nieuws
uit
brussel
Gemoderniseerd landbouwkundig onderzoek
moet innovatiegolf opvangen
Meditatie bij de Dankdag voor
gewas en arbeid 1985
Heffing op graanteler
jan werts
Voorstel Andriessen:
Drastische sanering van
Amerikaanse landbouw
De Europese Commissie (dagelijks bestuur EG) stelt voor in de
graanteelt een medeverantwoordelijkheids heffing in te voeren. Uit de
opbrengst van deze, door de telers te betalen heffing, w ordt dan een deel
van de export van overtollig graan gefinancierd. Bovendien zal er de
komende jaren een restrictief prijsbeleid worden gevoerd (dus voorlopig
geen prijsverhoging). De nieuwe heffing mag namelijk niet ten dele
worden gecompenseerd door extra prijs-verhoging, zoals dat in het
verleden in de zuivelsector wel is gebeurd. Ten slotte willen de Euro
pese autoriteiten hogere eisen gaan stellen aan de kwaliteit graan die,
tegen de bekende Brusselse garantieprijzen, mogen worden geïnterve
nieerd (dus ingeleverd bij de overheid).
Dat staat in het graan-memoran-
dum, dat Landbouwcommissaris mr.
F. Andriessen woensdagmiddag op
een persconferentie heeft bekendge
maakt. Daarbij is bovendien onder
streept dat men er in deze aanpak
vanaf ziet om de graanprijzen die de
boeren minimaal ontvangen fors
(bijvoorbeeld met twintig procent) te
verlagen. Ook het opdelen van de
markt in quota, zoals wij die van de
suikerbieten en de melksektor ken
nen, is daarmee van de baan.
Ten slotte houdt het nieuwe graan
beleid, dat Andriessen voorstelt, re
kening met de kleinere graanteler.
Per bedrijf, groot of klein, wordt
jaarlijks namelijk de eerste vijfen
twintig ton graan die men op welke
wijze dan ook verkoopt, van de hef
fing vrijgesteld. Bovendien is al het
graan dat de teler op de boerderij zelf
verwerkt (in veevoeder met name)
van de heffing vrijgesteld.
Hoofddoel van Andriessen's aanpak
is: a. Het groeiende overschot aan
granen in de EG geleidelijk aan te
betuigelen. Men voorziet anders over
vijfjaar een overschot, dat bijna de
helft van de oogst beloopt, b. De
kosten van de afzet van het overtol
lige graan voor de Europese schatkist
te matigen. Hoe hoog de heffing uit
pakt wil Andriessen nog niet zeggen.
Ze zal afhangen van de marktsituatie
(omvang oogst) en uiteraard ook van
wat de overtollige granen op de Eu-
romarkt opbrengen. "Op dit mo
ment", zo heet het officieel, "is het
niet de bedoeling dat de boeren de
hele kosten van de afzet van die gra
nen gaan dragen".
Een heffing van bijvoorbeeld vier
procent zou er in het nieuwe systeem
dan dus toe leiden dat vanaf de vol
gende oogst zo'n korting wordt toe
gepast op de opbrengstprijs van het
graan. Dat geld gaat dus naar de
EG-(export)kas. Door de kwaliteits
eisen ten aanzien van baktarwe op te
schroeven overweegt men bovendien
een ruwweg vijf procent negatief ef
fect op de prijs van de niet-bak-
waardige kwaliteiten te realiseren, zo
valt hier te beluisteren. Ook voor
gerst met name worden de kwali
teitseisen verscherpt, zo is de bedoe
ling. Ten aanzien van de harde tarwe
is er aanleiding om de prijsverhou
ding met de zachte tarwe (nu
174:100) te verbeteren. Dit teneinde
het gebruik van harde tarwe dus te
stimuleren.
Andriessen verwacht vooralsnog
geen werkelijk soulaas van de afzet
van granen via nieuwe industriële
vraag, dus bioethanol o.a. Toch
overweegt hij fabrikanten die daar
voor graan willen gaan gebruiken te
leveren tegen de tarieven van de
wereldmarkt.
Besluitvorming
In het kader van de discussies rond
het Groenboek inzake de hervor
ming van het Europese landbouw
beleid krijgen alle betrokkenen;
voorop uiteraard de akkerbouwers
nu weer de kans om te reageren.
Daarna komt de Europese Commis
sie dan in de loop van december met
haar definitieve voorstellen voor een
andere graanpolitiek, inclusief dus
de hoogte van de heffing, de bes
temming, de uitzonderingen enzo
voort. Na nieuwjaar, als de Span
jaarden en de Portugezen zijn toege
treden, volgen dan de prijs prijs
voorstellen ook voor de andere pro-
dukten. Waarna de ministers van
landbouw van de twaalf EG-landen
komende lente over het geheel zullen
beslissen.
