Kwaliteit witlofwortel bepaalt in
belangrijke mate het trekresultaat
Kontaktgroep Energiebenutting
Vleestomatenkommissie
bezoekt West-Duitsland
Mr. J.N. Kras
nieuwe direkteur
VBN
Ondanks de grote investeringen, die in de trekruimten plaatsvinden,
waardoor het mogelijk is de trek onder zo goed mogelijke omstandig
heden te laten verlopen, wordt het uiteindelijke trekresultaat toch voor
een groot deel bepaald door de wortel. De groei-omstandigheden van de
wortel zijn van enorme betekenis voor de uiteindelijke kwaliteit. Een
wortel die mals gegroeid is, is voor de trek een slechte wortel. Daaren
tegen zijn wortels, die een traag groeiverloop gehad hebben beduidend
beter.
Een weelderig gegroeide wortel heeft
een zwakke celopbouw. Daardoor
kunnen schimmels zoals sclerotinia
en phytophthora gemakkelijk bin
nendringen. Bij een traag gegroeide
wortel is de celopbouw veel steviger
en is beter bestand tegen schimmel
ziekten. Een te weelderige groei
wordt veroorzaakt door te veel stik
stof, die voor de plant beschikbaar is.
Vandaar dat de keuze van de grond
zeer belangrijk is' Het is een alge
meen gebeuren dat vooraf het stik-
stofcijfer wordt onderzocht, omdat
bemesting en de voorvrucht grote
invloed hebben op het stikstofcijfer.
De mineralisatie van de stikstof, dat
wil zeggen het vrijkomen van op
neembare stikstof gedurende het
groeiseizoen is op zandgrond sterker
dan op kleigrond. Vandaar dat die
cijfers lager moeten liggen dan op
kleigrond.
Een tweede punt van de grond in
verband met de kwaliteit van de
wortel is het water. In een natte zo
mer zoals we die nu hebben gehad,
zijn er percelen waar te lang water op
is blijven staan. De wortel heeft in
het water gestaan. Door zuurstofge
brek treden afstervingsplekken op en
dit zijn weer invalspoorten voor de
gevreesde schimmelziekten. Het is
heel moeilijk om gezonde wortels te
oogsten van natte percelen; deze le
nen zich dan ook niet voor bewaring.
Naast deze 2 zeer belangrijke punten
van stikstof en water, die van de
grond afhankelijk zijn, zijn er nog
een aantal punten, die de kwaliteit
van de wortel ongunstig kunnen
beïnvloeden. Maar het zijn wel pun
ten, die men beter in de hand kan
houden o.a.
Rijpheid van de wortel
Vooral in het vroege seizoen bestaat
het gevaar dat onvoldoende rijpe
wortels worden gebruikt. Een witlof
wortel moet nu eenmaal een aantal
groeiweken hebben om tot voldoen
de omvang te komen en om vol
doende reserve-voedsel op te slaan.
Dit is nodig om de wortel voor de
tweede keer een voldoende aantal
nieuwe bladeren te laten vormen
voor een gevulde witlofkrop. Een
onrijpe wortel geeft een holle en los
se krop. Dit aantal groeiweken is
ras-afhankelijk. Voor de vroege ras
sen is dit minimaal 18 weken en voor
de middelvroege en late trek is dit 22
weken. Maar de groeiomstandighe-
den in de zomer kunnen dit nog ver
korten, maar ook verlengen. In een
natte en soms ook te koude zomer
zoals we die nu gehad hebben, zal
zeker een langere groeiduur nodig
zijn. Er wordt nog wel in boekjes of
vlugschriften aangegeven dat men de
trekrijpheid kan aflezen aan de vorm
van de wortel. Hoe rijper de wortel
wordt, hoe langer de hals wordt en
hoe holler de ruimte wordt onder het
groeipunt. Maar men moet met deze
bepaling toch voorzichtig zijn. Er
zijn rassen bij die dit nauwelijks laten
zien en daarom is vóór het rooien
ook de bladstand mede bepalend
voor de rijpheid.
Wortellengte
Naarmate de wortel korter is, bevat
deze minder reservevoedsel, natuur
lijk bij gelijke dikte. Het is dus een
kwestie van rooidiepte. Men zou
kunnen verwachten dat een korte
wortel met weinig reserve-voedsel
ook een krop geeft met geringer ge
wicht. Een aantal jaren zijn hierover
proeven genomen op de proeftuin te
Breda. Een interessante proef is ge
weest in het seizoen 1983/1984.
