Bedrijfshygiëne: pompen of verzuipen De bewaring van knolselderij Stuurgroep adviseert spoelplaats met waterpomp Door de intensivering van het bouwplan op de agrarische bedrijven is de noodzaak van bedrijfshygiëne de laatste decennia sterk toegenomen. Zowel bij eksportteelten als voor produkten die dicht bij huis blijven is bedrijfshygiëne van levensbelang voor het bedrijf. Belangrijk onderdeel van de totale bedrijfshygiëne is de bodemgezondheid. Deze laatste is meer dan alleen een optimale verhouding tussen grond, water en lucht in de bodem. Dit blijkt uit het rapport van de stuurgroep Bedrijfshy giëne in de IJsselmeerpolders getiteld "De noodzaak van bedrijfshy giëne". Ondanks de geografische beperking die het rapport zichzelf oplegt, is het zeer zeker ook van belang voor andere regio's. Schoonspuiten van de machines is een absolute vereiste om uitbreiding van rhizomanie te voorkomen Het rapport konstateert vooral in Oostelijk Flevoland een zorgelijke situatie rond de aardappelmoeheid. De zware grond, die vaak mindere grondontsmettingsresultaten tot ge volg heeft en de eenzijdige teelt van Bintje konsumptieaardappelen vor men de basis van een probleem dat op korte termijn om een oplossing vraagt. Paradoxaal genoeg ontbre ken juist op de zwaardere gronden Financieel aantrekkelijke alternatie ven voor de konsumptieaardappe- lenteelt. Mede daarom is grondont- smetting een vereiste. Echter, zo blijkt ook weer uit dit rapport, grondont smetting is geen alternatief voor de teelt van AM-resistente rassen. AM- resistente rassen en grondontsmet- ting zijn als aanvullende maatrege len waardevol voor elkaar, ze staan niet op zichzelf. De stuurgroep pleit dan ook in haar rapport voor een geïntegreerde bestrijding van de aardappelmoeheid. Na iedere aard appelteelt, zo stelt de stuurgroep Be drijfshygiëne, zou de grond ontsmet moeten worden met een vloeibaar middel, terwijl op het bedrijf 'A van de oppervlakte aardappelen uit AM-resistente rassen dient te be staan. De stuurgroep onderstreept nog eens de noodzaak om het poot- goed te ontsmetten met een organi sche kwikverbinding volgens de vijf minuten-methode met voorwassen. Steekproef Bij de bieten is het fenomeen rhizo manie helaas niet onbekend meer. Bestrijdingsmethoden die resultaat opleveren, praktisch toepasbaar en rendabel zijn, zijn nog niet aanwezig. Verspreiding van de ziekte die een aanzienlijk suikerverlies tot gevolg kan hebben, vindt plaats via grond- deeltjes die aan machines blijven hangen. Aanpassing van rooische- ma's door het afleveren van de bie ten in een keer en het schoonspuiten van machines zijn nu de meest ef- fektieve bestrijdingsmethoden. De noodzaak van het reinigen van ma chines is volgens de stuurgroep dui delijk aangetoond. Bij een steek proefsgewijze kontrole van land bouwmachines die op de openbare weg reden zijn de volgende aantallen cysten aangetoond in de aankleven de grond: bietenkopper (12), vaste- tandcultivator (93), aardappelrooi- machine (14) en drie opladers (ge middeld 15). De stuurgroep advi seert iedere agrarische ondernemer een pomp met een spoelplaats in- klusief een water- en slibopvang in te richten voor het reinigen van werk tuigen en machines. Om dit schoon spuiten vlot uit te kunnen voeren is een druk van 5 a 10 bar nodig en moet de pompopbrengst 200 - 250 liter water per minuut zijn. Ervaring heeft geleerd dat het gebruik van hogedrukspuiten schade veroorzaakt aan lagers en andere draaiende delen van machines. Voorde knolcyperus is de stuurgroep van mening dat openheid een eerste vereiste is om tot een goede aanpak te komen van dit probleem. Naar de stellige overtuiging van de stuur groep zijn niet alle met knolcyperus besmette percelen aangemeld. Alle besmette percelen moeten gemeld worden en zeker de loonwerkers moeten weten welke percelen besmet zijn. Voor de bestrijding van knolcy perus is het nodig dat het reinigen van machines niet alleen plaatsvindt als ze naar een ander bedrijf gaan, maar ook bij intern verkeer op het eigen bedrijf. Veevoeders Verspreiding van ziekten en onkrui den via het veevoer en de mest liggen in eikaars verlengde. Volgens de stuurgroep houdt een en ander in dat ook veehouders een verantwoorde