"Modernisering van het landbouwkundig onderzoek is nodig, omdat
het huidige gezicht van de instituten en proefstations grotendeels be
paald is in echter een nieuwe innovatiegolf aan, die ik oppervlakkig
karakteriseer met de trefwoorden "biotechnologie" en "informatika".
Toch zijn er nauwelijks nieuwe instellingen opgericht of oude opgehe
ven. Wij kunnen met het huidige pakket nog wel even voort, maar het
jaar 2000 halen we zo niet".
Aldus mr. J.P. van Zutphen, direk-
teur-generaal Landelijke gebieden
en Kwaliteitszorg van het ministerie
van landbouw en visserij, op 5 'no
vember jl. tijdens het symposium
"het landbouwkundig onderzoek in
nationaal en internationaal perspek-
tiefi' in Wageningen.
Volgens de heer Van Zutphen is de
gedurfde modernisering van TNO de
inspiratiebron geweest om ook voor
de instituten en proefstations van het
ministerie van landbouw en visserij
een moderaiseringsoperatie op de
rails te zetten. Er is een ontwikke
lingsplan in de maak, dat onder meer
gebaseerd zal zijn op de volgende
uitgangspunten:
- versterking van de ondersteuning
van de verwerkende sektor (ge
richt op de kleine en middelgrote
ondernemingen)
- verscherpte taakkonsentratie en
taakafbakening
- modernisering van het eksperise-
pakket, gekoppeld aan een ver
sterking van het offensieve inno
vatiegerichte onderzoek
- het aanhalen van de banden met
het niet-landbouwkundig onder
zoek in Nederland, en met de
buitenlandse zusterinstellingen
- aanpassing van het management
aan moderne inzichten (decen
tralisatie, grotere eigen verant
woordelijkheid van instellingsdi-
rekties).
Vrijdag 15 november 1985
De kennis die in het beleidsgebied
van het ministerie van landbouw en
visserij wordt gebruikt, is volgens de
heer van Zutphen afkomstig uit de
hele wereld. "Maar", zo zei hij, "niet
alle kennis die wij nodig hebben kan
van elders betrokken worden, om de
eenvoudige reden dat sommige ken
nis nergens beschikbaar is. Anders
gezegd: kennis die we niet uit de bi
bliotheek kunnen halen of die wij
niet kunnen kopen, produceren wij
zelf'.
Vooral het onderzoek dat direkt ge
richt is op ondersteuning van het be
drijfsleven wordt er naar zijn mening
in sterke mate door gekenmerkt, dat
het kennis die van elders komt ge
schikt maakt voor de Nederlandse
omstandigheden.
De kennis die het produktiegerichte
onderzoek oplevert betekent voor de
agrarische ondernemers namelijk
vooral vermindering van het onder-
nemersrisiko. Deze vermindering is
niet alleen aantrekkelijk, maar zelfs
noodzakelijk. Immers, de meeste
agrarische ondernemingen hebben
de kleinste omvang die ondernemin
gen maar kunnen hebben.
Het nemen van grote technische risi-
ko's is moeilijk voor ondernemers
met een al grote werkbelasting en
verhoudingsgewijs bescheiden fi
nanciële reserves.
Ook onderstreepte de heer Van
Zutphen, dat het belangrijk is dat de
instituten en de proefstations geza-
melijk bestuurd of geadviseerd wor
den door bedrijfsleven, andere be
langengroepen, onafhankelijke we
tenschapsmensen en de overheid.
Deze betrokkenheid van de praktijk
is onontbeerlijk voor een goed ge
bruik van de onderzoekinstellingen.
Ook de invloed van het bedrijfsleven
via de programma-advieskommis
sies is van belang.
De heer Van Zutphen: "Waar nodig
gaat de minister in de toekomst het
overleg met vertegenwoordigers van
de kennisgebruikers nog intensive
ren. Dit overleg en de gezamenlijke
sturing van het onderzoek zijn tege
lijk onderdeel van het landbouwbeleid
als voorwaarde voor het slagen er
van".
In de massieve zondagseditie van
de New York Times wordt de hui
dige Amerikaanse landbouwpoli
tiek fel aangevallen en veroor
deeld. Een pleidooi wordt gevoerd
voor een drastische sanering, lei
dend tot een vermindering van het
aantal boerenbedrijven met enke
le tienduizenden. Het is een harde
oplossing, aldus het blad, maar
altijd nog beter dan het alterna
tief, zijnde levenslange betalingen
aan boeren, die zich bereid ver
klaren hun land niet in produktie
te nemen.