Daarbij werd uitgegaan van wortel
lengtes van 18, 15, 12 en 9 cm. Het
Vrijdag 15 november 1985
waren 3 herhalingen en 3 oogsttijd-
stippen. Tijdens de trek is er bijgé-
mest met kalksalpeter en Nitriflora T
voor alle objekten gelijk. De resulta
ten waren als volgt:
Objekt Wortelgewicht
Kg lof/100 wortels
A 18 cm 205 gram 15,0
B 15 cm 172 gram 14,7
C 12 cm 158 gram 15,3
D 9 cm 137 gram 12,7
Hieruit is duidelijk te zien dat een
kortere wortel minder witlof geeft.
Verder is in het nivo van 12 tot 18 cm
weinig verschil. Alleen de kortere
lengte gaf veel reduktie. Toch zijn we
voorstander van een wortel van 18
cm, omdat het snijvlak aan de punt
kleiner is en omdat de wortel ge
makkelijker inzetbaar is in de trek-
bakken.
Dikte van de wortel
Algemeen genomen ligt de beste
dikte van de wortel tussen 4 en 6 cm
doorsnee. Wanneer de wortelgroei
matig is geweest en de wortels aan de
dunne kant zijn, kan ook de sortering
3 tot 6 cm doorsnee genomen wor
den. Het heeft echter geen zin om
wortels dunner dan 3 cm op te zetten.
Dat levert slechts dunne losse krop
jes op. Doordat deze sneller groeien,
geven ze vaak aanleiding tot smet in
-
Goede wortels vormen een basis voor een optimaal resultaat
de trekbak. Wortels met een dikte
van 6 cm of meer geven vaak een
tragere groei dan het gemiddelde
en het percentage lof blijft ver achter.
Deze verschillen in groei tussen
dunne en dikke wortels pleiten voor
het sorteren van de wortels. Op de
proeftuin Breda zijn ook proeven
genomen met dunne en dikke wor
tels. Hieronder de resultaten van één
van deze proeven. -
ring 3 tot 4 cm blijft al duidelijk
achter. Hieruit is wel af te leiden, dat
kleiner dan 3 cm doorsnee onbruik
baar is. t
Koplengte
Het groeipunt van de witlofkrop mag
bij het rooien niet beschadigd wor
den. Wanneer de hoofdkrop bescha
digd is, gaan de zijknoppen uitlopen
en ontstaat er een bundel van kleine
kropjes, die waardeloos zijn. Overi-
Objekt
A 3-4 cm doorsnee
B 4-5 cm doorsnee
C 5-6 cm doorsnee
Kg lof/100 wortels
7,2
10,2
10,9
kwal. I
42
61
58
Er is nauwelijks verschil in 4 tot 5 en
5 tot 6 cm doorsnee. Maar de sorte-
gens ligt het groeipunt niet bij alle
rassen gelijk, waardoor bij het ma
chinaal oogsten ruim gekopt wordt
om het groeipunt niét te beschadi
gen. Ook staan alle wortels op het
veld niet op gelijke hoogte. Er wor
den zodoende wortels gerooid met
een te lange krop erop. Dit veroor
zaakt bij de vroege trek een zwakke
kropvorming. Later in het seizoen
wanneer de krop verslapt is, stoort
dit niet meer bij de kropvorming. Bij
de vroege trek moeten deze lange
koppen met een mes teruggesneden
worden tot 2 a 4 cm. Ook het los
hangende blad wordt daarbij weg
genomen. In sommige gevallen kan
de te lange kop later in het seizoen
weléens rot veroorzaken. Deze wordt
dan verwijderd bij het opzetten.
Beschadigingen
Er zijn een drietal omstandigheden,
waarbij de witlofwortel schade kan
ondervinden, namelijk mechanische
beschadiging bij het rooien, zonne
brand en vorstschade. Wat de me
chanische beschadiging betreft moet
deze zo veel mogelijk voorkomen
worden. Het kan een invalspoort
zijn, vooral bij nat weer, voor schim
melziekten. Het voorkomen daarvan
is vaak een kwestie van de loonwer
ker, maar ook de weersomstandig
heden tijdens het rooien. Zonne
brand ontstaat door rechtstreekse
zonbestraling op de pas gerooide
wortels. Bij het rooien voor de vroege
trek kan dit wel eens voorkomen; de
zon in augustus en september heeft
nog veel kracht. Op die plaatsen
waar zonnebrand ontstaat, groeien
geen haarwortels meer. Dit gaat ten
koste van de produktie. Het is daar
om goed de wortels na het rooien op
te slaan in kuubskisten en bij warm
weer af te dekken met wat blad.
