Sallander moet je
"verpotten"
Een
niet
Gerrie Vrielink enthousiast
over boerinnenkursus
"Ik vind het leuk om te
diskussiëren"
Tweede woning op erf bevalt best
Ideaal
Geen slaaf
Bendine Stokkers- Westendorp:
Maatschap
onzichtbaar
Een Sallander is honkvast, gehecht aan z'n geboortegrond. Huis en
haard in de vertrouwde omgeving betekenen veel voor hem. Dit zal de
Sallander niet zo gauw in de steek laten. Zeker niet wanneer hij jaren
lang op één "en dezelfde plek heeft gewoond. "Dan mag je hem niet meer
"verpotten". Dat kan niet, oordelen de heer en mevrouw Grotenhuis.
Beiden 64 jaar en woonachtig op een meer dan honderd jaar oude
boerderij aan de Oxersteeg 14 tussen Bathmen en Deventer. Hun huis
is hen lief. Geen haar op hun hoofd piekert er over om die plek te verlaten
"Als je ouder wordt, wil je graag je eigen gedoetje houden.
Je wilt bij de boerderij blijven, waar
je altijd al hebt gewoond. Verhuizen
naar de stad of het dorp zou de band
met je eigen plekje, met het bedrijf
verbreken. Dan ben je alles kwijt. Je
hoort er niet echt meer bij. Dat kun je
ouderen niet aandoen", vertolkt het
Sallandse echtpaar de opvatting, die
op het platteland in Oost Nederland
nog volop opgang doet.
De gèdachtengang, dat de ouders
aan de boerderij verknocht waren,
speelde een voorname rol toen
twaalf jaar geleden de bedrijfsover
name ter sprake kwam. Dochter
Jannie Grotenhuis en Herman Lam
berts dienden zich in 1972 aan als
toekomstige boer en boerin. De toe
valligheid deed Zich voor dat vlakbij
de boerderij een woonhuis te koop
was. Dat leek een mooie oplossing
voor huisvesting van het jonge stel.
De koop ging echter niet door, maar
bracht wel de gesprekken op gang
over de vraag hoe het "wonen" straks
geregeld moest worden. Er kwamen
twee mogelijkheden op tafel: een
tweede woning bouwen op het erf of
samen wonen in de oude boerderij.
Andere oplossingen als gaan wonen
in het dorp en dergelijke werden als
niet ter zake doende ook niet be
sproken. De keuze viel op het bou
wen van een tweede woning- op het
erf. „Dat leek toch beter dan het
gaan samenwonen in de bestaande
boerderij. Als we dat hadden gedaan'
had de boerderij aan de binnenkant
helemaal vertimmerd moeten wor
den om er twee woningen van te
maken. Dat was net zo duur als het
bouwen van een nieuw huis", vertel
len Jannie en Herman Lamberts.
Tegelijk met het huis - dat de naam
kreeg HET NIEUWE BAKHUIS -
werd ook een nieuwe stal neergezet,
die nu plaats biedt aan 60 MRIJ-
koeien. "Achterafhadden we die stal
tegen het huis aan moeten zetten.
Dat is toch gemakkelijker. Nu moet
je elke keer als er 's nachts wat aan de
hand is, in weer en wind naar buiten.
Je bent ook een beetje het zicht kwijt
op het bedrijf. Als de KI of de veearts
er is, heb je dat niet zo een, twee, drie
in de gaten", somt Herman Lam
berts, die samen met zijn schoon
vader in een maatschap het bedrijf
runt, als minpunten op. Kortom, als
hij nog eens moest bouwen deed hij
het anders.
"Maar dat wil niet zeggen, dat ik met
de huidige situatie niet uit de voeten
kan. Zo erg is het nu ook weer niet.
Integendeel, het bevalt al met al erg
goed", voegt hij er aan toe.
Dat geldt ook voor het samenwonen
op één erf. "Een prachtoplossing".
roepen jong en oud. Zij zijn ronduit
enthousiast over deze manier van
wonen. "Ieder apart. En toch dichtbij
het bedrijf. Dat is ideaal", vinden de
beide echtparen.
Wel wijzen ze er op, dat je voor het
dichtbij elkaar wonen en werken ook
een "juiste" instelling moet hebben.
"Je moet kunnen geven en nemen.
Als je dat niet kunt, moet je er niet
aan beginnen. Ook moetje ieder z'n
gang laten gaan. En niet te halsstar
rig zijn. Maar dat geldt bij elke be
drijfsovername of het bij elkaar wo
nen", stellen de beide families. Als
aardig voorbeeld wordt de toepas
sing van Red Friesian Holsteins ge
noemd..De heer Grotenhuis zag niets
in die Amerikanen, de schoonzoon
juist wel. "Hij is de toekomstige boer.
