Voedingsonderzoek slaat nieuwe wegen in Onderzoek Varkensproefbedrijf Sterksel Nog veel onderzoek nodig op gebied varkensgezondheidszorg Stichting kennisoverdracht vee- en vleessektor een feit Nieuwe uitgave brochure zuiveltoerisme V erbetering selektiemogelijkheden versterkt varkenssektor Winterenting mond en klauwzeer Het onderzoek op het Varken sproefbedrijf Zuid- en West-Ne derland te Sterksel zal zich meer dan voorheen gaan richten op de mestproblematiek. Terugdrin ging van de gehaltes aan stikstof en fosfaat in mest via de voeding lijkt veel perspektief te bieden. Daarnaast zal het voedingson derzoek verder gaan met het zoe ken naar mogelijkheden om de technische resultaten te verbete ren. Tijdens de open dagen, die gehouden worden van 17 tot en met 20 september, kunt u zich hierover op de hoogte laten stel len. Ir. G.B.C. Backus, C.V.P. Tilburg, schetst de aktuele ont wikkeling. Het voedingsonderzoek op het var kensproefbedrijf was tot voor kort voornamelijk gericht op het verbete ren van de technische resultaten:: groei, voederkonversie, uitval en slachtkwaliteit in de mesterij en grootgebrachte biggen per zeug per jaar in de zeugenhouderij. Steeds meer zal het voedingsonderzoek zich ook op andere zaken gaan richten. Het kunnen behalen van een redelijk inkomen in de varkenshouderij wordt stralcs niet meer alleen be paald door het prijsnivo en de tech nische resultaten. De uit de mest problematiek voortvloeiende kosten zouden immers wel eens zwaar op de inkomens in de varkenshouderij kunnen gaan drukken. Het leveren van een bijdrage aan de vermindering van de mestproblema tiek zal daarom de aankomende ja ren een belangrijk onderdeel van het voedingsonderzoek vormen. Het voedingsonderzoek gericht op een verbetering van de technische resul taten valt daarmee natuurlijk niet weg. De verbetering van de slacht kwaliteit zal hierbij onder andere als gevolg van het nieuwe klassifikatie- systeem wel meer aandacht krijgen. Voer en mest Voor het produceren van een mest- varken wordt - inklusief de biggen- fase - ongeveer 330 kg voer en 0,8 0,9 kubieke meter drinkwater ver bruikt. Bepaalde stoffen in het voer hebben de mestproblematiek doen ontstaan: onder andere stikstof, fos for, koper en cadmium. Door de toename van de mestproduktie komi er te veel van deze genoemde stoffer in ons milieu terecht. Daar komt bij dat de mestproduktie niet gelijke lijk over Nederland is verspreid Mesttransport van overschot- naai tekortgebieden is dus noodzakelijk. Uit het voorgaande volgt dat het voedingsonderzoek op tweeërlei wij ze een bijdrage kan leveren aan de vermindering van de mestproblema tiek: een vermindering van de mine- ralengehaltes in veevoer èn een ver mindering van het watergebruik. Door de lagere mineralengehaltes vermindert de milieu-belasting en door het geringere waterverbruik wordt het mesttransport goedkoper. Lagere, transportkosten maken een gelijkmatige verspreiding van de mest over overschot- en tekortgebie den - en dus ook een geringere mi lieubelasting - beter niogelijk. Verlaging mineralengehaltes in varkensvoer Op het varkensproefbedrijf zal zowel voor de zeugenhouderij als voor de mestvarkenshouderij onderzocht worden in hoeverre de mineralenge haltes in varkensvoer verlaagd kun nen worden. Dit is mogelijk door het voer vaker en beter aan te passen aan de leeftijd en het produktiestadium van de dieren. In de huidige bedrijfssystemen wor den zeugen zowel tijdens de dracht als de zoogperiode veelal met het- Vrijdag 8 november 1985 Optimale voeding aan hoog-produktieve koeien vraagt veel onderzoek. zelfde voer gevoerd. Uit praktische en financiële (buikkorting) overwe gingen is in het verleden gekozen voor een voeder dat voldoet aan de behoefte tijdens de zoogperiode. Tijdens de dracht is de behoefte van de zeug aan stikstof (eiwit) en fosfor echter lager dan tijdens de zoogpe riode. Hierdoor is er tijdens de dracht sprake van "luxe-kónsump- tie" van stikstof(eiwit) en fosfor. In het voer voor drachtige zeugen wordt het eiwitgehalte met ongeveer eenderde en het fosforgehalte met ongeveer eenvijfde verlaagd. In het voer voor zogende zeugen wordt het eiwitgehalte nauwelijks verlaagd, het fosforgehalte echter weer wel. De hoeveelheid stikstof en fosfor in zeugenmest neemt dan met 15 20% af. Belangrijk is dat deze verlaging van stikstof- en fosforgehaltes in het voer geen nadelige invloed heeft op de gebruiksduur van de zeugen. Daarom zal het onderzoek, wat in samenwerking met het IVVO wordt uitgevoerd, zich over meerdere