Bij vroege vorst in de herfst kunnen
delen van de wortels bevriezen en
geven op die plekken geen haarwor
tels meer. Bovendien gaan ze snel
over tot rot. Dit is te voorkomen door
in die periode de wortels afgedekt te
houden. Ook dit werkt gemakkelijk
als de wortels na het rooien in
kuubskisten gestort worden.
Afgelopen september reden 6 auto's
met daarin de fanatieke leden van de
Vleestomatenkommissie naar West-
Duitsland. De kommissie koos voor
deze periode omdat de kwaliteit van
tomaten dan wisselt. Maar de kwali
teit was goed te noemen op de
groothandelsmarkten van Frankfurt,
Keulen en Essen. Per stand was er
voorkeur voor Hollandse of voor
Belgische vleestomaten. De prijzen
lagen rond 10 DM. De Hollandse
waren soms goedkoper maar ook
duurder dan die van onze zuiderbu
ren.
Daarnaast winnen we met de pre
sentatie. Dit is een sterk punt wat
veel gehoord werd bij de handel.
Door de gescheiden ligging van de
vruchten hebben de vruchten toch
minder last van rot.
"Natuurlijk vroeg de kommissie
overal hoe men tegen een 7 kg-ver-
pakking aankeek. Sommige hande
laren zagen dit zeer somber in. Per
bak gerekend is Nederland dan altijd
duurder. Vooral in het begin zal dit
veel problemen geven. De smaak is
ook een veel besproken onderwerp.
De Belgische tomaten smaken ge
woon beter, zo hoorden we in veel
stands. Of daar tegenin gebracht
werd dat dezelfde rassen geteeld
werden, kon dit standpunt niet ver
anderen. In verschillende stands za
gen we pruimtomaten uit Italië en
cherrytomaten van Frankrijk, Ne
derland en Verenigde Staten.
Ook bezocht de kommissie, aange
voerd door T. Hendriks van het CBT,
twee verdeelcentra. Vanuit een ver-
deelcentrum worden een groot aan
tal winkels bevoorraad. Penny in
Frankfurt bedient ongeveer 250
winkels. Penny koopt het Hollandse
produkt zonder naar de kwaliteit te
kijken. Wel weegt en telt men hier.
De Hollandse vleestomaten worden
in winkels afgezet waar de konsu-
ment zelf kan inpakken. Hiervoor is
de presentatie dan ook zo belangrijk.
De Belgische tomaten worden voor
verpakt voor kleinere supermarkten.
Penny heeft geen voorkeur voor de 7
kg-bak, zeker niet als de bak opge
vuld wordt met karton. Men wil al
leen produkt vervoeren. Dit lag heel
anders bij de supermarktcentrale
O.G.T. bij Keulen. De bedrijfsleider
hier is een fervent voorstander van
uniforme verpakkingsmaten. Hij liet
ons ook zien wat voor problemen af
wijkende maten geven. Men moet
produkten van allerlei herkomst op
een rolkontainer zetten. Dit is een
kar met 2 staande schotten die afge
sloten worden met rubberbanden.
De produkten zitten in allerlei ver
pakking, mandjes, zakken, plastik
fust, etc.
Bij afwijkende maten kost het erg
veel tijd om eerst de grootste kisten
onderop te zetten. Bovendien heb je
altijd de kans dat de kisten gaan
schuiven met als gevolg beschadi-
"Door goed onderhoud kan men
veel langer en optimaal gebruik ma
ken van een koelcel". Dit vertelde de
heer A. Scheer van het Konsulent-
schap Kwaliteit en Bewaring tijdens
de onlangs gehouden bijeenkomst
van de Energiebenuttingskontakt-
groep Vollegrond NTS.
Hoe kunnen we op de beste manier
koelcellen onderhouden. Hierbij
moeten we dan denken aan cellen
voor het bewaren van sluitkool, wit
lofwortels, aardbeienplanten, prei,
etc. Aandacht bij het onderhoud
moeten krijgen het dak en de wan
den van het rompgebouw, isolatie,
deur, vloer en wanddoorvoeringen.