In de "gouden" zeventigerjaren
is veel te veel land in produktie
genomen, waarvan een groot deel
niet of nauwelijks geschikt was
voor een rendabele landbouw-
produktie.
"Hij zeide tot hen: Ziet toe, dat gij
wacht voor alle hebzuchtwant ook als
iemand overvloed heeft, behoort zijn
leven niet tot zijn bezit". (Lukas
12:15).
Danken aan het einde van een jaar
waarin de oogsten over het algemeen
goed zijn geweest valt ons meestal niet
zo moeilijk. Maar danken als het al
lemaal wat minder is gegaan, of ge
woonweg heel slecht, kost ons, als we
heel eerlijk zijn, heel veel moeite. De
liederen op de Dankdag komen ons
moeilijk over de lippen en bepaalde
zinsneden in de Dankdagpreek kun
nen je bitter stemmen. Met name als
het over "overvloed" gaat, haal je
wrevelig de schouders op en je kunt
met een zekere wrangheid terugden
ken aan al die mooie woorden en ge
beden van de Biddag, aan het begin
van het seizoen. Voor vooral vele
tuinders en fruittelers is het een moei
lijk jaar geweest, voor sommigen in
zeker opzicht zelfs een rampjaar, ver
oorzaakt door o.a. de langdurige vorst.
Het is een hard gelag als je je eigen
bomen moet rooien en, om toch wat
verdienste te hebben. Het fruit van een
ander moet sorteren. Wie praat er dan
nog over "overvloed"?
Naar mijn mening relativeert Jezus
dat begrip overvloedop een zeer
fundamentele wijze. De aanleiding om
bovengenoemde tekst uit te spreken,
was de vraag van iemand, die zich door
zijn broer onheus bejegend voelde. Die
broer had namelijk de hele erfenis,
waarschijnlijk na hel overlijden van
vader, voor zichzelf gehouden erüen er
niets van gedeeld met de andere fami
lieleden. De benadeelde partij wil door
Jezus in zijn gelijk bevestigd worden,
maar Jezus wijst dat af met de op
merking, dat Hij niet tot rechter of
scheidsman over hen is aangesteld.
Dat woord "scheidsmankunnen we
misschien beter vertalen met "verde
ler". Die ouderef?) broer wilde niet
delen; als Jezus nu zegt dat Hij onze
"Verdeler" niet is, wijst Hij ons terug
naar onszelf! En dan legt Hij ons uit,
dat we op moeten passen om hebzuch
tig te zijn, want dat er nog wel iets
meer is dan bezit, dan overvloedJa,
want zelfs als iemand overvloed heeft,
dan is daarmee nog niet gezegd dat
alles nu verder allemaal in orde is. Om
het een en ander duidelijk te maken
vertelt de Heiland dan de gelijkenis
van de "rijke dwaas". Deze had een
overweldigende goede oogst gehad, zó
overvloedig, dat zijn schuren te klein
bleken te zijn om al zijn vruchten te
bergen. En in plaats van er eens ove- te
denken, om anderen in zijn overvloed
te laten delen, besluit Hij om zijn oude
schuren af te breken om nieuwere en
veel grotere te bouwen zodat hij er zijn
hele oogst in kon opbergenMet welk
doel? Om er daardoor voortaan van
verzekerd te zijn, dat hij vele jaren
lang op zijn lauweren kon rusten, eten,
drinken en vrolijk te zijn. Als u de
moeite neemt, om het hele verhaal
eens in Uw bijbel na te lezen, dan zal
het u opvallen dat de grondfout van die
rijke dwaas is, dat hij begint te over
leggen met zichzelf, in plaats van met
God! Het gevolg lezen we af in de
volgende verzen: niet minder dan 6x
klinkt er IK en 4x MIJN... Daarom is
die man dwaas, omdat hij denkt dat hij
door zijn overvloed zijn toekomst vei
lig stellen. Maar dat is tegelijkertijd
ook zijn grote misrekening: hij
spreekt tot zichzelf, en overlegt met
zichzelf en denkt zichzelf, d.i. zijn ziel,
zijn leven, door zijn vele bezit te kun
nen bewaren, d.w.z. van niemand af
hankelijk te zijn. Daar legt Jezus nu
de vinger op de zere plek! Want dat
leven, die ziel, behoort die rijke man
nu eenmaal niet toe, daar is hij hele
maal geen baas over, omdat dat leven
geschonken is, omdat hij er slechts
rentmeester over is. Zo zien wij dat zijn
hele denken en doen gebaseerd is op de
foutieve vooronderstelling, dat hij
door zijn eigen inspanning die grote
oogst verkregen heeft en dat hij nu ook
door eigen inspanning ("ik zal mijn
schuren afbreken en grotere bouwen 'j
zijn leventje voor de toekomst kan
veilig stellen... Maar Gód is het die de
wasdom schenkt, al mogen wij dan
planten en watergeven, Gód bewaart
onze ziel, al mogen wij door onze le
venswijze dat leven proberen mede te
bewaren en tot bloei brengen, zoals het
goede rentmeesters betaamt. Laten we
er goed op letten, dat Jezus nergens het
bezit als zodanig afkeurt, maar dat bij
Hem alles draait om de vraag: hoe
gaat u ermee om? We mogen onze
oogst in overvloed niet oppotten door
er zelfs nog grotere schuren voor te
bouwen om maar alles alleen voor
onszelf te bewaren; er moet kennelijk
gedeeld worden. Dat was immers de
aanleiding voor Jezus om die gelijke
nis over de rijke dwaas te vertellen!