lijkheid hebben bij het tegengaan van verspreiding van ziekten. Zowel bij ruwvoermiddelen als bij 'meng voeders moet iedere vorm van ver ontreiniging worden terruggedron- gen. De herkomst van voeraardap- pelen, bietenpuntjes, wortelen, snij- mais en andere voeders moet bekend zijn. Datzelfde geldt voor de mest waarbij er onderscheid wordt ge maakt in drijfmest van herkauwers, vaste mest van niet-herkauwers (pluimvee en varkens) en drijfmest van niet-herkauwers. Alleen drijf mest van niet-herkauwers kan op grond van het samenstellingsproces van het voer geen gevaar meebren gen voor ziekteverspreiding, aldus de stuurgroep. De stuurgroep is van 'mening dat deze mest zonder be zwaar in de landbouw kan worden gebruikt. Voor de konstrukteurs van land bouwmachines ziet de stuurgroep een uitdaging weggelegd om machi nes met minder hoeken en u-vormige buiskonstrukties op de tekentafel te krijgen zodat uiteindelijk in de praktijk minder vuil wordt versleept. De hoofdafdeling Akkerbouw van het Landbouwschap heeft in haar laatste vergadering met grote instemming kennis genomen van het rapport. Be kendheid in een bredere kring dan al leen de IJsselmeerpolders vindt zij een goede zaak. Het rapport is ver krijgbaar bij de Gewestelijke Raad van het Landbouwschap voor de IJs selmeerpolders, tel. 05270 - 12077. Gerrit J. Schroten afd. Pers en Voorlichting Landbouwschap De groei van knolselderij gaat tot laat in het najaar door. Daarom vindt de oogst meestal pas vanaf eind oktober plaats. Het gevolg hiervan is dat men weliswaar een hogere opbrengst behaalt, maar dat men het risico loopt van be vriezing van de knollen. Bevroren knollen worden zwart en gaan spoedig tot rotting over. Met an dere woorden: dergelijke knollen zijn ongeschikt voor bewaring. Partijen die lang bewaard moeten worden dienen niet te laat gerooid te worden. Bij een later rooitijdstip loopt de houdbaarheid en de inwen dige kwaliteit terug. Hier en daar vindt nog opslag plaats buiten aan de hoop of los gestort in de schuur zon der ventilatiesysteem. Verreweg de meeste knolselderij wordt echter op geslagen in met buitenlucht gekoelde bewaarplaatsen of in mechanisch gekoelde bewaarplaatsen. Deze laat ste vorm van bewaring is de laatste jaren sterk toegenomen. Luchtgekoelde bewaring In een met buitenlucht gekoelde be waarplaats wordt knolselderij bijna altijd los gestort. Het stortgewicht of volumegewicht is 450-500 kg knollen per m3. De storthoogte bedraagt bij voorkeur max. 3,5 meter. Ventileren is bij knolselderij een noodzakelijk kwaad, want zelfs bij enkele uren ventileren per dag vindt er al veel uitdroging plaats. Dit geldt zeker bij schoon gerooide knollen. Vandaar ook dat, zeker voor langere bewaring, wat aanhangende grond aan de knollen gunstig is. Stortkegels dienen echter te worden voorkomen. Deze leiden tot een slechte luchtver- deling en geven kans op broei. De benodigde ventilatiecapaciteit is 60 a 70 m3 lucht per m3 knollen per uur bij een tegendruk van 150 Pa 15 mm wk). Ventileren dient alleen te gebeuren als de buitenlucht tenminste 1,5 gra den Celcius tot 2 graden Celcius kouder is dan de partij. Ventileren Vrijdag 8 november 1985 Bij bewaring na januari is mechanische koeling noodzakelijk. met een kleiner temperatuurverschil heeft geen of nauwelijks een koelend effect, maar heeft wel extra indro ging tot gevolg. Het in- en uitschakelen van de ven tilator kan het beste gebeuren met een differentiaalthermostaat. Om de temperaturen in de bewaarplaats snel en nauwkeurig te kunnen me ten, verdient elektronische meet apparatuur de voorkeur boven de steekthermometers. De optimale be- waartemperatuur is 0 graden Cel cius-1 graad Celcius bij een relatieve luchtvochtigheid van 90-95%. Bij hogere bewaartemperaturen worden de bewaarverliezen groter. Gezien het feit dat de buitentemperatuur sterke schommelingen vertoont en vaak lange periode te hoog is, zal de optimale temperatuur meestal niet of slechts korte tijd bereikt kunnen worden. Gevolg hiervan is dat de gewichtsverliezen ook bij dit be- waarsysteem al vrij snel hoog op kunnen lopen en dat uitbreiding van ziekten niet of nauwelijks afgeremd op bewaring met mechanische koe ling. Mechanische koeling