Als de ouders het bedrijf willen over doen? Financieringsaspekten Loondienst of maatschap? Pacht Goede planning is het halve werk Financieringsplan Financieringsopzet Wanneer de ouders zich willen terugtrekken en het bedrijf willen over doen aan de bedrijfsopvolger, kunnen zij kiezen uit de volgende drie mogelijkheden: pacht, .erfpacht of verkoop. In de IJsselmeerpolders is overwegend sprake van erfpacht. Verkoop van het bedrijf aan de op volger kan als afsluiting worden ge zien van de bedrijfsopvolging. Ver koop kan geschieden aan de opvol gende zoon, doch indien er sprake is van een schoonzoon, kan worden overwogen of deze verkoop moet plaatsvinden aan de dochter, danwel aan de schoonzoon, waarmee zij ge huwd is. In dit verband is onder meer van belang of men gehuwd is op hu welijkse voorwaarden of niet. Een al gemene regel is hier niet voor te ge ven. Een en ander zal per geval moeten worden bekeken. Of verkoop van de boerderij aan de bedrijfsopvolger kan plaatsvinden, is van te voren moeilijk te voorspellen. Verkoop leidt immers tot een zeer grote vermogensbehoefte, met de daaraan verbonden hoge jaarlijkse lasten. Vaak is .het financieel niet haalbaar om reeds tijdens het leven van de ouders de boerderij aan de opvolger te verkopen. Als de ouders hun (vrije) boerderij tegen een lagere dan de vrije waarde willen overdra gen, bijvoorbeeld tegen de agrari sche waarde, dan'is dit fiskaal toege staan zonder dat er schenkingsrech ten worden geheven. Dit is mogelijk op grond van een resolutie van de staatssekretaris van 25 augustus 1965. Een dergelijke verkoop zal nader overleg in de familie vergen en veelal gepaard kunnen gaan met de opname van de zgn. meerwaarde clausule in de koopakte. Uitgifte in erfpacht ten behoeve van de bedrijfsopvolger komt zeer spo radisch voor. Erfpacht is een zakelijk en geen persoonlijk recht en geeft de bedrijfsopvolger niet de rechtsbe scherming van de Pachtwet. Erfpacht moet gelden voor een periode langer dan 25 jaar, maar kent niet de ver lengingsmogelijkheden die in de Pachtwet zijn vastgelegd. Bij erf pacht kunnen problemen rijzen na afloop van de erfpachtsperiode (ein de van de overeenkomst). Erfpacht heeft ook fiskale konsequenties. Aangezien erfpacht bij de bedrijfs opvolging (buiten de polders) maar sporadisch voorkomt, zullen we ons nu verder beperken tot de pacht. Bij pacht zijn twee situaties denk baar: Ouders pachten zelf de boerderij van derden; Ouders zijn eigenaar van de boerderij. De ouders pachten zelf de boerderij van derden In dat geval is de rechtsbescherming van de bedrijfsopvolger groot. In de Pachtwet is namelijk vastgelegd dat een pachter zich tot de Pachtkamer kan wenden met de vordering om zijn bedrijfsopvolger in zijn plaats als pachter te stellen. In het verleden (vóór 1 november 1984) was dit al leen mogelijk bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd van de pachter of bij gehele of gedeeltelijke invalidi teit. Met ingang van 1 november 1984 is deze leeftijdsgrens echter ge schrapt. In de nieuwe Pachtwet kan de vader ook verzoeken dat zijn zoon mede pachter wordt. Bovendien geldt het principe dat bij overlijden van de pachter de pachtovereenkomst niet wordt verbroken. De overeenkomst gaat dan over op de erfgenamen, welke binnen 6 maanden kunnen beslissen wie als pachter door gaat. Wel moet in al deze gevallen de bedrijfsopvolger voldoende waarborgen bieden voor een behoorlijke bedrijfsvoering. De konklusie is duidelijk: als de ou ders zelf pachter zijn, zal in het alge meen gesproken de bedrijfsopvolger later ook weer pachter kunnen zijn op hetzelfde bedrijf. Wel moet er nog op worden gewezen dat een pachter die voor bet einde van de lopende pacht- termijn