam. Gesink valt
in Noord-Groningen wat uit de
toon, omdat er, in tegenstelling tot
op de meeste andere bedrijven, in
twee richtingen is gespecialiseerd:
Zowel de melkveehouderij als de
pootgoedteelt vormen er een be
langrijke inkomensbron.
Arbeidsintensief
Op het bedrijf, dat grotendeels uit
lichte zavel (12 - 38% afslibbaar)
bestaat, zijn de natuurlijke om
standigheden voor beide produk-
ties goed. Wat de pootgoedteelt
betreft, is het gebied in het voor
deel, omdat de aardappelmoe-
heidsituatie en de luizensituatie
er gunstig is. In totaal teelt Ge
sink, die veel in deze richting
geïnvesteerd heeft, dit jaar zo'n
54 ha aardappelen. Dit wordt
ondermeer mogelijk gemaakt
door regelmatig grond te ruilen,
gebruik te maken van kunstweide
en los land bij te huren.
Daarnaast eksploiteert Gesink
zo'n 35 ha grasland en teelt hij
circa 7 ha snijmais.
Gesink: koeien behandelen als orchideeën
ouds aanwezige vrij grote gebou
wen, plaats voor zo'n 120 melk
koeien en bijbehorend jongvee.
Ondanks het feit dat de pootaard-
appelteelt eigenlijk een vak
apart vormt, is Gesink een fer
vent veefokker gebleven.
"Het is voor mij een liefhebberij
en min of meer ontspannende
bezigheid om tussen de koeien
door te lopen en mij met de fok
kerij bezig te houden", zo zegt hij
er zelf van.
"In het algemeen zoek ik het
daarbij in de wat zwaardere,
maar wel elegante koe. Tegen die
achtergrond is ook met Ameri
kaans bloed gefokt, alhoewel wij
vroeger thuis ook een voorkeur
voor de meer typische koeien
hadden. Een koe moet naar mijn
smaak snit hebben en goed ogen.
Mijn vader, die ook veel belang
stelling voor de fokkerij had,
dacht er ook zo over en kocht
bijvoorbeeld ook nooit een koe
met een lelijke kop, want aan een
dergelijke kop kan nooit een
goede koe zitten. Koeien moeten
daarnaast ook karakter hebben,
buffels moeten het zeker niet
worden".
Veel werk aan de pootaardappelen
"Ondereind" weg
Gesink molk, voordat de super
heffing kwam die ook op dit be
drijf diepe sporen heeft nagela
ten, 113 koeien. Daarvan zijn er
inmiddels nog maar 87 over. Dat
komt, omdat vooral het "onder
eind" van de veestapel is afgesto
ten en bij de overige koeien met
de betere aanleg nog produktie-
verhoging mogelijk was. Ik hou
nu relatief wat meer jongvee aan,
aldus Gesink, die af en toe ook
voor eksport verkoopt. Gesink
heeft verder duidelijk visie aan
zijn aan- en verkoopbeleid ten
De pootaardappelen worden in
poolverband afgezet naar het
partikuliere handelshuis Hette-
ma, waarmee Gesink goede er
varingen heeft en waarvoor hij
zegt te hebben gekozen, omdat
hij dan geen aansprakelijkheid
behoeft te dragen en er bij Hette-
ma toch een vorm van inspraak is.
"In het algemeen ben ik echter
zeker niet tegen koöperatie, aldus
Gesink, die evenals zijn vrouw
ook aktief is binnen de georgani
seerde landbouw. Zo is hij zelf lid
van de veehouderijkommissie en
zijn vrouw adviserend lid van het
hoofdbestuur van de Groninger
Mij. van Landbouw.
Gesink, die als gevolg van het
slechte weer een aantal percelen
aardappelen dit jaar met de
voorraadrooier heeft gerooid en
de aardappelen op het land heeft
laten voordrogen, kan de totale
aardappeloogst zelf opslaan: er is
kapaciteit voor maar liefst 2300
ton aardappelen. Ook het sorte
ren gebeurd op het bedrijf zelf.
Gesink heeft daarvoor in de sek-
tor akkerbouw 2 vaste mensen in
dienst en voor het verzorgen van
het vee eveneens een vaste man.
Daarnaast werken hij en zijn
vrouw, die een belangrijk deel
van de administratie en organi
satie uitvoert, in feite zelf ook
volop mee.