Langdurige bewaring is in feite al leen mogelijk in een goed geïsoleer de bewaarplaats met mechanische koeling. In een dergelijke bewaarplaats kan men onafhankelijk van de weersom standigheden het klimaat regelen. De optimale bewaaromstandighe den van 0 graden Celcius-1 graad Celcius en een hoge relatieve lucht vochtigheid worden dan ook gemak kelijker bereikt dan bij gebruikma king van buitenlucht koeling. De maximale storthoogte bedraagt bij voorkeur 3,5 meter. Om kosten te besparen kan men, als de temperatuur voldoende laag is, inkoelen met buitenlucht. De capa citeit van de koelapparatuur be draagt bij snel inkoelen 190 en bij ondersteunende koeling ca. 110 kcal per ton produkt. Dit is aanzienlijk meer dan voor aardappelen en uien en ongeveer hetzelfde als voor win terwortelen en witlofwortelen. Consulentschappen voor de akker- en tuinbouw in Zuidwest Nederland De investering voor de koelappara tuur bedraagt voor ondersteunende koeling ca 120,— per ton knollen, excl. bouwkundige voorzieningen, eventuele extra isolatie, koelhuis deur en BTW. Opslag in kisten Bij mechanische koeling is het ook mogelijk om de knollen in stapelkis- ten op te slaan. De voordelen daar van zijn een sneller transport, de wanden boven hoeven niet drukvast te zijn en verschillende partijen kun nen apart gehouden worden. Als na delen kunnen genoemd worden de extra investering in kisten en het feit dat men over een heftruck of hefmast moet beschikken. Namens de Zuidwestelijke specialisten Kwaliteit en Bewaring, K.W. Bosma kunnen worden. Gewichtsverliezen kunnen beperkt worden door lucht- bevochtiging. Dit is mogelijk door b.v. achter of onder de ventilator een luchtbevochtiger te plaatsen, waarbij een zeer fijne verneveling is gewenst. Bij een luchttemperatuur van onge veer 5 graden Celcius geeft toevoe ging van 2 gram water(damp) een verhoging van de relatieve lucht vochtigheid van 25 a 30%. Het spreekt vanzelf dat een goede isolatie van dak en wanden noodzakelijk is. Het verdient aanbeveling om de iso latie zodanig uit te voeren, dat de bewaarplaats in de toekomst ook ge schikt is voor mechanische koeling, koeling. Het ideaal: regenachtig of mistig weer met bovendien een voldoende lage temperatuur komt te zeldzaam voor. Hierdoor bedragen de ge wichtsverliezen 4-6% per maand, waardoor deze bewaarmethode fei telijk ongeschikt is voor bewaring in januari. Eén en ander heeft ertoe ge leid dat steeds meer telers overgaan Kansen voor agrarische samenwerking Nederland/Polen versterkt Ter gelegenheid van de eerste inter nationale landbouwbeurs in Polen (de Polagra 1985 in Poznan) heeft minister ir. G. Braks van 22 t/m 24 oktober een officieel bezoek ge bracht aan dat land. De bewindsman was daartoe uitgenodigd door zijn Poolse ambtgenoot, minister Zieba. Oogmerk van het bezoek was de banden met Polen ten behoeve van hét bedrijfsleven weer wat nauwer aan te halen. De samenwerking op agrarisch ge bied zal zich ten behoeve van het bedrijfsleven in het bijzonder kun nen richten op het gebied van de tuinbouw: kweekwerk en zaadwin ning, rassenonderzoek, technologi sche aspekten van de glasteelt, alter natieve energiebronnen; aardappe len: veredeling, opslag en verwer king; dierlijke produktie: opfok en veevoer; voedingsmiddelen: techno logie en installaties op het gebied van de verwerking van melk, vlees, fruit' groente, babyvoeding, kwaliteitsas- pekten, en verpakking; landinrich ting en waterbeheersing: wederzijds is kenbaar gemaakt, de ekonomische samenwerking onder meer via geza menlijke onderzoekprogramma's te versterken. Mr. Kramer benoemd tot plaatsvervangend-directeur algemene zaken Binnenkort zal mr. Q.J.M. Kramer benoemd worden tot plaatsvervan gend-directeur van de nieuwe direc tie Algemene Zaken van het directo raat-generaal Landelijke Gebieden en Kwaliteitszorg van het ministerie van landbouw en visserij. De heer Kramer zal deze functie kombineren met die van hoofd van de eveneens nieuwe afdeling Algemene Beleids- en Secretariaatszaken van de ge noemde directie. De laatste tijd ver vulde hij daar de functie van hoofd van de sector natuurbehoud en in- richtingsbeleid. 11

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1985 | | pagina 11