de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt, of zal bereiken, geen recht op verlenging van pacht heeft, zodat in deze situaties er bij de bedrijfsopvol ging een probleem zou kunnen ont staan indien de ouders een en ander niet op tijd hebben geregeld. De ouders zijn eigenaar van de boer derij De ouders die eigenaar zijn van een boerderij, staat het in principe vrij om deze te verpachten aan de be drijfsopvolger. Het is echter duide lijk dat het nemen van een dergelijke beslissing voor het gehele gezin en de toekomst.van het bedrijf vergaande gevolgen heeft, zodat bespreking er van in familieverband is aan te ra den. teneinde gezamenlijk de gevol gen van de wens om het familiebe drijf in stand te houden onder ogen te zien. Bij verpachting maken de ouders immers een bewuste keuze want in feite gaat op dat moment de vrije waarde van het bedrijf terug naar de verpachte waarde. Verpach ten aan de bedrijfsopvolger betekent overigens nog niet dat daarmee de bedrijfsopvolger automatisch een recht op koop heeft gekregen. De rechter kan bij het overlijden van de ouders de bedrijfsopvolger een recht op toedeling geven, maar hij is daar toe niet verplicht. Het wettelijke voorkeursrecht van de pachter geldt namelijk niet in het geval van boe delscheiding. Wil men de bedrijfs opvolger wel zekerheid in deze ge ven dan zal men hem bijvoorbeeld een koopoptie moeten verschaffen, en/of een testamentaire regeling moeten treffen. Verder kan er nog op worden gewe zen dat het niet zo is dat een zoon door het aangaan van een maatschap met zijn vader, te zijner tijd automa tisch pachtrechten verkrijgt ten aan zien van de boerderij. Een maat schap heeft niet zonder meer tot ge volg dat de zoon de boerderij van de boedel later kan pachten. Als dit wél de bedoeling is, zal men dergelijke pachtrechten in de maatschapsover eenkomst apart moet opnemen. De huidige fiskale regeling van het zgn. tweede pachtersvoordeel be hoeft dit momenteel niet meer in de weg te staan. Het is wel van belang dat men in deze nader overleg pleegt met zijn accountant, indien er sprake is van een zgn. (belast) eerste pach tersvoordeel bij de ouders. (Zie ook het artikel: bedrijfsopvolging en de fiskus). P. Lanting Het land- en tuinbouwbedrijf is vandaag de dag kapitaalintensief. Er is veel geld nodig om een bedrijf over te kunnen nemen. Van de bedrijfs overname zou gezegd kunnen worden dat de bedrijfsovername in we zen een financieringsproblematiek is. De centrale vraag is: Hoe kan in de nodige geldmiddelen worden voorzien, of anders gezegd hoe wordt de overname gefinancierd. Om te weten hoeveel geld er nodig is om een bedrijf over te kunnen ne men zal eerst alles op een rij moeten worden gezet. Wat wordt overgeno men en tegen welke prijzen. Wat zijn de bijkomende kosten zoals notaris- kosten. overdrachtskosten enz. Als na de overname op korte termijn in vesteringen nodig zijn zal hier ook rekening mee moeten worden ge houden. Bovendien mag niet worden vergeten dat er bedrijfskapitaal no dig is om de perioden dat de uitgaven groter zijn dan de inkomsten te kun nen overbruggen. Zo moet onder meer in de akkerbouw en tuinbouw eerst in de teelt van gewassen worden geïnvesteerd en komen pas na maanden de inkomsten binnen. Be halve de bedrijfskosten zal ook ge dacht moeten worden aan de door lopende privé-uitgaven in perioden dat er geen inkomsten binnen ko men. Er zal dus een investeringsplan gemaakt moeten worden. Als bekend is hoeveel geld er nodig is om een bedrijf over te kunnen ne men, komt de vraag aan de orde hoe dit gefinancierd kan worden-. Deze. vraag kan beantwoord worden door het opstellen van een financierings plan. Eigen middelen: In de eerste plaats zal moeten worden vastgesteld over hoeveel eigen geld de bedrijfsopvol ger kan beschikken. De eigen mid delen kunnen zijn, spaargelden, loontegoedschrijvingen in het bedrijf of het vermogen van de bedrijfsop volger in de maatschap met vader. Ook kan worden nagegaan of er geld beschikbaar komt voor de financie ring uit W.I.R.