Die broer die de erfenis zelf wilde
houden, kon niet delen en daarin leek
hij op de rijke dwaas. De benadeelde
broer, laten we het maar zo zeggen: de
man die niet zo overvloedig of zelfs
slecht had geoogst, moet niet jaloers
zijn op die overvloed, want het gaat in
de allereerste plaats om een vraag die
veel dieper ligt: Hoe staat het met je
zieleleven, hoe sta je tegenover God?
Immers, ons leven behoort niet tot ons
bezit, hoeveel overvloed we verder ook
mogen hebben in materieel opzicht.
Dat merkte die rijke dwaas pas, toen
zijn ziel van hem werd afgeëist in de
zelfde nacht dat hij zijn grootse plan
nen maakte... Eens te meer geldt, wat
de Here elders opmerkt: Zoekt eerst
het Koninkrijk der Hemelen en al het
andere zal u bovendien geschonken
worden... Waar leven we in diepste
wezen voor, waar werken we uiteinde
lijk voor? Is het allemaal gericht op
onszelf? Echt rijk zijn we alleen als we
rijk zijn in God! Kunnen we beter
Dankdag vieren dan dat we van onze
overvloed uitdelen aan hen die minder
hebben? Is het dan ook niet mogelijk
om ondanks alle verliezen die we het
afgelopen jaar geleden hebben en on
danks alle tegenslagen die we onder
vonden hebben, tóch nog God te dan
ken omdat we in dat alles toch ook
hebben mogen zien, dat er nog een
andere overvloed is, een overvloed van
geestelijke aard, een rijkdom die ons
door niemand ontnomen kan worden,
een schat die noch door roest noch
door de mot verteerd kan worden,
waar geen dief bij kan komen.... Ons
leven behoort niet tot ons bezit, dat
behoort God toe. Wij zijn niet meer
van onszelf, maar we behoren Hém
toe, die ons duur gekocht heeft. Wij
zijn slechts rentmeesters, Goddank!
Laten we ons dan wachten voor de
hebzucht, want ook als we overvloed
hebben, behoort ons leven niet tot ons
bezit...
L. den Breejen
Voorts wordt een pleidooi ge
voerd voor een verlaging van de
steunprijs tot 75 a 80% van de
wereldmarktprijs. Dat zal welis
waar tot een - kortstondige - druk
op het prijspeil voeren, doch het
zal de EG weerhouden voort te
gaan met een geldverslindende
produktie. Een bankroet van de
Europese landbouwpolitiek is het
beste wat een Amerikaanse boer
zou kunnen wensen (voor een
deel van de EG-landbouwpoli-
tiek geldt zeker al dat deze afge
broken wordt vdw).
Overigens ook voor de Ameri
kaanse landbouwpolitiek heeft
het blad weinig waardering.
In feite bestaat deze politiek in
het "kopen" van stemmen in het
Kongres.
Wat is het gevolg van deze poli
tiek, aldus het blad: De belasting
betaler moet hoe langer hoe meer
betalen; de prijzen van voedings
middelen hebben zich voor een
deel meer dan verdrievoudigd; de
exporten zijn sterk gedaald; het
inkomen van de boeren* is sterk
gedaald. De suikerprijs wordt ge
steund om een niveau te bereiken
dat overeenkomt met 4x de
wereldprijs.
Het zuivelsteunprogramma heeft
de kaasprijs doen stijgen tot het
dubbele van de wereldmarktprijs
en in het kader van het wolpro
gramma kregen de schapentelers
een bedrag aan steun dat hoger
was dan de wereldmarktprijs
voor wol.