Dus als hij dat wilde, moest het maar
gebeuren. Als het dan fout gaat,
merkt hij het zelf wel", was de rede
nering, die de 64-jarige heer Gro
tenhuis volgde. Zo zijn er meer zaken
met elkaar geregeld op het 25 hekta-
re grote bedrijf, waar behalve koeien
ook zo'n 100 mestvarkens worden
De familie Westerhof ouders, zoon en
overleg voor op de bedrijfsovername.
gehouden. Dat alles gaat in goede
harmonie met elkaar en iedereen is
daar dik tevreden over.
Aan het feit, dat beide echtparen op
hetzelfde erf wonen, zitten voor
deeltjes. "Je kunt altijd op elkaar te
rugvallen als het nodig is", verklaart
het viertal. Mevrouw Grotenhuis:
"Neem nou laatst, ik moest een paar
dagen weg, mijn man kon voor het
eten bij mijn dochter terecht. Hij had
het zelf wel gered, maar dit was toch
een veel betere oplossing". Herman
en Jannie Lamberts komen met een
ander voorbeeld: "Als het in de zo
mer eens een dag mooi weer is, kun
nen we met de kinderen lekker gaan
zwemmen in Bussloo. Op vakantie
gaan of een avondje uit is nooit een
probleem.
Er is oppas en je weet dat het bedrijf
verzorgd achter blijft".
Dat alles draagt er volgens hen toe
bij, dat het op het bedrijf gemakke
één van de dochters bereiden zich in goed
lijker verloopt. "Je hebt door deze
werkwijze ook eens tijd voor wat an
ders. Het is niet altijd werken, wer
ken en werken.
Doordat je de zaken samen doet,
hoefje geen slaaf te zijn van je eigen
bedrijf', noemen de beide echtparen
als belangrijk pluspunt. Zij kunnen
zich moeilijk voorstellen, dat de
huisvesting anders geregeld zou zijn
dan samen op één erf. De beide
echtparen daarover: "Zodra je naar
stad of dorp moet verhuizen mis je
toch wat. Je bent de betrokkenheid
met het bedrijf kwijt. En denk ook
eens aan de vrouw. Als de man gaat
werken, zit ze daar maar in haar
eentje. Dat is toch niks waard. En als
de man thuis komt wil hij graag ook
wat over landbouwzaken praten. Bij
de buurt hoeft hij daar niet mee aan
te komen, want men weet niet wat er
precies op een bedrijf gaande is.
Kortom, je krijgt moeilijk kontakt.
Daarom is er alles voor te zeggen om
bij het bedrijf te wonen!"
Hans Siemes
Bedrijfsoverdracht in de landbouw
betekent in verreweg de meeste ge
vallen de overdracht van het bedrijf
van de ouders naar een zoon.
Deze zoon bereidt zich op de bedrijfs
overname voor door een gerichte
opleiding aan een landbouwschool.
Daarnaast werkt de zoon veel mee op
het bedrijf van de ouders.
Op deze wijze wordt getracht de zoon
bij de overname een gedegen theore
tische en praktische kennis mee te
geven.
Dit ligt vaak heel anders bij de echt
genote van de zoon. Soms is zij wel
afkomstig van de boerderij maar nog
weinig vrouwen hebben een land
bouwkundige opleiding.
Ook ontbreekt het haar vaak aan
praktische ervaring omdat het tot
dusver niet erg gebruikelijk is dat de
meisjes veelvuldig op het landbouw
bedrijf van de ouders meewerken.
Zo verging het ook Gerrie Vrielink.
Hoewel afkomstig van een boerderij
had zij al vele jaren nauwelijks iets te
maken gehad met het gebeuren op
de boerderij. Ze was röntgenlabo-
rante in het ziekenhuis in Deventer.
Dat werd allemaal heel anders toen
ze Jan leerde kennen. Jan heeft in
maatschapsverband met zijn moeder
een melkveehouderij waarop 70
melkkoeien worden gehouden.
Toen Gerrie op dit bedrijf kwam
kreeg ze dagelijks te maken met van
alles en nog wat.
Zowel technische zaken rond de kal-
veropfok en de voederwinning als
ekonomische onderwerpen zoals de
aanschaf van machines of de bouw
van een nieuwe stal kwamen tijdens
het werk en de koffie aan de orde.
Gerrie merkte dat ze van al dit soort
zaken te weinig afwist.
Vooral toen ze halve dagen mee ging
werken op het bedrijf ervaarde ze dat
als een gemis.
Ze wilde er meer van afweten om er
mee te kunnen werken maar vooral
ook om mee te kunnen praten.
Boerinnenkursus
Op initiatief van boerinnen zoals
Gerrie is een aantal jaren geleden
her en der in het land de boerinnen-
kursussen ontstaan.
Het doel was en is om de boerinnen
die vaak geen landbouwkundige op
leiding hebben een soort stoomkur-
sus middelbare landbouwschool te
geven.
De nadruk bij deze kursussen ligt op
de technische onderwerpen zoals
Gezondheids- en ziekteleer, veevoe
ding, fokkerij, Bodem en Bemesting.