-premie of andere subsidies. Familielening: Bij de bedrijfsover name komt het vrij veel voor dat de ouders de bedrijfsopvolger een le ning verstrekken. Op welke voor waarden de familieleningen worden verstrekt is niet altijd duidelijk vast gelegd. Een advies is om ook in fa milieverband de zaken schriftelijk en duidelijk te regelen. Het gaat hierbij om punten als, welk bedrag wordt geleend, het rentepercentage, de looptijd van de lening, de opzeg baarheid van de lening. Goede af spraken vooraf kunnen problemen achteraf voorkomen. Bank: Als is vastgesteld hoeveel geld beschikbaar is aan eigen middelen en familielening kan worden be paald hoeveel geld bij de bank moet worden geleend. De vraag of het be nodigde geld van de bank geleend kan worden zal afhangen van de ze kerheden, die aan de bank kunnen worden overgedragen. Zekerheden, die voor een bank als onderpand kunnen dienen zijn o.a. grond en ge bouwen, de veestapel, werktuigen, inventaris, vorderingen en veiling- gelden. Behalve de zekerheden zal ook worden gelet op de rentabiliteit van het bedrijf. Immers het bedrijf zal ook in staat moeten zijn om de rente en aflossing te betalen. In een financieringsopzet wordt aan gegeven op welke wijze het bedrijf kan worden gefinancierd. Voorts blijkt uit deze opzet hoeveel er jaar lijks aan rente en aflossing moet worden betaald. Bij het maken van een financieringsopzet moet er reke ning mee worden gehouden, waarvoor het geld nodig is en hoe lang het geld nodig is. Als het om leningen gaat zal'er een verband moeten bestaan tussen de Uit het keuzeschema bedrijfsopvol ging blijkt dat wanneer de ouders zich nog niet terug trekken, in veel geval len een keuze moet worden gemaakt tussen loondienst of maatschap. Bij de vraaggesprekken met de familie Wes terhof en Oosting is naar voren geko men dat bij die keuze rekening kan worden gehouden met een aantal fak- toren. Uiteraard ligt dit per bedrijf verschillend. Wanneer we in het alge meen deze faktoren op een rijtje zet ten, blijkt dat een aantal ervan vóór loondienst pleit, terwijl er evenzeer een aantal faktoren is dat vóór maatschap pleit. In het algemeen kan worden gesteld dat de volgende faktoren vóór loondienst pleiten: Beroepskeuze van de zoon staat nog niet vast. Als er een kans aanwezig is dat hij op korte termijn alsnog zal kiezen voor een ander beroep ligt een loondienstverhouding voor de hand, omdat dan ook een beroep kan worden gedaan op de sociale verzekeringswet ten, indien de beroepsovergang niet wordt gerealiseerd; Te straffe gezagsverhouding. A Is er sprake is van een gezagsverhouding waarbij vader de dienst uitmaakt en de zoon geen kans krijgt tot mede-on dernemerschap is de situatie niet rijp voor een maatschap; Te slechte rentabiliteit van het be drijf. Bij een maatschap gaat het om winstverdeling. Als er onvoldoende winst is, zal de zoon ook moeten delen in deze te lage winst of zelfs in verlie zen. Bj loondienst heeft de zoon zon der meer aanspraken op de beloning. gebruiksduur van de bedrijfsmidde len waarvoor de leningen zijn afge sloten en de aflossingen van de le ningen. Wordt er wel afgeschreven maar onvoldoende afgelost of ge spaard dan ontstaan er problemen bij noodzakelijke vervanging van machines en gebouwen. Op langere termijn komt dan de bedrijfsvoering in gevaar omdat er dan geen geld of kredietruimte is voor vervanging. Een ander punt dat aandacht vraagt is een juiste verhouding tussen le ningen en kredieten. Leningen