Elegante koeien
Ook wat betreft de melkveehou
derij staat het bedrijf Gesink be
paald niet achteraan. Er is in de
ligboxenstal, ingericht in de van
i al -v v
Henk en Dineke Gesink voelen zich thuis op de Groninger klei
grondslag liggen: de koeien mo
gen hem niet te veel tijd en geld
kosten. "De koeien moeten pas
sen in de bedrijfsorganisatie en
gaan, als er ook maar wat aan
mankeert, de deur uit, zonder er
al te veel tijd en onkosten aan te
spenderen. Een "dam-ligger" kan
ik bijvoorbeeld niet gebruiken.
Zo'n koe, die best een goede pro-
duktie kan hebben, past echter
goed in een grupstal".
Gesink heeft verder om de su
perheffing te ontlopen het eerste
jaar ook de krachtvoergift sterk
verminderd. Ook wordt nogal
wat stro gevoerd. "Dat poetst de
ingewanden een beetje en houdt
de gehalten op peil".
Gesink zegt verder de koeien te
behandelen,'zoals zijn vrouw in
haar hobby de orchidiëen. "Je
moet zorgen dat ze aan niets ont
breekt, om tot een zo goed mo
gelijke produktie te komen".
Drinkbak op zonne-energie
Gesink is bovendien een boer die
in is voor de nieuwe snufjes, want
het bedrijf beschikt over een
pomp die met zonne-energie
drinkwater voor het vee op
pompt. Dit jaar was er wel eens
een klein probleempje, want de
zon liet het nogal afweten. Over
het algemeen is Gesink toch wel
goed te spreken over dit systeem.
Ook hieraan heeft hij een duide
lijke filosofie ten grondslag lig
gen. "De zonnecollector zorgt dat
er voortdurend water in de bak
zit, waardoor je gewacht van de
koeien en de daarmee gepaard
gaande onrust voorkomt. Koeien
moeten tijd hebben om te vreten
en hun tijd niet te veel verlum
melen, want dat kost melk", zo is
zijn mening.
Gesink heeft overigens met name
wat betreft de melkveehouderij,
toch wel wat zorgen voor de toe
komst. De huidige superheffing
werkt volgens hem veel te ver
starrend op het bedrijfsgebeuren
en de gehele sektor. Verder vindt
Gesink het onjuist om, zoals nu in
feite gebeurt, een volgende gene
ratie jonge boeren op te zadelen
met de gevolgen van het feit, dat
vader om wat voor reden dan ook
in 1983 slecht heeft gemolken. De
huidige regeling kan volgens hem
op den duur zeker geen stand
houden.
"Op mijn eigen bedrijf kan ik de
verstarrende werking opvangen,
door het aksent wat meer in de
richting van de akkerbouw te
verleggen, maar voor een boer in
een bij uitstek weidegebied is dat
niet weggelegd".
Voortploegen
De Gesinks zeggen zich zeker
thuis te voelen in het Noord-
Groninger land. "In het begin
moetje de grond en ook de men
sen natuurlijk wel een beetje le
ren kennen, maar dat heeft ge
lukkig niet lang geduurd".
Verder is het ze, ondanks het feit
dat de aardappelteelt niet elk jaar
evenveel winst oplevert, redelijk
voor de wind gegaan, waarbij het
mogelijk was het bedrijf, dat
aanvankelijk niet deze opzet en
grootte had in de loop der jaren
uit te bouwen, door grond aan te
kopen en te investeren in de po-
terbewaring. En die opbouw gaat
verder, nu in dit gebied de ruil
verkaveling "De Marne" wordt
uitgevoerd.
Daardoor kan het aantal percelen
drastisch worden teruggebracht
en kan er efficiënter worden ge
werkt.
Gesink zal deze nieuwe moge
lijkheden voor het bedrijf zeker
benutten. Want hij is er het le
vende bewijs van, dat ook in deze
voor de landbouw niet gemakke
lijke tijd, met een beetje durf en
wat meer ondernemerschap toch
veel mogelijk is.
Aan de wand in de achterkamer
van de statige boerderij hangt een
pentekening met daarop de beide
ouderlijke bedrijven in het Gel
derse en het huidige bedrijf te
Mensingeweer.
Er tussendoor is het gedicht "de
ballade van een boer" van Weru-
meus Buning gecalligrafeerd.
Dit kleine kunstwerkje, dat het
echtpaar kreeg aangeboden bij
hun twaalf en half jarig huwe
lijksfeest, zegt in feite alles van dit
bedrijf. Namelijk dat men on
danks de tegenslagen waarmee
iedere boerenondernemer wordt
gekonfronteerd, toch voort moet
ploegen.
J. Beerman
vrijdag 22 november 1985
11