Gerrie heeft gedurende twee jaar één
avond per week zo'n kursus gevolgd.
Zij is enthousiast over het resultaat.
"Ik vind het leuk om te diskussiëren",
is een uitspraak van Bendine Stok
kers-Westendorp, 24 jaar uit En
schede. Sinds haar huwelijk met
Freddie Stokkers in september 1982
werkt ze volop mee in het bedrijf, o.a.
melken, voeren en alle werkzaamhe
den bij het inkuilen. Op het bedrijf
worden na de invoering van de super
heffing nog ongeveer 53 melkkoeien
en het nodige jongvee gehouden. De
ouders verzorgen elders 30 fok-
zeugen. Er is een maatschap tussen
haar man en z'n vader. Op dit mo
ment volgt Bendine deel II van de
kursus Ekonomische Vorming Agra
rische Vrouwen (E.V.A.V.) die aan de
Rijks Middelbare Landbouwschool
te Hengelo wordt gehouden.
Vrijdag 15 november 1985
Wat vindt ze van de
E.V.A.V.-kursus?
Het is de eerste bedrijfsgerichte kur
sus die Bendine volgt. Door allerlei
bouwaktiviteiten op het bedrijf is
daar eerder geen tijd voor geweest.
Tot nu toe heeft ze de kursus als leuk
en leerzaam ervaren. "De behande
ling van met name het boekhoud-
rapport en andere zaken die verge
lijkbaar zijn met m'n eigen situatie
hebben m'n grootste interesse", al
dus Bendine. Op de vraag of alle
agrarische vrouwen een E.V.A.V.-
kursus zouden moeten volgen, ant
woordt ze: "voor agrarische vrouwen
die geïnteresseerd zijn in en betrok
ken zijn bij het bedrijf, is het zeker
De boerin hoort er zeer nadrukkelijk ook bij.
"Ik heb veel meer inzicht in het be--
drijfsgebeuren. Ik weet nu tenminste
wat ik aan het doen ben bij bijvoor
beeld de kalveropfok en ik ben veel
beter op de hoogte van het gebeuren
op het bedrijf.
Ook Jan is erg blij dat Gerrie de
kursus gevolgd heeft. "Wij hebben
nou veel meer het idee dat wij samen
het bedrijf runnen".
J. Buter
aan te raden, met name ook de wat
oudere vrouwen. Als je alleen al ziet
wat voor papiermassa er op je af
komt, is het zeker van belang je er
verder in te verdiepen". Als voor
beeld noemt ze de deeladministratie
rundveehouderij, die door haar en
haar man samen wordt ingevuld en
besproken.
Meningen van anderen horen
"Ik vind het leuk om te diskussiëren"
zegt Bendine, "vooral om meningen
van anderen te horen en ervaringen
uit te wisselen". En ze vervolgt:
"neem nou het bedrijfsmanagement,
hoe denken andere vrouwen daaro
ver en waarom doe je dingen op die
manier zoals je het doet?" Binnen de
E.V.A.V.-kursus zijn er volgens Ben
dine voldoende mogelijkheden om
wat dat betreft aan haar trekken te
komen. Wel merkt ze op dat het wat
dat betreft wel verschil maakt of je
veel of weinig ervaring op een bedrijf
hebt.
J. van Weperen
Bedrijfsovername vindt op ver
schillende manieren plaats. De
direkte bedrijfsoverdracht maakt
steeds meer plaats voor de gelei
delijke bedrijfsovername, n.l. zo
wel via maatschap als via (tijde
lijke) splitsing of afsplitsing. Met
name in de intensieve veehoude
rij komt de splitsing of afsplitsing
veel voor. Het aantal direkte be
drijfsovernames daalde tussen
1977/78 en 1981/82 van 1803 tot
1267. Over het ontstaan van het
aantal ouders-opvolger maat
schappijen is de Ministeriële nota
Bedrijfsopvolging onduidelijk.
Vermeld wordt dat in 1977 op 950
bedrijven de éénhoofdige leiding
is omgezet in een tweehoofdige
en in 1982 op circa 1100 bedrij
ven. Op een andere plaats in de
nota is sprake, voor de zelfde ja
ren, dat 483 en 403 bedrijven in
de vorm van maatschap zijn
overgenomen. Mogelijk is hier
bedoeld: vanuit de maatschaps-
vorm overgenomen.
Volgens drs. Jaarsma, hoofd So
ciaal Ekonomische Voorlichting
van het KNC vormt de maat
schap ouder-opvolger in het
kader van de bedrijfsopvolging
een belangrijk element. "Veelal is
er in die fase zowel juridisch als
Fiskaal sprake van twee zelfstan
dige ondernemers. De "statis
tiek" weet deze vorm kennelijk
nog niet goed te onderscheiden
zodat er nog steeds geen be
trouwbare gegevens over deze
reeds lange tijd in de agrarische
praktijk ingeburgerde rechtsvorm
zijn", zegt hij.
11