zijn Daarbij kan het onvermijdelijk zijn dat een gedeelte van het loon niet wordt uitbetaald, maar wordt tegoed geschreven in de boekhouding; Uitsluitingen door partikuliere ver zekeringsmaatschappijen. In dat geval is het veelal beter dat gekozen wordt voor loondienst met verplichte verze kering (A SF); Te verwachten onteigening. Aange zien bij de rechtsvorm maatschap bij onteigening niet een volledige uitbe taling zal geschieden van de zoge naamde gekapitaliseerde bedrijfs schade kan het in een aantal gevallen beter zijn om te kiezen voor een loon dienstverhouding indien binnenkort onteigening wordt verwacht. Vóór het aangaan van een maatschap pleiten: Lagere kosten bij partikuliere ver zekering; Groei naar medeverantwoordelijk heid en zelfstandig ondernemerschap. Door middel van een maatschap wordt de bedrijfsopvolger persoonlijk be trokken bij de bedrijfsleiding en draagt hij medeverantwoordelijkheid. Een en ander is bevorderlijk voor het toekomstige zelfstandig ondernemer schap; Verkrijgen van een betere belo ningsverhouding tussen vader en de bedrijfsopvolger bij goede winsten. Wanneer de zoon lang en hard werkt en tegelijkertijd ook nog het bedrijf wordt verbeterd is het duidelijk dat dit in strijd kan zijn met een loondienst verhouding. Het is reëel dat de zoon gericht op de financiering van be drijfsmiddelen die langer dan één jaar meegaan. Een krediet is bedoeld om de schommelingen in de finan cieringsbehoefte van het produktie- proces op te vangen. In tijden waarin veel geld binnen komt zal weinig ge bruik van het krediet worden ge maakt. In de tijd dat geld nodig is voor b.v. kunstmest, gewasbescher mingsmiddelen enz. kan het krediet worden gebruikt. Tj. Scheeper dan meedeelt in de goede bedrijfsre sultaten die mede dankzij hem worden gerealiseerd. Wanneer bovendien de konditie van het bedrijf wordt verbe terd en hij daar niet direkt van profi teert, maar de gevolgen daarvan later ook nog eens mag betalen bij de be drijfsopvolging, is het duidelijk dat in dit soort situaties een loondienstver houding niet meer op z 'n plaats is; Meedelen in vermogenswinsten die ontstaan door waardestijging van de aktiva. Bij loondienst krijgt de zoon alleen een inkomen. Vermogenswin sten door infatie blijven bij de vader. Bij een maatschap deelt de zoon ook in deze vermogenswinsten. Benutten van fiskale faciliteiten voor zelfstandigen. In een maatschap is de zoon mede-ondernemer en kan uit dien hoofde de fiskale faciliteiten voor zelfstandigen benutten, zoals de WIR, de (extra) zelfstandigenaftrek en de F.O.R.; Via de maatschapsakte regelen van een stuk kontinuïteit in de bedrijfs voering. Loondienst en maatschap ge ven op zichzelf geen zekerheid dat de zoon in de toekomst ook daadwerke lijk bedrijfsopvolger zal kunnen zijn. Het is echter mogelijk om in een maatschapsakte een aantal bepalin gen op te nemen die de zoon wèl meer zekerheid in deze bieden. Het gaat hier om zgn. bedingen, zoals bijv. een overnemingsbeding, een verblijvings- beding (al dan niet met vertraagde werking), een recht op pacht of een recht op koop. P. Lanting Borgstellingsfonds In gevallen waar er onvoldoende zekerheden zijn voor de bank, voor de verstrekking van een fi nanciering, kan de medewerking van het Borgstellingsfonds nodig zijn. Dit fonds kan garanties af geven voor financieringen. Het fonds verstrekt dus geen geld maar geeft alleen garanties. Bij de beoordeling van het fonds zijn de rentabiliteit van het bedrijf en de toekomstmogelijkheden van het bedrijf de belangrijkste voor waarden. De aanvragen om een garantie van dit fonds moeten via de bank worden ingediend. 14 Vrijdag 15 november 1985

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1985 | | pagina 14