Zorg voor goede ventilatie boven de
koelcel en voor schone ventilatie-
roosters. Het schilderwerk mag niet
vergeten worden.
Veel aandacht vraagt de celisolatie.
Door het krimpen van tempex ont
staan kieren. Deze moeten dichtge-
spoten worden. Hiervoor kan pur-
schuim of voor de kleinere kieren si-
liconenkit gebruikt worden. Ook de
bevestiging van de isolatie moet re
gelmatig gekontroleerd worden.
De dampremmende t^ag, aange
bracht aan de buitenkant van de iso
latie, is erg belangrijk om goed te
onderhouden. Doet men dat niet dan
komt er teveel vocht en warmte in de
cel. Ook hier kan men purschuim en
siliconenkit gebruiken om eventuele
lekken te dichten.
Door met een lamp rondom de ge
sloten deur te schijnen en iemand in
de koelcel te laten kijken kunnen
eventuele lekken bij deuren goed
gezien worden. Door de scharnieren
bij te stellen kan veel energie be
spaard worden. Waar nodig kan ge
werkt worden met afdichtprofielen;
Wanddoorvoeringen moeten jaar
lijks gekontroleerd worden of zij nog
goed zijn afgedicht. Probeer zo min
mogelijk wanddoorvoeringen te ma
ken door gebruik te maken van een
wanddoorvoering die geschikt is
voor meerdere pijpdoorlatingen.
Het schoonmaken van de koelcel
moeten we niet uit het oog verliezen.
Bepaalde bakteriën kunnen ook bij
lage temperatuur voor problemen
zorgen. Met een borstel en water met
een zeepoplossing moet de cel regel
matig schoongemaakt worden.
Benutting
Schrijf regelmatig het energiever
bruik op en kontroleer zo of niet
door wat voor redenen dan ook, on
nodig veel energie verbruikt wordt.
Probeer zo veel mogelijk de spertijd
te vermijden bij het gebruik van de
koelmotor en ventilatoren. Hou ver
der het circulatievoud goed in de ga
ten. Hoe lager het circulatievoud,
hoe kleiner het stroomverbruik.
Cock van Bommel
ging. Zelfs de Hollandse verpakking
kan men niet allemaal op elkaar sta
pelen.
Ook werden nog 2 bedrijven in de
buurt van Würzburg bekeken waar
tomaten buiten geteeld worden. Men
plant 2 planten per m2. Normaal is
3,5 - 4,5 kg per plant haalbaar voor
2,5 - 3,5 DM per plant. Door het
slechte weer valt de opbrengst tegen,
bovendien zijn de prijzen slecht. De
tomatenteelt krimpt in door de uit
breiding van aardappel- en bloem
koolteelt.
De bedrijven zetten af via de koöpe-
ratie. Bovendien sorteert de tuinder
op de koöp. Men moet hier een dag
van te voren melden wat aangevoerd
gaat worden. De koöperatie heeft ei
gen verkooppunten op de groothan
delsmarkten van München en Ber
lijn. Hier gaan de produkten naar toe
die overgebleven zijn na verkoop van
Edeka. Edeka is namelijk de grootste
afnemer van de koöp. De produkten
worden door de koöp naar Edeka
vervoerd.
Er zijn 190 bedrijven lid met 400 ha
vollegrond en 10 ha glas. De omzet
van de koöp bedraagt 15 miljoen
DM. Per 10.000 DM betaalt de tuin
der 1.000 DM, waarin 6% vermark-
tingskosten zitten.
In 2,5 dag werd bijna 1500 km afge
legd. De kommissie kreeg een goede
indruk van de vleestomaten. Moe
maar voldaan kon gekonstateerd
worden dat de kwaliteit goed was,
maar dat nog meer geprobeerd moet
worden om de smaak omhoog te
krijgen.
Marian Kester
Mr. Jaap Kras (36) is de nieuwe di
rekteur van de Vereniging van Bloe
menveilingen in Nederland (VBN).
Met de aanstelling van mr. Kras
wordt voorzien in de vakature bij de
VBN, die was ontstaan na het vertrek
van de voormalige direkteur drs.
Roland van de Kamp, begin dit jaar.
19