jaren (achtereenvolgende worpen) uit strekken. In de mestvarkenshouderij wordt vanaf 35 40 kg vleesvarkensvoer verstrekt. De fosforbehoefte per kg te verstrekken voer neemt echter af naarmate de dieren ouder worden. Door het introduceren van een ek- stra vleesvarkensvoer kan de totale fosforverstrekking sterk gereduceerd worden. In het onderzoek op het varkensproefbedrijf wordt tot 35 kg gewicht babybiggenvoer verstrekt. Van 35 tot 60 kg wordt een "groei- voer" verstrekt en vanaf 60 kg ge wicht een "afmestvoer". In de verschillende proefvoeders worden de gehaltes aan verteei^aar fosfor sterk gevarieerd. De vermin dering van de fosforuitscheidjng door mestvarkens zou naar schatting 0,10 tot 0,22 kg fosfor per mestvar- ken kunnen bedragen. Ook zal on derzocht worden hoe de technische resultaten zijn indien de mestvarkens met een gewicht van 60 kg en meer een voer met een beperkt eiwitge halte verstrekt krijgen. Beperking waterverbruik Op varkenshouderij bedrijven wordt water gebruikt als voedingsbestand deel en als middel bij het reinigen en ontsmetten. Het is zaak om zo weinig mogelijk water te verspillen. Elke ekstra kubieke meter water is een kubieke meter drijfmest erbij. Het onderzoek op het varkensproefbe drijf besteedt hieraan steeds meer aandacht. Zo zullen via meting van de infektiedruk diverse reinigings- en desinfektiemethoden worden vergeleken. Naast het watergebruik bij hygiëni sche maatregelen is ook de wa- ter/voer-verhouding van belang voor de beperking van het waterver bruik. Zo wordt bij handmatige brij- voedering een water/voerverhou- ding van 2 1 vergeleken met 2 xh 1. Bij de nippelsystemen wordt het zuignippelsysteem vergeleken met het bijtnippelsysteem. Ook wordt naar systemen gezocht om het ver morsen van water op te vangen (an- ti-morsbakje). Tot slot zal dan ook het effekt van waterdruk in relatie tot het waterleverend vermogen bij drinknippels worden onderzocht. Open dagen Het voedingsonderzoek staat sterk in de belangstelling. Mede omdat het voedingsonderzoek perspektieven biedt voor het leveren van een bij drage aan de vermindering van de mestproblematiek. Maar ook het onderzoek gericht op een verbetering van de technische resultaten zal een belangrijke plaats blijven innemen. De open dagen van 17 tot en met 20 september zijn een ideale gelegen heid om u hiervan te overtuigen. Op verzoek van de Stichting Ge zondheidsdienst voor Dieren in Noord-Brabant heeft de heer W.T. Truijen een onderzoek ingesteld naar de varkensgezondheidszorg in Noord-Brabant. "Gelet op de ontwikkelingen in de varkenshouderij en onze konkurren- tiepositie in het eksportgebeuren is het zaak dat het praktijkonderzoek in ruime mate wordt voortgezet"' zo stelt Truijen in zijn verslag. Belangrijk voor de toekomst is - naar zijn mening - de verbetering van de struktuur van de varkenshouderij. Naast een betere kanalisatie van de "varkensstroom" en het zoeken naar gesloten bedrijfssystemen zou het zgn. "plan 2000" een alternatief kunnen zijn. Hèt lijkt volgens de on derzoeker zinvol om dit plan zo spoedig mogelijk als proef uit te voeren zodat men in de toekomst weet of dit een zinvol alternatief is. Andere terreinen die volgens Truijen voor onderzoek in aanmerking ko men zijn: stalbouw en gezondheid, stalklimaat en gezondheid, welzijn varkens (het beoordelen van diverse huisvestingssystemen op welzijnsas- pekten), onderzoek naar de immu niteit, naar vaccins en vaccinatie schema's, (de gezondheidsdienst zou nieuwe vaccins en vaccinatiesche ma's in de praktijk moeten testen). Volgens de onderzoeker zullen er voorts meer "pakketten" met gespe cialiseerde kennis en informatie be schikbaar moeten komen om pro bleembedrijven efficiënt te kunnen begeleiden. "De herstrukturering van het selek- tiemesterij-onderzoek is met de ope ning van deze nieuwbouw in Klaren- beek afgerond. Ook al verliep het proces bepaald niet vanzelf, uiteinde lijk is het doel toch bereikt. Het aan tal selektiemesterijen is terugge bracht tot 2. De selektiemogelijkhe den zijn verbeterd, terwijl de exploi tatiekosten tot een aanvaardbaar ni veau kunnen worden teruggebracht". Dit onder meer zei dr. ir. H.P.F. Curfs, direkteur veehouderij en zuivel van het ministerie van landbouw en visserij, bij de opening van de selek- tiemesterij Noord-Nederland in Kla- renbeek op 30 oktober jl. De heer Curfs ging nader in op de verschuiving van verantwoordelijk heden die als gevolg van de tot standkoming van de herstrukture ring plaatsvindt. Zo zal de overheid vanaf 1986 exploitatietekorten niet meer aanvullen, maar een vaste bij drage verstrekken, zodat het even tueel resterende tekort voor rekening komt van de Stichting Selektiemes- terij Nederland. Het overleg over de taakverdeling met betrekking tot werkwijze en investeringen ten be hoeve van het onderzoek is nog niet afgerond, maar volgens de direkteur veehouderij en zuivel moeten meer verantwoordelijkheden bij de Stich ting komen te liggen. De heer Curfs: "De Stichting moet zich daarom nu al bezinnen op de vraag hoe zij de beschikbare finan ciën in de toekomst zal moeten be steden". 80 kaasboerderijen, 25 zuivelfa brieken, 5 kaasmarkten en 38 musea met historische zuivel- voorwerpen staan vermeld in de brochure "Zuiveltoerisme in Ne derland". Zojuist is een tweede herziene uitgave verschenen. De brochure biedt geïnteresseer de leerlingen en konsumenten naast adressen en landkaartjes, informatie over het werk op de kaasboerderij en de produktie in de zuivelfabriek. Verder worden tips gegeven voor toeristische Om te voorkomen dat de uitkomsten van het onderzoek verdwijnen in de boekenkast, is op 16 oktober j.l. in Den Haag de stichting kennisover dracht vee- en vleessektor opgericht. Initiatiefnemer daarvan is het pro- duktschap voor vee en vlees (PVV). De nieuwe stichting stelt zich tot doel om het rendement van de over drachtsinspanningen van nieuw ver worven kennis zo maksimaal moge lijk te laten zijn. Blijkens de statuten van de stichting zullen de aktiviteiten met name ge richt zijn op het overdragen van kennis en vaardigheden op de ter reinen van kwaliteits- en hygiënebe- heersing, vleestechnologie, zootech niek en arbeidsomstandigheden. Daarnaast komen daarvoor overi gens ook andere terreinen in aan- Staatssecretaris A. Ploeg (landbouw en visserij) heeft de jaarlijkse enting van runderen tegen mond- en klauwzeer vastgesteld voor de perio de van 1 december 1985 tot en met 28 februari 1986. In deze periode die nen alle runderen (inclusief runde ren voor de vleesproduktie, niet zijnde vleeskalveren) ouder dan 4 maahden, tegen mond- en klauwzeer te worden ingeënt. Vanaf 1 december 1985 is een ra- biësvaccin beschikbaar dat, naar de fabrikant heeft laten weten en uit onderzoek is gebleken, gecombi neerd kan worden met het mond- en •klauwzeer-vaccin. Op verzoek van de veehouder kan het vaccin in combinatie met het mond- en klauwzeervaccin worden toegediend, uiteraard voor rekening van de vee houder. tochten door de traditionele zui- velprovincies Noord-Holland, Zuid-Holland en Friesland. "Zuiveltoerisme in Nederland" bij voorkeur schriftelijk aanvra gen bij Het Nederlands Zuivel- bureau, Postbus 30, 2280 AA Rijswijk. merking, voorzover dienstig voor de bevordering van een zo goed moge lijke bedrijfsvoering in de vee- en vleessektor. In het bestuur van de stichting zijn alle geledingen uit de vee- en vlees sektor vertegenwoordigd. Dat zijn: de veehouders, de veehandel, de slachterijen, de vleeswarenindustrie, de slagers, de levensmiddelenhandel, de vakbonden, de researchgroep Vlees en Vleeswaren TNO en het PVV. Met de ondertekening van een over eenkomst tussen de Rijksuniversiteit te Utrecht en de Stichting kenniso verdracht vee- en vleessektor, op 30 oktober in Utrecht, is een begin ge maakt met de realisatie van een kwaliteits- en hygiëneprojekt in de vlees- en vleeswarenindustrie. De daarmee vastgelegde meerjarige sa menwerking tussen beide instellin gen betekent, dat de in de loop van vele jaren vergaarde kennis van de Universiteit, via de op 16 oktober in het leven geroepen stichting kennis overdracht vee- en vleessektor, zijn direkte weg naar deze sektor kan vinden. Ontmoet de sterren op de Royal Smithfield Show Rambo, Roland Rat, Orville, Madonna, Wham en Ringo Starr zullen allen verschijnen op Earls Court in de eerste week van de cember wanneer veefokkers met hun beste dieren naar Londen komen voor de jaarlijkse Royal Smithfield Show die dit jaar zal duren van 2 tot 5 december. Bovenstaande sterren zijn nog maar enkele van de vele populai re en voor vee toch ongebruike lijke namen die de fokkers hun dieren gaven. Lady Sarah, Crown Prince, Mo narch en Sun Princess voeren ko ninklijke namen terwijl de televi siesterren worden vertegenwoor digd door Krystle en Alexis. Pin ky en Perky, Andy Pandy, Zebe- dee en Scooty zullen tevens hun opwachting maken terwijl de populaire Engelse televisieshows Wogan, Hi di Hi, 3-2-1, Master mind en Surprise Surprise ook vertegenwoordigd zijn. 17

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1985 | | pagina 17